• No results found

Beantwoording van de deelvragen

Hoofdstuk 6: Samenvatting en conclusie

6.1 Beantwoording van de deelvragen

Voordat er een antwoord gegeven kan worden dienen eerst de deelvragen beantwoord te worden welke geformuleerd zijn in paragraaf 1.2.

6.2.1 Wat houdt kwaliteit van informatie in?

In paragraaf 2.2 is de Kwaliteit van informatie uiteen gezet in de vier criteria waaraan kwalitatieve informatie gemeten zou kunnen worden: begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid. De criteria begrijpelijkheid en relevantie zijn voor dit onderzoek buiten beschouwing gelaten gezien het subjectieve karakter van de criteria dan wel de mogelijke instrumenten om dit te kunnen meten. Het criterium betrouwbaarheid zou getoetst kunnen worden aan de hand van de inhoud van de afgegeven controleverklaring die is afgegeven bij de jaarrekening. Echter omdat het moeilijk is vast te stellen om welke exacte reden er een gekwalificeerd jaarrekening wordt afgegeven en dit onderzoek zich beperkt tot een specifiek onderdeel van de verslaggeving is dit criterium ook buiten beschouwing gelaten.

Vergelijkbaarheid

Vergelijkbaarheid kent 2 vormen, de vergelijking tussen verschillende (groepen)entiteiten en vergelijking in de tijd (consistentie). In dit onderzoek zijn alleen de jaarrekeningen van 2013 onderzocht en gaat daarom niet in op de vergelijking in de tijd. Centraal staat juist de vergelijking tussen entiteiten en tussen 2 sectoren, de publieke en private sector. Met behulp van de disclosure index zijn de sectoren woningcorporaties en private ondernemingen in de verhuur van onroerend goed met elkaar vergeleken.

De belangrijkste bevindingen ten opzichte van de vergelijkbaarheid zijn de algemene bevindingen uit paragraaf 5.2. Als gevolg van het ontbreken van voorschriften voor sommige onderdelen van de toelichting en dan voornamelijk voor de grondslagen leidt ertoe dat de onderzochte jaarrekeningen moeilijk te vergelijken zijn. Het gekozen verslaggevingsonderwerp, de derivaten, leent zich uitermate om dit gebrek aan vergelijkbaarheid te illustreren. Dit komt omdat het geen op zichzelf staand onderdeel in

49

de jaarrekening betreft en zoals dat in de onderzochte jaarrekening is geconstateerd op allerlei verschillende plekken in de jaarrekening terugkomt. Dit verschil is zowel tussen de sectoren als binnen de sectoren geconstateerd.

6.2.2 Hoe is kwaliteit van informatie te meten

Er zijn verscheidene onderzoeken uitgevoerd naar de kwaliteit van verslaggeving. Hierbij worden 3 methoden gebruikt, het meten van marktreacties, tekstuele analyses en de disclosure index. De marktreacties kunnen niet gebruikt worden omdat er in de populatie geen sprake is van beursgenoteerde ondernemingen. De keuze voor de disclosure index in plaats van tekstuele analyse is enerzijds omdat de tekstuele analyse met het oog op verwachte standaard teksten weinig verschillen zou opleveren en anderzijds omdat de disclosure index een objectief meetinstrument is gezien om de vergelijkbaarheid te toetsen tussen twee sectoren die wel onder dezelfde regelgeving vallen waardoor de norm voor beide sectoren gelijk is.

6.2.3 Welke richtlijnen zijn van toepassing als het gaat om derivaten

Allereerst is vastgesteld dat de regelgeving inzake verslaggeving in het algemeen voor beide sectoren die zijn onderzocht gelijk zijn met dien verstande dat voor woningcorporaties aanvullende regelgeving is, de speciaal voor woningcorporaties opgestelde RJ 645. Omdat de RJ 645 geen specifieke bepalingen kent inzake derivaten kan daarom geconcludeerd worden dat op het onderwerp derivaten de regelgeving voor beide sectoren gelijk is. De regelgeving voor derivaten is opgenomen in RJ 290 Financiële instrumenten. Specifiek voor dit onderzoek zijn de richtlijnen met betrekking tot presentatie en toelichtingen van belang welke opgenomen zijn in de 900-sectie van de Richtlijn 290. Hieruit zijn 7 richtlijnen die betrekking hebben op derivaten geïdentificeerd en van deze zijn de richtlijnen met een ‘als’ bepaling uitgesloten van de disclosure index omdat het niet vast is te stellen of iets terecht ontbreekt of niet van toepassing is.

6.2.4 Welke determinanten kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van

verslaggeving?

In onderzoeken naar de kwaliteit van verslaggeving zijn verschillende determinanten geïdentificeerd die van invloed zouden kunnen zijn op de kwaliteit van de verslaggeving. Dit zijn onder meer de grootte van de organisatie, verscheidene kenmerken van de RvC, winstgevendheid, financiële positie en de grootte van het accountantskantoor. Omdat de RvC wel verplicht is bij woningcorporaties en niet bij de marktpartijen is dit kenmerk niet relevant voor dit onderzoek. De grootte van het accountantskantoor is niet gehanteerd omdat de verdeling tussen de onderzochte sectoren naar verwachting niet vergelijkbaar is Daarnaast is de dominantie van de BigFour kantoren in de woningcorporaties zo groot dat er moeilijk meerdere categorieën met voldoende waarnemingen gerealiseerd zouden

50

kunnen worden. Daarom zijn als determinanten in dit onderzoek de grootte van de organisatie (GROOTTE), of er sprake is van winst gemeten over 2 jaren (2JARENVERLIES), de solvabiliteit (SOLV) en liquiditeit (LIQ) van de organisatie.

6.2.5 Welke determinanten zijn van invloed zijn op de kwaliteit van

verslaggeving?

Om deze deelvraag te beantwoorden zijn de verbanden tussen de vier determinanten uit paragraaf 6.2.4 met de score vanuit de disclosure index onderzocht. Hierbij zijn er drie onafhankelijke variabelen bepaald. De kwaliteit (score) als geheel, de kwaliteit op de stellige uitspraken in de RJ en de kwaliteit op de aanbevelingen in de RJ. Dit onderscheid is gemaakt omdat de hardheid van de norm hierbij verschilt.

Op basis van de multiple regressie analyse op de totale populatie is gebleken dat het model met de vier determinanten uit paragraaf 6.2.4 alleen een significante verklarende waarde heeft voor de kwaliteit als geheel en voor de stellige uitspraken. Er is op de gehele populatie echter geen significant verband aangetoond tussen een van de vier determinanten en de kwaliteit.

Voor de deelpopulaties is eveneens een multiple regressie analyse uitgevoerd waaruit is gebleken dat het model alleen een significante voorspellende waarde heeft voor de deelpopulatie woningcorporaties en de onafhankelijke variabelen, 2JARENVERLIES, SOLV en LIQ. Op deze variabelen zijn enkelvoudige regressie analyses uitgevoerd voor de deelpopulatie woningcorporaties waarbij het significante verband is aangetoond tussen het verantwoorden van verlies in twee opeenvolgende jaren en de kwaliteit van de verslaggeving van derivaten. Dit betreft een negatief verband wat betekent dat de corporaties die twee jaar verlies hebben verantwoord een hogere score op de kwaliteit laten zien. Een verklaring hiervoor moet worden gezocht in het meten van het resultaat in de jaarrekening waarin posten als Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoed-portefeuille die het resultaat sterk beïnvloeden.

Daarnaast is aangetoond dat een solvabiliteit van 20% een positief verband heeft met de kwaliteit. Corporaties die aan de minimale solvabiliteit van 20% voldoen hebben dus een kwalitatief betere verslaggeving van derivaten. Beide verbanden zijn waargenomen bij alle drie de onafhankelijke variabelen. Voor de liquiditeit is geen significant verband waargenomen wanneer in de enkelvoudige regressie analyse.

51