• No results found

Antwoorden op onderzoeksvraag 2: Welke maatregelen zijn nodig?

6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

2. Noodzakelijke kwaliteitsinvesteringen

6.2 Antwoorden op onderzoeksvraag 2: Welke maatregelen zijn nodig?

De tweede onderzoeksopdracht of doelstelling van dit rapport luidde:

Door meting een inventarisatie maken van knelpunten en kritische succesfactoren om verantwoorde ambulancezorg te leveren. Deze inventarisatie levert materiaal op, op basis waarvan het Ministerie van VWS in staat moet zijn uitspraken te doen over: de maatregelen die nodig zijn om RAV’en in staat te stellen verantwoorde ambulance- zorg te leveren.

Om de tweede onderzoeksvraag te beantwoorden, hebben we gezocht naar oorzaken van of verklaringen voor de gevonden variatie in doelmatigheid en kwaliteit van de ambu- lancezorg. Wat betreft doelmatigheid is langs statistische weg bepaald of er factoren zijn, die een effect hebben op de doelmatigheidsscore. Wat betreft kwaliteit hebben we ons gebaseerd op de bevindingen van de IGZ. Bij haar bezoeken aan CPA’s en ambulan- cediensten is de IGZ expliciet ingegaan op de oorzaken van tekortschietende kwaliteit. Met de gevonden verklaringen c.q. oorzaken willen we, waar mogelijk, zowel beleids- makers als individuele organisaties in de ambulancezorg aangrijpingspunten bieden voor maatregelen waarmee zij de doelmatigheid en kwaliteit van de ambulancezorg kun- nen beïnvloeden.

Een belangrijke notie hierbij is dat we alleen ingaan op mogelijke aangrijpingspunten die aan de orde zijn gesteld voor de onderzoeksvragen en de uitwerking daarvan. Dit impliceert dat we nieuwe ontwikkelingen zoals verspreiding van automatische defibril- lators, inzet van ‘first responders’, en toepassing van Global Positioning Systems, waar- over momenteel discussies worden gevoerd, niet aan de orde stellen.

Maatregelen met betrekking tot doelmatigheid

Doelmatigheidsverschillen zijn nauwelijks te verklaren door externe of omgevings- factoren.

De gevonden variantie in doelmatigheid van ambulancediensten kan slechts voor 10 tot 30% verklaard worden door onbeïnvloedbare factoren in de werkomgeving van organi- saties. De bijgaande regressiemodellen geven echter een dusdanig slechte fit op de geob- serveerde waarden te zien dat niet gecorrigeerd kan worden op de gevonden doelmatig- heidscores.

De resultaten van de statistische analyse vormen uiteindelijk dus geen aanleiding voor maatregelen ten aanzien van omgevingsfactoren. Als dit wel het geval was geweest, dan had het voor de hand gelegen om compenserende maatregelen te nemen die verband houden met de desbetreffende factoren. Daarbij valt te denken aan maatregelen in de sfeer van budgetverdeling. Dit is echter op grond van de gevonden statistische samen- hangen niet aan de orde.

100

N I E T Z O N D E R Z O R G C O N C L U S I E S E N A A N B E V E L I N G E N 6

Bij ambulancediensten zijn drie beïnvloedbare factoren van invloed op doelmatigheid

De variatie in doelmatigheid van ambulancediensten kan voor maximaal 55% verklaard worden door drie factoren waarop een ambulancedienst wel of gedeeltelijk invloed kan uitoefenen:

• Het percentage niet-declarabele ritten op het totaal aantal ritten vertoont het sterkste

effect. Dit effect is negatief en significant. Het betekent dat de doelmatigheid van een dienst afneemt naarmate die dienst meer niet-declarabele ritten rijdt.

• Het percentage B-ritten buiten kantooruren heeft een positief en significant effect op

doelmatigheid.

• Tenslotte zien we een significant positief effect op doelmatigheid optreden als er

sprake is van een hogere bezettingsgraad, uitgedrukt als het aantal gereden uren ten opzichte van het totaal aantal parate uren (hierbij is uiteraard gecorrigeerd voor schaalgrootte).

De hier gevonden factoren wijzen in de richting van planning. Alle drie de factoren heb- ben namelijk betrekking op zaken als spreiding van ambulances, spreiding van (planba- re) ritten en het inroosteren van mensen en auto’s.

De variatie in de doelmatigheid van CPA’s kan niet verklaard worden door beïn- vloedbare factoren.

Door het geringe aantal CPA’s was het op voorhand denkbaar dat het moeilijk zou wor- den om significante verklaringen te vinden voor doelmatigheid. Het is niet mogelijk gebleken concrete aangrijpingspunten te noemen voor maatregelen om de doelmatig- heid van CPA’s te verhogen.

Maatregelen ten aanzien van kwaliteit

Op basis van de bevindingen van de IGZ ten aanzien van kwaliteit in de ambulancezorg, stellen de onderzoekers de volgende maatregelen voor.

Vaststellen van een integraal beleidskader voor RAV-vorming.

Een groot aantal knelpunten ten aanzien van kwaliteit dient in RAV-verband te wor- den opgepakt. Echter, de RAV-ontwikkeling is een onomkeerbaar proces van regio- nalisering, dat momenteel stagneert. De huidige onduidelijkheid hierover leidt tot pas op de plaats. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit (en de doelmatigheid) van de ambulancezorg. Om uit deze impasse te geraken, dient een samenhangend pakket van beleidsinstrumenten te worden aangereikt, die verankerd moet worden in wet en regelgeving, in het bijzonder in de WAV. Hierin moeten in ieder geval aan de orde komen: een uniforme rechtspositie van het personeel, een saneringsregeling, plan- ning en financiering (en de rol van partijen hierin) en de verhouding tussen landelijke en regionale scholing.

Omschrijving rol en werkwijze CPA.

De rol en werkwijze van de CPA’s in de keten moet nader worden vastgelegd. Hierin moet ook aandacht worden geschonken aan de kwaliteit van de inhoudelijke aanstu- ring van de CPA’s.

Stimuleren schaalvergroting CPA’s en ambulancediensten.

De schaalvergroting van CPA’s en ambulancediensten moet verder gestimuleerd en ondersteund worden, in een nader aan te geven regio-indeling.

De volgende maatregelen vallen onder de verantwoordelijkheid van de organisaties zelf. • Verhoging paraatheidsdiscipline

Verhoging van de paraatheidsdiscipline is nodig door een systeem met harde afspra- ken (contractmanagement) in te voeren voor de producten die onderling geleverd worden en de kwaliteitseisen die daarbij gesteld worden.

Ontwikkelen regionaal ketenkwaliteitsbeleid

Er dient meer gerichte aandacht te worden besteed aan regionaal kwaliteitsbeleid op ketenniveau en aan regionale ontwikkeling van een integraal kwaliteitssysteem. • Verbeteren gebruikswaarde van registratie- en informatiesystemen

De gebruikswaarde van de registratie- en informatiesystemen kunnen verbeterd wor- den. Er moeten afspraken komen tussen partijen welke relevante informatie er gege- nereerd moet en kan worden uit de geregistreerde gegevens. Hieruit is naar verwach- ting nog behoorlijk wat managementinformatie te halen voor de sector in het algemeen en de regio’s en betrokken organisaties in het bijzonder.