• No results found

Algemene tips voor tijdens het instuderen en uitvoeren

Begrippen:

• Scènes: om het instuderen te vergemakkelijken, is de musical verdeeld in scènes. Elke scène vormt een afgerond geheel.

• Coulissen: de coulissen zijn officieel de zijgordijnen van het toneel, van waar de spelers op- en afgaan. In deze handleiding wordt met de term “in de coulissen” de plek naast en achter het podium bedoeld, waar de spelers uit het zicht zijn.

• Decor: datgene waar het toneel mee is aangekleed om te sfeer te bepalen en de plaats van handeling duidelijk te maken. Het zijn de vaste onderdelen op het toneel.

• Rekwisieten: voorwerpen die gebruikt worden tijdens de voorstelling om vast te houden of om op het toneel te plaatsen.

• Bij de termen “links” en “rechts” op het podium, die in deze handleiding worden gebruikt, gaan we altijd uit van wat links en rechts is vanuit het publiek gezien.

• Applausmuziek: muziek die gebruikt wordt om het applaus op “te halen”, naar voren komen, buigen en afgaan.

• Bladmuziek: muziek zoals die in notenschrift op papier is afgedrukt.

Spel:

• Laat de spelers goed zichtbaar zijn als ze tekst hebben. In het beeld kan je actieve spelers bijvoorbeeld uit laten komen door de rest te laten zitten.

• Je bent geneigd je hoofd te wenden in de richting van degene tegen wie je praat. Op het toneel draai je daardoor soms te veel af van het publiek, waardoor het niet meer te verstaan is. Je kunt ook tegen een medespeler praten zonder hem de hele tijd aan te kijken.

• Zorg dat de leerlingen ook als ze geen tekst hebben, meespelen en in hun rol blijven. Ze kunnen reageren op wat er gebeurt met gebaren of uitdrukkingen, of bezig zijn met een afgesproken activiteit.

• Spreek af naar welke kant je in een bepaalde scène op- of afgaat.

• Zorg ervoor dat de spelers hun cue’s kennen, d.w.z. na welke zin of gebeurtenis ze op moeten komen of iets moeten doen.

• Voorkom een statisch toneelbeeld: varieer bijvoorbeeld in zittende en staande spelers.

• Zorg voor een goede verspreiding op het toneel, zodat iedereen zichtbaar is.

• Zorg voor vaart in de musical: maak snelle overgangen. Laat de kinderen zelf decorwisselingen verzorgen en de spullen wegzetten.

• Zorg dat de spelers bij tussentijds applaus, wachten met verder spelen tot het applaus uitgeklonken is, zodat niet een deel van de volgende tekst

• In de neventekst (aanwijzingen in het tekstboek) staat duidelijk wanneer een speler een actie heeft met eten of rekwisieten. De rest van de tijd is er sprake van stil spel dat niet mag opvallen en zeker geen geluid mag maken.

Kleding en rekwisieten:

• Repeteer al in een vroeg stadium met (een deel van de) kleding. Dat helpt de spelers bij het inleven in hun rol en daarbij raken ze gewend aan het dragen van de kleding.

• Zorg dat ook de rekwisieten er in een vroeg stadium zijn of gebruik in het begin alternatieve spullen. Bij het repeteren is het van belang direct met de rekwisieten te spelen. Dan ziet het er vanaf het begin natuurlijk uit, is het duidelijk wat er nodig is en is de kans op het vergeten van spullen een stuk kleiner.

• Zorg voor genoeg verkleedruimte (indien mogelijk ieder een eigen stoel of doos om zijn of haar kleding op of in klaar te leggen).

• Zorg voor een vaste plek voor de attributen; spreek af dat niemand aan elkaars kleding/attributen komt.

• Maak de rekwisieten groot en opvallend, zodat ze duidelijk te zien zijn voor het publiek.

Tekstkennis:

• Hang een overzicht van de scènes, vergroot tot A3 formaat, in de coulissen.

Eventueel aangevuld met dingen waaraan gedacht moet worden: welk decorstuk of attribuut er wanneer op moet, wanneer het weer weg moet, vanaf welke kant iemand moet opkomen.

• Zorg er eventueel voor dat iemand de tekst vanuit een boekje meeleest en souffleert. Het is beter als dat niet de regisseur is, omdat die meestal al veel te doen heeft. Het is wel handig als het iemand is die al meerdere repetities heeft bijgewoond.

Geluid:

• Plaats de luidsprekers achter het podium, dan kunnen de spelers de muziek goed horen, gebruik het liefst een wat grotere installatie.

• Oefen met de bediening van de cd, timing van de muziek is erg belangrijk.

Zorg eventueel voor een zaklantaarn voor goed zicht.

Zang:

• Zorg dat de spelers in hun rol blijven tijdens de liedjes.

• Hoe vanzelfsprekend ook, zorg dat de zangers hun mond genoeg openen, dan komt er meer geluid uit. De onderkaak is ontspannen, kleine maar duidelijke articulatiebewegingen.

• Het is aan te raden alvorens mee te zingen eerst een paar keer naar de ingezongen versie te luisteren, zowel voor de juiste melodie als voor de manier van zingen.

• Bij de liedteksten in het tekstboek staan suggesties voor solo’s of zang in kleinere groepjes aangegeven. Je kunt kijken in hoeverre uw situatie zich daarvoor leent. Als het kan, is het wel aan te bevelen om een afwisseling te hebben in zingen met z’n allen en groepjes/solo’s.

Dans/beweging:

• Veel liedjes zijn geschikt om een (eenvoudige) choreografie op te maken. Dat kan zowel door bewegingen en pasjes als door spel. Bij sommige liedjes worden hiervoor suggesties gegeven.

• Laat de kinderen simpele dansbewegingen maken. Bijvoorbeeld synchrone handbewegingen of het gelijktijdige bewegen van de hoofden van links naar rechts. Zorg er wel voor dat dit soort bewegingen goed wordt uitgevoerd: als je een arm strekt, is hij ook helemaal gestrekt.

• Zorg dat de bewegingen niet de zang belemmeren. Bijvoorbeeld door te springen tijdens een hoge toon, of door een rondje te draaien tijdens het zingen, waardoor de zang even niet te horen is.

• Onervaren dansers willen nog wel eens naar elkaar of naar hun voeten kijken tijdens het dansen, of alles wel goed gaat. Zorg dat de spelers tijdens het dansen zoveel mogelijk de zaal blijven inkijken.

Decor:

• Houd het decor eenvoudig, een paar karakteristieke dingen zijn al genoeg.

• Je kunt een achterdoek ophangen of panelen neerzetten. Op sommige

markten kun je goedkoop een rol los geweven “kaasdoek” van 1 of 1,5 meter breed per rol kopen. Ongebleekte katoen is overal te koop op markten.

Hiervan kun je gemakkelijk kleding of achterdoek maken.

Overige suggesties:

• Tijdens de repetities kun je af en toe opnames maken en die samen met de spelers terugkijken. Hierdoor krijgen de kinderen een beter inzicht in het effect dat hun spel op het publiek heeft.

• Schakel zo mogelijk ouders of andere familie in bij het instuderen, bouwen van decors of overige activiteiten. Het eventueel soufleren tijdens de

voorstelling kan het beste door iemand worden gedaan die niet al veel andere dingen hoeft te doen. Wel is het prettig als het door iemand wordt gedaan die bij de laatste paar repetities aanwezig is geweest.

• Het is raadzaam om het applaus na de liedjes te stimuleren. Als het publiek niet zeker weet of het mag klappen, volgt er vaak –onbedoeld- een lauw klinkend applaus. Dit doe je door zelf of andere betrokkenen die in het