• No results found

4. Ploegsma als kinderboekenuitgeverij, 1945-1955

4.2 Kinderboeken in de periode na de Tweede Wereldoorlog

4.3.1 An Rutgers van der Loeff-Basenau

An Rutgers van der Loeff-Basenau (1910-1990) werd geboren in Amsterdam als dochter van Jacob Basenau en Nora Basenau-Goemans. Zoals te lezen is in het vorige hoofdstuk, was haar moeder een bekend vertaalster en schrijfster wiens werken bij onder andere Ploegsma werden uitgegeven. Rutgers van der Loeff-Basenau groeide op in een welvarend gezin dat aan de Amsterdamse

grachtengordel en in het Gooi woonde.253 Ze besloot om klassieke talen te gaan studeren, vanwege

haar plezier in vertalen.254 Op twintigjarige leeftijd verloofde ze zich met haar jeugdliefde Miek

Rutgers van der Loeff. Toen kort na haar verloving haar vader zich van het leven beroofde, wilde Rutgers van der Loeff-Basenau niet langer op kosten van haar moeder leven, en gooide ze haar leven om. Ze stopte met haar studie en begon met het geven van bijlessen en Zweedse lessen, een taal

247 ‘Kinderboekenweek feestelijk in Amsterdam geopend’, in De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad. 27-10-1955, p. 3. 248 ‘Kinderboekenweek 1955’, in Vrije geluiden; orgaan van den Vrijzinnig Protestantschen Radio Omroep. 29-10-1955,

p. 11.

249 ‘Kinderboekenweek feestelijk in Amsterdam geopend’.

250 ‘Kinderboekenweek te Amsterdam geopend’, in Arnhemsche Courant. 27-10-1955.

251 ‘Kind van vier jaar won Kinderboekenweek-wedstrijd’, in Nieuwsblad van het noorden. 09-12-1959, p. 13; De

Bibliotheekgids (volumes 36-40). Antwerpen: De Sikkel, 1960.

252 De Vries, p. 163.

253 Linders, ‘An Rutgers van der Loeff-Basenau’, p. 136-137. 254 Linders, An Rutgers van der Loeff: een biografie, p. 41.

53 waarvan zij dankzij haar moeder ook kennis had.255 Al snel begon ze haar moeder te helpen met haar

vertalingen. In 1934 trouwde ze met Rutgers van der Loeff, waarna het stel samen vier kinderen kreeg. Rutgers van der Loeff-Basenau kreeg in die periode steeds meer opdrachten van uitgeverijen, waardoor ze uitgroeide tot een bekende naam. Ondanks haar plezier in schrijven en vertalen leek haar gezin voor haar echter altijd op de eerste plaats te staan.256 Of, zoals zij het zelf verwoordde in

een brief aan Brinkman: ‘Maar vergeet U daarbij niet dat U voor 100% uitgever bent, ik daarentegen misschien voor 25% auteur, de rest van mijn tijd en aandacht is vooral voor gezin en huis.’257

Rutgers van der Loeff-Basenaus eerste vertaling bij Ploegsma is De ringmuur (1936), die in hoofdstuk 1 al kort besproken is; deze leidde namelijk tot irritaties bij uitgever Ploegsma. Toen haar moeder in 1941 een chaotische versie van Het oude huis en wij inleverde, vroeg Brinkman of haar dochter het geheel niet kon reorganiseren. Met het resultaat was hij tevreden, wat het begin lijkt te zijn van de relatie tussen de twee. In 1943 besluit Rutgers van der Loeff-Basenau om het manuscript van een door haar geschreven kinderboek op te sturen naar de uitgeverij. Dit blijkt echter niet geheel naar de smaak van Brinkman te zijn, wat blijkt uit de volgende brief:

Uw manuscriptje “De avonturen van Atlas en de twee engelen” hebben wij met veel genoegen gelezen. Het is een alleraardigst en fijntjes uitgebeeld verhaaltje, en de stijl is goed. Maar het is, zooals het manuscript hier voor ons ligt, een vrijwel hopeloos geval voor een uitgave.

Waarschijnlijk heeft U het opgezet voor 7 à 8-jarigen, maar uitwerking en woordenkeus zijn soms meer ingesteld op 9 à 10-jarigen, terwijl allerlei leuke, humoristische trekjes pas door 11 à 12- jarigen gewaardeerd kunnen worden. [...] Jammer dat U van te voren met ons geen contact gezocht heeft.258

Het jaar erna, in 1944, gaf Brinkman haar echter toch de opdracht om een kerstverhaal te schrijven. Ondanks dat Rutgers van der Loeff-Basenau geen lid was van de Kultuurkamer, drong Brinkman aan op haast. Hij wilde het boek namelijk in 1944 wil laten verschijnen, desnoods onder haar moeders naam.259 Uiteindelijk verscheen het boek toch pas direct na de oorlog, onder de titel Van een dorp,

een jongen en een orgel. Het verhaal is bedoeld voor kinderen, en gaat over de stille jongen Machiel die ontdekt wordt als voorzanger als zijn vader te veel gedronken heeft om zelf de psalmen te

255 Linders, An Rutgers van der Loeff: een biografie, p. 45.

256 Gosselink, H. ‘An Rutgers van der Loeff-Basenau’, in Lexicon van de jeugdliteratuur. Groningen: Martinus Nijhoff, 1991,

pp. 1-9, p. 1.

257 Brief van Rutgers van der Loeff-Basenau aan Brinkman, gedateerd 08-03-1951. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.1 aan:

PLOEGSMA, Uitgeverij’.

258 Brief van Brinkman aan Rutgers van der Loeff-Basenau, gedateerd 16-06-1943. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.2 door:

PLOEGSMA, Uitgeverij (1936-1965)’ in map ‘B.266 B.2 door: PLOEGSMA’.

54 kunnen zingen. Brinkman schreef hierover: ‘Wij zijn tevreden. U kunt dus gerust zijn. Het is

oorspronkelijk en dat is voor een Kerstverhaal vrijwel uitzondering. Bovendien met humor geschreven, wat ook iets waard is.’260

Ondanks dat deze eerste publicatie in boekvorm bedoeld is voor kinderen, schreef en vertaalde Rutgers van der Loeff-Basenau in eerste instantie niet meteen werken voor de jeugd. In de jaren 1946-1955 zijn er dan ook verschillende boeken voor volwassenen uitgekomen bij Ploegsma, zoals Zweden: droom en werkelijkheid (1948), Wij Amsterdammers, wat doen wij met onze kinderen in de vacanties? (1950) en Mens of wolf? (1951).

In 1949 kwam Rutgers van der Loeff-Basenaus doorbraak als kinderboekenauteur. In opdracht van Brinkman, die een krantenknipsel had gevonden ter inspiratie, schreef ze De

kinderkaravaan.261 In dit historische boek staat de zware tocht van zeven kinderen centraal, die na de

dood van hun ouders van het oosten naar het westen van de Verenigde Staten reizen in de hoop daar een beter bestaan op te kunnen bouwen. Het boek viel meteen goed in de smaak. Zo werd er in De Tijd geschreven: ‘De spannende avonturen, de verschrikkelijke ontberingen en de momenten van gevaar en vertwijfeling zijn hier kundig gecomponeerd tot een boeiend verhaal, dat aangrijpend is zonder goedkope effecten en in één moeite door de jonge lezers veel wijze lessen meegeeft.’262 Ook

Brinkman zelf was tevreden over het resultaat: ‘Over de Kinderkaravaan. U weet, dat ik steeds, bij herhaling heb gezegd: “Mevrouw, dit boek komt er”. U weet ook, dat dit boek, dat geheel door ons werd opgezet, voor ons een volkomen geslaagd boek was. Ik heb mij steeds verheugd over de uitstekende besprekingen en ik heb U hierin laten delen.’263

De relatie tussen uitgever en auteur was echter niet altijd even goed. Uit de overgeleverde correspondentie blijkt dat Rutgers van der Loeff-Basenau soms graag zelf de werkzaamheden van de uitgevers over wilde nemen: ‘Wat een wonderlijke toestand; U doet alsof wij nog nimmer een boek uitgegeven hebben.’264 In 1951 ontstonden er zelfs spanningen tussen de uitgevers en de auteur toen

de schrijfster een andere uitgeverij had benaderd met twee boekvoorstellen. Brinkman schreef haar: ‘Wat ik onbegrijpelijk blijf vinden is het feit, dat wij U steeds hebben moeten activeren, dat wij U de voorstellen moesten doen, terwijl U een andere uitgever twee voorstellen doet, die geheel uit Uzelf zijn voortgekomen.’265 Toch wordt alles direct gesust: ‘Wij zetten thans onder dit alles een streep.’266

260 Brief van Brinkman aan Rutgers van der Loeff-Basenau, gedateerd 25-07-1944. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.2 door:

PLOEGSMA, Uitgeverij (1936-1965)’ in map ‘B.266 B.2 door: PLOEGSMA’.

261 Linders, An Rutgers van der Loeff: een biografie, p. 76.

262 ‘Boekenvenster’, in De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad. 07-02-1950, p. 6.

263 Brief van Brinkman aan Rutgers van der Loeff-Basenau, gedateerd 13-03-1951. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.2 door:

PLOEGSMA, Uitgeverij (1936-1965)’ in map ‘B.266 B.2 door: PLOEGSMA’.

264 Brief van Brinkman aan Rutgers van der Loeff-Basenau, gedateerd 01-08-1944. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.2 door:

PLOEGSMA, Uitgeverij (1936-1965)’ in map ‘B.266 B.2 door: PLOEGSMA’.

265 Brief van Brinkman aan Rutgers van der Loeff-Basenau, gedateerd 13-03-1951. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.2 door:

PLOEGSMA, Uitgeverij (1936-1965)’ in map ‘B.266 B.2 door: PLOEGSMA’.

55 De streep was inderdaad snel getrokken, want nog geen week later stuurde Brinkman Rutgers van der Loeff-Basenau een brief met een nieuw idee voor een kinderboek dat de ‘moderne tegenhanger van “De Kinderkaravaan”’ zou zijn.267 Het zou echter nog drie jaar duren voordat dit boek uitgegeven

zou worden.

In de jaren tussen 1951 en 1954 schreef Rutgers van der Loeff-Basenau meer kinderboeken en kerstverhalen voor uitgeverij Ploegsma, zoals Rossy, dat krantenkind (1952), Terugkeer (1952), Voor een kans op geluk (1953) en Brieven aan een zieke jongen of het verhaal van de hond Max (1953). Maar pas in 1954 kwam er weer een kinderboek van haar hand dat zo bekend zou worden als De kinderkaravaan dat vijf jaar eerder was verschenen. De inspiratie voor het verhaal was in 1951 al door Brinkman gevonden, die wederom in de krant over een heftige gebeurtenis had gelezen die volgens hem zou kunnen worden verwerkt in een kinderboek. Ditmaal kwam de ingeving door de berichtgeving over een lawine in een Zwitsers dorp. De uitgever lijkt er druk mee bezig te zijn

geweest, en schreef: ‘Ik verwacht nog gegevens uit Zwitserland, die de bron kunnen worden voor het verhaal.’268 In eerste instantie twijfelde Rutgers van der Loeff-Basenau, omdat ze geen liefhebber van

bergen was, maar uiteindelijk ging ze toch naar Zürich om daar onderzoek te doen naar bergen en lawines.269 Hieruit ontstond Lawines razen, waarvoor de auteur in 1955 de eerste Kinderboek van het

Jaar-prijs, de huidige Gouden Griffel, mocht ontvangen. In het boek redt een groep jongens het zusje van een van hen als zij bedolven wordt door een sneeuwlawine. Behalve dat het wordt gezien als een spannend boek, staan er ook filosofische vraagstukken over bijvoorbeeld de dood,

verantwoordelijkheid en vriendschap centraal in het boek.270

In 1955 verscheen ook het kinderboek Jimmy en Ricky bij Ploegsma, waarin twee jongens uit totaal verschillende milieus samenwerken om een zwerfhond te redden. Ondanks dat dit jaartal tevens het einde van de in deze scriptie onderzochte periode is, betekent dat niet dat Rutgers van der Loeff-Basenau stopte met publiceren. Ze schreef nog veel meer kinderboeken, waarvoor ze in 1967 de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur in ontvangst mocht nemen.271 Tot op hoge leeftijd

bleef ze schrijven, tot het moment waarop ze een kloof tussen haar en haar lezers voelde.272 Toen ze

in augustus 1990 overleed, trof dat veel mensen. In haar in memoriam valt te lezen: ‘Met haar dood verliest de jeugdliteratuur een pionier die kinderen serieus nam en wier boeken zullen voortleven.’273

267 Brief van Brinkman aan Rutgers van der Loeff-Basenau, gedateerd 19-03-1951. Literatuurmuseum, map ‘B.266 B.2 door:

PLOEGSMA, Uitgeverij (1936-1965)’ in map ‘B.266 B.2 door: PLOEGSMA’.

268 Ibidem. 269 Gosselink, p. 5.

270 Linders, ‘An Rutgers van der Loeff-Basenau’, pp. 135-139.

271 ‘Staatsprijs jeugdliteratuur voor An Rutgers v.d. Loeff’, in Leeuwarder courant. 22-03-1968, p. 3. 272 Linders, ‘An Rutgers van der Loeff-Basenau’, pp. 135-139.

56 Net als bij Kuiper, die in het eerste hoofdstuk besproken is, bracht Brinkman ook bij Rutgers van der Loeff-Basenau ideeën voor kinderboeken aan. Hij kreeg deze door het lezen van kranten, waarna hij de knipsels naar de auteur opstuurde, die er vervolgens een boek van maakte. Brinkman is dus erg bepalend geweest voor de boeken die van haar hand bij Ploegsma verschenen in deze periode.