• No results found

HOOFDSTUK 3: DE LEERSTUKKEN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID EN ALTERNATIEVE CAUSALITEIT

3.4 Alternatieve causaliteit op grond van art 6:99 BW

3.4.1 Alternatieve causaliteit als alternatief voor de ‘arbeidsrechtelijke’ omkeringsregel

De alternatieve causaliteit kan voor de werknemer een goed hulpmiddel zijn als alternatief voor de arbeidsrechtelijke omkeringsregel wanneer er meerdere werkgevers zijn waar zijn gezondheidsschade kan zijn ontstaan. Het komt namelijk regelmatig voor dat een werknemer gedurende zijn arbeidzaam leven bij meerdere werkgevers heeft gewerkt. Denk aan de werknemer met de asbestziekte mesothelioom door asbestblootstelling die bij drie verschillende asbestverwerkende bedrijven (A, B en C) heeft gewerkt. Niet duidelijk is welke blootstelling voor de gezondheidsschade (mesothelioom) heeft gezorgd.

Art. 6:99 BW heeft tot gevolg dat het causaliteitsbewijs wordt omgekeerd, zodat het aan de aangesproken werkgever is om te bewijzen dat de schade niet bij hem is ontstaan. Dit is voor de werknemer erg voordelig. Bij de arbeidsrechtelijke omkeringsregel komt de werknemer al snel in de vervelende bewijspositie te verkeren dat hij moet aantonen dat zijn gezondheidsschade (in dit voorbeeld het mesothelioom) door de asbestblootstelling kan zijn ontstaan, waarbij het verband tussen de gezondheidsschade en de blootstelling in veel gevallen als te onzeker wordt aangemerkt. De werknemer kan bijvoorbeeld door de werkgever tegengeworpen krijgen dat de kans aannemelijker is dat de asbestkanker bij de andere werkgevers is ontstaan dan wel dat het ging om een te geringe blootstelling bij de werkgever in kwestie. Daarentegen heeft de werknemer met een beroep op de alternatieve causaliteit van art. 6:99 BW meer geluk nu dit ervoor zorgt dat het causaliteitsbewijs wordt omgekeerd. Wanneer de aangesproken werkgever niet kan bewijzen dat de gezondheidsschade niet door de blootstelling bij hem is ontstaan, rust de verplichting tot schadevergoeding jegens de werknemer op hem. Ten opzichte van de andere werkgevers resteert een regresvordering.

97 HR 9 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0706. 98 Spier e.a. 2015, p. 303.

Is duidelijk bij welke werkgever de gezondheidsschade is ontstaan dan zou deze route verloren moeite zijn. Immers, de arbeidsrechtelijke omkeringsregel dan wel proportionele aansprakelijkheid kan dan worden toegepast. Aldus, wanneer de werknemer bij meerdere werkgevers heeft gewerkt en niet duidelijk is waar de gezondheidsschade is ontstaan, dan is een beroep op de alternatieve causaliteit ten zeerste aan te bevelen.

Tot slot nog de vraag of vast moet staan dat iedere werkgever daadwerkelijk aansprakelijk is. Volgens Klaassen hoeft niet vast te staan dat alle mogelijke veroorzakers (werkgevers) daadwerkelijk aansprakelijk zijn. Voldoende is volgens haar dat in abstracto kan worden geconcludeerd dat alle gebeurtenissen die de schade mogelijk hebben veroorzaakt aansprakelijkheidscheppend zijn en in concreto is vastgesteld dat degene jegens wie art. 6:99 BW wordt toegepast aansprakelijk is voor een gebeurtenis waardoor de gehele gevorderde schade kan zijn ontstaan.99 Oskam daarentegen is van mening dat als de normschending van de andere werkgevers niet vaststaat, dat dan art. 6:99 BW niet in werking kan treden.100

De werknemer moet aantonen dat de gezondheidsschade door ten minste één van de asbestblootstellingen is ontstaan. De mogelijke oorzaken van de schade moeten vaststaan (verschillende asbestblootstellingen) waarbij er sprake moet zijn van oorzaken waarvoor iemand aansprakelijk is te stellen en de schade niet is veroorzaakt door een omstandigheid in de risicosfeer van de werknemer.101 Immers, wanneer er sprake is van een omstandigheid in de risicosfeer van de werknemer, komt men een (al dan niet geslaagd) beroep toe op proportionele aansprakelijkheid.

99 Klaassen 2017/75. 100 Oskam, TVP 2018/2. 101 Klaassen 2017/75.

CONCLUSIE

‘‘De ‘arbeidsrechtelijke omkeringsregel’ heeft weliswaar potentieel een breed toepassingsbereik, doch in de praktijk is de meerwaarde hiervan tamelijk beperkt.’’102

Bovenstaand citaat is van Hartlief en als je de beroepsziektezaken nader bekijkt, dan wordt op multicausale ziekten ten nadele van de werknemer de arbeidsrechtelijke omkeringsregel vrijwel nooit van toepassing verklaard. Indien de arbeidsrechtelijke omkeringsregel wel kan worden toegepast, maar het vermoeden van causaal verband door de werkgever wordt ontzenuwd door andere mogelijke oorzaken in te brengen, dan kan het doek voor de werknemer al snel vallen.

De alles-of-niets-benadering zorgt ervoor dat terughoudend moet worden omgegaan met toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel.103 Dit is ook logisch aangezien het vermoeden van causaal verband ervoor kan zorgen dat de werkgever de volledige schade moet vergoeden. Dezelfde terughoudende gedachte is terug te vinden bij het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid omdat de werkgever aansprakelijk kan worden gehouden voor een deel van de schade die hij mogelijk niet heeft veroorzaakt. Er zal ten aanzien van de verschillende schadeoorzaken een schatting worden gemaakt waarbij het niet mag gaan om een zeer kleine kans. De grootte van de kans speelt dus, net als bij de arbeidsrechtelijke omkeringsregel, ook hier een rol.

Wordt een beroep op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel van de hand gewezen omdat het causaal verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheid onvoldoende aannemelijk is waardoor het verband als te onzeker of te onbepaald wordt aangemerkt, dan zal die (te) kleine kans in de meeste gevallen ervoor zorgen dat ook een proportionele verdeling uitblijft.

Uiteraard is iedere zaak weer anders en moet er altijd worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Er zouden omstandigheden kunnen worden aangevoerd welke rechtvaardigen dat een kans op veroorzaking door de werkzaamheden wel weer groter wordt geacht waardoor er toch een, voor de werknemer, positieve uitkomst volgt. Al met al is men te allen tijde

102 Hartlief, NJ 2014/98. 103 Hartlief, NJ 2014/98.

aangewezen op de rechter en de procesvoering, waarbij men afhankelijk is van de bekende feiten, het partijdebat en het deskundigenoordeel.

De werknemer die bij meerdere werkgevers heeft gewerkt, waarbij er sprake is geweest van bijvoorbeeld meerdere asbestblootstellingen, en waarvan niet duidelijk is welke blootstelling de schade heeft veroorzaakt, kan zich beroepen op alternatieve causaliteit ex art. 6:99 BW. De Hoge Raad heeft zich over de slagingskans van dit leerstuk in beroepsziektezaken nog niet uitgelaten, maar naar mijn mening valt hier voor de werknemer winst te behalen. Het is aan te bevelen dat deze werknemer zich naast de arbeidsrechtelijke omkeringsregel tevens beroept op alternatieve causaliteit.

LITERATUURLIJST

Alt 2017

H.J.W. Alt, Stelplicht en bewijslast in het nieuwe arbeidsrecht (Monografieën Sociaal Recht nr. 71), Deventer: Wolters Kluwer 2017.

Asser 2017

W.D.H. Asser, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht. Procesrecht 3. Bewijs, Deventer: Wolters Kluwer 2017.

Bouwens, Duk & Bij de Vaate 2018

W.H.A.C.M. Bouwens, R.A.A. Duk en D.M.A. Bij de Vaate, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2018.

Bouwens, Houwerzijl & Rozendaal 2015

W.H.A.C.M. Bouwens, M.S. Houwerzijl en W.L. Rozendaal, H.L. Bakels, Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2015.

Van Dijk & Veendrick, TVP 2013/4

H. van Dijk & L.L. Veendrick, ‘Zorgplichtschending bij beroepsziekten; bewijsproblemen bij het causaal verband: de arbeidsrechtelijke omkeringsregel en het leerstuk van proportionele aansprakelijkheid’, TVP 2013/4, p. 127-136.

Den Hoed, MvV 2018/6

J. den Hoed, ‘Scheidslijnen tussen kansschade, proportionele aansprakelijkheid en de omkeringsregel’, MvV 2018/6, p. 189-201.

Van der Kroon, TRA 2013/102

J.T. Van der Kroon, ‘Hoeveel hoop gloort er nog voor de werknemer met een multicausaal ziektebeeld?’, TRA 2013/102, p. 17-21.

Klaassen 2017

C.J.M. Klaassen, Schadevergoeding algemeen: deel 2 (Monografieën BW nr. B35), Deventer: Wolters Kluwer 2017.

Lindenbergh 2016

S.D. Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten (Monografieën Privaatrecht nr. 13), Deventer: Wolters Kluwer 2016.

Oskam, TVP 2018/2

V. Oskam, ‘Nieuw licht op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel?’, TVP 2018/2, p. 58-64.

Poort 2017

R.O.B. Poort, Arbomanagement en duurzaam werken. Aansprakelijkheid.

Werkgeversaansprakelijkheid voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, Den Haag: Sdu 2017.

Rapport SZW 2018

Arbodeskundigen over preventie van ziekten/klachten door het werken met (gevaarlijke) stoffen, kwalitatief onderzoek ten behoeve van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Sahtie, MvV 2013/11

S. Sahtie, ‘De aansprakelijkheid van werkgevers voor beroepsziekten krachtens art. 7:658 BW. Zijn de grenzen bereikt?’, MvV 2013/11, p. 320-328.

Spier e.a. 2015

J. Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding. Deventer: Wolters Kluwer 2015.

Veendrick, Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht 2013/18

L.L. Veendrick, ‘De arbeidsrechtelijke omkeringsregel aangescherpt en verduidelijkt’, Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht 2013/18, p. 180-182.

JURISPRUDENTIE

Hoge Raad

HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079 (Kelderluik). HR 21 juni 1974, NJ 1974/453 (Windmill/Roelofsen).

HR 26 januari 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1976 (Dicky Trading II).

HR 20 september 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2142 (Pollemans/Hoondert).

HR 10 december 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3837 (Fransen/Pasteur Ziekenhuis). HR 17 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA:8369 (Unilever/Dikmans).

HR 19 oktober 2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3689 (PTT Post/Baas).

HR 29 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7345 (Lekkende tankcontainer, Transport Ferry Service/Nederlandse Spoorwegen).

HR 29 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE7351 (Kastelijn/Achtkarspelen). HR 31 januari 2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF1301 (Drewel/Amev).

HR 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4224 (Jetblast).

HR 5 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1463 (De Lozerhof/Van Duyvenbode). HR 8 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR8876 (Aydin/Winterthur).

HR 11 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3313 (Bayar/Wijnen). HR 25 november 2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT8782 (Eternit/Horsting). HR 31 maart 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6092 (Nefalit/Karamus). HR 23 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW6166 (Havermans/Luyckx). HR 9 januari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BF8875 (Landskroon/BAM). HR 18 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BK0873 (London/Delta Lloyd). HR 24 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1799 (Fortis/Bourgonje). HR 23 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7264 (Erven/Ouders).

HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 (SVB/Van der Wege). HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma). HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536 (Mesothelioom).

Gerechtshof