• No results found

Analyse en discussie

In document Integrated Reporting (pagina 28-42)

In dit hoofdstuk wordt de analyse en discussie van de gevonden data beschreven. In de eerste paragraaf komen de bevindingen rondom de materialiteitsanalyse aan bod, waarna in paragraaf twee de bevindingen rondom het stakeholder engagement aan bod komen. Per paragraaf komen eerst de algemene bevindingen aan bod, waarna de bevindingen per sector en tot slot de bevindingen per landentype worden weergegeven. Tot slot worden in de derde paragraaf verbanden gezocht tussen de materialiteitsanalyse en het stakeholder engagement. Elke paragraaf leidt tot een korte tussenconclusie, waarna in hoofdstuk 7 de algehele conclusie aan bod komt.

§ 6.1 Materialiteitsanalyse

De derde deelvaag richt zich op de toelichting op het proces van de materialiteitsanalyse in een Integrated Report. Deze toelichting op het proces heb ik door middel van het opzoeken van een aantal zaken in het Integrated Report geanalyseerd, namelijk:

- Vaststellen hoeveel woorden het rapport wijdt aan de toelichting op het proces vergeleken met de hoeveelheid woorden van het gehele rapport.

- Daarnaast vaststellen of de materialiteitsanalyse is weergegeven in een matrix, zoals een tabel of een grafiek.

- Het in kaart brengen van de materiële onderwerpen welke de onderneming geformuleerd heeft.

- Nagaan of een samenvatting van de materialiteitsanalyse is weergegeven waarin staat waar de materiële onderwerpen in het rapport te vinden zijn.

Ik start met een algemene analyse, waarna ik verder ga met eventuele bevindingen tussen de sectoren en de landen.

§ 6.1.1. Algemene bevindingen

Allereerst heb ik geanalyseerd hoeveel ondernemingen iets van de materialiteitsanalyse toelichten, ongeacht de exacte inhoud van het geschreven stuk. Hieruit blijkt dat in totaal 22 van 59 (circa 37-%) ondernemingen niets toelicht rondom de materialiteitsanalyse. Uit onderstaande grafiek blijkt deze verhouding.

Grafiek 3 Toelichting rondom de materialiteitsanalyse

37%

63%

Toelichting rondom de materialiteitsanalyse

Niet Wel

Vervolgens heb ik de 37 ondernemingen welke wel iets toegelicht hebben rondom de materialiteitsanalyse nader geanalyseerd.

Van deze 37 ondernemingen hebben 34 (circa 92-%) ondernemingen een materialiteitsmatrix in het Integrated Report opgenomen. 32.5-% heeft dit gedaan middels een grafiek, 32.5-% heeft dit gedaan middels een tabel en 27-% heeft dit enkel tekstueel weergegeven. In grafiek twee wordt deze verdeling weergegeven.

Grafiek 4 Materialiteitsmatrix

Wat betreft de hoeveelheid woorden besteed aan de materialiteitsanalyse heb ik van tien verslagen vastgesteld dat het aantal woorden niet efficiënt te tellen is. Dit komt in acht gevallen doordat de materialiteitsanalyse niet een aparte paragraaf is, maar door het gehele verslag opnieuw aangehaald wordt. In twee gevallen komt het doordat het verslag enkel interactief beschikbaar is, hierdoor kunnen zowel het totale aantal woorden van het jaarverslag als het aantal woorden besteed aan de materialiteitsanalyse niet efficiënt geteld worden.

Van de overige 27 verslagen heb ik de hoeveelheid woorden uitgedrukt in percentages ten opzichte van het totale verslag geanalyseerd. Hieruit blijkt dat de materialiteitsanalyse gemiddeld 3-% van het gehele Integrated Report bedraagt. De spreiding bedraagt tussen de 1-% en 6-%. Het gaat om relatief omvangrijke verslagen, met een gemiddeld aantal woorden van circa 73.000. Gemiddeld worden er circa 700 woorden gewijd aan de materialiteitsanalyse. Circa 3-% van het totale verslag bedraagt derhalve een relatief hoog percentage.

Van de 37 ondernemingen welke de materialiteitsanalyse hebben toegelicht, hebben 20 ondernemingen (circa 54-%) toegelicht waar de materiële onderwerpen in het verslag te vinden zijn. De overige ondernemingen hebben hierover niets toegelicht.

32% 33% 27% 8%

Materialiteitsmatrix

Grafiek Tabel Tekstueel Niet weergegeven

Van de 37 ondernemingen welke de materialiteitsanalyse toegelicht hebben, hebben twee ondernemingen (5-%) geen materiële onderwerpen gedefinieerd. Van de overige 35 ondernemingen heb ik geanalyseerd welke onderwerpen zij als materieel definiëren.

Er zijn veel verschillende onderwerpen waar de onderneming over zou kunnen rapporteren. In tabel 1 wordt schematisch weergeven wat volgens de GRI 4 relevante onderwerpen zijn waarover de onderneming zou kunnen rapporteren. Tijdens onze analyse heb ik deze tabel als basis genomen, waarbij ik de gerapporteerde onderwerpen van de ondernemingen ingedeeld heb in de genoemde categorieën. Nadat ik de gerapporteerde onderwerpen ingedeeld heb in de genoemde categorieën, heb ik de onderstaande analyse uitgevoerd.

Tabel 1 Relevante onderwerpen volgens de GRI 412

21 van de 35 ondernemingen (circa 60-%) hebben materiële onderwerpen gedefinieerd welke vallen in de categorie ‘Economic’. Voorbeelden zijn; behaalde resultaten, concurrentie positie en aandeelhoudersrendement.

12

https://www.globalreporting.org/resourcelibrary/GRIG4-Part1-Reporting-Principles-and-Standard-Disclosures.pdf

27 van de 35 ondernemingen (circa 77-%) hebben materiële onderwerpen gedefinieerd welke vallen in de categorie ‘environmental’. Voorbeelden hiervan zijn; klimaatveranderingen, water, energie verbruik, gebruik van grondstoffen, uitstoot, afval e.d.

30 van de 35 ondernemingen (circa 85-%) hebben materiële onderwerpen gedefinieerd welke vallen in de categorie ‘Labor practices and decent work’. Voorbeelden zijn; veiligheid en gezondheid van het personeel, HR beleid, ongelukken, training en educatie e.d.

10 van de 35 ondernemingen (circa 28.5-%) hebben materiële onderwerpen gedefinieerd welke vallen in de categorie ‘Human rights’. Voorbeelden hiervan zijn; niet discrimineren en mensenrechten.

10 van de 35 ondernemingen (circa 28.5-%) hebben materiële onderwerpen gedefinieerd welke vallen in de categorie ‘Society’. Voorbeelden hiervan zijn local communities en anti corruption.

21 van de 35 ondernemingen (circa 60-%) hebben materiële onderwerpen beschreven welke vallen in de categorie ‘Product responsibility’. Voorbeelden hiervan zijn gezondheid van klanten en privacy van klanten.

In onderstaande tabel wordt bovenstaande analyse samengevat:

Gedefinieerde materiële onderwerpen Percentages

Economie 60-% Environmental 77-% Labor 85-% Human Rights 28,5 % Society 28,5 % Product Responsibility 60-%

Tabel 2 Gedefinieerde materiële onderwerpen

Tot slot heb ik geanalyseerd hoe groot de spreiding is van de geïdentificeerde materiële onderwerpen, dus in hoeveel verschillende categorieën de materiële onderwerpen ingedeeld kunnen worden per onderneming. Uit tabel drie blijken de bevindingen.

Spreiding van de materiële onderwerpen Percentages

Zes categorieën 0-% Vijf categorieën 14-% Vier categorieën 35-% Drie categorieën 31-% Twee categorieën 17-% Eén categorie 3-%

Tussenconclusie algemene analyse

In deze alinea wordt een korte tussenconclusie geformuleerd aan de hand van de eerste algemene bevindingen van de analyse op de materialiteitsanalyse.

De eerste opvallende conclusie is het feit dat 37-% van de ondernemingen niets toelicht rondom de materialiteitsanalyse. Dit betreffen ondernemingen welke aangeven Integrated Reports uit te brengen, maar dus geen toelichting geven over de manier waarop zij tot de onderwerpkeuze zijn gekomen.

Van de ondernemingen die iets toelicht rondom de materialiteitsanalyse, heeft vervolgens 8-% niets toegelicht rondom de materialiteitsmatrix. In een materialiteitsmatrix worden de gerapporteerde onderwerpen afgezet tegen de informatiebehoefte van de stakeholders. Op het moment dat een onderneming dit niet, op welke manier dan ook, weergeeft, kan de lezer van het verslag niet eenvoudig concluderen of er voldaan wordt aan de behoeften van de stakeholders.

Al met al heeft circa 60-% van de ondernemingen de materiële onderwerpen gedefinieerd en toegelicht. Ik kan dus tijdens deze algemene analyse al concluderen dat de ondernemingen relatief weinig rondom de materialiteitsanalyse hebben toegelicht. Dit neem ik mee in de algehele conclusie. Allereerst onderzoek ik of er significante afwijkingen te onderkennen zijn tussen de sectoren en de landen.

§ 6.1.2. Bevindingen tussen de sectoren

Na bovenstaande algemene analyse heb ik een analyse uitgevoerd tussen de verschillende sectoren. Zoals eerder toegelicht heb ik de ondernemingen ingedeeld in sectoren A tot en met J. Een aantal ondernemingen valt af, omdat er te weinig ondernemingen per sector in de dataset aanwezig zijn. Van de 59 ondernemingen vallen er derhalve drie af. Deze analyse richt zich op de overige 56 ondernemingen.

Van deze ondernemingen heb ik dezelfde zaken geanalyseerd als beschreven in de voorgaand paragraaf, met als doel te onderzoeken of er verschillen tussen de sectoren te herkennen zijn. Allereerst heb ik geanalyseerd of de ondernemingen het proces van materialiteitsanalyse toelicht in het Integrated Report. In tabel vier wordt weergegeven hoeveel procent per sector niets toelicht rondom de materialiteitsanalyse:

Sector Percentages B 5-% D 21-% E 16-% H 37-% I 21-%

Zoals uit Tabel vier blijkt zijn er relatief grote afwijkingen zichtbaar zijn tussen de verschillende sectoren. Hierbij springt sector H [Finance, Insurance and real estate] er in negatieve zin uit, 37-% van deze ondernemingen heeft niets toegelicht rondom de materialiteitsanalyse.

Vervolgens heb ik geanalyseerd of de ondernemingen een materialiteitsmatrix opgenomen in hebben in het Integrated Report, waarbij onderscheid is gemaakt tussen een grafiek, een tabel of tekstueel. In tabel vijf wordt per sector weergegeven, in percentages, hoeveel ondernemingen een materialiteitsmatrix hebben opgenomen in het Integrated Report.

Sector Grafiek Tabel Tekstueel Niets toegelicht

B 40-% 40-% 0-% 20-% D 27-% 13-% 27-% 33-% E 36-% 28-% 0-% 36-% H 7-% 19-% 27-% 47-% I 20-% 0-% 20-% 60-% Tabel 5 Materialiteitsmatrix

Tevens blijken uit tabel vijf grote verschillen tussen de sectoren. Conform voorgaande analyse springt o.a. sector H [Finance, Insurance and real estate] eruit, uit deze sector heeft 47-% van de ondernemingen geen materialiteitsmatrix opgenomen in het Integrated Report. Daarnaast scoort sector I [Services], met 60-% van de ondernemingen welke geen materialiteitsmatrix opgenomen heeft, tevens slecht tijdens deze analyse.

Ik heb vastgesteld in hoeverre ondernemingen toelichten waar de materiële onderwerpen in het verslag terug te vinden zijn. In de volgende tabel is per sector weergegeven hoeveel procent van de ondernemingen dit niet toelicht:

Sector Percentages B 80-% D 53-% E 54-% H 80-% I 80-%

Tabel 6 Ontbreken van een samenvatting rondom de materiële onderwerpen

Uit tabel zes blijkt opnieuw dat o.a. sector H [Finance, Insurance and real estate] en I [Services] slecht scoren op deze analyse, in beide sectoren licht 80-% niet toe waar de materiële onderwerpen in hun verslag terug te vinden zijn. Opvallend is in dit gevalt dat sector B [Mining] ook slecht scoort, dit in tegenstelling tot de eerdere bevindingen.

Vervolgens heb ik per sector geanalyseerd welke materiële onderwerpen er gedefinieerd zijn. In tabel 7 wordt per sector weergegeven hoeveel ondernemingen, in percentages, van de betrokken sector over de rubriek rapporteren.

Niets Economie Environment Labor Human Society Product B 40-% 20-% 60-% 60-% 60-% 40-% 20-% D 25-% 33-% 60-% 67-% 20-% 33-% 47-% E 27-% 45-% 64-% 63-% 9-% 27-% 45-% H 53-% 47-% 27-% 40-% 7-% 0-% 27-% I 60-% 20-% 30-% 30-% 10-% 0-% 20-%

Tabel 7 Gedefinieerde materiële onderwerpen

Uit tabel 7 blijkt dat wederom sector H [Finance, Insurance and real estate] en I [Services] het minst goed scoren, 53-% respectievelijk 60-% van deze ondernemingen licht niets toe rondom de materiële onderwerpen.

Tot slot heb ik geanalyseerd hoe groot de spreiding is van de geïdentificeerde materiële onderwerpen, dus in hoeveel verschillende categorieën de materiële onderwerpen ingedeeld kunnen worden per sector. Hieruit komt de volgende verdeling naar voren:

0 1 2 3 4 5 6 B 40-% 0-% 0-% 0-% 40-% 20-% 0-% D 20-% 7-% 20-% 13-% 27-% 13-% 0-% E 27-% 0-% 9-% 36-% 9-% 18-% 0-% H 53-% 0-% 7-% 20-% 20-% 0-% 0-% I 60-% 10-% 10-% 0-% 20-% 0-% 0-%

Tabel 8 Spreiding van de materiële onderwerpen

Tussenconclusie analyse tussen de sectoren

Als ik alle bovenstaande bevindingen naast elkaar houd, zijn er twee sectoren welke in negatieve zin opvallen. Dit betreffen sector H [Finance, Insurance and real estate] en I [Services]. Van de vijf uitgevoerde analyses scoren zowel sector H als I op elke analyse de meest slechte score.

Op basis van de analyses kan geen ‘beste’ sector aangewezen worden. Sector B [Mining] heeft op een aantal analyses de beste score behaald, maar niet over de meerderheid van de analyses. Daarnaast scoren sector D en E op elke analyse rond de gemiddelde score.

De verwachting was dat er geen significante verschillen tussen de sectoren aanwezig zouden zijn. Uit bovenstaande analyse blijkt dat deze verschillen wel tussen de sectoren aanwezig zijn, dit is dus in strijd met de eerder geformuleerde verwachting.

§ 6.1.3 Bevindingen tussen de landen

Zoals eerder beschreven heb ik de landen ingedeeld volgens de ‘code of common law’ indeling, zie bijlage drie. Van de 59 landen behoren 36 landen tot code law en 23 tot common law, zie tevens hoofdstuk vijf. In deze paragraaf maak ik een soortgelijke analyse als in de voorgaand paragraaf, waarbij ik hier onderzoek of er significante verschillen tussen deze landen te herkennen zijn.

Allereerst heb ik geanalyseerd hoeveel ondernemingen iets van het materialiteitsproces toelichten, ongeacht de exacte inhoud van het geschreven stuk. Hieruit blijkt dat van de Code Law landen 25-% niets toelicht en van de Common Law landen 57-% niets toelicht.

Van de Code Law landen heeft 64-% een materialiteitsmatrix opgenomen in het Integrated Report, 25-% middels een tabel, 19,5 % middels een grafiek en 19,5 % tekstueel. Van de Common Law landen heeft 52-% een materialiteitsmatrix opgenomen in het Integrated Report, 17-% middels een tabel, 22-% middels een grafiek en 13-% tekstueel.

Van de verslagen waarvan ik de hoeveelheid woorden heb kunnen tellen, heb ik het aantal woorden besteed aan de materialiteitsanalyse vergeleken met de totale woorden van het verslag. Hieruit blijkt dat de Code Law landen 4-% van het totale verslag besteden aan de materialiteitsanalyse, bij de Common Law landen bedraagt dit 1-%. Gezien de relatief grote omvang van de verslagen, bedraagt dit een groot verschil.

Van de Code Law landen heeft 39-% in het verslag toegelicht waar de materiële onderwerpen in het verslag te vinden zijn, bij de Common Law landen bedraagt dit percentage 26-%. Vervolgens heb ik geanalyseerd over welke soort onderwerpen de ondernemingen rapporteren. Hierbij heb ik dezelfde indeling gebruikt als in de voorgaande paragraaf, zie 6.2.1. In de volgende tabel wordt weergegeven in percentages hoeveel ondernemingen over de verschillende soorten onderwerpen rapporten, opgesplitst in de Code en Common Law indeling.

Code Common

Economic 50-% 67-%

Environmental 79-% 58-%

Labor Practices and decent work 83-% 92-%

Human rights 21-% 42-%

Society 33-% 17-%

Product responsibility 67-% 42-%

Tabel 9 Gedefinieerde materiële onderwerpen

Tot slot heb ik geanalyseerd hoe groot de spreiding is van de geïdentificeerde materiële onderwerpen, dus in hoeveel verschillende categorieën de materiële onderwerpen ingedeeld kunnen worden per onderneming, opgesplitst in de Code en Common Law indeling.

Code Common 6 categorieën 0-% 0-% 5 categorieën 17-% 8-% 4 categorieën 29-% 42-% 3 categorieën 29-% 33-% 2 categorieën 21-% 8-% 1 categorieën 4-% 8-%

Tussenconclusie analyse tussen de landen

Uit de verschillende analyse tussen de Code en Common Law landen blijkt dat de Code Law landen in elke analyse beter scoort dan de Common Law landen.

Bovenstaande tussenconclusies neem ik mee in de analyse tussen de materialiteitsanalyse en de stakeholder engagement en in de algemene conclusie in hoofdstuk zeven.

§ 6.2 Stakeholder engagement

De vierde deelvraag richt zich op de vraag op welke manier er rekening gehouden is met de stakeholders tijdens de materialiteitsanalyse. Deze toelichting heb ik door middel van het opzoeken van een aantal zaken in het Integrated Report geanalyseerd, namelijk:

- Vaststellen of de stakeholders benoemd zijn, zo ja vaststellen welke belangrijkste stakeholders in het rapport geformuleerd zijn.

- Stel vast op welke manier het dialoog met de stakeholders is aangegaan, bijvoorbeeld door middel van een vragenlijst, bijeenkomst, website e.d.

- Vaststellen wat het doel van het dialoog is.

- Stel vast hoe vaak de stakeholders zijn geraadpleegd, bijvoorbeeld jaarlijks, half jaarlijks.

Ik start met een algemene analyse, waarna ik verder ga met eventuele bevindingen tussen de sectoren en de landen.

§ 6.2.1 Algemene bevindingen

Allereerst heb ik geanalyseerd hoeveel ondernemingen iets van de stakeholdersengagement toelichten, ongeacht de exacte inhoud van het geschreven stuk. Hieruit blijkt dat in totaal 9 van 59 (circa 15-%) ondernemingen niets toelicht rondom de stakeholdersengagement.

Grafiek 5 Toelichting rondom de stakeholdersengagement

Vervolgens heb ik de 50 ondernemingen welke wel iets toegelicht hebben rondom het stakeholders engagement nader geanalyseerd.

15%

85%

Toelichting rondom de stakeholdersengagement

Niet Wel

98-% van deze ondernemingen heeft de stakeholders specifiek gedefinieerd, deze ondernemingen benoemen gemiddeld 6 stakeholders. Waarbij het minimale aantal 1 en het maximale aantal 25 stakeholders bedraagt.

De top vijf genoemde stakeholders betreffen:

- Employees, in 76-% van de verslagen als stakeholder gedefinieerd - Customer, in 65-% van de verslagen als stakeholder gedefinieerd - Supplier, in 47-% van de verslagen als stakeholder gedefinieerd - Shareholders, in 41-% van de verslagen als stakeholder gedefineerd - Government, in 32-% van de verslagen als stakeholder gedefineerd

Vervolgens heb ik geanalyseerd op welke manier en met wel doel de communicatie met de stakeholders is aangegaan. Ik heb hierbij geconstateerd dat de ondernemingen gemiddeld twee à drie middelen gebruikt om te communiceren met hun stakeholders. 12-% van de ondernemingen welke iets toelicht rondom het stakeholder engagement, heeft niets beschreven rondom de communicatie met deze stakeholders.

De top vijf meest genoemde middelen voor communicatie betreffen: - Middels bijeenkomsten / meetings 48-%

- Middels internet / social media 36-%

- Middels enquêtes 22-%

- Middels interviews 14-% - Het voeren van discussies 8-%

De ondernemingen beschrijven verschillende doelen waarmee ze de dialoog met de stakeholders zijn aangegaan. Hieronder volgt een opsomming van de genoemde doelen, samen met het percentages ondernemingen welke dit doel beschrijft:

- 44-% Informatieverstrekking - 28-% Informatieverzameling - 16-% Consultatie

- 12-% Open dialoog

Circa 22-% van de ondernemingen heeft niet beschreven met welk doel zij met de stakeholders hebben gecommuniceerd.

Circa 72-% van de ondernemingen heeft niets toegelicht rondom de frequentie van communicatie met de stakeholders. Van de ondernemingen welke iets toelicht, geven de ondernemingen aan gemiddeld 4 keer per jaar met de stakeholders te communiceren. Het minimum bedraagt 1 en het maximum 17 keer per jaar.

Tussenconclusie algemene analyse

In deze alinea wordt een korte tussenconclusie geformuleerd aan de hand van de eerste algemene bevindingen van de analyse op de stakeholdersengagement.

Ik heb geconstateerd dat circa 15-% van de ondernemingen niets toelicht rondom het stakeholder engagement. Vervolgens heb ik de ondernemingen welke wel iets toelichten rondom het stakeholderengagement nader geanalyseerd. Hieruit blijkt dat 98-% van de ondernemingen de stakeholders specifiek definieert.

Daarnaast beschrijft 44-% van de ondernemingen ‘het verschaffen van informatie’ als doel van het stakeholder engamenent. Terwijl juist vanuit stakeholder perspectief de dialoog en/of informatieverzameling een doel zou zijn welke meer aansluit op de wensen van de stakeholders. Als de onderneming enkel informatie verschaft, bestaat de kans dat zij minder goed op de hoogte is van de wensen en behoeften van de stakeholders, waardoor het voor kan komen dat niet de juiste informatie wordt prijs gegeven.

§ 6.2.2. Bevindingen tussen de sectoren

Naast bovenstaande algemene analyse heb ik een analyse uitgevoerd tussen de verschillende sectoren. Zoals eerder toegelicht heb ik de ondernemingen ingedeeld in sectoren A tot en met J. Een aantal ondernemingen valt af, omdat er te weinig ondernemingen van enkele sectoren in de dataset aanwezig zijn. Van de 59 ondernemingen vallen er derhalve drie af. Deze analyse richt zich op de overige 56 ondernemingen.

Van deze ondernemingen heb ik dezelfde zaken geanalyseerd als beschreven in de voorgaand paragraaf, met als doel te onderzoeken of er verschillen tussen de sectoren te herkennen zijn. Allereerst heb ik geanalyseerd of de ondernemingen het stakeholder engagement toelichten in het Integrated Report. In de onderstaande tabel wordt het beeld per sector weergegeven, waarin in percentages wordt aangegeven hoeveel ondernemingen niets toelicht rondom het stakeholder engagament. Sector Percentages B 0-% D 27-% E 0-% H 53-% I 20-%

Tabel 11 Ontbrekende toelichting rondom het stakeholder engagement

Vervolgens heb ik geanalyseerd welke ondernemingen specifiek stakeholders hebben gedefinieerd. Tussen de verschillende sectoren levert dit het volgende beeld op:

Sector Percentages B 100-% D 80-% E 100-% H 73-% I 87-%

Van de top vijf genoemde stakeholders, benoemd in paragraaf 6.2.1. worden per sector de volgende stakeholders benoemd:

B D E H I Employees 60-% 67-% 45-% 47-% 50-% Customer 20-% 60-% 82-% 47-% 40-% Supplier 20-% 47-% 55-% 33-% 30-% Shareholders 0-% 47-% 64-% 20-% 20-% Government 20-% 27-% 45-% 27-% 0-%

Tabel 13 Gedefinieerde stakeholders

Vervolgens heb ik geanalyseerd of er verschillen zijn tussen de sectoren rondom de (doelstelling van de) communicatie met de stakeholders. Van de top vijf genoemde middelen voor communicatie, benoemd in paragraaf 6.2.1, worden per sector de volgende middelen benoemd: B D E H I Bijeenkomsten 60-% 40-% 55-% 27-% 30-% Internet 20-% 33-% 27-% 33-% 10-% Enquêtes 40-% 13-% 18-% 13-% 0-% Interviews 40-% 13-% 18-% 7-% 20-% Discussies 20-% 13-% 0-% 7-% 0-% Niet toegelicht 0-% 53-% 18-% 40-% 80-%

Tabel 14 Wijze van communicatie

Vervolgens heb ik geanalyseerd of er tussen de verschillende sectoren verschillende doelen zijn aangegeven waarmee de ondernemingen het dialoog met de stakeholders aangegaan zijn. Hieruit blijkt het volgende:

B D E H I Informatieverstrekking 80-% 40-% 45-% 20-% 30-% Informatieverzameling 20-% 40-% 18-% 7-% 30-% Consultatie 20-% 13-% 18-% 13-% 10-% Open dialoog 20-% 0-% 18-% 7-% 20-% Niet toegelicht 0-% 27-% 27-% 60-% 60-%

Tabel 15 Doelen van de communicatie

Tussenconclusie analyse tussen de sectoren

Uit de verschillende analyses per sector blijkt dat er een drietal sectoren in elke analyse de slechtste score behalen. Dit betreffen sector D [Manufacturing], H [Finance, Insurance and real estate] en I [Services]. Deze sectoren lichten het minst vaak iets rondom de stakeholdersengagement toe en definiëren het minst vaak de stakeholders van de onderneming. Daarnaast lichten zij het minst vaak de wijze van communicatie met de stakeholders toe.

§ 6.2.3. Bevindingen tussen de landen

Zoals eerder beschreven heb ik de landen ingedeeld volgens de ‘code of common law’ indeling, zie bijlage drie. Van de 59 landen behoren 36 landen tot code law en 23 tot common

law. In deze paragraaf maak ik een soortgelijke analyse als in de voorgaand paragraaf, waarbij ik hier onderzoek of er significante verschillen tussen deze landen te herkennen zijn.

Allereerst heb ik geanalyseerd hoeveel ondernemingen iets over het stakeholder engagement toelichten, ongeacht de exacte inhoud van het geschreven stuk. Hieruit blijkt dat van de Code

In document Integrated Reporting (pagina 28-42)