• No results found

en God voor ons allen!’ Nog vijf minuten en men zou gered zijn, maar slechts nog twee minuten en de stroom zou allen in zijne doodelijke omarming opnemen en

verstikken. Daar hoorde Corrie plotseling achter zich een gil zooals alleen kan

ontsnappen aan hem, die den dood voor oogen heeft. Zich omkeerende, zag hij één

zijner koelies wegzinken, maar tegelijk vulde een geluid, een ruischen en bruischen,

zooals hij nog nimmer gehoord had zijne ooren, oogen, neus en mond, werden zijne

beenen met woest geweld onder zijn afgetobt lichaam weggeslagen en door 't

aanstormende water aangegrepen, werd hij een eind medegesleurd. Toen hij boven

kwam, was hij half gestikt en snakte hij naar adem. Reeds was de watermuur uit 't

gezicht verdwenen en was de stroom alleen nog maar vreeselijk onrustig. Slechts

met zijn rechterhand was Corrie in staat zich boven te houden, daar hij met de andere

iets kramp achtigs vastgegrepen had. Wat 't met mogelijkheid zijn kon wist hij niet.

Plotseling dacht hij aan zijne Tjisai, waar zou ze zijn, zou zijn arm kleintje er het

leven hebben afgebracht? Eenklaps begon hetgeen hij vasthield, pogingen te doen

om naar boven te komen; verbaasd liet Corrie los en weldra zag hij tot zijne groote

verwondering een zwartgelokt hoofdje dicht bij hem opduiken. 't Was Oh Soei San

die hij onwillekeurig had gegrepen toen hij door 't water was bedolven geworden en

die hem nu zoo kalm mogelijk voorstelde samen naar wal te zwemmen; zoo heel ver

kon zulks niet zijn, meende 't lieve kind. Ze had echter goed praten, zij scheen hier

in haar element te zijn, maar Corrie was alles behalve op zijn gemak; want ofschoon

hij zich wel eenige seconden boven water kon houden,

een zwemtnersbaas was hij niet. Juist poogde hij zijne gezellin dat uit te leggen, toen

hij voelde dat hij begon te zinken. Er ook iets anders nu uit te brengen dan: ‘Tolong,

tolong!’ (Help, help) was hem niet mogelijk. Gelukkig, zijne redster was nabij. Zonder

eenigen omslag pakte zij hem bij zijn arm en zeide hem haar vast te houden, zij zou

wel voor beiden zwemmen Toen begreep Corrie nog al 't edelmoedige van hare daad

niet. Eerst veel later zag hij in, wat een soesah zijn moedig kleintje gedurende eenige

oogenblikken met hem moet gehad hebben Gelukkig werd zij spoedig geholpen.

Zoodra toch de watermassa de pier gepasseerd was en de koelies gezien hadden hoe

hun toean en zijne volgelingen door den vloed waren opgenomen geworden, hadden

zij op Isa's bevel de lichte prauw gestreken en waren naar Corrie en de ‘Missie’ gaan

zoeken, hetgeen zij niet lang behoefden te doen. Afgaande toch op 't gerucht dat Oh

Soei San door haar zwemmen maakte, hadden zij 't ranke vaartuigje die richting

uitgestuurd en weldra de voldoening de drenkelingen aan te treffen. Onder luid

gejubel werden beiden aan boord geheschen en den steven naar de pier gewend.

Corrie voelde zich ellendig, daar hij eene ontzettende massa soengeiwater

binnengekregen had. Zijne Tjisai voelde zich echter senang (lekker). Het bad had

haar opgefrischt, verklaarde zij lachend, toen zij kletsnat naast haren Hakakeï in de

boot zat.

Weldra was men nu op vasten grond Een luid ‘hoerah’ ging onder de verzamelde

koelies op, toen zij Corrie en zijn vrouwtje weer in hun midden zagen. Van blijdschap

schreiend viel Isa hare meesteres in de armen en zoende haar hartstochtelijk. Corrie

informeerde intusschen

naar de koelies die met hem door den vloed waren overvallen geworden. Allen hadden

echter zwem mend de estate bereikt, allen melden zich present op één na... de

Javaan die, even voordat Corrie door den stroom was medegesleept, zoo angstig

gegild had met den doodsangst op 't gelaat was niet aanwezig, Waar was hij, was hij

omgekomen en zoo ja, op welke wijze? Verdronken was hij niet daar Corrie hem

had zien verdwijnen, voordat de vloed hem had bereikt. Onmiddellijk gaf hij dus last

de prauw weer te bemannen en den Javaan te gaan zoeken. Intusschen spoedde hij

zich met de beide meisjes naar huis om zich te mandiën en uit te kleeden. Plotseling

stond hij stil en zich tot Isa wendende, vroeg hij haar naar Blouns. Tot zijn schrik

hoorde hij dat 't met den ongelukkigen jongeling weer minder goed was. Den vorigen

dag had hij voor de tweede maal eene aanval gehad van de kwaal, die Corrie eens

had bijgewoond. Ofschoon 't dezen keer niet zoo hevig was geweest en zoo lang had

geduurd, was hij er toch nog niet van hersteld. Nog niets had hij gegeten maar steeds

had hij willen drinken en tusschenbeide was hij geheel weg en ijlde hij.

Dit ongelukkig nieuws hoorende, versnelde Corrie zijne schreden. Weldra had hij

't huis bereikt en wilde hij naar Blouns' kamer stormen. Oh Soei San hield hem echter

tegen en raadde hem zich eerst te gaan mandiën. Zoo als hij er nu uitzag zou zelfs

een gezonde van hem schrikken. En waarachtig, verschrikkelijk zag Corrie er uit:

gelaat en handen waren opgezet en gezwollen door de muskietensteken, groote roode

puisten hadden ze hem gebeten waarvan hij er sommigen had opengekrabd die

natuurlijk waren gaan bloeden,

talrijke zwarte bloedsporen spraken van den wanhopigen strijd, dien hij met deze