• No results found

5.1 Waardering volgens specificatie VS 06 Inleiding

Om tot een afgewogen oordeel te komen over de archeologische waarde van een archeologisch interessante locatie dient volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie een vastomlijnde procedure te worden gevolgd.39 Eerst dient een standaard scoringstabel ingevuld te worden. Aan de hand van een aantal parameters, te weten belevingsaspecten, fysieke criteria en inhoudelijke criteria, wordt de score bepaald.

Archeologische sporen en vondsten zijn aangetroffen in deelgebieden D en E. De onderstaande scoringstabel geldt voor deze twee deelgebieden. In deelgebieden A en F zijn geen archeologische waarden aangetroffen en zijn daarmee niet relevant.

Bij een bovengemiddelde score voor fysieke kwaliteit (vijf of zes punten) is een vindplaats in principe behoudenswaardig. Bij een middelmatige tot lage score (vier punten of minder) voor de belevingswaarde en fysieke kwaliteit, wordt naar de inhoudelijke kwaliteitscriteria gekeken om te bekijken of de vastgestelde vindplaats behoudenswaardig is. Indien te verwachten is dat op één van deze criteria hoog wordt gescoord, worden de archeologische vindplaatsen behoudenswaardig geacht.

Vindplaatsen die op grond van hun fysieke kwaliteit als in principe behoudenswaardig zijn aangemerkt, worden vervolgens gewaardeerd op hun inhoudelijke kwaliteit. Eerst vindt een afweging plaats op de eerste drie inhoudelijke kwaliteitscriteria; zeldzaamheid, informatiewaarde en ensemblewaarde. Bij een bovengemiddelde score van zeven punten of meer wordt de vindplaats als behoudenswaardig aangemerkt.

Bij een lagere inhoudelijke waardering (minder dan zeven punten) wordt nagegaan of het criterium representativiteit van toepassing is. Zo ja, dan wordt een voorstel gedaan voor een als behoudenswaardig aan te merken steekproef per categorie. De overige vindplaatsen zijn niet behoudenswaardig.

Om tot een afweging te kunnen komen, wordt daarbij een intervalschaal gehanteerd, waarbij meetwaarden (scores 1, 2 of 3) worden toegekend aan de scores ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. De wijze waarop deze waardering tot stand is gekomen is terug te vinden op de website van de SIKB (www.SIKB.nl).

Voor het plangebied, zijn de factoren als volgt ingevuld (tabel 5.1):

Beleving

Bij beleving gaat het om zichtbare monumenten waarbij de criteria schoonheid en herinnering worden gebruikt. Aangezien er geen zichtbare monumenten zijn aangetroffen, zijn deze criteria hier niet van toepassing.

39 SIKB 2010.

© Synthegra bv, Doetinchemseweg 61a, NL-7007 CB Doetinchem 42 van 47 Fysieke kwaliteit

De fysieke kwaliteit wordt bepaald door de mate waarin archeologische overblijfselen nog intact en in hun oorspronkelijke positie aanwezig zijn. Binnen deze waarde wordt onderscheid gemaakt tussen de criteria gaafheid en conservering.

Qua gaafheid heeft in het plangebied aanzienlijke bodemverstoring plaatsgevonden. In veel gevallen reikt de bodemverstoring tot voorbij het plaggendek, waardoor mogelijk veel archeologische sporen vernietigd zijn.

Desondanks zijn er een redelijk aantal sporen aangetroffen die zowel in horizontale als in verticale zin nog intact in hun oorspronkelijke positie bewaard zijn gebleven.

Voor wat betreft de mate van conservering geldt dat de aangetroffen grondsporen in het algemeen goed bewaard zijn gebleven. Het vondstmateriaal bevindt zich echter overwegend in verstoorde context en/of is met elkaar vermengd. Het vondstmateriaal is bovendien slechts fragmentarisch aanwezig. De geringe hoeveelheid aanwezig vondstmateriaal is echter kenmerkend voor dergelijke vondstcomplexen, evenals het gegeven dat verschillende perioden met elkaar vermengd zijn in sporen.

De vaak sterke roestvorming in de top van de C-horizont wijst erop dat archeologisch relevante lagen in het gebied aan zuurstof zijn blootgesteld als gevolg van wisselende grondwaterspiegels. Dit betekent dat organische resten in deze lagen niet of nauwelijks geconserveerd zijn gebleven in de zandgronden.

Op grond van bovenstaande gegevens worden zowel gaafheid als conservering een middelhoge score toegekend.

Inhoudelijke kwaliteit

In de KNA versie 3.2 staan binnen de inhoudelijke kwaliteit vier criteria centraal: zeldzaamheid, informatiewaarde, ensemblewaarde en representativiteit. In het archeologisch selectiebeleid van de gemeente Enschede40 is een voorstel gedaan omtrent het selectiebeleid ten aanzien dit aspect. Voor het aspect

‘Inhoudelijke kwaliteit’ vindt de beoordeling conform dit voorstel plaats. Dit betekent dat het aspect

‘representativiteit’ buiten beschouwing wordt gelaten omdat dit volgens de auteurs omgekeerd evenredig is met het aspect ‘zeldzaamheid’. De antwoorden op de betreffende vragen zijn cursief gedrukt

Zeldzaamheid

1 Is de site bijzonder in vergelijking tot het aantal vergelijkbare monumenten (complextypen) van goede fysieke kwaliteit uit dezelfde periode binnen de regio Twente?

Onbekend. In zone D zijn een aantal paalkuilen aangetroffen die echter niet aan een specifieke structuur kunnen worden toegewezen, maar die waarschijnlijk samenhangen met Erve Overmaat.

2 Idem op basis van een recente en specifieke verwachtingskaart Onbekend.

3 Is dit type site uit deze periode binnen de regio Twente slechts beperkt onderzocht?

Ja.

4 Is dit site type uit deze periode binnen Nederland slechts beperkt onderzocht?

Nee

5 Draagt de informatie uit deze site (in potentie) bij aan opvulling van een kennislacune?

Ja.

40 Isarin et al., 2004: pp. 18-19.

© Synthegra bv, Doetinchemseweg 61a, NL-7007 CB Doetinchem 43 van 47 Informatiewaarde

1 Is de site bijzonder vergeleken met (onderzoek van) vergelijkbare monumenten binnen de regio Twente?

Onbekend. In zone D zijn een aantal paalkuilen aangetroffen die echter niet aan een specifieke structuur kunnen worden toegewezen, maar die waarschijnlijk samenhangen met Erve Overmaat.

2 Is de site bijzonder vergeleken met (onderzoek van) vergelijkbare monumenten in Nederland?

Onbekend.

3 Levert de site een bijdrage aan recent en systematisch onderzoek in de regio Twente?

Onbekend.

4 Levert de site een bijdrage aan recent en systematisch onderzoek in Nederland?

Onbekend.

5 Levert de site een bijdrage aan recent en systematisch onderzoek van dezelfde periode/onderzoeksthema?

Onbekend.

6. Past de site binnen een vastgesteld (nationaal) onderzoeksprogramma?

Ja. Laatmiddeleeuwse boerderijen en boerenerven vormen een onderzoeksthema in de NOaA (hoofdstuk 20, 2.8)

Ensemblewaarde

1 Komen monumenten uit dezelfde periode voor binnen de gemeente (microregio) (synchrone context)?

Ja.

2 Komen monumenten van opeenvolgende perioden voor binnen de gemeente (diachrone context)?

Ja.

3 Wat is de gaafheid van het contemporaine fysisch- en historisch-geografische landschap (landschappelijke context)?

In het algemeen goed op locaties waar een plaggendek is opgebracht.

4 Is in of nabij de site dateerbaar paleo-ecologische informatie beschikbaar (ecologische context)?

Nee.

Deze waardering is tot stand gekomen op basis van het geringe aantal archeologische sporen dat is aangetroffen en de overwegend contextloze vondsten. De intensiteit van archeologische fenomenen nam echter toe naarmate de proefsleuven dichter bij de voormalige locatie van Erve Overmaat werden aangelegd.

De historisch bekende locatie kon echter niet onderzocht worden.

© Synthegra bv, Doetinchemseweg 61a, NL-7007 CB Doetinchem 44 van 47 Op grond van de waarderingscriteria is af te leiden dat de onderzoekslocatie niet behoudenswaardig is.

Waarden Criteria Scores

Hoog Midden Laag

Beleving Schoonheid Wordt niet gescoord

Herinneringswaarde Wordt niet gescoord

Fysieke kwaliteit Gaafheid 2

Conservering 2

Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid 1

Informatiewaarde 1

Ensemblewaarde 1

Representativiteit 1

Tabel 5.1: Scoretabel voor de waardering van de vindplaats.

© Synthegra bv, Doetinchemseweg 61a, NL-7007 CB Doetinchem 45 van 47 5.2 Selectieadvies volgens specificatie VS 07

Voor het selectieadvies geldt een dubbelbestemming:

- Binnen de grenzen van het plangebied zijn geen behoudenswaardige archeologische resten aangetroffen. Om die reden wordt aanbevolen geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren bij bodemverstorende activiteiten.

- Indien de geplande bodemingrepen zich uitstrekken tot de bomenrij ten oosten van werkput 20 (zone D) is te rekenen met resten van Erve Overmaat. In dat geval wordt uitsluitend op deze locatie aanvullend onderzoek geadviseerd in de vorm van een definitieve opgraving. Hiertoe dient in dat geval een nieuw PvE te worden opgesteld.

Het definitieve selectiebesluit zal worden genomen door de bevoegde overheid, de gemeente Enschede.

Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit selectieadvies nog niet betekent dat er al bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen worden getoetst door de bevoegde overheid (gemeente Enschede), dat op basis van het uitgebrachte advies een selectiebesluit zal nemen. Geadviseerd wordt daarom om contact op te nemen met de gemeente Enschede .

Er is getracht een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden.

De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van archeologische waarden. Mochten er tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, dan geldt conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 een meldingsplicht bij de bevoegde overheid, de gemeente Enschede.

© Synthegra bv, Doetinchemseweg 61a, NL-7007 CB Doetinchem 46 van 47