• No results found

4.1.1 Procescontext

Halverwege 2010 trad in Arnhem het nieuwe college aan en werd op ambtelijk niveau vastgesteld dat er sprake was van synergie tussen drie beleidsporen die door de politiek als belangrijk werden ervaren. Deze waren: een duurzaamheidgedachtegoed, de economische agenda op energie- en milieutechnologie (EMT) en Arnhem als millenniumgemeente, waarmee Arnhem de millenniumdoelen van de Verenigde Naties onderschreef en duurzame initiatieven stimuleerde. Vanwege deze synergie werd besloten deze drie beleidssporen samen te voegen in één programma. Dit nieuwe programma werd het Lenteakkoord (Van Hoof, 2012; VNG International, z.d.).

Het Lenteakkoord toont volgens Van Hoof (2012) aan dat elk van de Arnhemse coalitiepartijen, namelijk D66, GroenLinks, SP en VVD naar hun landelijke partijprogramma’s heeft gekeken. Op basis daarvan heeft de coalitie de doelstellingen in het Lenteakkoord bepaald. Eén van deze doelstellingen is duurzaamheid. Hiervoor is in het voorjaar van 2011 het programma “Arnhem Energiestad” vastgesteld. Met dit programma wordt gestreefd naar een stadsbreed geïmplementeerde duurzaamheid (Gemeente Arnhem, 2011 a).

In de procescontext rondom het programma “Arnhem Energiestad” worden de concepten van multi-actor, multi-level en multi-sector governance zichtbaar. De uitvoering van het programma is namelijk een combinatie van meerdere beleidsdomeinen zoals economie op EMT en duurzaamheid. Deze combinatie van deze verschillende beleidsdomeinen is aan te merken als multi-sector governance. Het multi-actor concept is zichtbaar in het feit dat het programma in samenwerking met Arnhemse actoren wordt uitgevoerd. Deze actoren, die afkomstig zijn uit de institutionele sferen van de markt en het maatschappelijk middenveld, worden betrokken bij de implementatie van het programma.

4.1.2 Dimensies van het proces

Aan de hand van de onderstaande dimensies zal het Arnhemse proces getypeerd worden. Deze dimensies, namelijk waarom, wat, wie, impact en hoe, worden respectievelijk onder de kopjes motief, onderwerp, selectie van de deelnemers, impact van de deelnemers en werkvorm toegelicht.

Motief

In Arnhem is sprake van de ambitie om doeltreffender te werk te gaan toen men startte met het Lenteakkoord. Op politiek niveau wilde men synergie aanbrengen om drie programma’s samen sterker te maken en daarmee een doeltreffender programma tot stand te brengen. Hierdoor konden de doelstellingen van de programma’s beter uitgevoerd worden. (Van Hoof, 2012). Dit kan aangemerkt worden als een instrumenteel motief. Indirect kan de keuze om het programma “Arnhem Energiestad” te noemen aangeduid worden als een prestige motief. Omdat er in Arnhem verschillende energiebedrijven gevestigd zijn, heeft Arnhem ervoor gekozen om zich hiermee te profileren door haar programma “Arnhem Energiestad” te noemen, naar dit energiecluster. Daarmee wordt aan city marketing gedaan.

Onderwerp

De doelstelling die centraal staat in “Arnhem Energiestad” is CO2 neutraliteit. Deze doelstelling wordt door de gemeente Arnhem nagestreefd door stimulering van besparing en hernieuwbare energieopwekking. De uitvoering van deze doelstelling is verwoord in twee beleidsplannen. Enerzijds in het programma “Arnhem Energiestad.” Hierin staan projecten geformuleerd waarbij de gemeente sturend is. Met dit programma wilde Arnhem onderscheidend zijn op nationaal niveau. Door het energiecluster in Arnhem, kon zij zich hiermee profileren. De uitvoering van dit programma gebeurt in samenwerking met externe partijen gedurende de coalitieperiode van 2011-2014 (Gemeente Arnhem, 2011 a; Van Hoof, 2012). Anderzijds is er ook sprake van een convenant. Dit convenant heet “Energie Made in Arnhem” en is vergelijkbaar met Power2Nijmegen. Dit convenant wordt namelijk met stakeholders uit de stad uitgevoerd. Vanwege de overeenkomsten met Power2Nijmegen wordt dit convenant verder toegelicht aan de hand van de dimensies.

Het convenant vindt parallel aan “Arnhem Energiestad” plaats en heeft het doel om de duurzaamheids- en de economische agenda te combineren en partijen te verbinden. De gemeente Arnhem probeert door middel van dit convenant een ontwikkeling in de markt en samenleving te faciliteren door partijen met elkaar in contact te brengen. De gemeente Arnhem is behalve initiator ook deelnemer bij dit convenant. Wanneer projecten aansluiten op het gemeentelijk programma, neemt zij zelf ook deel hieraan. Tijdens de bijeenkomsten van dit convenant is door de deelnemers een projectenlijst gemaakt. Op deze lijst stonden projecten die de deelnemers gingen uitvoeren (Van Hoof, 2012).

In de beleidscyclus omvat het interactieve gedeelte van het convenant het stadium beleidsvorming tot en met de beleidsuitvoering. Bij het convenant zijn namelijk, na agendering van de gemeente Arnhem, verschillende opties vergeleken en gestructureerd in projecten. Deze zijn vervolgens uitgevoerd door de deelnemers aan het convenant. Een voorbeeld van een project is een duurzaamheidshuis dat als toonbeeld voor duurzame renovatie kan dienen (Gemeente Arnhem, 2011 b).

Selectie deelnemers

Aan het convenant deden ondernemingen, stichtingen en maatschappelijke instellingen mee uit Arnhem (Gemeente Arnhem, 2011 b). Volgens Van Hoof (2012) werden partijen aangeschreven uit de stad. Met hen werden doelstellingen geformuleerd. Wanneer anderen uit ondernemingen, stichtingen of maatschappelijke instellingen mee wilden doen kon dat. De voorwaarden hiervoor waren dat zij de doelstellingen onderschreven, een bijdrage wilden leveren en een project aandroegen waarmee de doelstelling nagestreefd kon worden (Gemeente Arnhem, 2011 b; Van Hoof, 2012).

De deelnemers waren daarmee deels geselecteerd op basis van benodigde middelen en deels op basis van getroffen belangen. Aanvankelijk was er namelijk sprake van een selectie op basis van getroffen belangen doordat de mensen die actief waren binnen het duurzaamheidsgebied gevraagd werden om mee te doen. Vervolgens ontstond een selectie op basis van benodigde middelen doordat deelnemers anderen erbij gingen vragen die een bijdrage konden en wilden leveren aan een project.

Impact van de deelnemers

De rol die de deelnemers bij het convenant hadden was van initiërende en uitvoerende aard. Initiërend omdat de deelnemers projecten selecteerden en uitvoerend omdat zij de actoren waren die de projecten uitvoerden. De gemeente had daarbij een faciliterende rol. Door bijeenkomsten te organiseren probeerde zij een beweging op gang te houden. De deelnemers hadden gedurende het proces dus een hoge mate van impact. Hierbij was sprake van een faciliterende rol van de gemeente. Vanwege deze kenmerken is op de participatieladder sprake was van een hoge mate van interactiviteit.

Werkvorm

De bijeenkomsten van het convenant bestonden aanvankelijk uit ontbijtsessies en later uit netwerkbijeenkomsten. Voorafgaand aan de ontbijtsessies waren bestaande en nieuwe contacten uit de stad benaderd voor deelname aan het convenant. Deze contacten waren mensen afkomstig van organisaties, partijen, onderwijsinstellingen, corporaties en stichtingen uit Arnhem. Met deze partijen zijn coalities gesmeed van mensen die samen projecten wilden aangaan. Dit werd gedaan tijdens de ontbijtsessies. De projecten werden uitgevoerd door tussenkomst van een partij die een trekkersrol op zich nam. Deze trekker nam de verantwoordelijkheid op zich om andere partijen op te zoeken en te zorgen dat het project voor een concrete einddatum gerealiseerd was. Bovendien was in het convenant een tussenresultaat en een planning opgenomen. Na het smeden van de coalities in de ontbijtsessies vonden tussentijdse netwerkbijeenkomsten plaats waarbij deelnemers contact met elkaar onderhielden. Hiermee wordt door de gemeente een ontwikkeling gefaciliteerd. Dit betekent dat de gemeente ervoor zorgt dat ze bij elkaar komen en dat er thema’s besproken worden waardoor men verder kan. Van Hoof geeft hierbij aan dat de tijdsduur van het convenant nog niet vastligt (Gemeente Arnhem, 2011 a; Van Hoof, 2012).

4.1.3 Fase

De fase waarin het transitieproces van het convenant van de gemeente Arnhem zich bevindt, kan aangemerkt worden als een overgang van de take-off fase naar de versnellingsfase. In de take-off fase zijn de ideeën voor een transitie opgepakt door de betrokkenen. In Arnhem is dit het geval door trekkers en partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van projecten. Arnhem zit in de overgang naar de volgende fase, de versnellingsfase. In deze fase wordt de verandering zichtbaar en raken meerdere actoren betrokken bij het proces. Vanwege de concrete doelen met einddata in het convenant kunnen deze doelen bereikt worden. Op het moment dat deze bereikt zijn wordt de verandering zichtbaar.