• No results found

3. Onderzoeksmethode

4.4 Analyse van de resultaten

Nu, wat leren al deze formules ons? Ten eerste geven ze ons veel informatie over de factoren die naar voren werden geschoven door de literatuur. Het is duidelijk dat veel van de bevindingen van de auteurs die opgenomen zijn in dit onderzoek eerder worden tegengesproken dan bevestigd. Op basis van deze resultaten kan men stellen dat Tanja Börzel er naast zat door te stellen dat enkel economische ontwikkeling voldoende was om het innemen van een leader-positie in klimaat- en

milieubeleid te verklaren. De aanwezigheid van een hoge economische ontwikkeling komt slechts in drie van alle verschillende combinaties van factoren voor. Dit is dan nog eens enkel in de complexe formule, die enkel over de leaders en de laggards ging. Daarnaast komt de afwezigheid van een hoge economische ontwikkeling in meerdere combinaties van factoren terug. Het is vooral belangrijk dat in de formule die geproduceerd werd aan de hand van Tosmana, die alle lidstaten opnam in de analyse, de afwezigheid van een hoge economische ontwikkeling deel is van een van de combinaties. Economische ontwikkeling is ook een factor die naar voren werd geschoven door Jänicke, Lenschow et al en Liefferink et al. Hun bevindingen over die factor wordt hiermee dus ook weerlegd.

De bevindingen van Lenschow worden volledig tegengesproken. Neocorporatisme komt nauwelijks voor in de combinaties, enkel in de complexe formule. De aanwezigheid van neocorporatisme komt in drie combinaties van die formule voor en de afwezigheid ervan in vier. Deze factor komt niet voor in de parsimonious en de intermediate formules en ook niet in de formule die geldt voor alle lidstaten. Daarmee kan men stellen dat de factor neocorporatisme niet relevant is voor het innemen van een leader-positie in klimaat- en milieubeleid binnen de Europese Unie. Dit spreekt dan ook een van de bevindingen van Jacob en Volkery tegen. Protestantisme komt vaker terug, maar eerder in omgekeerde zin dan bedoeld door Lenschow. De aanwezigheid van protestantisme komt slechts een keer voor in een combinatie en dat is in de complexe formule. De afwezigheid van protestantisme daarentegen komt voor in zes van de combinaties in de complexe formule en komt voor in een van de combinaties die geldt voor alle lidstaten.

De factor efficiëntie van de overheid, afkomstig van Jacob en Volkery, wordt ook grotendeels weerlegd. De aanwezigheid van een efficiënte overheid kwam slechts voor in drie van de combinaties van de complexe formule, terwijl de afwezigheid ervan voorkomt in vier van de combinaties van de complexe formule, in de parsimonious en de intermediate en in de formule voor alle lidstaten. Voor de factor uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling, afkomstig van Jänicke, geldt een gelijkaardig resultaat als voor protestantisme. De aanwezigheid ervan komt voor in drie van de combinaties uit de complexe formule en in een van de combinaties van de formule voor alle lidstaten. De afwezigheid ervan komt in vier van de combinaties van de complexe formule voor. De factor sterke van het onderwijs, ook van Jänicke, komt in vele combinaties voor, soms aanwezig, soms afwezig. Een sterk onderwijs is aanwezig in drie van de combinaties van de complexe formule, in de parsimonious en in de intermediate en ook in de formule die geldt voor alle lidstaten. Vervolgens is er de factor democratieniveau, opnieuw afkomstig van Jänicke. Deze komt voor in zeer veel combinaties van factoren, vooral als zijnde aanwezig. Een hoog democratieniveau komt voor in vijf van de combinaties van de complexe formule, in de parsimonious en in de intermediate formule en ook in de formule die geldt voor alle lidstaten. Het lijkt er dus op dat de aanwezigheid van een hoog democratieniveau een van de belangrijkste bepalende factoren is. De afwezigheid ervan komt ook wel in twee van de combinaties van de complexe formule voor.

Ten slotte zijn er nog de factoren openheid handel en milieudruk afkomstig uit het onderzoek van Liefferink en zijn collega’s. Over openheid handel beweerden zij dat het irrelevant

was, maar de resultaten van dit onderzoek spreken dat tegen. Opmerkelijk is wel dat het vooral de afwezigheid van een open handel is dat in vele van de combinaties voorkomt. Deze komt voor in vier van de combinaties van de complexe formule, in de parsimonious en intermediate en in de formule voor alle lidstaten. De aanwezigheid van een open handel daarentegen komt slechts voor in twee van de formules van de complexe formule. Als laatste is er de factor hoge milieudruk. Deze komt heel vaak voor in de combinaties, zowel aanwezig als afwezig. Een hoge milieudruk is aanwezig in drie van de combinaties van de complexe formule, in de intermediate en in de formule voor alle lidstaten. De afwezigheid ervan komt voor in vier van de combinaties van de complexe formule, in de parsimonious en intermediate en in de formule voor alle lidstaten.

Ten tweede kan men de conclusie trekken dat er veel tegenstrijdigheden in de resultaten zitten, vooral als we noodzakelijke factoren voor het afwezig zijn van een leader-positie bekijken. Zo zijn de afwezigheid van een hoge economische ontwikkeling, de afwezigheid van een neocorporatistische institutionele structuur, de afwezigheid van protestantisme, de aanwezigheid van een open handel, de afwezigheid van een sterke democratie en afwezigheid van hoge uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling allemaal noodzakelijk daarvoor. Dit terwijl veel van deze factoren ook voorkomen in combinaties van factoren die leiden tot het innemen van een leader-positie. Deze tegenstrijdigheden leren ons dat een eenduidig antwoord op de onderzoeksvraag niet voor de hand ligt. Elk resultaat moet genuanceerd worden.

Ten slotte zijn er grote verschillen tussen de vele formules. Dit komt natuurlijk in de eerste plaats doordat de complexe, parsimonious en intermediate gecreëerd werden op basis van een lager aantal cases dan de formule afkomstig van Tosmana, die alle lidstaten opnam in de analyse. Daarnaast komt dit ook doordat er zoveel verschillende combinaties van factoren zijn die leiden tot het innemen van een leader-positie in klimaat- en milieubeleid binnen de Europese Unie. Dit was al duidelijk bij het opstellen van de Truth Table. Daaruit bleek al dat er voor elke mogelijke combinatie van factoren minstens een case was waarbij die voorkwam. Er zijn geen logical

remainders en dat is eerder uitzonderlijk bij een QCA. Daarnaast was er ook nog de

contradictorische configuratie.