• No results found

IAU 19 10.37 1.921 Schemataak Tva

4.3. Analyses controlevariabelen

Voorkennis. Om te onderzoeken of de mate van voorkennis over sociale media

samenhing met de totaalscore op de begripstaken, is de Spearman rangcorrelatie berekend voor elk niveau van de onafhankelijke variabele conditie. Uit de resultaten (zie tabel 8) bleek dat het aantal aspecten over sociale media dat genoemd werd bij de vraag ‘Wat is sociale media volgens jou?’ niet significant samenhing met de totaalscore op de begripstaken, zowel in de Tva- als in de IAU-conditie. Ook het aantal apps dat werd gebruikt door de respondenten hing niet significant samen met de totaalscore op de begripstaken in beide condities. De gebruiksfrequentie van sociale media onder de respondenten correleerde ook niet significant met de totaalscore in beide condities.

Tabel 8.

Correlaties tussen de verschillende items van de vragenlijst over voorkennis en de totaalscore op de begripstaken, berekend met de Spearman Rho voor zowel de Tva-groep als de IAU-groep. Weergegeven zijn de groepsgroottes (n), correlatiecoëfficiënten en significantiewaarden.

Conditie Item vragenlijst voorkennis n Correlatie met totaalscore Sig.

Tva Aantal genoemde aspecten 21 -.049 .835

Aantal apps 21 .381 .088

Gebruiksfrequentie 21 .274 .230

IAU Aantal genoemde aspecten 19 .418 .075

Gebruiksfrequentie 19 .379 .110

Leestijd. Om te onderzoeken of de leestijd (zowel bij het hardop lezen als stil lezen)

samenhing met de totaalscore op de begripstaken, is de Spearman rangcorrelatie berekend voor elk niveau van de onafhankelijke variabele conditie. Uit de resultaten (zie tabel 9) bleek dat er bij de Tva-groep geen sprake was van een significante correlatie tussen de leestijd bij het hardop lezen en de totaalscore op de begripstaken. Bij de IAU-groep was er wel sprake van een

significante correlatie tussen de leestijd bij het hardop lezen en de totaalscore die zij behaalden op de begripstaken. Dit verband was negatief, wat wil zeggen dat wanneer de leestijd toenam, de totaalscore afnam en andersom. De leestijd van de respondenten bij het stil lezen hing niet significant samen met de totaalscore op de begripstaken in beide condities.

Tabel 9.

Correlaties tussen de leestijden (bij het hardop lezen en het stil lezen) en de totaalscore op de begripstaken, berekend met de Spearman Rho voor zowel de Tva-groep als de IAU-groep. Weergegeven zijn de groepsgroottes (n), correlatiecoëfficiënten en significantiewaarden.

Conditie Leestijd hardop/stil n Correlatie met totaalscore Sig.

Tva Leestijd hardop 21 -.005 .983

Leestijd stil 20 .040 .867

IAU Leestijd hardop 19 -.623** .004

Leestijd stil 19 -.339 .155

Noot. ** verwijst naar p < .01.

Technisch leesniveau. Om te onderzoeken of het technisch leesniveau van de

respondenten, uitgedrukt in het AVI-niveau, samenhing met de totaalscore op de begripstaken, is de Spearman rangcorrelatie berekend voor elk niveau van de onafhankelijke variabele conditie. Uit de resultaten (zie tabel 10) bleek dat er bij de Tva-groep geen sprake was van een significante correlatie tussen de variabele technisch leesniveau en de variabele totaalscore (Rs(21) = .212, p = .357). Bij de IAU-groep was er wel sprake van een significante correlatie tussen het technisch leesniveau van de respondenten en de totaalscore die zij behaalden op de begripstaken (Rs(19) = .640, p = .003). Dit verband was positief, wat inhoudt dat wanneer het leesniveau hoger was, de

totaalscore ook toenam.

Tabel 10.

Correlaties tussen het technisch leesniveau, uitgedrukt in AVI-scores, en de totaalscore op de begripstaken, berekend met de Spearman Rho voor zowel de Tva-groep als de IAU-groep. Weergegeven zijn de groepsgroottes (n), correlatiecoëfficiënten en significantiewaarden.

Conditie n Correlatie tussen AVI- scores en totaalscore

Sig.

Tva 21 .212 .357

IAU 19 .640** .003

Noot. ** verwijst naar p < .01.

Figuur 4. Spreidingsdiagrammen voor de conditie Taal voor allemaal (links) en Information As

Usual (rechts), met de AVI-scores op de X-as en de totaalscore op de begripstaken op de Y-as.

Moedertaal. Een Two-way Analysis of Variance (ANOVA) is uitgevoerd om te

onderzoeken of er hoofdeffecten waren van de onafhankelijke variabelen ‘conditie’ en

‘moedertaal’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ en of er sprake was van een interactie- effect tussen ‘conditie’ en ‘moedertaal’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’. Uit de analyse kwam naar voren dat er geen sprake was van een significant hoofdeffect van de onafhankelijke variabele ‘conditie’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ (F(1, 36) = 2.881, p = .098). Ook

was er geen sprake van een significant hoofdeffect van de onafhankelijke variabele ‘moedertaal’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ (F(1, 36) = .780, p = .383). Wel was er sprake van een significant interactie-effect tussen de conditie en moedertaal (F(2, 36) = 4.154, p = .049).

Figuur 5. Weergave van het interactie-effect van de onafhankelijke variabelen ‘conditie’ en

‘moedertaal’ op de afhankelijke variabele ‘totaalscore’.

Taalproblemen. Een Two-way Analysis of Variance (ANOVA) is uitgevoerd om te

onderzoeken of er hoofdeffecten waren van de onafhankelijke variabelen ‘conditie’ en

‘taalproblemen’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ en of er sprake was van een interactie- effect tussen ‘conditie’ en ‘taalproblemen’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’. Uit de analyse kwam naar voren dat er geen sprake is van een significant hoofdeffect van de

onafhankelijke variabele ‘conditie’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ (F(1, 36) = 4.002,

p = .053). Ook was er geen sprake van een significant hoofdeffect van de onafhankelijke

variabele ‘taalproblemen’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ (F(1, 36) = .615, p = .438). Ook was er geen sprake van een significant interactie-effect tussen de conditie en taalproblemen (F(2, 36) = 2.379, p = .132).

Figuur 6. Weergave van het interactie-effect van de onafhankelijke variabelen ‘conditie’ en

‘taalproblemen’ op de afhankelijke variabele ‘totaalscore’.

Psychiatrische classificatie. Een Two-way Analysis of Variance (ANOVA) is uitgevoerd

om te onderzoeken of er hoofdeffecten waren van de onafhankelijke variabelen ‘conditie’ en ‘psychiatrische classificatie’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ en of er sprake was van een interactie-effect tussen ‘conditie’ en ‘psychiatrische classificatie’ op de afhankelijke

variabele ‘Totaalscore’. Uit de analyse kwam naar voren dat er geen sprake is van een significant hoofdeffect van de onafhankelijke variabele ‘conditie’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ (F(1, 36) = 3.676, p = .063). Ook was er geen sprake van een significant hoofdeffect van de onafhankelijke variabele ‘psychiatrische classificatie’ op de afhankelijke variabele ‘Totaalscore’ (F(1, 36) = 4.109, p = .050). Ook was er geen sprake van een significant interactie-effect tussen de conditie en taalproblemen (F(2, 36) = .359, p = .553).

Figuur 7. Weergave van het interactie-effect van de onafhankelijke variabelen ‘conditie’ en

‘psychiatrische classificatie’ op de afhankelijke variabele ‘totaalscore’.