• No results found

4 ONDERZOEK EN ANALYSE

4.7 Archeologie Situatie

De volgende archeologisch waardevolle gebieden zijn in het landelijk gebied gesitueerd:

 aan Geestdorp ten oosten van het landgoed Boschlust en de Duivenvliet liggen de resten van het middeleeuwse versterkte huis Woudenberg. Een deel van de grachten is nog intact. Op dit moment staat er de boerderij Woudenberg.

Waarschijnlijk werd het versterkte huis Woudenberg aan het eind van de 14e eeuw gebouwd. Het is niet bekend wanneer het gesloopt werd. Het terrein is van hoge archeologische waarde.

 aan Geestdorp dichtbij de begraafplaats Rijnhof liggen de resten van het middeleeuwse versterkte huis Rijneveld. Het was een complex met binnen- en buitengracht. De binnengracht is nog intact, de buitengracht slechts gedeeltelijk. Op dit moment staat er de 17e eeuwse dwarshuisboerderij Rijneveld op het binnenste terrein. Het is niet duidelijk hoeveel van het middeleeuwse huis over is. De eerste vermelding in de historische bronnen dateert uit 1367. Rond 1500 werd het huis zwaar beschadigd en is daarna niet meer opgebouwd. Het terrein is van

archeologische betekenis.

 aan de zuidzijde van de Oude Meije liggen de resten van de ontginningskern Miland, van waaruit vanaf de 12e eeuw de polder Zegvelderbroek in cultuur is gebracht. Waarschijnlijk zijn diverse afzonderlijke huisplaatsen te onderscheiden.

Het terrein is van hoge archeologische waarde.

 ten zuidoosten van eerste boerderij aan de Oude Meije heeft het terrein een

onregelmatig relief en een ten opzichte van de omgeving afwijkende verkaveling. Er liggen resten van een middeleeuwse kerk en kerkhof (St. Maartens kerkhof). Het is niet bekend op welke plaats precies de kerk heeft gelegen. Wel is bekend dat in de noordwesthoek een vijver lag. Tot nu toe zijn bij onderzoek geen funderingen gevonden, wel is een laag klei met houtskool aangetroffen (mogelijk

ophogingslaag). Deze laag ligt tussen 25 en 60 cm onder het maaiveld. Het terrein is van hoge archeologische waarde.

 aan de Kromwijkerdijk tegenover het buurtschap Polanen bevindt zich de boerderij Wulverhorst, nu een onderdeel van het Landgoed Linschoten. Op dit terrein heeft het middeleeuwse kasteel Wulverhorst gestaan en nadat dit vervallen is een grote boerderij. Naast de bebouwing, die als rijksmonument is aangewezen, is het terrein van zeer hoge archeologische waarde en als rijksmonument beschermd.

 De locaties van de oude molenplaatsen, het voormalig fort Kruipin, het Duifhuis en een mogelijke kasteelplaats in Breeveld hebben niet alleen de bestemming Water voor de omringende watergangen, maar hebben tevens een archeologische waarde, want er zouden mogelijk nog bewoningsresten te vinden kunnen zijn.

In 2006 is door bureau Hazenberg een onderzoek verricht naar de archeologische verwachtingswaarden in het plangebied. Hieruit is naar voren gekomen dat voor de stroomruggronden langs de rivieren een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt. Deze hoge verwachtingswaarde is mede gebaseerd op de vele vondsten, die in het gebied Leidsche Rijn zijn gevonden, waar eenzelfde ontwikkeling van afgraving voor de steen- en dakpannenfabriek heeft plaatsgevonden. Ook de Romeinse weg, de Limes, loopt langs de Oude Rijn. Vooralsnog is niet exact bekend waar de Limes heeft gelopen. Wel is er een zone bekend waarbinnen het vermoeden bestaat dat de Limes gelegen is. Deze zone is te raadplegen via www.provincie-utrecht.nl/chat.

Ondanks de vele afgravingen voor de steen- en dakpannenfabrieken, is er grote kans dat er archeologische vondsten kunnen plaatsvinden in deze gebieden op meer dan 35 cm onder het maaiveld. Het gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde is vertaald naar de plankaart met een bijbehorende regeling in de voorschriften.

Afbeelding archeologie

Vigerend beleid m.b.t. archeologie

De provinciale nota “Niet van Gisteren, cultuurhistorische hoofdstructuur in de provincie Utrecht/ 2003” heeft tot doel een inspirerend instrumentarium te bieden ter behoud en versterking van cultuurhistorische waarden in de provincie. De cultuurhistorische samenhang in en tussen gebieden dient te worden versterkt, op basis van hun gewaardeerde verleden. De ruimtelijke kwaliteit van nu en de toekomst kan daarmee worden verbeterd.

Sinds de vaststelling van de gemeentelijke Nota van Uitgangspunten in 2003 is het beleid aangaande archeologie aangescherpt. Zo is in het Belvedereproject 'Het Land van Woerden' de nodige aandacht besteed aan de archeologische waarden.

Naar verwachting zal de Monumentenwet binnenkort worden herzien, om uitvoering te geven aan het verdrag van Valetta. Voor het bestemmingsplan betekent dit dat inzichtelijk gemaakt moet worden op welke wijze de archeologische waarden in het plangebied beschermd worden.

In het kader van het bestemmingsplan is in 2004 overleg gevoerd met de provinciaal archeoloog en het voormalige ROB (Rijksdienst voor het Oudkundig Bodemonderzoek).

De gemeente bereidt een eigen archeologiebeleid voor, waarin de resultaten van het eigen onderzoek zullen worden verwerkt. De oude bebouwingsterpen (kaart 1832) in het veenweidegebied zouden volgens de provincie een lokale archeologische

verwachtingswaarde hebben, hoewel het veenweidegebied op de IKAW-kaart met een lage archeologische verwachtingswaarde is aangegeven. Aangetoond is dat de ruimte voor nieuwe bebouwing bij agrarische bedrijven zich buiten deze oude

bewoningsplekken bevinden, zodat deze niet als archeologisch waardevolle locaties zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

De nieuwe Monumentenwet geeft aan dat de regelgeving voor archeologie niet van toepassing is voor grond- en bouwwerkzaamheden op een oppervlakte kleiner dan 100 m2. De gemeente kan gemotiveerd van deze maatvoering afwijken. Recent is de nieuwe monumentenwet in werking getreden. De aan te houden minimale maat voor de onderzoeksverplichting bij werkzaamheden en bouwvergunningen is 100 m² in

gebieden met archeologische waarde en met archeologische verwachtingswaarde.

Echter in het gebied met archeologische verwachtingswaarde heeft de provincie een interim-regeling voorgesteld, waarbij tot een oppervlakte 2.500 m² vrijstelling van die onderzoeksverplichting kan worden gegeven onder bepaalde voorwaarden. Deze vrijstellingsbepaling zal ook toegevoegd worden aan de voorschriften, zodat de gevolgen voor de eigenaren in de gebieden met archeologische verwachtingswaarde beperkt kunnen zijn. Wat betreft de dieptemaat zal 30 cm moeten worden

aangehouden, omdat uit nader onderzoek is gebleken dat driekwart van de vondsten zich in de laag tussen 30 en 50 cm onder het maaiveld voordoen.

4.8 Landbouw