• No results found

2 Woorden geven aan natuurconflicten

2.6 Analytisch raamwerk

In deze laatste paragraaf van dit hoofdstuk gaan we nader in op de theoretische bril die wij hebben opgezet bij de inventarisatie en analyse.

Het conflict is een proces van botsende uitingen

We zien conflicten als een periode in een langduriger proces van zeer diverse communicatieve uitingen6 waarin maatschappelijke tegenstellingen zich manifesteren. Die uitingen verschillen qua

inhoud, vorm en doel. In de conflictperiode komen de uitingen inhoudelijk meer tegenover elkaar te staan, worden ze scherper van vorm en zijn ze sterker gericht op het beïnvloeden of tegenhouden van acties van anderen. Tijdens het conflict zijn de diverse uitingen sterker op elkaar gericht: ze

verhouden zich tot elkaar als actie en reactie. Het proces verschiet van aard: tegenstellingen worden botsingen. Tegelijkertijd verengt het veld van mogelijke uitingen, waardoor verschillen en nuances uit beeld raken en het lijkt alsof er alleen maar voor en tegen bestaat (figuur 2.4).

Figuur 2.4 Een proces als geheel van meer en minder convergerende uitingen, die in een conflict meer botsen dan op andere momenten en waarbij het veld van mogelijke uitingen tijdelijk versmalt.

6 Waarbij we ook fysieke actie als vorm van communicatie beschouwen. Zelfs een extreme uiting als de mishandeling van een boswachter is vooral bedoeld als signaal, dat meestal niet het fysiek uitschakelen van die boswachter als doel heeft.

Terzijde

Overigens willen wij met een positieve waardering van natuurconflicten geen romantisch beeld oproepen. Neem bijvoorbeeld een willekeurig krantenbericht als het onderstaande (Omroep Zeeland 4 februari 2018).

Boswachter aangevallen door hondeneigenaren in natuurgebied

Een medewerker van Natuurmonumenten is vanmiddag mishandeld in het natuurgebied de Zeepeduinen, aan de Zandstraat in Burgh-Haamstede. Twee nog onbekende mannen heb- ben de boswachter daar belaagd.

Dergelijke berichten lezen wij als een appèl op theorieën over conflicten. Theorieën moeten zich verantwoorden over hun relatie tot dat wat als werkelijkheid in hun wereld doorbreekt.

In het proces van botsende uitingen manifesteren zich drie lagen

In de uitingen van de betrokken actoren ontvouwt zich ook hun strategie, hun belangen, hun

identiteit, hun percepties en hun waarden en werkelijkheidsopvattingen. Dit geheel abstraheren we in deze studie tot drie lagen: het conflictproces als stroom van concrete uitingen, het proces als

ontplooiing van strategieën en het proces als ontwikkeling van het karakter van de actoren (figuur 2.5). Vergelijkbare lagen komen we ook tegen in het werk van Stoll-Kleemann (2001), De Groot et al. (2012), Nahapiet & Ghoshal (1998), VanHoose en Savini (2017), om een paar publicaties te noemen die wij interessant vinden.

• De stroom van concrete (communicatieve en fysieke7) uitingen is de oppervlaktelaag waarin

uitingen zintuigelijk waarneembaar zijn. Het gaat om het uitvoeren van handelingen, acties en reacties; scenes van met elkaar samenhangende acties en reactie culmineren in

sleutelmomenten, het moment waarop nieuwe paden worden ingeslagen.

• Uitingen hangen echter met elkaar samen, zeker als ze van eenzelfde actor komen. Dat vormt een tweede laag, de laag van de strategieën. Deze laag heeft betrekking op vragen als ‘welke middelen worden ingezet?’ en ‘waarop wordt ingezet?’. Deze laag vormt ook de brug tussen de concrete uitingen enerzijds en de hieronder genoemde laag van waarden, waarheden en identiteiten anderzijds.

• In de uitingen komen ook de waarden, waarheden en identiteiten van actoren tot uitdrukking, evenals de verhoudingen tussen actoren. Zowel netwerken, waarheden als waarden worden in en door elke uiting bestendigd of juist aangetast. Dat vormt de derde laag die we hier

onderscheiden: het karakter van de betrokken actoren, met daarin de volgende dimensies: organisatorisch (structuur, financiering, hoeveelheid en soort leden), relationeel (netwerken, relaties, gezag, macht) en cognitief (werkelijkheidsconstructies, waarden, ideaalbeeld, identiteit, gedeelde normen). Voor deze drie hanteren wij in het vervolg van deze studie de samenvattende termen: organisatie, netwerk, en opvattingen. De verhouding tussen het karakter van verschillende actoren en de ontwikkeling daarin noemen we in het vervolg de

conflictstructuur, waarmee we Luhmann’s opvatting van structuur volgen: het is geen entiteit

op zich, maar waarneembaar in de uitingen waarin een actor zijn eigen identiteit uitdrukt, soms als doorwrochte tegenspraak op de uiting van een ander, soms als scheldkanonnade.

Drie lagen, drie traagheden

De lagen zijn alle drie continu in ontwikkeling, maar in een verschillend tempo. Strategieën

veranderen, maar langzamer dan handelingen. De karakters van actoren veranderen, maar langzamer dan strategieën. Daardoor heeft de tragere laag een structurerend effect op de snellere laag. Dit structurerende effect manifesteert zich onder meer als weerstand voor ontwikkelingen in de snellere laag.

Toepassing

De indeling in de drie lagen is gebruikt voor het maken van een lijst van vragen voor de interviews, waarbij over elke laag vragen zijn gesteld (bijlage 3). Verder zijn deze lagen gebruikt voor de analyse van de twee cases en komen als zodanig terug in de hoofdstukken 3, 4 en 5. Bij het beschrijven van de cases in de hoofdstukken 4 en 5 zullen we de actoren karakteriseren aan de hand van hun strategie en karakter (hun organisatie, netwerk en opvattingen).

7 Natuurlijk is elke communicatieve uiting ook fysiek, en heeft elke humane fysieke handeling ook een communicatieve betekenis, maar wij wijzen hier op het verschil in vorm tussen talige middelen (discussie voeren, geschriften verspreiden, bezwaren maken, en dergelijke) en fysieke middelen (blokkades, mishandeling, molest, vernieling, en dergelijke).