• No results found

De Amsterdamse PvdA verloor tijdens de gemeenteraads- gemeenteraads-verkiezingen de migrantenstem, maar nog niet voorgoed

In document Praktisch én principieel (pagina 50-53)

Minder over de hoofden van mensen heen debatteren is nodig

om de steun van Amsterdammers met een Marokkaanse, Turkse

of Surinaamse achtergrond terug te winnen.

FLORIS VERMEULEN, MARIA KRANENDONK & MITCHELL ESAJAS

Respectievelijk universitair hoofddocent, afdeling politicologie, Universiteit van Amsterdam; research master-student Sociale Wetenschappen, Universiteit van Amsterdam; voorzitter New Urban Collective, netwerk voor studenten & young professionals

André Krouwel voorspelde op basis van zijn Kieskompas afgelopen maart dat D66 bij de gemeenteraadsverkiezingen de grootste partij zou worden onder kiezers met een migratie-achtergrond.1 In Amsterdam kreeg hij deels gelijk: D66 werd de grootste partij, maar niet onder kiezers met een migratieachtergrond. Op basis van een onderzoek van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam in samenwer-king met Onderzoek & Statistiek (O+S) van de Gemeente Amsterdam laten wij in dit artikel zien dat de PvdA in Amsterdam weliswaar flink verloren heeft onder stemmers met een migra-tieachtergrond, maar dat zij tegelijkertijd nog steeds de grootste partij is onder deze groep.2

Het opkomstpercentage onder migranten heeft bij de afgelopen gemeenteraadsverkie-zingen een dieptepunt bereikt in Amsterdam. Meer dan driekwart van de stemgerechtigden van Marokkaanse afkomst bleef bijvoorbeeld thuis. Dat is een zorgelijke ontwikkeling, want het is voor de lokale democratie van essentieel

belang dat zoveel mogelijk mensen zich be-trokken voelen bij het lokale politieke sys-teem. De politieke integratie van migranten-groepen is zeker niet vanzelfsprekend. De PvdA heeft hierbij van oudsher een cruciale en progressieve rol gespeeld in de Nederlandse steden. Die rol komt steeds verder in het ge-drang, maar er zijn maar weinig andere par-tijen die deze over willen nemen. De PvdA blijft, zeker op het lokale niveau, de belang-rijkste partij als het gaat om het mobiliseren en incorporeren van kiezers met een migratie-achtergrond.

Het verlies

De PvdA verloor 5 van de 15 zetels bij de afgelo-pen Amsterdamse gemeenteraadsverkiezin-gen. Voor een deel heeft dit verlies inderdaad te maken met de sterk dalende populariteit onder kiezers met een migratieachtergrond. We richten ons hier even alleen op de drie grootste migrantengroepen in de stad; de

Su-rinaamse (9 % van de Amsterdamse bevolking), Marokkaanse (9 % van de Amsterdamse bevol-king) en de Turkse groep (5 % van de Amster-damse bevolking). Figuur 1 laat zien dat onder stemmers met een Surinaamse achtergrond in 2006 nog meer dan 80 % voor de PvdA koos, in 2014 was dat nog slechts 35 %. Onder stemmers met een Marokkaanse achtergrond stemde in 2006 76 % op de PvdA, in 2014 is dat gedaald naar 44 %. Onder stemmers met een Turkse achtergrond zien we vergelijkbare cijfers (ge-daald van 86 % in 2006, alhoewel dat meer een eenmalige uitschieter lijkt te zijn dan bij de andere groepen).

Het was niet alleen de dalende populariteit onder migranten die de PvdA parten heeft gespeeld tijdens de afgelopen verkiezingen, de extreem lage opkomst onder deze groep bracht evenzeer electorale schade toe aan de partij. De opkomst onder de meeste migran-tengroepen was significant lager dan in 2010. Bij Marokkaanse Amsterdammers 14 %-punt lager (van 38 % naar 24 %) en bij Turkse Amster-dammers 10 %-punt lager (van 44 % naar 34 %).

Onder Surinaamse Amsterdammers bleef het percentage stabiel, maar bij deze groep was de opkomst al extreem laag bij de vorige verkie-zingen (rond 26 %). De algehele opkomst onder Amsterdammers lag in 2010 en 2014 boven de 50 %. Als we het verlies onder de drie groepen en de lagere opkomst bij elkaar optellen, kun-nen we vaststellen dat de PvdA hiermee onge-veer drie zetels heeft verloren, waarmee dus een belangrijk deel van het verlies van de par-tij in Amsterdam verklaard kan worden.

Waarom geen PvdA?

Het is niet zo dat er geen politieke thema’s zijn waar kiezers van Turkse, Marokkaanse en Suri-naamse afkomst zich druk over maken. De economische crisis, de extreem hoge jeugd-werkloosheid onder deze groepen, discrimi-natie en de anti-islamitische en anti-Marok-kaanse uitspraken van Wilders in de aanloop naar deze verkiezingen vormen slechts enkele van de urgente onderwerpen waar een groot deel van deze kiezers zich over opwindt.

Figuur 1 Percentage stemmers van Surinaamse, Marokkaanse en Turkse afkomst dat op de PvdA heeft gestemd tijdens gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam 2002-2014.

Bron: IMES / O+S 2014

0 20 40 60 80 100 2014 2010 2006 2002 2014 2010 2006 2002 2014 2010 2006 2002 Turks Marokkaans Surinaams

Maar de lage opkomst en het verlies van de PvdA moeten allereerst gezien worden in het licht van de landelijke trend — een afname van de aanhang die zich ook in andere grote ste-den en niet-stedelijke gebieste-den voltrok. Veel kiezers, met of zonder migratieachtergrond, zijn teleurgesteld in de manier waarop de ver-zorgingsstaat de afgelopen decennia is afge-bouwd, mede onder verantwoordelijkheid van de PvdA, en in de samenwerking met de VDD in het kabinet-Rutte II. Maar er zijn ook drie factoren te noemen die specifiek betrek-king hebben op kiezers met een migratieach-tergrond: de houding van de PvdA inzake (1) integratie en islam, (2) land van herkomst en (3) vermeend cliëntelisme.

De gevestigde Nederlandse partijen heb-ben door de opkomst van populistische par-tijen een steeds duidelijker anti-multicultu-reel en anti-immigratiediscours gehanteerd.

Ook de PvdA is meegegaan in het anti-immi-grantendiscours door een hardere toon aan te nemen tegen ‘allochtonen’. Zo zijn uitspra-ken van Spekman en Samson over ‘Marokka-nen’ tijdens de verkiezingscampagnes ter discussie gesteld in nationale media en heeft dat het imago van de PvdA, vooral onder hoogopgeleide migranten, verder verslech-terd. Daarnaast laten studies zien dat de toe-gang voor politici met een migratieachter-grond tot de meer invloedrijke posities de laatste jaren verder is afgenomen.3 In Amster-dam hebben we deze ontwikkeling ook dui-delijk zien voltrekken. Zo hebben de voorma-lig PvdA-leider in Amsterdam, Asscher, en burgemeester Van der Laan de PvdA-integra-tielijn uit eind jaren negentig voortgezet waarbij etniciteit, migrantenorganisaties en religie zoveel mogelijk genegeerd en verme-den moesten worverme-den. In 2008 zei Asscher op

Tabel 1 Partijkeuze bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen naar herkomstgroep en uitslag verkiezingen, 2014

Bron: IMES / O+S 2014

Migratieachtergrond PvdA D66 GL SP VVD Overig

Surinaams  35 % 19 % 14 % 12 % 4 % 16 % Turks 43 % 11 % 4 % 7 % 2 % 33 % Marokkaans 44 % 21 % 5 % 16 % 3 % 12 % Overig niet-westers 42 % 11 % 13 % 10 % 4 % 21 % Westers 18 % 20 % 16 % 15 % 6 % 25 % Zonder migratie- achtergrond 16 % 30 % 13 % 14 % 9 % 18 % Uitslag gemeente- raadsverkiezingen 18,4 % 26,8 % 10,7 % 11,2 % 11,2 % 21,7 %

een bijeenkomst in Zuidoost: ‘We moeten mensen niet reduceren tot een etnische klas-se. We zijn een partij die kleurenblind is, zon-der aanziens des persoons. (…) We moeten op onze hoede zijn voor de valse etnische pre-kers.’ In theorie is dat natuurlijk mooi, maar als kiezers merken dat dit niet opgaat voor

hun dagelijkse ervaringen en als Amsterdam-se partijen bovendien nog steeds gedomi-neerd worden door blanke mannen van mid-delbare leeftijd is het de vraag in hoeverre kiezers een boodschap hebben aan de kleu-renblindheid van de partij.

Tijdens de gesprekken die wij voor ons on-derzoek hielden met jongeren in Amsterdam, kwam specifiek de Zwarte Piet-discussie als negatief punt voor de PvdA naar voren.

Verbol-genheid was er vooral over het gevoel dat hun argumenten — zij verzetten zich fel tegen Zwarte Piet bij de intocht van Sinterklaas — niet serieus genomen werden en in de praktijk minder waard bleken te zijn dan de harde par-tijpolitiek van de Amsterdamse PvdA.

Een tweede factor van belang lijkt de hou-ding van de PvdA te zijn in politieke discus-sies over het land van herkomst — Turkije, Marokko en Suriname. Het huidige debat over het mogelijk opzeggen van het sociale-zekerheidsverdrag met Marokko is daarvan een goed voorbeeld. Hoewel dat minister Asscher vooralsnog het verdrag niet wil op-zeggen, is het duidelijk dat de rechten die de eerstegeneratie-immigranten hebben opge-bouwd onder vuur liggen en dat de PvdA, die door velen gezien werd als voorvechter van deze rechten, nu eerder bij de ‘tegenstanders’ in te delen is.

Een derde belangrijke factor waarom veel kiezers met een migratieachtergrond teleur-gesteld zijn in de PvdA, zijn de discussies over cliëntelisme en het ronselen van stemmen. Politici met een migratieachtergrond die op-komen voor de belangen van hun achterban wordt vaak cliëntelisme verweten; ze zouden

Tabel 2 Aantal kandidaten gemeenteraadsverkiezingen Amsterdam 2010-2014 met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond

Bron: IMES / O+S 2014  

 

2010 2014

Turks Marokkaans Surinaams Aandeel Turks Marokkaans Surinaams Aandeel

PvdA  2 3 3 28 % 2 4 2 27 % VVD  0 0 2 4 % 2 2 2 17 % GL 2 3 1 20 % 1 1 3 17 % D66  1 1 1 10 % 2 1 2 17 % SP  1 0 0 3 % 0 0 0 0 % Totaal 6 7 7 7 8 9

De Amsterdamse politiek

In document Praktisch én principieel (pagina 50-53)