• No results found

De deelvragen die als eerste zullen worden beantwoord, voor er een antwoord wordt gegeven op de onderzoeksvraag zijn:

1 Wat is de woontevredenheid van bewoners mbt de woningkenmerken?

2 Wat is de woontevredenheid van bewoners mbt de woonomgevingskenmerken?

3 Welke persoonlijke kenmerken hebben invloed op de woontevredenheid?

4 Wat is de invloed van het wel of niet wonen in het onderzoeksgebied op de woontevredenheid?

5 In hoeverre speelt het uitblijven van de herstructureringsplannen een rol bij de woontevredenheid?

7.1.1. De woontevredenheid met betrekking tot de woningkenmerken:

Uit de resultaten komt naar voren dat bewoners in meerderheid aangeven dat de warmte-isolatie en de geluidsisolatie niet goed zijn. Ondanks de ontevredenheid over de isolatie is een meerderheid van de bewoners tevreden over de woning. De verklaring voor deze tevredenheid over de woning, ondanks de tekortkomingen ervan die bewoners aangeven lijkt voornamelijk te liggen in de huurprijs die de woningen hebben. De woningen zijn relatief goedkoop, wat meerdere malen wordt aangedragen als pluspunt van de woning. Dit gegeven lijkt er voor te zorgen dat men minder kritisch is over de zwakkere aspecten van de woning en dit voor lief neemt. Zo zijn bewoners die woonachtig zijn in een huis met centrale verwarming niet meer tevreden over de woning dan bewoners zonder centrale verwarming. Ondanks het feit dat woningen met cv beter warm te houden zijn neemt de tevredenheid over de woning niet toe. Dit valt te verklaren door de verhoging van de huur die gepaard gaat met het wonen in een huis met cv. De huur van woningen met cv ligt gemiddeld €100 per maand hoger.

Omtrent de relatie tussen de woningkenmerken en de woontevredenheid kan worden gezegd dat de bewoners niet dezelfde indruk van de woning hebben als de gebiedsbeheerder beschreef. De isolatie is niet acceptabel te noemen, maar de inrichting van het huis, het sanitair, de kozijnen en het al dan niet aanwezig zijn van ongedierte wordt over de gehele linie positief beoordeeld.

Wel doen de open antwoorden vermoeden dat de tevredenheid over de woning voor een groot deel wordt bepaald doordat deze groep bewoners niet enkel naar de fysieke staat van de woning kijkt, maar ook naar andere kenmerken als de ligging en de aanwezigheid van een tuin. Ontevreden bewoners houden wel de focus op de fysieke staat.

Bachelorscriptie Van der Pekbuurt R.S. Vos, 5981611

41

7.1.2. De woontevredenheid met betrekking tot de woonomgevingskenmerken:

Over het algemeen zijn de bewoners van de Van der Pekbuurt tevreden over de buurt. De waargenomen ontevredenheid wordt veroorzaakt door de ontevredenheid over het onderhoud van de buurt. Op het moment dat bewoners de hoeveelheid afval op straat wijten aan de mentaliteit van buurtgenoten is de tevredenheid over de woonomgeving duidelijk lager dan wanneer men het afval ziet als gevolg van de frequentie waarin afval wordt opgehaald door de gemeente.

Echter, blijkt dit voor de meeste respondenten geen reden om ontevreden te zijn over de hele buurt.

De tevredenheid over de functionele kenmerken van de buurt en de medebewoners weten dit te compenseren. De centrale ligging van de buurt binnen Amsterdam en de frequentie waarmee de Buiksloterwegveer vaart worden als belangrijke pluspunten gezien. Een verklaring voor het feit dat de centrale ligging duidelijk naar voren komt kan worden gezocht in de manier van verplaatsen van bewoners. De meerderheid van de bewoners geeft aan met de fiets of met het openbaar vervoer te reizen, wat kan worden verwacht in een buurt waar veel studenten en mensen met een laag inkomen wonen. Op het moment dat men is aangewezen op het openbaar vervoer en de fiets speelt de centrale ligging van de buurt eerder een rol in de woontevredenheid, dan wanneer er voorna-melijk gebruik wordt gemaakt van de auto.

Tot slot komt uit de resultaten naar voren dat de bewoners in de Van der Pekbuurt hun buurt als een volksbuurt zien, maar dat bewoners wel op zichzelf zijn en het contact met buurtbewoners niet snel opzoeken. In de theorie wordt aangegeven dat de tevredenheid over de sociale woonomgevingsken-merken afhangt van de mate waarmee men zich kan identificeren met buurtgenoten. De resultaten van dit onderzoek tonen niet aan dat dit het geval is in de Van der Pekbuurt. Desondanks zijn bewoners wel tevreden. Dit kan worden verklaard doordat de bevolkingssamenstelling door de tijdelijke contracten sterk is veranderd in de afgelopen zeven jaar. Oudere bewoners hebben veel buren zien verhuizen en de nieuwe bewoners weten dat de woning tijdelijk is en zullen minder snel investeren in een relatie met buurtbewoners.

7.1.3. De woontevredenheid met betrekking tot de persoonlijke kenmerken:

Uit de resultaten is naar voren gekomen dat de persoonlijke kenmerken een rol spelen in de woontevredenheid. De vier belangrijkste persoonlijke kenmerken volgens Lu: gezinssamenstelling, woonduur, leeftijd en inkomen, laten allen variatie in de woontevredenheid zien.

De alleenwonende bewoners lijken het meest tevreden, maar tonen zich tevens het meest neutraal als wordt gekeken naar de tevredenheid over het onderhoud van de buurt. Dit lijkt in overeenstemming met de theorie dat alleenwonenden minder affectie tonen met de buurt en hierdoor minder snel ontevreden zullen zijn over een buurt waar het onderhoud achterstallig is. Het minst tevreden zijn de bewoners met kind(eren) wat kan worden verklaard door het feit dat, met name de benedenwoningen een gering oppervlak hebben en eigenlijk te klein zijn als gezinswoning.

De verwachting is dat het inkomen van invloed is op de woontevredenheid, aangezien bewoners met een hoog inkomen meer mogelijkheden hebben om de gewenste woonsituatie aan te passen aan de haalbare woonsituatie. Op basis van de resultaten kan deze invloed op de woontevredenheid niet worden aangetoond, maar kan er wel een speculatie worden gedaan door het opleidingsniveau te onderzoeken. Het opleidingsniveau toont meer variatie in de woontevredenheid dan het inkomen, waardoor het kenmerk opleiding in dit onderzoek meer invloed heeft op de woontevredenheid dan het inkomen. Uit de resultaten blijkt dat mensen met een hoge opleiding meer tevredenheid tonen omtrent de woning. Wat valt terug te koppelen op de tijdelijke huurcontracten. Onder de hoog opgeleide bewoners is een groot deel student of net afgestudeerd en in het bezit van een tijdelijk huurcontract. Deze bewoners wisten in welke staat de woningen verkeerden toen ze het contract tekenden en accepteren eerder de zwakke plekken van de woning.

Evenals opleiding en inkomen laten de variabelen leeftijd en woonduur een samenhang zien. In de Van der Pekbuurt komen geen nieuwe oudere bewoners meer wonen, aangezien de vrijkomende

Bachelorscriptie Van der Pekbuurt R.S. Vos, 5981611

42

huizen binnen het onderzoeksgebied aan studenten worden verhuurd en daarbuiten aan starters.

Uit de resultaten valt deze samenhang af te lezen waardoor niet kan worden gezegd wat meer invloed heeft op de woontevredenheid, leeftijd of woonduur. Wel komt naar voren dat ze invloed hebben op de woontevredenheid en dat bewoners die minder dan 7 jaar woonachtig zijn in de Van der Pekbuurt een hogere woontevredenheid tonen. De verklaring hiervoor kan weer worden gezocht in de tijdelijke bewoners die hier allemaal minder dan 7 jaar wonen. Door de tijdelijke contracten die zijn aangegaan is de samenstelling van de buurt sterk veranderd. Deze veranderingen in de buurt en het feit dat er steeds minder onderhoud aan de woningen wordt uitgevoerd in afwachting van de herstructurering zal vooral invloed hebben op de woontevredenheid van langwonenden. Zij kennen de buurt ook nog uit de tijd voor de herstructureringsplannen werden geschreven. In de afgelopen jaren hebben buurtwinkels plaatsgemaakt voor ateliers en bistro’s die ook mensen van buiten de buurt als doelgroep zien. Op die manier wil de wooncorporatie de buurt meer op de kaart zetten en zich voorbereiden op de gentrification van de buurt. De studenten die nu in de buurt wonen met een tijdelijk contract zouden de doelgroep kunnen worden na de herstructurering. De bewoners die meer dan 7 jaar in de buurt wonen zullen zich minder de doelgroep voelen door de druk die op hun ligt om de buurt te verlaten.

7.1.4. De invloed van het wel of niet wonen binnen het onderzoeksgebied:

De verwachting was dat bewoners in het onderzoeksgebied een lagere woontevredenheid zouden hebben, aangezien deze woningen niet meer tussentijds worden gerenoveerd en de bewoners eerder hun huis zullen moeten verlaten. Echter, uit de resultaten blijkt dat er een hogere woontevredenheid is binnen het onderzoeksgebied, maar ook in een grotere meerderheid achter de noodzaak van renovatie staan.

Wat daar bij opvalt is dat de voorstanders van renovatie voornamelijk tijdelijke bewoners zijn. Op het moment dat zij in de woning kwamen was al bekend dat de woningen binnen afzienbare tijd gerenoveerd of gesloopt gaan worden. Op de vraag wat de laatste opknapbeurt in het huis is geweest geeft deze groep over het algemeen aan dat ze dat niet weten omdat dit is geweest voor zij hier kwamen wonen. Ze zijn tevreden over de woning en zijn niet van plan om zo snel mogelijk te verhuizen uit de woning, maar vinden het wel een noodzaak dat de woningen zullen worden gerenoveerd.

In tegenstelling tot de tijdelijke bewoners in het onderzoeksgebied vinden de mensen met een vast contract de noodzaak van renovatie veel minder hoog. Over het algemeen hebben de bewoners zelf door de jaren heen het nodige onderhoud aan de woning gepleegd. Deze groep bewoners is echter de afgelopen jaren geslonken, waardoor ook het aantal mensen dat de rigoureuze renovatie niet ziet zitten is geslonken. Het gevolg hiervan kan zijn dat uit een algehele enquête de meerderheid van de bewoners achter de herstructureringsplannen zal staan. Mogelijk zien de bewoners met een vast contract dit ook aankomen, waardoor hun woontevredenheid lager of negatief is.

Twee mogelijke verklaringen voor het feit dat de woontevredenheid lager is buiten het onderzoeksgebied zijn voornamelijk van financiële aard. In de eerste verklaring kan de woontevre-denheid in verband worden gebracht met de theorie dat mensen sneller ontevreden zijn op het moment dat zij niet de mogelijkheid hebben om een buurt te verlaten. Buiten het onderzoeksgebied geldt er geen voorrangsregeling voor een vervangende woning, omdat hier de herstructurering voorlopig nog niet van start zal gaan. De tweede verklaring komt terug op de tevredenheid uitgezet tegen de maandelijkse huur. Bewoners die meer betalen zijn minder tevreden. De woningen die buiten het onderzoeksgebied vrijkomen worden eerst in zoverre gerenoveerd dat ze weer tien jaar meekunnen. Deze renovatie brengt wel een stijging van de huur met zich mee, doordat er bijvoor-beeld centrale verwarming wordt geïnstalleerd.

Bachelorscriptie Van der Pekbuurt R.S. Vos, 5981611

43

7.1.5. De invloed van het uitblijven van de herstructurering op de woontevredenheid:

Over het algemeen geven de bewoners aan op de hoogte te zijn van de herstructureringsplannen.

Degene die aangeven niet op de hoogte te zijn, geven dit voornamelijk aan omdat ze vinden dat ze te weinig op de hoogte worden gehouden.

Uitgaande van de literatuur is de verwachting dat voornamelijk de hogere inkomens en hoger opgeleide bewoners vertrekken uit een buurt waar de toekomst niet duidelijk is. De bewoners die achterblijven zijn eerder bewoners die geen alternatieven hebben en gedwongen in de woning blijven wonen. Iets wat de gedaalde tevredenheid zou kunnen verklaren. Uit deze resultaten is tegen de verwachting in naar voren gekomen dat onder de bewoners die in 2005 al in de woning woonden het percentage hoge inkomens en hoog opgeleiden is toegenomen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de toename van hoog opgeleide bewoners door de tijdelijke verhuur aan studenten de bevolkingssamenstelling dusdanig heeft veranderd dat hoog opgeleide langwonenden zich meer hebben kunnen identificeren met de buurt en minder de behoefte hebben gekregen om de woning te verlaten.

Een gegeven dat mogelijk een oorzaak kan zijn van de sterk gedaalde woontevredenheid onder de bewoners die in 2005 ook in de Van der Pekbuurt woonde. Bewoners weten al 7 jaar dat er grote veranderingen gaan plaatsvinden in de buurt, maar tot nu toe zijn de veranderingen die ze hadden verwacht nog niet gerealiseerd. De zwakke punten van de woningen die destijds werden gegeven door de bewoners zijn dezelfde aspecten als die in 2012 worden genoemd. Iets dat impliceert dat er in de afgelopen jaren geen verbeteringen hebben plaatsgevonden.

Een groot verschil met 7 jaar geleden is dat een meerderheid van de bewoners destijds nog bereid was om meer te betalen na de renovatie en dat is nu niet meer het geval. Een mogelijke verklaring daarvoor kan zijn dat in de eerste plannen toen de renovatie van de woning een vrije keuze zou zijn en bewoners daarna terug konden keren naar de eigen woning. Op dit moment is daar geen sprake meer van en zijn de herstructureringsplannen niet enkel gericht op het renoveren van de woningen.

Met de herstructurering zal ruimte worden gemaakt voor een meer diverse woningvoorraad.

Uit de resultaten blijkt dat de bewoners die hier al in 2005 woonden niet positief zijn over de plannen om meer koopwoningen en minder sociale huur te creëren. Aangezien dat wel de planning is kan dit een oorzaak zijn van de gedaalde tevredenheid en geslonken optimisme voor renovatie.

7.2 De woontevredenheid in de Van der Pekbuurt onder de bewoners en de rol die het