• No results found

Beantwoording onderzoeksvragen

In document Tuinen van Zandweerd (pagina 29-33)

1. Sluit de bodemkundige en geomorfologische informatie uit het onderzoek aan op het beeld zoals weergegeven op de gedetailleerde geomorfologische kaart voor het onderzoeksgebied? (zie http://www.deventer.nl/ontspannen/cultuur/archeologie/archeologiebeleid/inventarisaties-en-

achtergronddocumenten-verwachtingskaart/inventarisaties-en-achtergronddocumenten-verwachtingskaart/geomorfologische-kaart) Zo niet, op welke punten worden afwijkingen gesignaleerd en wat betekent dit voor de archeologische verwachting?

Het terrasrest dat op basis van het booronderzoek in het onderzoeksgebied werd verwacht (namelijk een zandige opduiking over een groot deel van het onderzoeksgebied) is aangetroffen in de vorm van zandige oeverafzettingen. De interpretatie als terrasrest berust op de aanwezigheid van enkele

25 Hermsen & Haveman, 2009.

27 restgeulen en beddingrestanten ten noorden en ten zuiden van dit pakket oeverafzettingen. Als gevolg van erosie ten zuiden en ten noorden van het onderzoeksgebied blijft het niet-geërodeerde landschap ertussen de facto als een terrasrest aanwezig. Aan de noordzijde van het onderzoeksgebied is de aanzet van een geul aan die zijde aangetoond. Het kan niet met zekerheid worden vastgesteld of dit dezelfde geul betreft als die in het booronderzoek is aangetroffen. Deze geul is opgevuld met een pakket verstoven rivierzand, wat ter plaatse een laag duin heeft gevormd.

Deze landschappelijke context heeft geen consequenties voor de archeologische verwachting in het onderzoeksgebied zoals geformuleerd in par. 2.2. De basisverwachting blijft matig.

2. Zijn er archeologische sporen aanwezig in het onderzoeksgebied?

Er is een beperkt aantal sporen aangetroffen. Dit betreft een aantal greppels met een globale oost-west oriëntatie, geflankeerd door enkele karrensporen. Deze sporen zijn toe te schrijven aan het pad dat ten minste vanaf de 18de eeuw door dit deel van het onderzoeksgebied heeft gelopen. Sporen van de eventueel aanwezige artillerieschans uit de Tachtigjarige oorlog zijn niet aangetroffen. Mogelijk wordt de verwachte loopgraaf uit WO2 net aangesneden in het zuidelijke uiteinde van put 2, maar waarschijnlijk ligt deze net ten oosten van deze put aan de uiterste rand van het onderzoeksgebied.

3. Wat is de aard, datering en ruimtelijke verspreiding van de aangetroffen sporen?

Vrijwel alle sporen zijn aangetroffen in de zuidelijke helft van put 2, dus in de zuidoostelijke hoek van het onderzoeksgebied. Al deze sporen zijn toe te schrijven aan het pad dat hier gelopen heeft. Op basis van het vondstmateriaal kunnen deze sporen globaal in de periode 1700-1900 worden gedateerd.

De sporen in de westelijke helft van het onderzoeksgebied (in put 1) zijn van zeer recente datum.

4. Hoe is de conserveringstoestand van de aanwezige resten?

Als gevolg van de aanwezigheid van een vrij dikke afdekkende laag over het gehele onderzoeksgebied zijn de sporen relatief goed bewaard gebleven. Vanwege de kleiige samenstelling van het sediment zijn de conserveringsomstandigheden voor vondstmateriaal goed.

5. Zijn binnen het onderzoeksgebied vindplaatsen aan te wijzen? Zo ja, hoe kunnen deze worden begrensd, getypeerd en gedateerd? Wat is de inhoudelijke en fysieke waardering van deze vindplaats(en)?

Er is sprake van een vindplaats in de zuidoostelijke hoek van het onderzoeksgebied, deze wordt feitelijk begrensd door de sporen in put 2. Dit betreft greppels en enkele karrensporen. Al deze sporen hangen samen met het pad dat hier gelopen heeft. Het gebruik van dit pad kan in de periode 1700-1900 worden gedateerd. De vindplaats scoort op inhoudelijke kwaliteit echter laag, waardoor deze als niet-behoudenswaardig kan worden geclassificeerd.

6. Zijn er aanwijzingen dat delen van het onderzoeksgebied dermate zijn verstoord dat geen archeologische resten meer verwacht worden?

De westelijke helft van het onderzoeksgebied is ondiep verstoord als gevolg van de aanleg/verwijdering van de voormalige parkeerplaats. Deze verstoringen reiken echter niet tot in het archeologisch relevante niveau.

7. Zijn resten van een schans uit de Tachtigjarige Oorlog in het plangebied aanwezig?

Nee. Mogelijk moeten deze verder zuidoostelijk van het onderzoeksgebied worden gezocht, dichter bij de stad. Hiermee zijn de volgende onderzoeksvragen 8 t/m 10 niet van toepassing.

11. Zijn er binnen het onderzoeksgebied sporen of vondsten toe te wijzen aan de Tweede Wereldoorlog?

Zo ja wat is de aard en algemene conserveringstoestand en gaafheid van de sporen?

Waarschijnlijk liggen de sporen van de loopgraaf uit WO2 net ten oosten van het huidige onderzoeksgebied.

De aanwezigheid van oud prikkeldraad in de bovenlaag wijst op sporen uit deze periode in de directe omgeving. Het kan echter niet geheel worden uitgesloten dat de loopgraaf in het uiterste zuiden van put 2 (S3) wel degelijk is aangesneden, al lijkt het puin in dit spoor van recenter datum. Hiermee zijn de volgende onderzoeksvragen 12 en 13 niet van toepassing.

9 LITERATUUR

Buitenhuis, R.E., 2017. Park Zandweerd. Woningbouw op het oude ijsbaanterrein en twee naastgelegen sportvelden (archeologische bureaustudie 856), Deventer.

Buitenhuis, R.E. & H. Ringenier, 2017. Park Zandweerd. Woningbouw op het oude ijsbaanterrein en twee naastgelegen sportvelden (archeologische bureaustudie 856B), Deventer.

Hermsen, I. & E. Haveman, 2009. Op het spoor van de Holterweg, archeologisch en historisch onderzoek van, onder en langs de Holterweg in Colmschate (gemeente Deventer) (Rapportages Archeologie Deventer 25), Deventer.

28 Hermsen, I., L. Smole & D. Kastelein, 2010. Vindplaats 11/13: Landweer en Artillerieschans. Archeologisch proefsleuvenonderzoek project Ruimte voor de Rivier, gemeente Deventer (Interne Rapportage Archeologie Deventer 42) Deventer.

Holl, J., 2013. Plangebied Sportpark Zandweerd, gemeente Deventer; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek), Weesp.

Oers, M.S. van, 2014. Historisch vooronderzoek naar de aanwezigheid van conventionele explosieven ter plaatse van gehele grondgebied van de gemeente Deventer (projectnummer 0414GPR3402.2), Amsterdam.

Rap., J. & M. van den Berg, 2019. Deventer, Rembrandtkade, Gemeente Deventer (OV). Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) (concept, Transect-rapport 2065), Nieuwegein.

Ringenier, H., 2018. Verkennend booronderzoek Zandweerd (project 599) (Briefrapport Archeologie Deventer 50), Deventer.

Vermeulen, B., 2015. Onderbouwing vrijstellingsgrenzen Archeologie. Van verwachting naar beleid (Interne Rapportages Archeologie Deventer 74), Gemeente Deventer.

Vink, A., 2020. Rapportage van detectie Park Zandweerd te Deventer (S2020.014-DR-001), Vriezenveen Wal, M. van der, 2020. Programma van Eisen Park Zandweerd, Deventer.

Willemse, N., L.J. Keunen L.M.P. van Meijel & T. Bouma, 2013. … Die plaatsen, welke in de Douwelerkolk verdronken zijn …Fysisch- en historisch-geografische bouwstenen voor een archeologische verwachtingskaart van de gemeente Deventer (RAAP-rapportage 2571), Weesp.

Zijverden, W. van, 2010. Geologie en bodemopbouw in het onderzoeksgebied, in: I. Hermsen, L. Smole & D.

Kastelein, Vindplaats 11/13: Landweer en Artillerieschans. Archeologisch proefsleuvenonderzoek project Ruimte voor de Rivier, gemeente Deventer (Interne Rapportage Archeologie Deventer 42) Deventer, 16-19.

10 LIJST VAN KAARTEN EN AFBEELDINGEN

Afb. 1.1: De ligging van het onderzoeksgebied. ... 2

Afb. 2.1: Het onderzoeksgebied op de geomorfologische kaart. ... 4

Afb. 2.2: Het onderzoeksgebied op de archeologische verwachtingskaart. ... 5

Afb. 2.3: Het onderzoeksgebied op een luchtfoto uit maart 1945. ... 6

Afb. 2.4: Het onderzoeksgebied geprojecteerd op de Defence Overprint uit maart 1945. ... 7

Afb. 2.5: Detail van het schilderij van het beleg van Rennnenberg met in rood de schans. ... 8

Afb. 2.6: Overzicht van eerder uitgevoerde onderzoeken in de directe omgeving van het onderzoeksgebied. 9 Afb. 3.1: Ontwerp puttenplan en aanpassingen. ... 12

Afb. 3.2:De aanleg van put 2 is uitgevoerd onder OCE-condities. ... 13

Afb. 3.3: De profielen zijn tot ruim onder het niveau van het opgravingvlak verdiept, zoals dit profiel 3041 in put 3. ... 13

Afb. 3.4: Allesporenkaart en de locatie van de gedocumenteerde profielen. ... 14

Afb. 4.1: Kenmerkend profiel van de oeverafzettingen in het onderzoeksgebied (profiel 1033 in put 1). ... 15

Afb. 4.2: Profiel 2036 met onderin een pakket sediment met een kenmerkende scheefgestelde gelaagdheid (S2004/S2008/S2011). ... 16

Afb. 4.3: Het pakket duinzand in profiel 2031. ... 17

Afb. 4.4: Het onderzoeksgebied op de topografische kaart rond 1900. ... 18

Afb. 5.1: Overzicht van aangetroffen sporen per type. ... 19

Afb. 5.2: Overzicht over de greppels S8/S9 en S4 in put 2, gezien richting het zuidwesten. ... 19

Afb. 5.3: Overzicht van de sporen in put 2. ... 20

Afb. 5.4: Het zuidelijke uiteinde van put 2 waarin diepe sloot S2 schuin is aangesneden. ... 21

Afb. 5.5: De aangelegde proefsleuven geprojecteerd op een geallieerde luchtfoto van maart 1945. ... 21

Afb. 5.6: De sporen van greppels geprojecteerd op de kaart uit de Hottinger Atlas (ca 1785-1787). ... 22

29

Afb. 6.1: Aantallen vondstmateriaal per materiaalcategorie. ... 23

Afb. 6.2: Overzicht van vertegenwoordigde baksels. ... 23

Afb. 6.3: Globale dateringsmatrix van de scherven aardewerk. ... 23

Afb. 6.4: Overzicht van de metaalsoorten binnen het vondstmateriaal. ... 24

Afb. 7.1: Waarderingsmatrix voor de vindplaats in het onderzoeksgebied. ... 26

30

11 BIJLAGEN

In document Tuinen van Zandweerd (pagina 29-33)