• No results found

6. Conclusie en discussie

6.6 Antwoord hoofdvraag

Dit onderzoek is uitgevoerd om een antwoord te vinden op de volgende hoofdvraag:

Wat is het verschil tussen telefonische en face-to-face interviews met betrekking tot satisficing en optimizing en hoe dragen de interviewer en de respondent bij aan dit verschil?

De resultaten uit de eerste hypothese over satisficing hebben laten zien dat de drie variabelen waaruit satisficing bestaat, geen eenduidige resultaten opleveren en dat telefonische en face-to-face resultaten per afhankelijke variabele verschillen. De hoofdvraag is met betrekking tot satisficing in het algemeen dus lastig te formuleren. Voor differentiation geldt dat non-differentiation een patroon laat zien waarbij het meer voorkomt in telefonische interviews dan in face to face interviews. Voor acquiescence geldt dat deze respons fout meer voorkomt in face-to-face interviews dan in telefonische interviews. Voor ‘don’t know’ antwoorden geldt dat het meer voorkomt in face-to-face interviews dan in telefonische interviews. De

hoofdvraag kan wel eenduidig worden beantwoord met betrekking tot optimizing gedrag: het verschil tussen telefonische en face-to-face interviews met betrekking tot optimizing gedrag is dat in telefonische interviews meer optimizing gedrag van de respondent zichtbaar is. De interviewer draagt bij aan dit verschil door zich wel of niet aan de vragenlijst te houden, want of de interviewer zich aan de standaardisatie houdt of niet, heeft effect op het satisficing gedrag van de respondent in zowel telefonische als face-to-face interviews.

Hier moet wel een kanttekening bij gemaakt worden, want zoals eerder gezegd spelen de antwoordkaarten die face-to-face respondenten te zien krijgen een rol. Daarom is het er niet echt sprake van optimizing, maar kan dit worden gezien als een inhaalslag van de telefonische respondenten, die in dit geval eigenlijk in het nadeel zijn. Om deze beperking weg te nemen zou het onderzoek moeten worden herhaald, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van antwoordkaarten. Een andere beperking betreft het aantal beschikbare transcripties. Doordat er geen opnames van alle interviews beschikbaar zijn, is er een behoorlijk verschil in

respondenten per hypothese. De hypothese over satisficing gedrag is getoetst aan de hand van 423 interviews en de hypothese over optimizing gedrag en het gedrag van de interviewer aan de hand van 178 interviews. Een laatste opmerking betreft het feit dat het gedrag van de respondenten en interviewers over het hele interview is gemeten, ofwel over een set van vragen. Vervolgonderzoek zou kunnen uitwijzen of er ook interessante verschillen bestaan per vraag. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat bepaalde onderwerpen over het algemeen meer

satisficing of optimizing gedrag oproepen. Een aanbeveling voor onderzoekers die

vragenlijstonderzoek willen uitvoeren aan de hand van interviews is dat er een focus moet worden gelegd op interviewtrainingen, waarbij aandacht moet worden besteed aan het combineren van rapport en standaardisatie. Het is belangrijk dat interviewers de vraag zo voorlezen dat er absoluut geen interpretatie verschillen kunnen ontstaan, maar mee lachen met de respondent of heel kort in gaan op een uiting van een respondent moet geaccepteerd

Bibliografie

Barath, A. & Cannell, C.F. (1976). Effect of interviewer’s voice intonation. Public Opinion Quarterly 40:370–73.

Bradburn, N., Sudman, S. & Wansink, B. (2004). Asking questions: the definitive guide to questionnaire design for market research, political polls, and social and health questionnaires. San Francisco, CA: Jossey-Bass

Brown, P. and S. Levinson. (1987). Politeness. Cambridge: Cambridge University Press. Cannel, C.F. & Kahn, R.L. (1968). Interviewing. The handbook of Social Psychology. Reading, Mass.: Addison-Wesley.

Cannell, C.F., Oksenberg, L. & Converse, J.M. (1977) Striving for response accuracy: Experiments in New Interviewing Techniques. Journal of Marketing Research XIV Pp. 306-315.

Chartrand, T. L., & Bargh J. (1999). The Chameleon Effect: The Perception-Behavior Link and Social Interaction. Journal of Personality and Social Psychology 76:893–910.

Dijkstra, W. (2008) Behavior Coding. Encyclopedia of Survey Research Methods.

Drolet, A. L., & Morris, W.M. (2000). Rapport in Conflict Resolution: Accounting for How Face-to-Face Contact Fosters Mutual Cooperation in Mixed-Motive Conflicts. Journal of Experimental Social Psychology 36:26–50.

European Social Survey (2013). European Social Survey. Beschikbaar via:

www.europeansocialsurvey.org

Fowler, F.J. & Mangione, T.W. (1990) Standardized Survey Interviewing. Minimizing Interviewer-related Error. Applied Social Research Methods Series. Vol. 8

Houtkoop-Steenstra, H. (2000). Interaction and the standardized survey interview. The living questionnaire. Cambridge: University Press.

Goudy, W.J. & Potter, H.R. (1975). Interview Rapport: Demise of a Concept. The Republic Opinion Quaterly, Vol. 39, No. 4: pp 529-543

Haan, M. (2012). Mixed Mode Studies in Survey Research. University of Groningen. Haan, M., Ongena, Y.P. & Aarts, K. (2014A). Reaching Hard-to-Survey Populations: Mode Choice and Mode Preference. Journal of Official Statistics, Vol. 30, No. 2, 2014

Haan, M., Ongena, Y.P. & C.M. de Glopper (2014B). Humanized Mode, Mode Comparisons and Mode Choice in the European Social Survey. Paper presented at the 69th conference of the American Association for Public Opinion Research,Anaheim, California, May 15-18, 2014

Holbrook, A.L. & Green, M.C. & Krosnick, J.A. (2003) Telephone versus face-to-face interviewing of national probability samples with long questionaires. Public Opinion Quarterly. Volume 67: 79-125.

 

Jans, M.E. (2008). Mode effects. In: Lavrakas, P.J. (Ed.). Encyclopedia of Survey Research Methods (pp. 475-480). Thousand Oaks, CA: Sage.

Lavin, D. & Maynard, D. W. (2001). Standardization Vs. Rapport: Respondent Laughter and Interviewer Reaction During Telephone Surveys. American Sociological Review, 2001, Vol. 66: 453-479

Leeuw, E.D. (1992). Data quality in mail, telephone and face-to-face surveys. Academisch proefschrift. Amsterdam: TT-publikaties.

Lynn, P & Kaminska, O. (2011). The Impact of Mobile Phones on Survey Measurement Error. University of Essex.

Krosnick, J.A. (1999). Survey Research. Annual review of psychology. P. 537-567.

Krosnick, J.A. & Presser, S. (2010). Question and questionnaire design. In: Marsden, P.V. and Wright, J.D. (Eds.), Handbook of survey research. (pp. 551-574). Bingley, United Kingdom: Emerald.

Oksenberg, L., Coleman, L. & Cannell, C.. (1986). Interviewers’ Voices and Refusal Rates in Telephone Surveys. Public Opinion Quarterly 50:97–111.

Ongena, Y. (2005). Interviewer and Respondent Interaction in Survey Interviews. Academisch proefschrift, Vrije Universiteit Amsterdam.

Smyth, J.D., Dillman, D.A. & Christian, L.M. (2007). Context effects in internet surveys. New issues and evidence. In: Joinson, A., McKenna, K., Postmes, T. and Reips, U. (Eds.) The Oxford Handbook of Internet Psychology (pp. 429-445). Oxford: Oxford University Press.

Sturgis, P., Roberts, C. & P. Smith (2014) Middle alternatives revisited: How the neither/nor response acts as a way of saying “I “don’t know”, Sociological Methods and Research. Vol 43(1) 15-38

Suchman, L. & Jordan, B. (1990). Interactional troubles in face-to-face Survey Interviews. Journal of the American Statistical Association, vol 2. P. 232 – 242

Tourangeau, R. and Rips, L.C. and Rasinski. (2000). The psychology of survey response. Cambridge: Cambridge University Press.

Weiss, C.H. (1970). Interaction in the Research Interview. The Effect of Rapport on Response. American Statistical Association. pp. 18-19