• No results found

Figuur 21. Overzicht van de ingerichte percelen in Z8. Het compensatietype en de doelhabitat zijn aangeduid (schuine strepen), evenals de locaties van de pq’s (rood).

8

20

7

10

21

16

34

33

29

31

18

30

116

118

12

119

25

17

27

14

9

13

23

15

122

115

28

121

120

108

19

117

110

113

107

32

111

114

112

11

24

109

2727

hpr* + da - art. 14

Z8007 [da]

Z8107 [da]

Z8

033

 [da]

Z8

02

8

 [h

p

r*]

Z8027 [da]

Z8025 [da]

Z8023 [hpr*]

Z8021 [hpr*]

Z8020 [hpr*]

Z8016 [da]

Z8014 [hpr*]

Z8109 [da]

Z8111 [da]

Z8116 [hpr*]

Z8119 [hpr*]

Z8122 [hpr*]

Percelen 007 + 117

Situatie vóór inrichting - Dit was een zeer intensief grasland (hx) in 2004 en is continu als

tijdelijk grasland geregistreerd tot 2010, daarna als blijvend grasland. Door afgravingen ontstonden er twee plassen met aansluitend slikken en schorren.

Toestand 2013 – Van de indicatorsoorten voor da bepalen Zulte en zeekraal hier het aspect.

Ook Zilte schijnspurrie en Stomp kweldergras werden hier aangetroffen. De oppervlakte met zilte vegetatie nam na de inrichting toe met ongeveer 9%. Voor de rest betreft het een soortenarm cultuurgrasland met dominantie van Engels raaigras. De enige indicatieve soort voor hpr* die werd aangetroffen is Scherpe boterbloem. Gestreepte witbol en Fioringras maken deel uit van de grassenmix, Witte klaver is abundant aanwezig. Paardenbloem en Akkerdistel komen frequent voor. Het perceel evolueerde van hx + bu in 2002 naar hp + ah + da + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is geplaatst om de evolutie van da op te volgen. Het perceel is

ongeveer voor de helft onbegroeid. Twee soorten werden vastgesteld: Kortarig zeekraal (35-45% bedekking) en Zulte (15-25% bedekking).

Perceel 008

Situatie vóór inrichting - In 2005 was het een soortenarm grasland (hp) en ook daarna was

het continu in gebruik als cultuurgrasland.

Toestand 2013 – Het noordelijk uitsteeksel van dit perceel bestaat grotendeels uit slikken en

water met zilte soorten als zeekraal, Stomp kweldergras, Zilte schijnspurrie en Zulte. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam na de inrichting toe met 3,24%. Het overige deel van dit perceel betreft een raaigrasweide met Witte klaver. Indicatieve soorten voor hpr* komen er niet voor. Het perceel evolueerde van hp in 2002 naar hpr + da + ah + k(mr) in 2013.

Perceel 009

Situatie vóór inrichting – Dit perceel was een akker. Als inrichtingsmaatregel werd het

ingezaaid met raaigras om graslandtype hpr* te bekomen als onderdeel van de doelhabitat hpr* + da.

Toestand 2015 – Indicatieve soorten voor hpr* die in 2015 werden vastgesteld zijn Kamgras

(lf) en Scherpe boterbloem (r). Dit is voorlopig onvoldoende om het als hpr* te beoordelen. Dit perceel evolueerde van bu in 2002 naar hp in 2015.

Perceel 010

Situatie vóór inrichting - Het is een voormalige akker (2005) die in 2007 omgezet is in

grasland.

Toestand 2013 – Hier werden geen indicatieve soorten voor da aangetroffen. Indicatieve

soorten voor hpr* die werden geregistreerd zijn Kamgras, Krulzuring, Pitrus, Scherpe boterbloem en Veldgerst. Engels raaigras, Gestreepte witbol, Witte klaver en paardenbloem zijn aspectbepalend, Kamgras en Timoteegras komen frequent voor. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hp + hp* + k(mr) in 2013.

Perceel 011

Situatie vóór inrichting - Het perceel was hx in 2005 en bleef in graslandgebruik.

Toestand 2013 – Dit stuk vormt één geheel met perceel 10 en wijkt qua

soortensamenstelling hiervan niet af, uitgezonderd een depressie in de hoek waar zilte soorten voorkomen. Zulte en kweldergras (kon niet gedetermineerd worden op het moment van de opname) zijn er abundant. Andere zilte soorten zijn Zilte rus en Zilte schijnspurrie die er in lagere frequentie voorkomen. Sinds de inrichting nam de oppervlakte met zilte plantensoorten toe met ongeveer 5%. Het perceel evolueerde van hx in 2002 naar hp + da in 2013.

Perceel 012

Dit perceel dient nog geïnventariseerd te worden.

Perceel 013

Situatie vóór inrichting - In 2005 betrof het een intensief grasland (hx) en het is continu

geregistreerd als grasland.

Toestand 2013 – Indicatieve soorten voor da die er werden aangetroffen zijn kweldergras

(kon op het moment van de opname niet worden gedetermineerd), zeekraal, Zilte rus, Zilte schijnspurrie en Zulte. De oppervlakte met zilte soorten nam na de inrichting toe met ongeveer 6%. Actueel is het grasland nog steeds een soortenarm cultuurgrasland met Engels raaigras, paardenbloem, Witte klaver als bedekkende soorten. Sporadisch komen Aardbeiklaver en Kamgras als indicatieve soorten voor hpr* voor. Het perceel evolueerde van hx in 2013 naar hp + da + ah in 2013.

Perceel 014

Situatie vóór inrichting - Het perceel is in graslandgebruik sinds 2007 (landbouwregistratie);

daarvoor was het een akker (2004-2005). In 2010 werd de zuidzijde afgegraven.

Toestand 2013 – Langs de zuidzijde is een smalle boord met riet en een aantal zilte soorten:

Zulte, Zilte greppelrus, Zilte schijnspurrie, Heen en lokaal zeekraal en Zilte rus. De oppervlakte met zilte plansoorten nam iets toe, met bijna 2%. Het perceel zelf is een intensief cultuurgrasland, met wat Aardbeiklaver en Veldgerst als indicatieve soorten voor hpr*. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hx + k(mr) + k(da) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de ontwikkeling van hpr* op te volgen. Er werden

in 2015 nog geen indicatieve soorten voor hpr* aangetroffen in het proefvlak.

Perceel 015

Situatie vóór inrichting - In 2005 was het een intensief grasland (hx) en het bleef continu

grasland.

Toestand 2013 - De zuid- en oostrand werden in 2010 afgegraven zodat een geleidelijke

overgang naar de sloot gecreëerd werd. Op deze nog grotendeels open slikken komen een aantal zilte soorten voor. Zeekraal, Zilte schijnspurrie en Zilte greppelrus bepalen het aspect.

Ook Zilte rus en Zulte werden er aangetroffen. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met bijna 12%. Het grasland is geëvolueerd naar een soortenrijk cultuurgrasland. Indicatieve soorten voor hpr* die er werden aangetroffen zijn Kamgras, Valse voszegge, Veldgerst en Zeegroene rus. Voornamelijk Witte klaver, paardenbloem, Kruipende boterbloem, Veldgerst en Kamgras zijn er abundant. Het perceel evolueerde van hx in 2002 naar hp* + da in 2013.

Perceel 016

Situatie vóór inrichting - Het perceel bleef continu in akkergebruik van 2005 tot 2010. Bij de

inrichting van 2010 is het perceel omgezet naar grasland en werd de zuidrand afgegraven.

Toestand 2013 – Op het slik zijn zeekraal en Zulte codominant aanwezig, Kweldergras en

Zilte schijnspurrie zijn minder bedekkend. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met ongeveer 6%. Het grasland kent een dominantie van Engels raaigras, met een abundant voorkomen van Witte en Rode klaver. Indicatieve soorten voor hpr* komen er vooralsnog niet voor. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hp + k(da) + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Dit proefvlak heeft als doel de ontwikkeling van da op te volgen.

Indicatieve soorten voor da die er in 2015 werden aangetroffen zijn Kortarig zeekraal (35-45% bedekking), Zulte (5-15% bedekking), Stomp kweldergras (zeer talrijk) en Zilte schijnspurrie (weinig talrijk).

Perceel 017

Situatie vóór inrichting - De akker (1997 tot 2006) werd ingezaaid als grasland in 2007 en

bleef vervolgens grasland. Het betreft een soortenarme raaigrasweide. In 2010 werd een smalle boord aan de zuidoostzijde afgegraven.

Toestand 2015 – In de smalle boord langs de zuidgrens groeit een zilte vegetatie van

Blauw kweldergras (a), zeekraal (d) Zilte schijnspurrie (cd) en Zulte (f). De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met bijna 5%. Het grasland herbergt Kamgras en Veldgerst, indicatieve soorten voor hpr*. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hp + k(da) + k(mr) in 2015.

Perceel 018

Situatie vóór inrichting - Dit perceel werd in 1997 gekarteerd als weiland met microreliëf en

slikke en schorre (hpr + da). Maar deze kartering had betrekking op een complex van meerdere percelen, zodat niet met zekerheid gesteld kan worden dat de zilte elementen hier ook daadwerkelijk aanwezig waren. Hier is niets van teruggevonden bij de huidige inventarisatie. Landbouwregistraties geven aan dat het perceel continu grasland gebleven is.

Toestand 2013 – De laantjes zijn vergrast met Fioringras, Kruipende boterbloem,

paardenbloem en Greppelrus. Indicatieve soorten voor da zijn Zilte rus en Zulte. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met ongeveer 11%. In het grasland zijn Engels raaigras, Witte klaver en paardenbloem aspectbepalend, zodat het als soortenarm cultuurgrasland getypeerd wordt. De enige indicatieve soort voor hpr* die er werd aangetroffen is Zeegroene rus. Het zuidoostelijk deel is eveneens opmerkelijk soortenarm. Met uitzondering van Witte klaver en paardenbloem staan er nauwelijks kruiden in de grasmat van Engels raaigras.

Percelen 019 + 032

Situatie vóór inrichting - In de praktijk vormen deze percelen één geheel dat continu als

grasland geregistreerd werd. Noch in 1997, noch in 2005 werden hier zilte elementen aangetroffen. In 2010 werd het bestaande laantje verder uitgegraven en een bijkomend laantje gecreëerd.

Toestand 2013 – Frequent voorkomende zilte soorten zijn Heen en Zulte. In de laantjes (die

grotendeels onbegroeid waren) groeien kweldergras, zeekraal en Zilte schijnspurrie codominant. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam in perceel 019 toe met ongeveer 10%. In perceel 032 nam de oppervlakte met zilte plantensoorten toe met 8%. In de graslandvegetatie komen volgende indicatieve soorten voor hpr* voor: Kamgras, Veldgerst en Zeegroene rus. Het grasland wordt verder bepaald door Engels raaigras en Fioringras. Het perceel evolueerde van hp(r) + k(mr0) in 2002 naar hpr* + da + k(ah) + k(mr) in 2013.

Perceel 020

Situatie vóór inrichting – Dit perceel was een akker en werd ingezaaid met de ontwikkeling

van hpr* als onderdeel van hpr* + da als doel.

Toestand 2015 – Er komen nog geen indicatieve soorten voor hpr* voor in perceel 020. Het

evolueerde van bu in 2002 naar hp in 2015.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie naar hpr* op te volgen. In 2015 werden

nog geen indicatieve soorten voor hpr* aangetroffen.

Perceel 021

Situatie vóór inrichting - In 2005 betrof het een akker en is als dusdanig geregistreerd tot

2010 maar werd waarschijnlijk ingezaaid in 2008.

Toestand 2013 – Er komen geen zilte soorten voor in dit perceel. Actueel bestaat de grasmat

dominant uit Engels raaigras waarin Witte klaver abundant voorkomt. De enige indicatieve soort voor hpr* die er werd aangetroffen is Kamgras, die er frequent voorkomt. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hpr* + hpr in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie van hpr* op te volgen. Kamgras komt

er weinig talrijk voor. Andere indicatieve soorten voor hpr* werden niet aangetroffen.

Perceel 023

Situatie vóór inrichting - Bij de inrichting in 2010 is de akker (2005 tot 2010), omgezet naar

grasland en werden laantjes gegraven.

Toestand 2013 – In de laantjes heeft zich naast Riet een soortenrijke zoutminnende

vegetatie ontwikkeld. Kweldergras, zeekraal, Zilte rus, Zilte schijnspurrie en Zulte komen frequent tot abundant voor. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met bijna 25%. Het grasland betreft actueel een soortenarm raaigrasweiland, waarin Witte klaver en Akkerdistel abundant aanwezig zijn. Aardbeiklaver is de enige indicatieve soort voor hpr* die er voorkomt. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hpr + da + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie naar hpr* op te volgen. Er werden in

2015 geen indicatieve soorten voor hpr* aangetroffen.

Perceel 024

Situatie vóór inrichting - Het perceel is van 2004 tot 2006 als akker geregistreerd. Vanaf

2007 tot heden als grasland. In 2010 werd een smalle boord aan de zuidrand afgegraven.

Toestand 2013 – Op het gecreëerde slik maken zeekraal, Zilte schijnspurrie, Stomp

kweldergras, Zulte en Zilte rus deel uit van de niet-bedekkende zilte vegetatie. Zulte komt ook occasioneel voor in de grasmat. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met ongeveer 9%. De grasmat bestaat uit Engels raaigras, met codominantie van Fioringras. Witte klaver groeit er abundant, Kamgras is frequent aanwezig en is de enige indicatieve soort voor hpr* die er voorkomt. Riet rukt sterk op vanuit de noordzijde. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hp* + k(mr) + k(da) in 2013.

Perceel 025

Situatie vóór inrichting - Tot 2005 was dit een akker. Vanaf 2006 tot heden is het als

grasland geregistreerd. De poel is nauwelijks waterhoudend. In 2010 werden in de noordelijke helft afgravingen uitgevoerd zodat hier nu permanent water in plassen en laantjes aanwezig is.

Toestand 2013 – Het slik is vooral begroeid met zeekraal. Andere zoutminnende soorten zijn

Stomp kweldergras, Zilte schijnspurrie, Zilte rus en Zulte die er frequent worden aangetroffen. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met ongeveer 34%. De zuidelijke helft is actueel een soortenarm cultuurgrasland met Engels raaigras, Witte klaver, Fioringras en paardenbloem als aspectbepalende soorten. Indicatieve soorten voor hpr* zijn Veldgerst en Zeegroene rus die er weinig talrijk voorkomen. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar da + hp + ah + hpr + k(hp*) + kn + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie van da op te volgen. Kortarig zeekraal

is dominant aanwezig met een bedekkingsgraad van 75-85%, Zulte bedekt het proefvlak met 5-15%. Andere zoutminnende soorten die er werden aangetroffen zijn Zilte schijnspurrie (zeer talrijk) en Blauw kweldergras (weinig talrijk). Als indicatieve soort voor hpr* werd Veldgerst (sporadisch) aangetroffen.

Perceel 027

Situatie vóór inrichting - In 2005 was het perceel gedeeltelijk akker, gedeeltelijk grasland.

Vanaf 2006 is het continu als grasland geregistreerd. Bij de inrichting in 2010 werden gedeelten vlakvormig afgegraven en een laantje werd verbreed en uitgediept.

Toestand 2013 – Zeekraal bepaalt het aspect in de laagte in het noordwesten, aangevuld

met Zulte, Zilte rus, kweldergras en Zilte schijnspurrie. Voorts is er een grote zone waar deze zilte soorten bedekkend aanwezig zijn, behalve zeekraal. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met ongeveer 50%. Engels raaigras domineert vooralsnog in de grazige vegetatie, maar het frequent voorkomen van Kamgras en - in mindere mate - Veldgerst en Scherpe boterbloem fundeert een typering als hpr*. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar da + hpr* + ah in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie van da op te volgen. Het proefvlak was

ongeveer voor de helft kaal. Kortarig zeekraal was in de begroeide zone dominant met een bedekking van 45-55%. Ook Zulte (zeer talrijk) en Zilte schijnspurrie (talrijk) komen er voor.

Perceel 028

Situatie vóór inrichting - Het perceel was akker in 2005 en 2006. In 2007 werd het omgezet

naar grasland.

Toestand 2013 – Zilte soorten komen hier niet voor. Momenteel wordt de vegetatie

vooralsnog als een soortenarm cultuurgrasland getypeerd omdat Engels raaigras en Witte klaver codominant aanwezig zijn en paardenbloem en Akkerdistel abundant voorkomen. Kruipende boterbloem bedekt frequent. De meer interessante soorten werden slechts schaars aangetroffen, met uitzondering van Smalle weegbree en Jakobskruiskruid. Indicatieve soorten voor hpr* komen er niet voor. Het perceel evolueerde na de inrichting van bu in 2002 naar hp in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie naar hpr* op te volgen. Scherpe

boterbloem komt er weinig talrijk voor. Het is de enige indicatieve soort voor hpr* die er werd aangetroffen.

Perceel 029

Situatie vóór inrichting – Dit perceel was een akker en werd ingezaaid met de ontwikkeling

van hpr* als onderdeel van hpr* + da als doel.

Toestand 2015 – Afgezien van een exemplaar Veldgerst, komen nog geen indicatieve soorten

voor hpr* voor in perceel 029. Het evolueerde van bu in 2002 naar hp in 2015.

Perceel 030

Situatie vóór inrichting - Dit perceel werd in 2005 gekarteerd als soortenarm permanent

cultuurgrasland met zilte elementen en Riet in de rand. Het is sindsdien permanent in graslandgebruik gebleven. In 2010 werd centraal een laantje gegraven.

Toestand 2013 – Ondertussen vestigden zich in het laantje heel wat zoutindicatoren.

Plaatselijk is er veel vergrassing, elders bestaat de vegetatie bijna louter uit zeekraal. Andere indicatieve soorten voor da zijn Heen, kweldergras, Zilte greppelrus, Zilte rus en Zilte schijnspurrie. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met 8,04%. Het grasland heeft zich ontwikkeld tot kamgras-grasland. Naast Kamgras komen ook Veldgerst en Zeegroene rus voor als indicatieve soorten voor hpr*. Het perceel evolueerde van hp + k(mr0) + k(da0) in 2002 naar hpr* + k(da) + k(mr) in 2013.

Perceel 031

Situatie vóór inrichting – Dit perceel was een akker en werd ingezaaid met de ontwikkeling

van hpr* als onderdeel van hpr* + da als doel.

Toestand 2015 – Kamgras is voorlopig de enige indicatieve soort voor hpr* die in dit perceel

Perceel 033

Situatie vóór inrichting - Bij de kartering in 2005 was het perceel een akker. Vanaf 2007 tot

heden staat het als grasland geregistreerd. In 2010 werd het perceel ingericht. In het westelijk deel werd de westrand afgraven.

Toestand 2013 – In de westrand staat een eenjarige pioniersvegetatie van zeekraal en

andere zoutminnende soorten. Het oostelijk deel werd volledig afgegraven en staat gedeeltelijk permanent onder water. Hier overheerst een schorrenvegetatie waarin Zulte en Zilte schijnspurrie codominant zijn, op de meer open stukken komt zeekraal voor. Andere indicatieve soorten voor da die in het perceel werden aangetroffen zijn Stomp kweldergras en Zilte rus. De oppervlakte met zilte plantensoorten nam er na de inrichting toe met ongeveer 9%. Het perceel zelf is een soortenarm cultuurgrasland met een grassenmix van Engels raaigras en Fioringras, met nog Gestreepte witbol en schaars Timoteegras. Indicatieve soorten voor hpr* komen er niet voor. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hp + da + ah + k(da) + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie van da op te volgen. Het proefvlak was

ongeveer voor 30% onbegroeid. Kortarig zeekraal was met een bedekking van 55-65% dominant aanwezig. Zulte bedekte het proefvlak voor 5-15%. Andere zilte plantensoorten die er voorkomen zijn Zilte schijnspurrie (zeer talrijk), Stomp kweldergras (weinig talrijk) en Blauw kweldergras (sporadisch).

Perceel 034

Situatie vóór inrichting - Dit perceel werd in 2005 gekarteerd als een soortenrijk permanent

cultuurgrasland met zilte elementen en rietkragen. Het is sindsdien permanent in graslandgebruik gebleven. In 2010 werden meerdere laantjes gegraven.

Toestand 2013 – Zeekraal, Zilte schijnspurrie, Zulte en kweldergras (uitgebloeid) bepalen

het zilte aspect op de slikranden en de open vegetaties. De oppervlakte met zilte vegetatie is sinds de inrichtingen toegenomen met bijna 22%. In de grazige gedeelten komt ook Zilte rus voor. Indicatieve soorten voor hpr* die er vookomen zijn Veldgerst (dominant) en Kamgras (lokaal frequent). Het perceel evolueerde van hp* + k(mr) + k(mr°) + k(da°) naar hpr* + da + k(mr) in 2013.

Perceel 107

Situatie vóór inrichting - Het perceel was akker in 2005 en bleef in akkergebruik tot 2010. Bij

de inrichting in 2010 is het perceel omgezet naar grasland en werden laantjes gegraven.

Toestand 2013 – De netto winst aan oppervlakte met zilte vegetatie bedraagt bijna 30%. Het

zilte karakter komt tot uiting door het voorkomen van Zulte en Zilte schijnspurrie in de laantjes en het frequent voorkomen van kweldergras en Zilte rus. Het grasland betreft actueel een soortenarm raaigrasweiland, waarin Witte en Rode klaver abundant aanwezig zijn. Indicatieve soorten voor hpr* komen er niet voor. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar hpr + da + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie van da op te volgen. Het proefvlak is

voor 50% begroeid. Zulte is met 25-35% het dominantst aanwezig. Kortarig zeekraal en Blauw kweldergras bedekken het proefvlak elk met 5-15%. Andere zilte soorten die er werden opgemerkt zijn Zilte schijnspurrie (talrijk) en Stomp kweldergras (sporadisch).

Perceel 108

Situatie vóór inrichting - Dit perceel werd in 1997 gekarteerd als weiland met microreliëf en

slikken en schorre (hpr + da). Maar deze kartering had betrekking op een complex van meerdere percelen, waarbij de exacte locatie van de zilte elementen niet gekend is. Landbouwregistraties geven aan dat het perceel continu grasland gebleven is.

Toestand 2013 – Bij de inventarisatie blijken de zoutindicatoren vlakdekkend aanwezig te

zijn, dus niet alleen in de rand van de gegraven laantjes. Zulte en Stomp kweldergras vormen vlekken in de grassenmix van Engels raaigras, Fioringras en Grote vossenstaart. Ook zeekraal en Zilte rus wordt er aangetroffen. Na de inrichtingswerken is de oppervlakte met zilte planten toegenomen met ongeveer 44%. Indicatoren voor hpr* werden er niet aangetroffen. Het perceel werd in 2002 als hpr* + da getypeerd, in 2013 als hpr + da°.

Perceel 109

Situatie vóór inrichting - Zowel in 2005 als in 2006 was het in akkergebruik, daarna als

tijdelijk grasland. Het perceel werd volledig afgegraven in 2010.

Toestand 2013 – 60% van de oppervlakte wordt ingenomen door slikken en schorre. De rest

is open water. Op het slik overheersen zeekraal en Zulte. Plaatselijk is de vegetatie iets meer gesloten, met abundant Zilte schijnspurrie en frequent Stomp kweldergras. Na de inrichting nam het percentage bedekking met zilte plantensoorten toe met ongeveer 60%. Indicatieve soorten voor hpr* werden niet aangetroffen. Het perceel evolueerde van bu in 2002 naar da + ah + k(mr) in 2013.

Pq opname 2015 – Het pq is bedoeld om de evolutie van da op te volgen. Het proefvlak is

voor 70% begroeid. Kortarig zeekraal bepaalt het aspect met een bedekking van 45-55%, Zulte bedekt het proefvlak met 10%. Andere zilte soorten die werden opgemerkt zijn Zilte schijnspurrie (talrijk) en Blauw kweldergras (sporadisch). Riet lijkt in opmars. Het bedekt het proefvlak voor 10%.

Perceel 110

Situatie vóór inrichting - De akker (2005) is ingezaaid in 2006 en vervolgens grasland

gebleven. In 2010 werden twee laantjes gegraven.