• No results found

Archeologische waarden en onderzoeken

In document Van Teylingenweg 100 in Kamerik (pagina 23-29)

Wettelijk beschermde monumenten Nee AMK-terreinen (binnen 500 m) Ja Archeologische waarden (binnen 500 m) Ja

Archeologische verwachting

Het plangebied heeft volgens het centraal Archeologisch Informatiesysteem (Archis3) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) geen archeologisch wettelijk beschermde status (als beschermd terrein van zeer hoge waarde). Ook staat het niet opgenomen op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Op de gemeentelijke verwachtingskaart is aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging van het

plangebied aan een laatmiddeleeuws ontginningslint, die in de loop van de 12e eeuw is gegraven. De verwachting hangt daarom met name samen met sporen van ontginning en bewoning langs dit lint vanaf de Late Middeleeuwen.

Bekende waarden.

In het plangebied is niet eerder een archeologische onderzoek uitgevoerd. Ook zijn geen archeologische vondsten of waarnemingen gemeld binnen het plangebied. Tenslotte ligt het

plangebied niet in een zone aangemerkt als een archeologisch waardevol terrein (AMK-terreinen). In de omgeving van het plangebied is wel informatie bekend. Deze informatie biedt immers houvast voor de specifiek te verwachten archeologische resten ter plaatse van het plangebied. Deze zullen

hieronder kort besproken worden aan de hand van gegevens bekend uit Archis3 en Dans Easy. De ruimtelijke ligging van deze zaken is weergegeven in bijlage 7.

Archeologische waardevolle terreinen

270 meter ten zuiden van het plangebied ligt AMK-terrein 11.941. Dit omvat de historische dorpskern van Kamerik, waarbinnen resten vanaf de stichting van het dorp in de Late Middeleeuwen te

verwachten zijn. Deze zullen daarbij met name in binnenstedelijke ophogingspakketten onder de huidige historische bebouwing in de dorpskern liggen. De oudste, nog staande, gebouwen in deze dorpskern dateren in 1800.

Archeologische onderzoeken

In een straal van 500 meter rond het plangebied zijn twee archeologische onderzoeken uitgevoerd.

Van slechts één daarvan is het rapport beschikbaar in Archis of DANS EASY.

170 meter ten zuidwesten van het plangebied, in de straten Hallehuis en Overzicht, is een archeologische begeleiding uitgevoerd tijdens de aanleg van riolering. Tijdens deze begeleiding werden twee tonputten zonder inhoud aangetroffen uit de 19de eeuw. Daarnaast werden enkele krengbegravingen aangetroffen van runderen. De skeletten waren compleet en zonder haksporen.

Waarschijnlijk waren deze dieren aan een besmettelijke veeziekte gestorven halverwege de 19de eeuw (Van Engeldorp Gastelaars, 2016; onderzoeksmelding 3985033100). Sporen van bebouwing zijn echter

14 Historisch gebruik Boomgaard, bos, weiland, bebouwd

Huidig gebruik Bebouwd, tuin

Bekende verstoringen Landbouw, bebouwing

Historische situatie

Het plangebied ligt oorspronkelijk in de laatmiddeleeuwse polder Kamerik Teylingens, die ingeklemd tussen de Kameriksewetering in het oosten en de Hollandse kade (Blijdenstijn, 2015). De

ontginningsbasis van de polder wordt gevormd door de Kameriksewetering, die direct ten westen aan het plangebied grenst. Vermoedelijk zijn de eerste ontginningen in het plangebied kleinschalig gestart zuidelijk langs de Oude Rijn, vermoedelijk in de 10e of 11e eeuw. Daarbij is een achtersloot gegraven, de zogenaamde Gravensloot. Later, in het begin van de 12e eeuw werd in noordelijke richting de Kamerikse Wetering aanglegd. Kamerik verwijst daarbij naar Cambrai, een plaats in Noord-Frankrijk.

De reden hiervoor was om kolonisten naar het veengebied te trekken met exotisch klinkende namen (hiervan zijn er meer, Portengen, Kockengen, e.d.). De polder, waarin het plangebied ligt, dateert vermoedelijk ook in deze periode. Tijdens de ontginningen van het gebied werd namelijk oostelijk de Zwarte Dijk aangelegd, waarbij de verkavelingen parallel aan de Spruitweg (zuidelijk van het

plangebied) in oostelijke richting opstrekten. Deze cope-verkavelingen waren van vaste maat en langwerpig (110 m breed en 1250 m lang). Deze werden door de Graaf van Holland verpacht middels een “cope-contract”, waarbij de “coper” of pachter van het land tegen een vergoeding het land kon ontginnen en gebruiken. Op de kopse kant van het kavel (op de ontginningsas) langs de

Kameriksewetering vond zodoende bewoning plaats, die mogelijk al terug gaat tot in de 12e eeuw.

In de 14e eeuw is de Kameriksewetering als molengang en wetering gebruikt ter ontwatering van de polder. Als gevolg van de ontginning en het graven van sloten daalde door zetting en inklinking het maaiveld waardoor de podlers vernatten. Dit leidde echter tot het graven van meerdere sloten, maar als gevolg van de ontwatering vormde de inklinking een onomkeerbaar proces. Uiteindelijk is de Kamerik Teylingens bemalen door molens, maar door de maaivelddaling werden de woonplaatsen langs de wetering wel opgehoogd. Hierdoor ontstonden op verschillende plekken woonheuvels.

Op een historische kaart uit 1690 is reeds te zien dat in het plangebied bebouwing aanwezig is. Deze bevinden zich op een regelmatige afstand van elkaar in noordelijke richting. De verhoging die hiermee op het AHN is waargenomen ter plaatse van het woonhuis in het plangebied betreft vermoedelijk een eerder beschreven woonheuvel. De bebouwing ligt in het noordoosten van het plangebied. Deze bebouwing stond daar tot het huidige woonhuis in 1905 is gebouwd. De bijgebouwen, waaronder de stallen, zijn in 1967 gebouwd (edugis.nl). Het plangebied is enkel voor agrarische doeleinden in gebruik geweest. Tegen de weg aan lag een boomgaard. Het achterland was in gebruik als weiland. Ergens in de 19e eeuw is de boomgaard verwijderd. Vervolgens is er weinig veranderd aan het plangebied.

Huidig gebruik en bodemverstoringen

Het plangebied betreft een boerenerf, waarop betonplaten en diverse bedrijfsgebouwen staan. Er zijn echter geen gegevens van het terrein, waaruit blijkt dat er concreet bodemverstoringen hebben plaatsgevonden. Ook bouwtekeningen van de stallen ontbreken, maar op basis van een veldonderzoek is vastgesteld dat onder de stal direct achter de huidige woning een mestkelder aanwezig is. Deze is tot een diepte van circa 2,0 m –Mv. In het Bodemloket zijn ook geen gegevens bekend over

uitgevoerde milieuonderzoeken (www.bodemloket.nl). Er heeft niet eerder milieukundig onderzoek plaatsgevonden of er heeft een milieukundige sanering plaatsgevonden, waarbij archeologische resten in het verleden verdwenen zouden moeten zijn.

Het gebruik als boerenerf en de dichtheid aan bebouwing in het plangebied doet echter wel vermoeden dat er diverse verstoringen van de bodem hebben plaatsgevonden. Ondanks het ontbreken van bouwtekeningen en indicaties van kelders onder de andere bedrijfsgebouwen, zullen ook voor de aanleg van deze bouwwerken graafwerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Ook zullen ze naar verwachting met een dicht palengrid onderheid zijn, maar met welke dichtheid, diepte en frequentie is niet bekend.

16 Figuur 4. Het plangebied (rood omlijnd) op de kadastrale minuutkaart uit

1811-1832. Bron: beeldbank.cultureelerfgoed.nl

Figuur 3. Het plangebied (rood omlijnd) op de topografische kaart van Frederick de Wit uit 1690. Bron: mapy.mzk.cz

Figuur 5. Het plangebied (rood omlijnd) op een topografische kaart uit 1854. Bron: topotijdreis.nl

18 Figuur 7. Het plangebied (rood omlijnd) op een topografische kaart uit

1910. Bron: topotijdreis.nl.

Figuur 8. Het plangebied (rood omlijnd) op een topografische kaart uit 1969. Bron: topotijdreis.nl.

In document Van Teylingenweg 100 in Kamerik (pagina 23-29)