• No results found

3 Ambivalente houding van gemeenten tegenover professionaliserende coöperaties

De gemeenten geven aan dat ze zoekende zijn in hun relatie met de energie-initiatieven. Dit uit zich in het bijzonder in een ambivalente houding tegenover de meer ervaren en professionaliserende coöperaties: ‘Hebben we hier nu te maken met vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor de stad of met ondernemers die een financieel belang hebben?’ Hier lijkt ook een ambivalente houding onder te zitten jegens ondernemerschap in combinatie met inzet voor een algemeen belang.

De ontwikkelingsfase en het ambitieniveau van het energie-initiatief zijn bepalend voor de relatie met de gemeente. Wijkinitiatieven en startende coöperaties lijken naar aard, omvang en ambitie nog het meest op burgerinitiatieven die ook rond zorg, groenvoorziening of stadslandbouw ontstaan. Dit soort initiatieven is vaak wijkgericht en wordt gedragen door vrijwilligers. Gemeenten kiezen hier vaak voor een coachende of faciliterende rol. Klimaat- en energiebeleid en beleid rond verbetering van de leefbaarheid in wijken liggen in elkaars verlengde.

Een significant aantal energiecoöperaties heeft echter bredere ambities. Ze willen grotere, kapitaalintensievere projecten realiseren, zien de gemeentegrenzen en de omliggende regio als werkgebied (gebiedsgerichte benadering) en gaan meer bedrijfsmatig te werk. Dit betekent ook dat de relatie met de gemeente verandert. Dit vraagt om een meer dienstverlenende, participerende en co-producerende rol (zie paragraaf 1.2.5). Bij grotere windenergie- en zonne-energieprojecten is de gemeente daarnaast ook kaderstellend en verantwoordelijk voor de handhaving van wettelijke kaders, en heeft zij de rol van regelgever en handhaver. Dit is bij de windprojecten in Utrecht, Houten en Goerree-Overflakkee duidelijk zichtbaar.

Gemeenten zien zich daarmee voor lastige vragen geplaatst. Waarom zouden ze het ene burgerinitiatief financieel steunen en het andere niet (aanbestedingsregels, rechtmatigheid, gelijkheidbeginselen)? Vooralsnog ontbreekt een visie op hoe gemeenten (en hogere overheden) met dit soort organisaties kunnen omgaan.

73

Interactie tussen energiecoöperaties en gemeenten |

VIJF VIJF

Noten

1 De projectleider voor Frisse Wind (afgevaardigd door LochemEnergie) wordt wel uit deze gelden betaald. 2 De ouders ontvangen rente en krijgen hun inleg na zes jaar

terug.

3 Verkennend onderzoek gefinancierd met 100.000 euro SLOK-subsidie.

4 Apeldoorn heeft op papier dezelfde doelstelling, maar volgens de geïnterviewde ambtenaar moest dat meer als ‘stip op de horizon’ worden opgevat.

5 Deltawind heeft inmiddels 25 megawatt aan windenergie gerealiseerd (zie paragraaf 3.5.6).

6 Energy Service Company.

7 Energiebedrijf Wamtestad BV, een joint venture van de gemeente en het waterbedrijf, gaat in 2014 van start. 8 Overigens past dit streven vooralsnog niet in het beleid van

de provincie Groningen. In het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 staat dat windenergie geconcentreerd moet worden in drie grote gebieden met een paar honderd windmolens: de Eemshaven, Delfzijl en langs de N33 (veenkoloniën).

9 Het gaat om een categorisering van Smart Agent, waarbij mensen zijn ingedeeld in vier categorieën: rood, blauw, geel en groen. Kernwoorden bij rood zijn vrijheid, eigenzinnig, zelfbewust, passie. Kernwoorden bij blauw zijn: de expert, ratio, controle (kijkt eerst of rood succes heeft).

Kernwoorden voor geel zijn open, sociaal, zorgzaam, gezellig, harmonie (als de overheid zegt dat het goed is zal het wel zo zijn). Kernwoorden voor groen zijn bedachtzaam, zekerheid (komt moeilijk in actie).

10 Waarvan DE Ramplaan en wijkcoöperatie Garenkokerskwartier verreweg de grootste zijn. 11 Uitvoeringsbeleid duurzaamheid Duurzaamheidsfonds 2 ‘Lokale

Initiatieven’, gemeente Leiden 2013-2015.

12 De gemeente heeft haar visie op burgerparticipatie in 2012 uitgewerkt in het kaderstellende document Regisserend Lochem.

13 Lochemse Toekomstvisie: Lochem verbindt prachtig (2011). 14 Voor het proefproject ADEL (Armhoede Duurzaam

Energielandschap) krijgt dit programma financiering vanuit het Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden. LochemEnergie is hier informeel bij betrokken.

15 Het betreft de energiecoöperaties in Udenhout en Berkel- Enschot (twee dorpjes die onder de gemeente Tilburg vallen), een in de Reeshof en een in de binnenstad met omliggende wijken (Energiefabriek 013).

16 Http://www.energieoverheid.nl/2013/12/19/

green-deal-tilburg-zonnepanelen-op-bedrijfsdaken-fuji- film/.

17 Verenigde Energie Coöperaties Noord-Brabant.

18 Het lijkt erop dat de gemeenten die meer middelen te besteden hebben (zoals Groningen en Leiden), ook wat makkelijker commerciële bureaus inhuren, en dat de gemeenten met lagere budgetten (zoals Castricum, Apeldoorn, Tilburg en Lochem) er meer op gericht zijn om de energiecoöperaties bij alle energieprojecten te betrekken.

19 ‘Liever tien Deltawinds dan wijkinitiatieven op de stoep.’ 20 Onder een bepaald bedrag mag dit wel. Als bovengrens zijn

door gemeenten verschillende bedragen genoemd: 5.000, 10.000 en 15.000 euro.

ZES

6.1 Inleiding

De analyse in hoofdstuk 3 van activiteiten van energie- coöperaties laat zien dat het handelingsperspectief van deze coöperaties onder de huidige omstandigheden beperkt is. De activiteiten lijken zich vooralsnog vooral toe te spitsen op het doorleveren van energie, collectieve inkoopacties van zonnepanelen, kleinschalige energiebesparingsacties voor particuliere woningeigenaren en het beheren van een informatie- en adviesloket.

Het financieren en beheren van zonne-installaties op bijvoorbeeld scholen was tot voor kort een aantrekkelijke activiteit, maar momenteel zijn er sterke signalen dat coöperaties en projectontwikkelaars hun plannen voor dergelijke projecten uitstellen vanwege hun onzekerheid over de implicaties van de bepaling dat de elektriciteit moet zijn opgewekt ‘voor rekening en risico’ van de verbruiker. Of de levering van zonne-elektriciteit onder de nieuwe postcoderoosregeling aantrekkelijk is voor energiecoöperaties moet nog worden afgewacht, maar de eerste reacties zijn niet positief. Het realiseren van windmolenprojecten lijkt voor de meeste nieuwe energiecoöperaties alleen haalbaar als zij samenwerken met een professionele ontwikkelaar. Grootschaliger energiebesparingsacties in de particuliere

woningvoorraad zijn moeilijk vol te houden voor een enkel uit vrijwilligers bestaande coöperatie.

Een groot deel van de huidige energie-initiatieven zal niet de ambitie hebben om verder te gaan dan de klein- schalige projecten die hiervoor zijn genoemd, maar een ander deel – vooral de meer ervaren en professio- naliserende coöperaties – heeft die ambitie wel degelijk. Ook de gemeenten en Rijksoverheid hebben verwach- tingen over de bijdrage van energiecoöperaties die vaak verder reiken dan wat de kleinere energie-initiatieven kunnen waarmaken. De gemeenten hebben zichzelf ambitieuze doelen gesteld die ze – naar eigen zeggen –

niet zonder de hulp van burgers en bedrijven kunnen realiseren. Het zelf realiseren van projecten voor hernieuwbare energie rekenen de meeste gemeenten niet tot hun taak, en energiebesparing in de particuliere, bestaande woningvoorraad kan alleen door verleiding1

worden gerealiseerd. Dat vereist een actieve benadering van de doelgroep, en gemeenten hebben daar zelf niet de menskracht voor.

De hiernavolgende suggesties voor verbetering van het handelingsperspectief van energiecoöperaties zijn vooral bedoeld om ook de grotere projecten meer binnen bereik te brengen van energiecoöperaties.

6.2 Coöperatief financieren van

zonne-energieprojecten

Zoals in paragraaf 3.4 al is aangegeven, onderzoeken veel coöperaties momenteel of het installeren van een zonne-energiecentrale (op een groot dak of in een weide) onder de nieuwe postcoderoosregeling voor hen een (financieel) haalbare kaart is. De eerste berichten zijn dat het net wel of net niet kan. Ook als er geen overheadkosten worden gerekend, is de terugverdientijd waarschijnlijk langer dan de termijn (tien jaar) waarop de overheid zekerheid geeft over de hoogte van de korting van de energiebelasting. Verder noopt de regeling tot het bijhouden van een complexe boekhouding, het oprichten van een nieuwe, op het project toegesneden coöperatie, zijn er aansprakelijkheidsrisico’s en gaat de coöperatie een langjarige verplichting aan die eisen stelt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering.

De benodigde continuïteit van de bedrijfsvoering is inherent aan de activiteit. Anders dan bij een collectieve inkoopactie van zonnepanelen gaat de coöperatie voor langere tijd een ‘zorgverplichting’ aan. De coöperatie moet zichzelf dus de vraag stellen of de ambitie daarvoor aanwezig is. Wellicht kan het beheer worden uitbesteed

Suggesties voor verbetering