• No results found

Artikelsgewijze toelichting Artikel 9.1. De Eerste Kamerfractie

Als bestuur van een bestuurslaag van de partij wordt gezien het afdelingsbestuur en het gewestelijk bestuur. In functie gekozen bestuurslidmaatschappen in deze bestuurslagen zijn de voorzitter, de secretaris en de

Artikel 9.7. De bevoegdheden van de lijsttrekker

2. Artikelsgewijze toelichting Artikel 9.1. De Eerste Kamerfractie

In dit artikel is bepaald dat de leden die verkozen zijn op een gezamenlijke lijst onder de naam van de Partij van de Arbeid tot lid van de Eerste Kamer, samen de fractie vormen.

Artikel 9.2. De voorbereiding van de deelname aan de verkiezingen

In dit artikel is de verantwoordelijkheid voor het tot stand komen van een kandidatenlijst voor de verkiezingen van de Eerste Kamer neergelegd bij het partijbestuur. Dit wil overigens niet zeggen dat het partijbestuur dit ook zelf op zich moet nemen. Wel moet zij zorgen dat het gebeurt en dat het ook op een juiste en democratische wijze gebeurt. Daartoe dient het partijbestuur tijdig (18 maanden voor de officiële indiening van de kandidatenlijst) een planningsschema te maken en zich daaraan te houden. Alleen bij vervroegde verkiezingen kan van de gestelde termijn worden afgeweken, maar dienen de noodzakelijke stappen wel te worden gedaan.

Artikel 9.3. Het profiel van de Eerste Kamerfractie en de lijsttrekker

Essentieel in de kandidaatstellingsprocedure is het opstellen van duidelijke eisen waaraan een fractie in de Eerste Kamer moet voldoen, inclusief de eisen waaraan de afzonderlijke leden, de fractievoorzitter en de lijsttrekker moeten voldoen. Zoals in deel 1 van de reglementen is neergelegd, moet de fractie zo veel mogelijk een afspiegeling zijn van de samenleving. Zo moet gestreefd worden naar een gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen.

Tevens dient te worden gestreefd naar een evenwichtige spreiding over de regio’s, naar leeftijd en naar diversiteit.

Artikel 9.4. De voorbereiding en opstelling van een ontwerpkandidatenlijst

Het voorbereiden en opstellen van de ontwerpkandidatenlijst kan gebeuren door het partijbestuur of door een onafhankelijke kandidaatstellingscommissie. Het is de bevoegdheid van het congres om een keuze te maken. Als het congres hierover geen beslissing neemt, dan is het partijbestuur verantwoordelijk. Indien het partijbestuur de

verantwoordelijkheid hiervoor draagt, dan kan het zich laten bijstaan door een adviescommissie. In dat geval dient het partijbestuur bij de opdracht aan deze adviescommissie aan te geven bij welke taken en handelingen deze commissie in de plaats treedt van het partijbestuur, onverlet de verantwoordelijkheid die het partijbestuur heeft.

Artikel 9.5. Taken en werkwijze partijbestuur bij het voorbereiden en opstellen van de

ontwerpkandidatenlijst

In dit artikel is omschreven welke de taken zijn voor het partijbestuur bij het voorbereiden en opstellen van de

ontwerpkandidatenlijst. Om belangenverstrengeling te voorkomen mogen leden van het partijbestuur die kandidaat zijn of nauwe relaties met beschikbare kandidaten hebben, niet bij de bespreking van en besluitvorming over de

122

betreffen.

Het partijbestuur kan zich laten bijstaan door een adviescommissie die de selectietaak op zich neemt, uitmondend in een advieskandidatenlijst. Dit advies blijft vertrouwelijk, omdat voor het congres en de kandidaten alleen de

ontwerpkandidatenlijst, vastgesteld door het partijbestuur, betekenis heeft.

Artikel 9.6. Ledenraadpleging over de lijsttrekker

In deel 1 van de reglementen zijn de bepalingen voor een ledenraadpleging opgenomen. Hierin is vastgelegd dat de ledenraadpleging tijdig moet gebeuren en wel zo dat de lijsttrekker nog invloed kan uitoefenen op de

ontwerpkandidatenlijst. Daarnaast is vastgelegd hoeveel leden de kandidaat voor het lijsttrekkerschap moeten

ondersteunen. Gekozen is voor minstens 100 leden, tweemaal zoveel als voor een lijsttrekker op het lokale niveau nodig is. Bovendien moet de kandidaat als geschikt zijn beoordeeld door het partijbestuur of de door het congres ingestelde onafhankelijke kandidaatstellingscommissie tegen de achtergrond van het profiel van de lijsttrekker. Daarbij mag geen acht geslagen worden op de opvattingen van de kandidaat over de inhoudelijke koers: dat is aan de leden en later aan het congres om te bepalen of, en zo ja hoe dat een rol speelt bij de aanwijzing van de lijsttrekker.

Met betrekking tot de uitslag en de geldigheid van de ledenraadpleging wordt gewezen op deel 1 van de reglementen, artikel 1.18. De kandidaat die de meerderheid van de stemmen behaald, is de lijsttrekker.

Artikel 9.7. Bevoegdheden van de lijsttrekker

Dit artikel bevat de bevoegdheden van de lijsttrekker, te weten de kandidaat voor het lijsttrekkerschap die de meeste stemmen heeft gehaald bij de ledenraadpleging.

De lijsttrekker heeft de bevoegdheid zijn invloed uit te oefenen op de samenstelling van de ontwerpkandidatenlijst voor de Eerste Kamer. Ook tijdens het congres kan hij zijn stem daarover laten horen.

Indien geen ledenraadpleging wordt gehouden, omdat er niet minimaal twee geschikte en in voldoende mate

ondersteunde kandidaten zijn, zal degene die op de ontwerpkandidatenlijst op de eerste plaats wordt gekandideerd vanaf dat moment worden beschouwd als de lijsttrekker die daarmee de bevoegdheden kan uitoefenen

Artikel 9.8. De kandidaatstellingsprocedure

Dit artikel beschrijft de gehele kandidaatstellingsprocedure, zowel in het geval dat het partijbestuur de taak heeft een ontwerpkandidatenlijst op te stellen, als wanneer een onafhankelijke kandidaatstellingscommissie deze taak heeft. Een gevoelig onderdeel is het bepaalde in lid 3. Een kandidaat die niet voldoet aan de eisen in de profielschets of wanneer te verwachten is dat de kandidaat schade zal berokkenen aan de partij, kan buiten de (verdere)

selectieprocedure worden gehouden. Dit is een zware beslissing. De betreffende kandidaat kan daartegen bezwaar maken bij de beroepscommissie. Deze uitsluiting dient uiterlijk vijf weken voordat de ontwerpkandidatenlijst aan het congres wordt gepresenteerd, plaats te vinden. Dan is het immers nog mogelijk om de beslissing van de

beroepscommissie – die binnen 14 dagen moet plaatsvinden - te effectueren. Dat wil zeggen dat de ontwerpkandidatenlijst

nog kan worden aangepast voordat het congres de ontwerpkandidatenlijst in behandeling neemt.

Reeds vanaf het moment dat een kandidaat zich meldt via een sollicitatiebrief is er de gelegenheid om aan te geven dat een kandidaat een zwaarwegend voorbehoud heeft ten aanzien van onderdelen van het geldende verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamer en, indien dat van toepassing is, het regeerakkoord dat door de Tweede Kamerfractie is onderschreven. In het kader van de gesprekken met kandidaten wordt door het bestuur of de onafhankelijke kandidaatstellingscommissie de erecode besproken met een kandidaat. Als daartoe aanleiding is worden specifieke afspraken gemaakt met een kandidaat, bijvoorbeeld over het neerleggen van een functie of het voorkomen van belangenverstrengeling. Deze aantekeningen worden ondertekend door de kandidaat en de voorzitter van bestuur of commissie.

Iemand kan zich alleen kandidaat stellen als hij ten minste 100 handtekeningen overlegt van partijleden die de kandidatuur steunen. Als handtekeningen bij controle moeten worden afgekeurd, bijvoorbeeld omdat het gaat om een handtekening van iemand die geen lid is, dan krijgt een kandidaat de gelegenheid extra handtekeningen te verzamelen. Wie niet genoeg handtekeningen heeft als ondersteuning, kan niet toegelaten worden tot de procedure. Wie pas in de loop van de procedure wordt gevraagd om kandidaat te zijn, hoeft geen ondersteunende handtekeningen te verzamelen.

Artikel 9.9. Functioneren van de fractie en het voeren van voortgangsgesprekken

In dit artikel wordt het jaarlijks houden van voortgangsgesprekken met Eerste Kamerleden verplicht gesteld. Tevens is in dit artikel vastgelegd de wijze waarop deze gesprekken gevoerd worden en wie daarbij aanwezig zijn. Zowel voor betrokkenen als voor de partij is het waardevol om met Kamerleden van de partij gesprekken te voeren over

123

de gang van zaken en het eigen functioneren, eventueel uitmondend in het aangeven van mogelijke verbeteringen. Zeker met het oog op de verkiezingen is het van belang dat wordt gesproken over mogelijke voortzetting van het Eerste Kamerlidmaatschap.

In deel 9 is geen bepaling over het aangaan van een lijstverbinding opgenomen. In een wijziging van de Kieswet is in 2010 geregeld dat bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer geen lijstverbinding meer kan worden aangegaan.

124

Reglementen van de Partij van de Arbeid 2015