• No results found

onderdeel over het Europees waarschuwingsmechanisme

7.2 Beantwoording van onderzoeksvraag

7.2.1 Lacunes in de werking van het CCPS

Een arts, afkomstig uit een andere EU-lidstaat die in Nederland wil werken, moet een

Certificate of Current Professional Status aanleveren (CCPS). Dit is het bewijs dat aan hem of haar geen bevoegdheidsbeperkingen opgelegd zijn in het land van diplomering en alle landen waar de arts gewerkt heeft. Deze verklaring mag maximaal 3 maanden geleden zijn

uitgegeven. Het CCPS vormt in theorie al geen sluitend systeem.

Een eerste lacune in de werking van het CCPS doet zich voor als een arts ziet aankomen dat hij of zij een bevoegdheidsbeperking krijgt opgelegd, maar nog geen finaal oordeel is gegeven. De arts kan snel een CCPS aanvragen voorafgaand aan het finale oordeel.

Een tweede lacune in de werking van het CCPS dient zich aan als een persoon niet alleen in Nederland, maar ook in één of meer andere lidstaten als arts is geregistreerd. Als deze arts een bevoegdheidsbeperking krijgt in een andere EU-lidstaat, is Nederland hiervan niet op de hoogte, omdat de arts geen CCPS hoeft te overhandigen, omdat hij of zij al geregistreerd is in Nederland.

53 Een derde lacune in de werking van het CCPS komt voor als een arts in twee of meer lidstaten is geregistreerd en de arts in één van deze lidstaten een bevoegdheidsbeperking krijgt

opgelegd en vervolgens in de andere lidstaat, waar hij of zij ook geregistreerd is, een CCPS aanvraagt. Voor Nederland is het namelijk niet altijd te achterhalen in welke landen een arts allemaal heeft gewerkt.

Tot slot dient zich een vierde lacune in de werking van het CCPS aan, als de arts vrijwillig instemt met uitschrijving uit het register vanwege onbehoorlijke beroepsuitoefening. Het is niet duidelijk vastgelegd of lidstaten dan op een CCPS aangeven dat een restrictie of verbod op de beroepsuitoefening geldt.

7.2.2 Meerwaarde van Europees waarschuwingsmechanisme naast CCPS

Proactief informeren van andere lidstaten

Het Europees waarschuwingsmechanisme houdt in dat de bevoegde autoriteiten van een lidstaat de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten proactief moeten informeren over een beroepsbeoefenaar die een (tijdelijke) beperking of (tijdelijk) verbod op het uitoefenen van beroepsactiviteiten of een gedeelte daarvan heeft gekregen van een nationale overheid of rechtbank. Dit Europees waarschuwingssysteem wordt gebruikt naast de

controlemechanismen die al bestonden. Het Europees waarschuwingsmechanisme is geen zwarte lijst van beroepsbeoefenaren. Elke lidstaat mag zelf bepalen of aan een in het buitenland opgelegde bevoegdheidsbeperking (en dus waarschuwing) gevolgen worden verbonden.

Invulling van lacunes in werking CCPS door Europees waarschuwingsmechanisme Het Europees waarschuwingsmechanisme vult de eerste, tweede en derde lacune in de werking van het CCPS op (zie paragraaf 7.2.1). Het is hiervoor van belang dat bij elke binnenkomende arts wordt gecontroleerd of over hem of haar een waarschuwing is verstuurd én bij elke binnenkomende waarschuwing wordt gecontroleerd of deze arts is opgenomen in het nationaal register. Het Europees waarschuwingsmechanisme is voor de vierde lacune in de werking van het CCPS (zie paragraaf 7.2.1) geen oplossing, omdat alleen

bevoegdheidsbeperkingen opgelegd door een nationale overheid of rechtbank via het Europees waarschuwingsmechanisme gemeld moeten worden.

54 Meerwaarde van het Europees waarschuwingsmechanisme bij tijdelijk in Nederland

werkende artsen

Volgens de Europese Richtlijn (en omzetting hiervan in de Nederlandse wet-en-regelgeving) mag het CCPS aan artsen die tijdelijk en incidenteel in een lidstaat willen werken, alleen de eerste keer gevraagd worden, of indien zich een wijziging heeft voorgedaan in de door documenten gestaafde situatie. In Nederland wordt aan deze artsen echter elke keer opnieuw om een CCPS gevraagd. Mocht Nederland zich in de toekomst wel houden aan de Richtlijn, dan draagt het Europees waarschuwingsmechanisme in het bijzonder bij aan de controle op bevoegdheidsbeperkingen bij artsen die tijdelijk en incidenteel in Nederland werken.

CCPS wordt overbodig naast het Europees waarschuwingsmechanisme

Het CCPS is in theorie overbodig naast het Europees waarschuwingsmechanisme. Een groot voordeel van het CCPS is echter dat het CCPS direct aan de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat bevestigt dat aan de arts geen bevoegdheidsbeperking is opgelegd (behoudens de lacunes genoemd in paragraaf 7.2.1). Als over de arts geen waarschuwing is opgenomen in het IMI (zie paragraaf 4.3.3) is dit geen directe bevestiging dat de arts geen bevoegdheidsbeperking heeft. Een lidstaat kan immers nagelaten hebben een waarschuwing via het IMI te versturen. Lidstaten ervaren diverse problemen met het gebruik van het

Europees waarschuwingsmechanisme. Daarom kan van een arts over wie geen waarschuwing is verzonden, niet worden uitgegaan dat de arts geen bevoegdheidsbeperking heeft. Het is dus belangrijk dat (in ieder geval de komende jaren) het CCPS naast het Europees

waarschuwingsmechanisme blijft bestaan.

7.3 Beantwoording van onderzoeksvraag 2

Het is belangrijk om de werking van het Europees waarschuwingsmechanisme te verbeteren, zodat de lacunes in de werking van het CCPS worden opgevangen. Op basis van de

problemen die lidstaten ervaren met het gebruik van het Europees waarschuwingsmechanisme heb ik verbeterpunten opgesteld.

___________________________________________________________________________

Een eerste probleem is dat een groot deel van de lidstaten geen waarschuwingen of weinig waarschuwingen verstuurt. Het lijkt waarschijnlijk dat een implementatiekloof (zie paragraaf 6.2) hieraan ten grondslag ligt. De Europese Commissie doet momenteel onderzoek naar de

55 implementatie van het Europees waarschuwingsmechanisme in de lidstaten. Daarnaast zijn de ‘verschillende nationaal regulerende systemen’ een mogelijke verklaring. In de ene lidstaat bestaat eerder reden tot oplegging van een bevoegdheidsbeperking dan in de ander. De Richtlijn dient niet tot de harmonisering van nationaal regulerende stelsels. Dit is mijns inziens inderdaad een bevoegdheid die bij de lidstaten moet blijven.

Verbeterpunt I: Als een implementatiekloof de oorzaak blijkt waardoor lidstaten geen of