• No results found

Subvraag 3: Wat zijn de belangrijkste maatregelen die Nederland zou kunnen nemen om het BEPS-actieplan te implementeren?

5.3 Beantwoording centrale vraag

De centrale vraag van dit onderzoek luidt:

Wat voor gevolgen heeft de implementatie van het BEPS-actieplan voor Nederland?

Zeer waarschijnlijk is dat het BEPS-actieplan wel degelijk gevolgen voor Nederland heeft. Nederland is van oudsher al gericht op internationale handel en expansie. Hierdoor beschikt Nederland over een aantal fiscaal aantrekkelijke regelingen. Toch moet Nederland ook meer dan staten met een grotere binnenlandse markt in de gaten houden hoe haar vestigingsklimaat zich verhoudt tot het fiscaal economische vestigingsklimaat van vergelijkbare staten.

Nederland kent een viertal elementen die het vestigingsklimaat aantrekkelijk maken. Ten eerste het uitgebreide verdragennetwerk, omdat Nederland heeft gekozen voor

kapitaalimport-neutraliteit. Hierbij is het niveau van de belastingheffing in de bronstaat leidend. Ten tweede de deelnemingsvrijstelling die ervoor zorgt dat in een

deelnemingsverhouding de winst niet tweemaal wordt belast. Ook de APA/ATR praktijk die Nederland heeft, waardoor bedrijven vooraf zekerheid kunnen verkrijgen over internationale ondernemingsverhoudingen speelt een belangrijke rol. Als laatste kent Nederland ook geen bronheffing op uitgaande royalty’s en rente.

Door deze gunstige fiscale omstandigheden zijn internationaal opererende bedrijven bereid om in Nederland te investeren. Nederland profiteert hier economisch gezien van, maar het zorgt er tevens voor dat bedrijven die geen reële activiteiten in Nederland hebben wel profiteren van de Nederlandse fiscale regelingen. Nederland is hierdoor een doorsluisland voor DBI geworden.

Het BEPS-actieplan bevat inhoudelijk vooral vijftien actiepunten om het BEPS- fenomeen te bestrijden. Op een aantal gebieden stelt de OESO maatstaven vast waaraan

Nederland op dit moment nog niet voldoet. Zoals de ‘best practices’ omtrent

renteaftrekbepalingen. Om in de toekomst wel te voldoen aan deze normen, moet er iets veranderen. De kans is groot dat automatische gegevensuitwisseling ingevoerd gaat worden. Ook wordt op het gebied van fiscale mismatches (door hybride entiteiten en

financieringsvormen) en renteaftrekbeperkingsregels een aanpak op nationaal niveau verwacht. Verschillende oplossingen worden verwacht om het misbruik met

belastingverdragen aan te pakken. Daarbij heeft de staatssecretaris aangegeven dat Nederland actief mee wil werken aan het actieplan van de OESO. Duidelijk is daarom dat dit actieplan belangrijke veranderingen in het internationale belastingrecht teweeg gaat brengen, ondanks dat deze wellicht minder ingrijpend zijn dan de OESO zelf voorstelt.

Nederland heeft aangegeven dat BEPS moet worden aangepakt met juridisch bindende afspraken, omdat anders het risico bestaat dat een aantal landen zich niet aan de afspraken houdt en zo het probleem verplaatst naar die landen. Maar de OESO kan geen dwingende regels opstellen, daarom blijft het afwachten hoe Nederland de aanbevelingen uiteindelijk gaat oppakken. Duidelijk is dat Nederland in ieder geval niet eenzijdig maatregelen gaat treffen die haar positie als handelsland op het spel zet.

De maatregelen die Nederland al heeft genomen zijn vooral gericht op het aanpakken van de doorstroomproblematiek, maar internationaal gezien worden geen zwaardere eisen gesteld aan de doorstroomvennootschappen. De in de toekomst te nemen maatregelen welke in lijn zijn met het actieplan van de OESO kunnen zijn: een aanpassing in de toepassing van de deelnemingsvrijstelling en meer generieke renteaftrekbepalingen. Ook cbc-reporting is een mogelijke maatregel ondanks dat cbc-reporting niet zodanig in het actierapport wordt

genoemd. Cbc-reporting is wel degelijk een element dat kan bijdragen aan de versterking van de informatieverstrekking. Aangezien ook de EC naar dit initiatief streeft is een

samenwerking van de OESO en de EU op dit terrein te verwachten en hierdoor is de kans op daadwerkelijke effectuering groter.

Over het geheel gezien zal het BEPS-actieplan niet tot een abrupte overgang naar betere belastingheffing bij ondernemingen leiden. Maar zal het meer een geleidelijk proces worden, waardoor de internationale belastingheffing bij ondernemingen verandert.

5.4 Aanbevelingen

Naar aanleiding van dit onderzoek is naar mijn mening duidelijk geworden dat

ontwikkelingslanden weliswaar worden meegenomen in de strijd om het BEPS-fenomeen tegen te gaan, maar in zeer kleine mate. Verder worden zij vertegenwoordigd door de VN en

niet ieder land voor zich. Dit is opmerkelijk, omdat de problematiek in de

ontwikkelingslanden uiteenloopt. Daarom is een individuele vertegenwoordiging mijns inziens een beter idee en dient er een vervolgonderzoek te komen dat specifiek op de

ontwikkelingslanden is gericht. Uit dit onderzoek kan dan blijken wat de beste manier is voor ontwikkelingslanden om met dit fenomeen om te gaan.

Verder is opgevallen dat Nederland een aantal fiscaal aantrekkelijke regelingen heeft. Deze regelingen zijn gericht op binnenlandse bedrijven die ook in staat moeten zijn om in het buitenland onder dezelfde fiscale omstandigheden te kunnen concurreren als hun

concurrenten daar. Deze regelingen zijn daarom belangrijk voor het Nederlandse

bedrijfsleven en deze regelingen zijn er duidelijk niet om het BEPS fenomeen te ontwikkelen of te versterken. Het is voor Nederland mijns inziens daarom niet goed om deze regelingen aan te passen voor de ondernemingen die in Nederland zijn gevestigd en ook in het buitenland actief zijn. Om toch het BEPS-fenomeen aan te pakken kan worden gedacht aan verscherping van de eisen die worden gesteld om gebruik te kunnen maken van onze fiscaal gunstige regelingen. Een suggestie voor vervolgonderzoek zou daarom zijn: Welke eisen dienen te worden gesteld zodat onze fiscaal gunstige regelingen niet door andere landen ‘misbruikt’ kunnen worden?

Bibliografie

Rapporten

B. Baarsma e.a., ‘Uit de schaduw van het bankwezen. Feiten en cijfers over bijzondere financiele instellingen en het schaduwbankwezen’, SEO-rapport nr. 2013-31, Amsterdam: SEO 2013.

E. Berkhout, ‘De Nederlandse Route. Hoe arme landen inkomsten mislopen via belastinglek Nederland’, Oxfam Novib, 2013.

Centraal Planbureau, ‘Nederland belastingparadijs? Nederland doorsluisland!’, CPB policy Brief 2013/07

OECD (2013), Addressing Base Erosion and Profit Shifting, OECD Publishing.

http://dx.doi.org/10.1787/9789264192744-en.

OESO, Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting, Paris, 19 juli 2013,

OESO, ‘Hybrid Mismatch Arrangements: tax policy and compliance issues’, Parijs, maart 2012, te vinden in C. van Raad, Teksten international belastingrecht 2013-2014, p. 2001- 2013.

OESO, Analysis of alternative approaches to limiting interest deductions, BEPS action 4.

Jurisprudentie

Hoge Raad 07 februari 2014, nr. 12/03540. Hoge Raad 07 februari 2014, nr. 12/04640.

C.L. Lindonk, annotatie bij: HR 07 februari 2014, nr. 12/03540.

Beleid en Kamerstukken

Ministerie van Financiën, 3 juni 2014, DGB 2014/3098. Ministerie van Financiën, 3 juni 2014, DGB 2014/3099.

Artikelsgewijze deel van memorie van toelichting, Kamerstukken II, 2009/10, 32 129, nr. 3. Besluit van 25 maart 2013, nr. BLKB 2013/110M.

Besluit van 12 juni 2014, nr. DGB 2014/3101.

Brief van de staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking inzake de kabinetsreactie op het SEO-rapport Overige

Financiële instellingen en het IBFD-rapport ontwikkelingslanden, Kamerstukken II 2012/13, 25087, nr. 60.

Brief van de staatssecretaris van Financiën, Belastingheffing internationale ondernemingen, 17 januari 2013, nr. IFZ/2013/25/U.

Brief van de staatssecretaris van Financiën, Kabinetsreactie op SEO-rapport Overige financiële instellingen en IBFD-rapport ontwikkelingslanden, 30 augustus 2013, nr. IFZ/2013/320 U.

Bijlage bij de brief van de staatssecretaris van Financiën, Uitvoering motie leden Braakhuis en Groot, 25 juni 2012, nr. IFZ/2012/85 U, p. 3.

Handelingen II 2007/08, 57, p. 4049. Kamerstukken II 2001/02, 28034, nr. 3. Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr. 8. Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr. 10. Kamerstukken II 2009/10, 32 129, nr. 3. Kamerstukken II 2011/12, 33287, nr. 3. Kamerstukken II 2013/14, 33753, nr. 5.

Memorie van toelichting, Kamerstukken II 1994-1995, 23 980, p. 1. Notitie fiscaal verdragsbeleid 2011, Ministerie van Financiën, 2011.

Verslag van een algemeen overleg van 23 januari 2013 met de commissie voor Financiën van de Tweede Kamer over internationaal fiscaal (verdrags)beleid, Kamerstukken II 2012/13, 25087, nr. 48, p. 22.

Tijdschriften

G.J.M.E. de Bont, ‘Automatische internationale gegevensuitwisseling’, TFO 2014/131.4. D.M. Broekhuijsen, ‘Naar een multilateral fiscaal raamwerkverdrag’, WFR 2013/1443.

F.A. Engelen & A.F. Gunn, ‘Het BEPS-project: een inleiding’, WFR 2013/1413.

J.J. Engelmoer RA & S.A.A Herrijgers, ‘Wet en gedrag: tegenspraak of samenspel?’ WFR 2014/68.

J. Gooijer, ‘’Beneficial owner’: eindelijk duidelijkheid?’, Maandblad Belasting

J.L.M. Gribnau, ‘Fair share en tax planning: een moeilijk maar noodzakelijk debat’, Fiscaal

Economisch Instituut.

G. Groen e.a., ‘Het fiscale vestigingsklimaat in Nederland’, Forfaitair, 2004/143. P. Kavelaars, ‘ Afbouw van belastingontwijking’, TFO 2014/131.3.

P. Kavelaars, ‘ De EU en de OESO: ten strijde tegen belastingontwijking 2’, NTFR 2013/24. P. Kavelaars, ‘ Internationale structuren en belastingbesparing: acties van EU en OESO’, Deloitte.

J. Kruithof, ‘Strategieën tegen belastingontwijking door multinationals’, WFR 2013/1418. Lowell & Herrington, ‘BEPS: current reality and planning in anticipation’, International

transfer pricing journal maart/april 2014.

O.C.R. Marres, ‘De duurzaamheid van belastingplanning’, NTFR 2013/1779. G.T.K. Meussen, Fiscale ethiek in opmars, NTFR 2013/210.

M.F. Nouwen, ‘Belastingheffing internationale ondernemingen’, NTFR 2013/159. R. Offermanns, ‘Bill on other fiscal measures – measures on international anti-avoidance proposed’, IBFD 14 oktober 2013.

OECD, ‘OESO-discussiestuk over het neutraliseren van ‘hybrid mismatches’ in relatie tot het “Base Erosion and Profit Shifting” (BEPS) aan het publiek voorgelegd voor commentaar’, V- N 2014/18.7.

OECD, ‘OESO-discussiestuk over de belastinguitdagingen van de digitale economie in relatie tot “base erosion and profit shifting” (BEPS) aan het publiek voorgelegd voor commentaar’,

V-N 2014/24.4.

Vakstudie Nieuws, OESO-rapport “Action plan on Base Erosion and Profit Shifting” BEPS,

V-N 2013/35.15.

Vakstudie Nieuws, ‘OESO-discussiestuk over verrekenprijsdocumentatie in relatie tot base erosion and profit shifting’, V-N 2014/11.11.

J. Vleggeert, ‘Maatregelen tegen dubbele niet-belasting door mismatches’, WFR 2013/1426.

Overige

BDO, ‘Het OESO actieplan om een internationale fiscale hervorming door te voeren’, juli 2013.

(http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/ vennootschapsbelasting/deelnemingsvrijstelling/hybride_leningen ), 16 mei.

R. van Dam, commentaar bij: artikel 10b wet VPB 1969 Renteloze of onzakelijk rentende langlopende leningen tussen gelieerde partijen, NDFR.

R. van Dam, commentaar bij: artikel 10a wet VPB 1969 Niet-aftrekbare rente, NDFR.

Internationale oplossingen voor hybrid mismatch arrangements, in: A.C.G.A.C. de Graaf e.a., ‘k Moet eerlijk zeggen, Den Haag: Sdu 2013, p. 67-77.

IOB Studie Nieuwsbrief # 1311, ‘Nederlands belastingbeleid kan nadelig zijn voor ontwikkelingslanden’, Ministerie van Buitenlandse Zaken, november 2013. Q.W.J.C.H. Kok Cursus belastingrecht, Vpb. 2.4.0.B.d.

A. J. van Ramele, commentaar bij: artikel 13l wet VPB 1969 Aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente, NDFR.

Rijksoverheid (2014). APA/ATR-beleid

(http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingen-voor-ondernemers/belastingen- internationale-ondernemers/apa-atr-beleid), 13 mei.

Rijksoverheid (2013). Kabinet pakt internationale belastingontwijking aan (http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/08/30/kabinet-pakt-internationale- belastingontwijking-aan.html), 30 augustus.

Starbucks betaalt meer belasting, NOS nieuws, 6 december 2012, online:

http://nos.nl/artikel/448757-starbucks-betaalt-meer-belasting.html, bezocht op: 5 mei 2014. K.E. Tijsterman, ‘commentaar bij artikel 13 wet VPB 1969 Deelnemingsvrijstelling’, NDFR.