Colofon
Ren voor de Robot is een uitgave van Rep en Roer Musicals.
Rep en Roer Musicals Valkstraat 1
3514 TG Utrecht +31 (0)30- 227 19 85 info@repenroer.nl www.repenroer.nl
Naar een idee van: Sylvia Wardenaar, Meike Veenhoven, Sander Geboers Script: Sylvia Wardenaar
Liedteksten: Meike Veenhoven, Sander Geboers Muziek: Meike Veenhoven, Sander Geboers Arrangementen: Sander Geboers
Illustraties: Rick Dros
© 2013/2014 Rep en Roer Musicals
Inhoudsopgave
Algemene informatie 4
Inleiding 5
Voorwaarden 5
Samenvatting van het verhaal 6
Scènes in het kort 8
Rolverdeling 11
Personagebeschrijving met kledingadvies 13
Decor 18
Rekwisieten 21
Opstelling van de spelers 23
Aantal tekstbeurten per rol (rollenschema) 24 Algemene tips voor tijdens het repeteren en uitvoeren 27
Beschrijving van de scènes 30
De muziek 53
Bladmuziek 54
Algemene informatie
Het standaard musicalpakket is geheel digitaal: al het materiaal is vanuit je account te downloaden. Wil je daarnaast tekstboekjes, cd’s of handleidingen per post
ontvangen? Dan kan je deze los bijbestellen.
In het account vind je:
• het tekstboek dat geschikt is voor jouw groepsgrootte (Word en pdf) o standaardversie voor 24 of meer spelers
o kleine versie voor 11 t/m 23 spelers
• het standaardtekstboek (Word en pdf)
• de handleiding (pdf)
• de muziek voor tijdens de voorstelling (karaoke) en de ingezongen versie van de liedjes (mp3)
• informatie over de rolverdeling (pdf)
• een aparte decor- en rekwisietenlijst
• toegangskaartjes die je kunt printen (pdf)
• de bladmuziek (pdf) Extra’s die je kunt bijbestellen:
• papieren tekstboekjes (geschikt voor 11 t/m 49 spelers, vanaf 11 stuks)
• papieren handleiding(en)
• cd (‘s) met de muziek voor tijdens de voorstelling (en de ingezongen versie van de liedjes
Gratis extra’s online:
• De trailer van de musical, te bekijken op de musicalpagina en eventueel af te spelen op het digibord
• De meezing- en karaokeclips van alle liedjes, te vinden in het Oefenlokaal
• Tips voor bij het instuderen, te vinden op onze tippagina:
www.repenroer.nl/tips
Inleiding
De musical Ren voor de Robot is geschikt als afscheidsmusical voor groep 8. De musical heeft geen afscheidsthema in het verhaal. Wel is er een slotlied met afscheidsthema. Er is ook een slotlied zonder afscheidsthema beschikbaar.
De musical duurt ruim een uur en bevat negen liedjes. Het is uitgeschreven voor 28 rollen, maar er kunnen gemakkelijk rollen worden samengevoegd of uitgesplitst. Het minimum aantal rollen is 11, het maximum is 49 (voor suggesties hiervoor: zie
hoofdstuk Rollen)
U kunt het stuk aan de eigen situatie aanpassen. Bijvoorbeeld door rollen samen te voegen of te splitsen; jongens- in meisjesnamen te veranderen of andersom,
zangsolo’s te veranderen in groepjes of door een pauze in te lassen. Ook kan er eigen tekst toegevoegd worden of tekst worden weggelaten. Met een digitaal tekstboek zijn deze wijzigingen gemakkelijk in het tekstboek aan te passen.
In deze handleiding worden suggesties gedaan voor decor, kleding, rekwisieten en regie. Natuurlijk kun je met de klas andere keuzes maken.
Wij wensen jullie veel plezier met het repeteren en opvoeren van de musical Ren voor de Robot.
Voorwaarden
Rechtmatig gebruik:
Het uitvoeringsrecht van een bestelde musical is verbonden aan één groep van een school gedurende één speelperiode. Zijn er meerdere groepen binnen die school die de musical opvoeren, dan dient de school per groep opvoerrecht voor een extra groep aan te schaffen. Zijn er meerdere locaties van de school die de musical willen opvoeren, dan dient de school hiervoor een extra musicalpakket aan te schaffen.
Ook aan heropvoering in een andere speelperiode met een andere groep zijn kosten verbonden. Hiervoor kan de school via het account vijftig procent korting aanvragen.
© 2013/2014 Rep en Roer Musicals. Uitlenen en/of kopiëren van het materiaal voor een andere school, locatie of groep is auteursrechtelijk verboden. Een bestelling kan
Samenvatting van het verhaal
In Middelstad heeft iedereen alles al. De nieuwste technische snufjes. Natuurlijk heeft iedereen een laptop en een mobiele telefoon, ook de kinderen van de plaatselijke school. De juf heeft zelfs een nakijkapparaat. De slager heeft een worsten-maak-machine. En in het ziekenhuis worden de mensen door machines gewassen en geopereerd.
Ze hebben alles. Nou ja, bijna alles. De hovenier zou nog wel een automatische rozensnoeier willen. En de kinderen dromen van een mobiel met een batterij die nooit opgaat, of een uit zichzelf scorende bal.
Maar de boswachter en zijn vriend Hans Worst moeten niets van al die technische snufjes hebben. Niemand heeft nog oog voor de natuur, vinden ze. Binnenkort is het Nationale Natuurdag en niemand heeft zich nog ingeschreven voor de
boswandeling.
Dan wordt er een nieuwe winkel geopend op het plein. Het is de winkel van de uitvinder Stein Breingein. Iedereen is benieuwd naar wat die winkel zal gaan verkopen. Met veel tromgeroffel opent de uitvinder met zijn verkopers de nieuwe winkel. Met verbazing komen de bewoners kijken naar de nieuwe winkel: een Robotshop! Je kunt robots bestellen in alle soorten en maten.
Leuk! denkt de slager. Hij wil wel een volautomatische winkelbediende, dan hoeft hij niet meer zelf achter de balie te staan. Dan heeft hij voortaan altijd vakantie! Niet leuk, denken de boswachter en zijn vriend. Robots, dat kan toch alleen maar ellende brengen. En nota bene is de oude lindeboom op het plein omgehakt, om een
oplaadpaal voor de robots te kunnen neerzetten.
Langzamerhand worden steeds meer mensen enthousiast van de robots. De juf kan lekker een boekje gaan lezen als de kinderen les krijgen van de Leraar Robot. De zuster hoeft niet meer met patiënten te wandelen, want dat doet de Wandel Robot.
Zelfs de kinderen hebben een robot besteld: de VEVRO: de Verkering-vraag Robot.
Na wat herprogrammeren doen de robots het prima. Alleen van verrassingen
houden de robots niet. Als de kinderen grapjes met hem uithalen, slaat de robot op tilt en moet hij opnieuw opgestart worden.
Ondertussen wordt de sfeer in Middelstad er niet beter op. De mensen hangen maar een beetje rond. Ze hebben niets meer te doen. Ze delen hun lief en leed alleen nog maar met de robots, maar die hebben geen idee wat gevoel is.
Ongemerkt worden de mensen een beetje eenzaam.
De boswachter en zijn vriend besluiten in te grijpen. Op een nacht knippen ze wat draden door bij de robots in een poging ze onklaar te maken. De volgende dag lijkt er niets aan de hand met de robots, tot dat ze wel heel eigenaardig gedrag beginnen te vertonen. De robot van de slagerij begint met worsten te gooien. De Wandel Robot rent als een razende met de patiënten over het plein. De Verkering-vraag Robot begint iedereen te pas en te onpas verkering te vragen en te zoenen.
Ten einde raad komen de bewoners aan bij de Robotshop. Maar de verkopers kunnen niets doen. De robots zijn niet meer te besturen. Ze lijken de macht over te willen nemen! Ze omsingelen de mensen op het plein en komen steeds dichterbij…
Wat nu?!
Dan herinneren de kinderen zich dat een robot niet tegen verrassingen kan. Dan slaat hij op tilt. De dorpsbewoners creëren een kakofonie, door verschillende liedjes door elkaar te zingen. Creativiteit, daar kunnen de robots niets mee. Alle robots slaan op tilt en de batterijen kunnen snel verwijderd worden.
Met grote opluchting vallen de bewoners elkaar weer in de armen. Voorlopig geen robots meer in Middelstad. Een robot is handig, maar kan geen mensen vervangen.
Scènes in het kort
Scène 1: Middelstad op rolletjes
Waarin we zien dat de boswachter Hein Breingein en zijn vriend Hans Worst reclame maken voor de boswandeling die zij hebben georganiseerd, ter gelegenheid van de Natuurdag. De mensen uit Middelstad blijken meer geïnteresseerd in de nieuwste technische snufjes dan in de Natuurdag. Als de uitvinder Stein Breingein, de broer van Hein Breingein, iets prijsgeeft over zijn nieuwe winkel die binnenkort geopend wordt, is iedereen meteen enthousiast. De boswachter en zijn vriend vinden al die techniek maar niets. Lied 1: Alles automatisch
Scène 2: De nieuwe winkel
Waarin we zien dat de bewoners van Middelstad nieuwsgierig toekijken, terwijl de Verhuizers spullen dragen naar de nieuw te openen winkel. Ze fantaseren over de handige apparaten die ze wel zouden willen hebben. Er wordt een vreemde paal op het midden van het plein geplaatst. De boswachter en zijn vriend zijn er boos over:
die paal was de reden dat de mooie oude lindeboom op het plein moest worden omgehakt. Lied 2: Wat moet ik doen
Scène 3: Opening Breingeins Robotshop
Waarin we zien dat de winkel met veel tromgeroffel wordt geopend. Het is een Robotshop! De winkel maakt robots op maat voor de bewoners van Middelstad. En de vreemde paal op het plein blijkt een oplaadpaal voor de robots te zijn. De
mensen aarzelen, maar de slager bestelt meteen een Winkelbediende Robot voor in de slagerij.
Scène 4: De Winkelbediende Slagerij Robot
Waarin blijkt dat de Winkelbediende Robot van de slagerij een groot succes is. Nu gaan meer mensen een robot bestellen.
Scène 5: Door het vuur voor de natuur
Waarin we zien dat de boswachter en zijn vriend er achter komen dat er nog helemaal geen inschrijvingen zijn voor de boswandeling op de Natuurdag. Ze
realiseren zich dat ze meer reclame moeten maken. Ze besluiten een lied te maken ter promotie van de natuur. Lied 3: In de natuur
Scène 6: Wij willen ook altijd vakantie
Waarin we zien dat er diverse robots worden besteld. Mevrouw Koopzegel en Veger bestellen een Klus Robot, het ziekenhuis bestelt een Wandel Robot om met de patiënten te wandelen en juf Juul bestelt een Leraar Robot om voor de klas te zetten. Nu heeft iedereen altijd vakantie!
Eén van de kinderen heeft ook een robot besteld. Wat voor één is nog geheim.
Scène 7: De Wandel Robot in actie
Waarin we zien dat de Wandel Robot een wandeling maakt met patiënte Oma Klep.
Maar Oma Klep houdt van roddelen en de Wandel Robot kan alleen maar over het weer praten. De robot wordt teruggestuurd naar de winkel om dit gebrek te
verhelpen.
Scène 8: De Klus Robot in actie
Waarin we zien dat de Klus Robot van Veger per ongeluk een hondendrol opveegt, waardoor die uitgesmeerd raakt over de stoep. Ook blijkt mevrouw Koopzegel een probleem te hebben met de Klus Robot. De robots worden teruggestuurd naar de winkel om de gebreken te verhelpen.
Scène 9: De Leraar Robot in actie
Waarin we zien dat de schoolkinderen les krijgen van de Leraar Robot, terwijl de juf tevreden toekijkt op het bankje. De Leraar Robot gaat als gymles dansen met de kinderen. Dans: Doe de robotdans
Scène 10: De Verkering-vraag Robot in actie
Waarin we zien wat voor robot één van de kinderen heeft besteld: een Verkering- vraag Robot. De robot koppelt vervolgens juf Juul met slager Vleeshaak.
Scène 11: Hebben robots gevoel?
Waarin we zien dat de boswachter en zijn vriend proberen de kinderen te winnen voor de Natuurdag. Ze willen laten zien dat er humor zit in de natuur. De Leraar Robot, waar de kinderen op dat moment les van hebben, kan niet om de grapjes mee lachen. Als de kinderen hem gaan plagen, raakt hij oververhit en slaat op tilt.
Hij doet het niet meer. De boswachter en zijn vriend willen net hun kans gijpen en het Natuurlied inzetten, als de robot weer tot leven komt. De kinderen zijn meteen weer met al hun aandacht bij de robot. De boswachter en zijn vriend druipen af.
Scène 12: Plakje worst?
Waarin we zien dat de Winkelbediende Robot van de slagerij een plakje worst wil geven aan Gerrie Gipsbeen die in een rolstoel zit. De robot denkt dat ze een kind is, omdat hij haar lengte meet. De robot wordt ook teruggestuurd naar de Robotshop.
De Verkopers beloven de robots vannacht te herprogrammeren, zodat alle problemen verholpen zullen zijn.
Scène 13: Laad me op
Waarin we zien dat de robots aan het eind van de dag worden aangesloten op de oplaadpaal om te worden opgeladen en opnieuw te worden geprogrammeerd.
Lied 5: Robots slapen niet
Scène 14: Automatisme
Waarin we zien dat de robots hergeprogrammeerd zijn en nu goed functioneren. De mensen hoeven niets meer te doen, de robots doen al het werk. Ze hangen maar wat rond, vervelen zich een beetje. Ze praten nauwelijks nog met elkaar, ze
bespreken hun lief en leed alleen met hun robot en denken dat de robot hen echt begrijpt. Ongemerkt worden ze een beetje eenzaam. Alleen zuster Suus mist het contact met echte mensen. Lied 6: Als het maar met jou is
Scène 15: Knip ik heb je
Waarin we zien dat de boswachter en zijn vriend besluiten in de grijpen en ’s nachts tijdens het opladen wat draden bij de robots doorknippen.
Scène 16: Robots op hol
Waarin we zien dat de robots zich vreemd gedragen. De Verkering-vraag Robot vraagt iedereen verkering, de Leraar Robot doet veel te snelle dansjes voor, de Wandel Robot racet met de patiënten over het plein, de Winkelbediende Robot begint met worsten te gooien en de Klus Robot zwaait rond met zijn bezem. Ze worden steeds wilder en uiteindelijk rennen alle robots het bos in. Dit was nu ook weer niet de bedoeling van de boswachter en zijn vriend. Alle mensen rennen naar de Robotshop om te vertellen wat er is gebeurd.
Scène 17: Paniek
Waarin we zien dat de Verkopers de mensen proberen gerust te stellen en de robots terugroepen naar de oplaadpaal. De robots komen inderdaad terug, maar komen dreigend op de mensen af en sluiten ze in. Als de Verkopers de Noodknop
indrukken, reageren de robots daar niet op. Dan heeft één van de kinderen een ingeving. De robots konden toch niet tegen verrassingen? Met z’n allen maken ze een rare kakofonie van geluid, waardoor de robots uiteindelijk op tilt slaan en neervallen. Snel halen ze de batterijen eruit. Iedereen is opgelucht.
Lied 7: Kakofonie
Scène 18: Geen robots meer
Waarin we zien dat de uitvinder toegeeft dat hij zijn robots beter had moeten testen voordat hij ze op de markt bracht, en de boswachter en zijn vriend hun excuses aanbieden voor het rommelen met de draden van de robots. Net als ze weer de aandacht willen vragen voor de Natuurdag, ontvangt iedereen per sms een reclamebericht over robots. Dat wordt door iedereen overtuigend afgewezen.
Voorlopig geen robots meer in Middelstad. Lied 8: Zing je eigen lied Slotlied
Als je het samen doet, gaat alles automatisch.
Lied 9: Samen gaat alles automatisch
Rolverdeling
Goed: 28 Minimaal: 11
Maximaal: 49 (onbeperkt)
Het standaard script is geschreven voor 28 rollen, waarbij iedereen tekstbeurten heeft. We hebben: Twee Natuurliefhebbers, een school met een juf en zes Kinderen, een winkel met een uitvinder, twee medewerkers en zes Robots, een slagerij met een slager en vier Klanten en een ziekenhuis met dokter, zuster en drie Patiënten.
Bij minder spelers (tot +/- 20) kunnen er rollen samengevoegd of weggelaten
worden. Er is een versie met een kleine rolverdeling beschikbaar voor 16 spelers. Dit is geschikt voor minimaal 11 en maximaal +/- 23 spelers.
Voor meer rollen dan 28 kunnen de Robots, Schoolkinderen, Klanten en Patiënten makkelijk vermeerderd worden. Teksten kunnen dan desgewenst anders verdeeld worden, zodat iedereen ook tekst heeft. Of er worden zinnen toegevoegd of door meerdere van dezelfde groep samen gezegd.
Hoe aan te passen bij minder spelers:
Verminderen tot 20-23 rollen kan het makkelijkste en beste door te beginnen bij de Klanten, Patiënten en Schoolkinderen. Deze rollen worden dan samengevoegd.
Vervolgens kunnen er Robots worden samengevoegd, allereerst de VORO en de WARO. Bedenk bij het samenvoegen altijd dat de Robots het belangrijkste zijn dus verder als laatste moeten worden geschrapt. De tekst kan daarbij ongewijzigd blijven, al is het qua inhoud wel even opletten wie wat zegt, zodat de verschillende personages kloppend blijven.
Bij het minimum van 11 rollen zijn er: Natuurliefhebber Hein Breingein, Uitvinder Stein Breingein, twee Robots die dubbele functies hebben, Juf Juul met twee Kinderen die bijna alle teksten van kinderen doen, Slager Vleeshaak, een Klant/Verhuizer, Zuster Suus die het hele ziekenhuis vertegenwoordigt en een Patiënt/Klant/Verhuizer.
Bij 12: 11 + Natuurliefhebber toevoegen Bij 13: 12 + Verkoper bij de Uitvinder Bij 14: 13 + Dokter toevoegen
Bij 15: 14 + Robot toevoegen
Hoe aan te passen bij meer spelers:
Om het aantal rollen/spelers te vergroten zijn een aantal mogelijkheden. Ten eerste die waarbij geen tekst hoeft te worden toegevoegd en vervolgens die waarbij extra
Allereerst is het leuk om meer Robots te hebben. (+5 mogelijk zonder extra tekst ) Daarnaast zijn zowel de Schoolkinderen als de Klanten en Patiënten goed te
vermeerderen met extra personen. (+2 x 3 = 6)
Andere goede optie is om de Natuurliefhebbers (wat nu twee grote rollen zijn) te verdubbelen, zodat ze als viertal spelen. (+2, waarbij ze de tekst verdelen)
Zo kan je dan zonder tekst te hoeven toevoegen makkelijk op 41 rollen komen.
Meer rollen zonder zelf tekst toe te voegen:
Er kunnen prima duo Robots zijn bij de WARO en KLUSRO. Zij voeren de taken dan samen uit. En ook de WIRO en VEVRO kunnen zo verdubbeld worden. Bij de LERO is dat wat lastiger, maar het kan wel. De LERO kan een GYMRO als lesgeefpartner hebben die de danslessen geeft terwijl de LERO toekijkt. De VORO is al een kleine rol dus die is wat minder geschikt voor verdubbeling.
Met deze verdubbelingen heb je meer Robots die teksten onderling verdelen of samen zeggen. Je kunt dan van 28 naar 33 rollen zonder tekst bij te hoeven schrijven. Alleen moet je verdelen wie wat zegt en bepalen wanneer ze het eventueel samen kunnen zeggen.
Meer Schoolkinderen, Klanten en Patiënten:
Er kunnen een of meer kinderen, Klanten en/of Patiënten worden toegevoegd en de aanwezige teksten worden dan opnieuw verdeeld. Van een kind kan bijvoorbeeld ook een tweeling worden gemaakt, die alles samen zegt.
Meer rollen door zelf tekst toe te voegen:
Als er bij de Schoolkinderen, Klanten of Patiënten meer dan twee per groep worden toegevoegd (dus boven de 41 rollen) is het mooier om deze extra rollen ook wat eigen tekst te geven.
Er kunnen dan ook nog extra Robots worden toegevoegd: Hiervoor kunnen Robots bedacht worden die taken en klusjes doen voor de bewoners. Denk daarbij aan koffie breng robot voor de mensen op het bankje, een schoonmaakrobot op het plein of in de slagerij, verkoop- en promotierobots bij de winkel, tassen draagrobot of huiswerkrobot voor de kinderen, enz. Zo kunnen er nog zeker 8 rollen bij komen en zitten we op 49 rollen.
Personagebeschrijving met kledingadvies
Bij de personages staat steeds een kledingadvies. Hierbij zijn natuurlijk veel variaties mogelijk. Het kan goed zijn om groepjes mensen die bij elkaar horen in dezelfde kleur/stijl/vorm aan te kleden, zodat het voor het publiek snel duidelijk is wie er bij elkaar horen. Dat kan door elke groep een kleur te geven en deze per groep extreem door te voeren of te werken met kleine accenten in dezelfde kleur.
NATUURLIEFHEBBERS
Vrienden. Strijden voor de natuur en tegen techniek. Organiseren de jaarlijkse Door- het-vuur-voor-de-natuur-dag. Echt duo met dezelfde kleren, alles in het groen en kaki. Met afwisselend licht- en donker groen. Wandelschoenen/bergschoenen, hoedje/pet. Zingen samen het lied In de natuur. (met de rest als koor).
1. Hein Breingein (evt. Carlijn Breingein)
Boswachter en natuurbeschermer. Heeft al jaren ruzie met zijn broer, de uitvinder Stein Breingein. Is daardoor tegen elke vorm van techniek.
2. Hans Worst
Ontslagen worstenmaker. Bij slager Vleeshaak vervangen door een machine.
Nu vegetarische natuurbeschermer die tegen techniek is.
VERKOPERS
Runnen de Gadget/Robotshop. Zingen samen gedeelte van het lied Wat moet ik doen. Dragen bedrijfskleding in het rood (met dezelfde kleur shirt/pet met evt.
daarop een logo). Hebben ook allemaal een bril op.
3. Uitvinder Stein Breingein (Uitvinder)
Een soort Einstein. Brengt al jaren de gekste gadgets en machines op de markt. Komt na de gadgetshop nu met Breingeins Robotshop. Beetje verward af en toe, wild haar. Eventueel met een witte uitvinderjas over de
bedrijfskleding heen.
4. Pim Slim
Snelle verkoper. Weet alles van snufjes. Kent de catalogus uit zijn hoofd en geeft graag advies aan klanten. Duo met Ruth Gadget. Draagt bedrijfskleding en bril.
5. Ruth Gadget (Gadget)
Slimme verkoopster, beetje een nerd, weet veel. Duo met Pim Slim. Draagt bedrijfskleding en bril.
VERHUIZERS / KLANTEN (dubbelrollen) m/v
Zijn in het begin de Verhuizers in een overall o.i.d. die ze over hun andere kleding aan kunnen hebben. Allemaal met dezelfde kleur en bijvoorbeeld een logo van de Erkende Verhuizers erop. Eventueel met een pet op die ze achterstevoren dragen.
Ze worden daarna de Klanten in de winkels. Winkelen bij de Winkelbediende Robot en bestellen zelf een Klus Robot, waar ze scènes en een act mee hebben. Kunnen qua kleding bijvoorbeeld allemaal iets hebben met een bepaalde kleur aan:
bijvoorbeeld oranje/geel.
6. Sjouwer en (Zeger of Inger) Veger
Verhuizer en Straatveger die alles met de straatveeg machine doet. De
straatveger draagt een (oranje) broek en jas met reflecterende strepen erop.
Stevige schoenen of laarzen.
7. Sleper en (Coen) Snoeier
Verhuizer en Hovenier die een automatische schoffelmachine heeft. De
hovenier draagt een tuinbroek met vlekken, kniestukken en stevige schoenen of laarzen.
8. Tiller – (Mevrouw of meneer) Koopzegel
Verhuizer en Klant die bij alles wat ze koopt om zegeltjes vraagt. Nette, vrolijke vrouw.
9. Drager – (Alek of Ilek) Koopgek
Verhuizer en Klant. Is verslaafd aan shoppen. Met boodschappentrolley. Snel en druk.
MARKTSLAGER
10. Slager Sjaak Vleeshaak (Vleeshaak)
Beetje dikke, gezellige, luie man. Houdt van zijn worsten en van een onsje meer. Laat zijn machines het werk doen. Is de eerste die een Robot koopt (Winkelbediende Robot) en zit daarna lezend op een bankje met het boek met de titel: “Slapend Rijk”. Wordt gekoppeld aan Juf Juul door de VEVRO. Draagt een slagersschort. Eventueel met “Marktslager” of iets dergelijks erop.
ROBOTS
Zijn in eerste scène gewone dorpsbewoners. Beginnen dan als basisrobot en worden omgebouwd tot specialisten. Krijgen daarvoor een badge met een speciaal teken op hun bovenarm. Ze doen en zeggen veel samen. Bewegen hoekig en bliepen vaak. Ze zingen samen het lied Robots slapen niet. Kleding: Strak pak in één kleur.
Zilverkleurige accenten. Ze dragen een rugzak met z.g. batterijen erin, hebben een tv scherm/touch screen op borst, knie- en elleboogbeschermers, en een helm/pet.
11. VORO = VOorbeeld RObot
Basisrobot met een groot vraagteken op zijn hoofd en een heleboel kleinere vraagtekens op armen en benen. 1e Robot die van alles voordoet. Snel en grappig. Heeft als VORO veel rekwisieten bij zich. Wordt later een 2e Wandel Robot. Als hij op hol slaat, gaat hij heel hard rennen en ronddraaien met de Patiënten. Weinig solotekst, veel spel.
12. WIRO = WInkelbediende RObot
Basisrobot met slagersschort/sloof voor. Eventueel streng worsten om zijn nek. Staat achter de balie van Marktslager Vleeshaak. Helpt de klanten en deelt plakjes worst uit. Als hij op hol slaat, gaat hij met worsten gooien.
13. LERO = LEraar RObot
Vervangt Juf Juul. Houdt van dansen. Snapt niets van grapjes of verrassingen.
Dan slaat hij op tilt en doet hij het even niet meer. Doet streetdance act met de kinderen. Als hij op hol slaat, gaat hij heel snel en wild dansen en bewegen.
Heeft naast zijn robotoutfit, ook iets aan dat hem verbindt aan de school (bijvoorbeeld het schoollogo op zijn bovenarmen of een pet met schoolnaam) 14. WARO = WAndel RObot
Besteld door het ziekenhuis. Loopt met zieken/bejaarden die in rolstoel zitten of slecht lopen. Als hij op hol slaat, gaat hij heel snel met Patiënten
rondrennen. Heeft naast zijn robotoutfit, ook iets aan dat hem verbindt aan het ziekenhuis (bijvoorbeeld een rood kruis op zijn bovenarmen)
15. VEVRO = Verkering-vraag Robot
Liefdesmakelaar – Robot ten Brink, All you need is Robot. Heeft naast zijn robotoutfit, hartjes op zijn bovenarmen. Heeft ook een hart op een stok in de hand. Koppelt mensen. Als hij op hol slaat, gaat hij aan iedereen verkering vragen en proberen zoentjes te geven.
16. KLUSRO = KLUS Robot
Handyman – Klusser. Sterk. Heeft allerlei soorten gereedschap bij zich, aan een band om zijn middel en in zijn zakken. Zo kan hij door de klanten ingezet worden voor allerlei klusjes. Als hij op hol slaat, zwaait hij rond met een bezem en probeert alles en iedereen op te vegen.
SCHOOL:
17. Juf Juul
Lieve Juf. Houdt van kinderen. Blij met haar nakijkmachine. Bestelt een LERO en zit daarna lekker op het bankje met een puzzelboekje. Wordt gekoppeld aan Slager Vleeshaak door de VEVRO. Draagt een jurk of rok. Vrolijke
kleurtjes. Passend bij de kleur van het schoolshirt van de kinderen.
Schoolkinderen:
Zijn echt een groep, doen veel samen. Dragen allemaal een spijkerbroek met daarop het schoolshirt. (of een T-shirt in dezelfde kleur) Zijn echt kinderen:
met staartjes, gel in haar, petjes op. Hebben allemaal altijd een mobieltje bij zich (in hun broekzak).
Doen samen een zelfbedachte streetdance act met de Leraar Robot.
18. Willemijn Breingein (Willemijn)
Is slim en bijdehand. Vriendinnetje van Jim. Nichtje van Stein en Hein Breingein.
19. Jim Slim
Vriendje van Willemijn. Slimme jongen. Zoon van verkoper Jim Slim.
20. Puk Kruk
Stoer meisje. Houdt van gezelligheid en de liefde. Bestelt een Verkering-vraag Robot, de VEVRO. Dochter van Kees Kruk.
21. Wout Worst (Wout W.)
Grappige stevige jongen. Moppentapper van de klas. Zoon van worstenmaker Hans Worst.
22. Isaak Vleeshaak (Isaak V.)
Beetje onzekere jongen. Verliefd op Sil, maar durft dat niet te zeggen. Heeft korte scène alleen met LERO. Zoon van slager Vleeshaak.
23. Sil Pil
Lief meisje. Verliefd op Isaak, maar durft hem niet te vragen. Dochter van Dokter Pil.
ZIEKENHUIS:
24. Dokter Pil
Arts in het ziekenhuis die het liefst alles door machines laat doen. Vindt alle vooruitgang prima. Wordt blij als anderen dingen voor hem doen. Beetje lui.
Zit samen met Zuster Suus, Slager Vleeshaak en Juf Juul lange tijd op een bankje de krant te lezen en luieren.
25. Zuster Suus (Suus)
Lieve verpleegster in ziekenhuis. Wordt vervangen door Wandel Robot. Is de enige die daar moeite mee heeft. Ze houdt van haar patiënten en maakt graag een praatje met iedereen. Verveelt zich en wil contract met anderen maar dat lukt niet. Zingt solo in het lied Ik zou zo graag met jou over eenzaamheid (met de rest als koor).
Patiënten:
Zijn vaak samen. Bewegen langzaam en kletsen graag. Dragen beetje sombere kleding. Winkelen bij de Winkelbediende Robot en doen scènes en act samen met Wandel Robots.
26. Kees Kruk
Patiënt die met kruk(ken) loopt. Heeft gekneusde voet o.i.d. Sportieve man, die baalt dat hij niet goed kan lopen. Wil altijd wel in actie komen, dus wandelt graag met iemand.
27. Oma Klep
Praatgrage bejaarde patiënte. Oudere vrouw, grijs haar, bloemetjesjurk.
Houdt van kletsen en roddelen.
28. Gerrie Gipsbeen (Gipsbeen)
Patiënt met been in het gips, zit in rolstoel. Kan dus niet veel zonder hulp.
Blijft vrolijk en scheurt graag rond in de rolstoel.
Hoe maak je het?
Kleding voor de Robots
Basiskleding: Als onderkleding kan je strakke, egale witte of zwarte kleding
gebruiken. Het kan ook een schildersoverall zijn, die zijn makkelijk, uniform en niet duur.
Knieën en ellebogen: Knie-, elleboog- en eventueel polsbeschermers (voor het skaten), kun je zilverkleurig spuiten. Bijvoorbeeld met Universele verfspray minilak, hoogglans zilver.
Hoofd: Het gezicht wordt zilverkleurig geschminkt.
Petten kunnen gemaakt worden van aan elkaar geniet radiatorfolie. Dit is
isolatiemateriaal voor achter verwarmingsradiatoren, tweezijdig plastic. Te koop bij de bouwmarkt. (Er is ook een soort dat aan de achterkant foam heeft, maar dat kun je niet nieten.) Ook kan je een helm of pet met aluminiumfolie inpakken. Eventueel kan je wat zilverkleurig “haar” onder de pet uit laten komen. Dat kan je maken van pannenschuurspons.
Beeldscherm/touch screen: Het beeldscherm kan gemaakt worden van een microvezel schuurdoek (van het merk Sorbo, voorkant zilverkleurig, achterkant geel). Daarop borduur je de rechthoek van het beeldscherm. Met veiligheidsspelden maak je hem vast aan de kleding.
Benen: Beenbeschermers of beenkappen kunnen gemaakt worden van radiatorfolie.
Overig: Uniform rugzakje waar z.g. batterijen in zitten. (gemaakt van bijvoorbeeld aan elkaar geplakte WC rollen). Je kunt een korte slinger kerstverlichting (die werkt op batterijen) om de hals of het lichaam van de robot wikkelen.
Decor
De musical speelt zich geheel af op het plein van Middelstad. Het basisdecor:
Middenachter op het plein staat de nieuw te openen winkel, Linksachter is de ingang van de buurtschool, rechts achter de ingang van het ziekenhuis. Linksvoor een klein tuintje en zitplekje, rechtsvoor de marktkraam van de slager met een bankje ernaast. Uitbreiding: Vanaf scène 2 komt er een oplaadpaal voor de Robots in het midden van het plein te staan. Ook komt er bij de Robotshop een kleine informatiezuil te staan.
VOORBEELD:
Hoe maak je het?
GADGETWINKEL – ROBOTSHOP:
Een moderne winkel met deur en etalageraam, met een groot naambord.
Het kan een winkel zijn met een echte deur waardoor Verhuizers en Verkopers in en uit kunnen gaan en een raam, waarachter reparaties van de Robots kunnen
plaatsvinden. De winkel kan ook op een achterdoek of schot geschilderd worden. De reparaties vinden dan voor de winkel plaats.
Het begint als een gesloten winkel. Het was een gadgetshop en het wordt een Robotshop. Op het raam wordt de tekst geplakt: “binnenkort geopend” Op het naambord zie je alleen het woord “shop”. De rest van de titel, “Breingeins Robot-” is verhuld door een doek met vraagtekens erop. Bij de onthulling wordt het doek eraf getrokken en zie je “Breingeins Robotshop” staan.
Om het naambord kunnen lampjes geplaatst worden die aangaan als de winkel wordt geopend. Ook hiervoor kun je een slinger kerstverlichting gebruiken (die werkt op batterijen).
INFORMATIEZUIL:
Dit is een kleine paal of zuil, die naast de deur van de winkel komt te staan. Het kan een tablet op een(muziek) standaard zijn of een vierkante zuil waar een scherm op staat. Op dat scherm verschijnt de digitale catalogus van de winkel. Zo kan men zien welke Robots er allemaal te koop zijn. Hij hoeft het niet echt te doen, maar het kan mooi zijn als het scherm oplicht als erop gekeken wordt.
TUINTJE met krukjes:
Linksvoor op het podium staat een klein tuintje. Een plantenbak of schaal met goed verzorgde plantjes. In principe blijft het daar staan, maar het kan handig zijn als het bijvoorbeeld op wieltjes staat, zodat het zo nodig aan de kant geschoven kan
worden om meer speelruimte te creëren. Achter het tuintje staan twee lage krukjes of blokken waar de Natuurliefhebbers op kunnen zitten. Zo hebben zij hun eigen
‘groene’ plekje en kunnen zij de rest goed overzien.
MARKTSLAGER KRAAM:
Dit is een kraam van een slagerij zoals je die op de markt aantreft. Hij staat rechtsvoor op het podium of, als daar ruimte voor is, rechts naast het podium, als een uitbouw. Op de kraam staat bijvoorbeeld:
DE MARKTSLAGER of SLAGER VLEESHAAK of MARKTSLAGER VLEESHAAK.
Verder staan er plaatjes van worsten enz. op.
INGANG SCHOOL:
De school zelf is niet op het podium. De ingang van de school is aan de linkerkant van het podium. De ingang wordt aangegeven door een wegbewijzering op het podium. (zie decortekening). Je kunt een pijl op het achterdoek plakken of een paal met pijl neerzetten achterop het podium. Hierop staat de naam van de school met een pijltje naar links. Eventueel met een afbeelding van schoolgaande kinderen.
INGANG ZIEKENHUIS:
Het ziekenhuis zelf staat niet op het podium. De ingang van het ziekenhuis is aan de rechterkant van het podium. De ingang wordt aangegeven door een wegbewijzering op het podium. (zie decortekening). Je kunt een pijl op het achterdoek plakken of een paal met pijl neerzetten achterop het podium. Hierop staat de naam van het ziekenhuis (of gewoon: “ziekenhuis” of “medisch centrum”) met een pijltje naar rechts. Eventueel met een afbeelding van een rood kruis en/of EHBO logo.
BANKJE:
Links naast de kraam van de marktslager staat een bankje. Er moeten vier mensen op kunnen zitten. Het staat er in principe altijd, maar als er weinig ruimte is, is het handig als hij gemakkelijk verplaatsbaar is.
OPLAADPAAL:
Een paal met daaraan verschillende snoeren, waar de Robots aangekoppeld kunnen worden, zodat ze zich kunnen opladen.
De oplaadpaal komt midden op het podium en moet dus niet al te breed worden.
Je kunt een gympaal/korfbalpaal o.i.d. nemen als basis.
Dit staat stevig, is verplaatsbaar en niet te breed.
Ook mogelijk is een ingeklapte, grote parasol.
Je kunt hem helemaal zilverkleurig maken door hem met aluminiumfolie of radiatorfolie in te pakken.
Op de paal zit een kap waar snoeren aan zitten,
met stekkers of knoppen eraan. De kap kan bijvoorbeeld gemaakt worden van een metalen vergiet
met daaraan diverse snoeren. Verder kunnen er lichtjes (denk aan kerstverlichting) aan gemaakt worden,
die bij het opladen aangezet kunnen worden. Denk ook hierbij aan draadloze kerstverlichting.
Voor foto’s van het maken van de robots en de oplaadpaal, kijk in je account.
Rekwisieten
□ (namaak-)Mobieltjes (voor alle spelers, behalve Breingein en Worst)
□ Gadgets: behalve mobieltjes ook dingen als een gameboy/nintendo, elektrische tandenborstel, brainstring spelletje, radiografisch bestuurbare auto. Alle spelers behalve Breingein en Worst, hebben in scène 1 iets in de hand
□ Rolstoel (voor Gerrie Gipsbeen)
□ Kruk/stok (voor Kees Kruk)
□ Natuurgids (voor Natuurliefhebbers)
□ Poetsdoek (voor Verkopers om winkelraam te poetsen)
□ Groot doek om de oplaadpaal mee te verhullen
□ Verhuisdozen waar robotonderdelen uitsteken voor de Verhuizers (denk aan zilverkleurig bouwmateriaal, -buizen, staven-, electiciteitsdraden, spullen die nodig zijn voor de oplaadpaal en de attributen voor de Robots)
□ Poster met daarop: BINNENKORT OPENING
□ Slaapzak (voor Slager Vleeshaak)
□ Bezem (voor Veger)
□ Grote boodschappentas (voor Koopzegel)
□ Boodschappentrolley (voor Koopgek)
□ Naambord met daarop: BREINGEINS ROBOTSHOP
□ Doek om naambord mee te verhullen (evt. met vraagtekens erop)
□ Infozuil van de Robotshop (zie: Hoe maak je het)
□ Oplaadpaal (zie: Hoe maak je het)
□ Attributen voor de Robots:
-Winkelschort voor WIRO -Hartje op stokje voor VEVRO -Washandje voor VORO
□ Boek voor Slager Vleeshaak (met zelfgemaakte omslag met de titel Slapend Rijk)
□ Drie zakjes met zogenaamde vleeswaren:
-zakje met vleeswaren die WIRO aan Kopzegel geeft -zakje met broodje paté voor Juf Juul
-zakje met vlees die WIRO aan Snoeier geeft
□ Lijst/map met inschrijvingen Natuurdag 2013 en pen (voor Hans Worst)
□ Spullen voor de VORO: plumeau, poetsdoekje, jurk, sleutelbos
□ Vakantiespullen (voor tijdens het lied Altijd Vakantie): zonnebrillen, koffers/tassen, opblaasband, duikbril, strandemmer, verrekijker, badmintonrackets, cocktailglazen enz.
□ Krant (voor Dokter Pil)
□ Nepdrol (die eind scène 7 wordt neergelegd)
□ Donald Duck (die Snoeier leest)
□ Spullen voor KLUSRO: bezem, boodschappentrolley en gereedschap aan een band
□ Champagneglazen die VEVRO aan Juf Juul en Vleeshaak geeft
□ (namaak-)Tablet voor de LERO
□ Plakje worst voor de WIRO om uit te delen (kan ook alsof gedaan worden)
□ Puzzelboekje voor juf Juul
□ Twee grote heggenscharen (waarmee Breingein/Worst snoeren doorknippen en waarvan er een ook door Snoeier wordt gebruikt)
□ Hele (nep-)worsten (waar de WIRO mee kan gooien)
□ Bezem (voor KLUSRO)
□ Grote namaak afstandsbediening Robots (voor Pim Slim)
□ Tekstblaadjes met het Natuurlied erop (die Breingein/Worst uitdelen)
□ Batterijen die in de rugzakken van de Robots zitten (bijvoorbeeld gemaakt van aan elkaar geplakte WC rollen)
Hoe maak je het?
Gadgets/mobieltjes/tablets
In de voorstelling komen veel technische snufjes, mobieltjes en tablets voor. Dit hoeven geen echte apparaten te zijn. Deze kunnen prima geknutseld worden. Een mobieltje of tablet kan je zelf maken van een stuk karton (doos) of plat doosje. Print met een kleurenprinter een frontje uit en plak dat er op.
Tip: Bij plaatselijke telefoonwinkels hebben ze vaak oude dummy’s van telefoons.
Dit zijn omhulsels die er echt uit zien en vaak wisselen als er weer nieuwe modellen zijn. Wie weet zijn die “oudere” modellen voor jullie beschikbaar als rekwisiet.
Er is hier dus de mogelijkheid om zelf allerlei dingen toe te voegen. Naast gewone mobieltjes, tablets en laptops, zijn zelf bewegende dingen en radiografisch
bestuurbare apparaten daarbij heel leuk.
Opstelling van de spelers
Omdat er vaak veel spelers op het podium staan, is het handig om een vaste plek af te spreken waar de personages meestal staan. Elke groep heeft dan een vaste plek, waar ze compact zijn opgesteld, staand en zittend (op de grond en/of op een
decorstuk) waardoor het gevarieerd oogt en alle spelers in beeld zijn.
Suggestie voor vaste plekken:
• Breingein en Worst zitten op krukjes bij hun tuintje linksvoor.
• Schoolkinderen en Juf zitten of staan links (achter) op het podium voor de ingang van de school.
• Verkopers staan voor de shop, midden achter.
• Slager staat/zit in het begin achter de balie van zijn marktkraam, rechtsvoor.
• Ziekenhuismensen bij de ingang van het ziekenhuis, rechts chter.
• Het bankje is voor vier personen en staat bij de kraam van de marktslager.
Vleeshaak, Juf Juul, Dokter Pil en Zuster Suus hebben vanaf een bepaald moment hun vaste plek op dit bankje.
• De Robots staan, als ze niets te doen hebben, in de buurt van hun bazen.
Aantal tekstbeurten per rol (rollenschema)
… : Aantal tekstbeurten in de scène (..) : Tekst met meerderen tegelijk (A) : Aanwezig in de scène zonder tekst X : Zingt het lied mee
(X) : Zingt het lied deels mee XS : Zingt een solo
Scene Lied Scene Lied Scene Scene Scene Lied Scene Lied
NAAM 1 1 2 2 3 4 5 3 6 4
Hein Breingein 7 (3) X 2 (1) 0 (1) (A) 7 (1) X X
Hans Worst 7 (3) X 2 (1) 0 (1) (A) 7 (1) X X
Uitvinder 3 X 5 X 6 (1) (A) (X) 5 [1] X
Gadget [1] X 2 (2) X 5 (3) (X) 1 [1] X
Pim Slim [1] X 1 (2) X 4 (3) (X) 4 [1] X
Vleeshaak [1] X 2 X 6 (1) 6 (A) (X) [1] X
Suus [1] X 1 X 2 (1) (X) 3 [1] X
Dokter Pil [1] X 1 X 1 (2) (X) 3 [1] X
Oma Klep [1] X 1 X 0 (2) (X) [1] X
Gipsbeen [1] X 1 X 0 (2) (X) [1] X
Kees Kruk [1] X 1 X 0 (2) (X) [1] X
Juf Juul [1] X 4 X 1 (2) 2 (A) (X) 2 [1] X
Isaak Vleeshaak [1] X 0 X 0 (3) (X) 1 (1) [1] X
Jim Slim [1] X 1 X 0 (3) (X) 1 (1) [1] X
Puk Kruk [1] X 1 X 0 (3) (X) 1 (1) [1] X
Sil Pil [1] X 2 X 0 (3) (X) 1 (1) [1] X
Willemijn Breingein [1] X 1 X 0 (3) (X) 2 (1) [1] X
Wout Worst [1] X 1 X 0 (3) (X) 1 (1) [1] X
WIRO [1] X 0 (4) 11 (A) (A)
LERO [1] X 0 (4) (A)
WARO [1] X 0 (4) (A)
KLUSRO [1] X 0 (4) (A)
VEVRO [1] X 0 (4) (A)
VORO [1] X 2 (4) (A) 1
Drager/Koopgek [1] X 2 (1) X 0 (2) 4 (A) (X) 1 [1] X
Sleper/Snoeier [1] X 2 (1) X 0 (2) 2 (X) 1 [1] X
Sjouwer/Veger [1] X 2 (1) X 0 (2) 2 (A) (X) 1 [1] X
Tiller/Koopzegel [1] X 2 (1) X 0 (2) 5 (X) 1 [1] X
… : Aantal tekstbeurten in de scène (..) : Tekst met meerderen tegelijk (A) : Aanwezig in de scène zonder tekst X : Zingt het lied mee
(X) : Zingt het lied deels mee XS : Zingt een solo
Scene Scene Scene Scene Scene Scene Scene Lied Scene Lied
NAAM 7 8 9 10 11 12 13 5 14 6
Hein Breingein 6 (1) 2 3 (1) (X)
Hans Worst 9 (1) 2 3 (1) (X)
Uitvinder 1 (X) (X) 1 (X)
Gadget 2 (X) (X) 2 (X)
Pim Slim 1 (X) (X) 2 (X)
Vleeshaak (A) (A) (A) 1 (A) 2 (3) (X) (X) 2 (X)
Suus 4 0 (3) (X) (X) 6 XS
Dokter Pil 2 0 (3) (X) (X) 3 (X)
Oma Klep 4 4 (3) (X) (X) 1 (X)
Gipsbeen 1 4 (3) (X) (X) (A) (X)
Kees Kruk 2 2 (3) (X) (X) 4 (X)
Juf Juul (A) (A) 2 1 1 (3) (X) (X) 3 (X)
Isaak Vleeshaak 1 (2) 0 (1) 2 (4) (X) (X) 4 (X)
Jim Slim 1 (2) 0 (1) 3 (4) (X) (X) (A) (X)
Puk Kruk 0 (2) 3 (1) 2 (4) (X) (X) (A) (X)
Sil Pil 1 (2) 1 (1) 1 (4) (X) (X) (A) (X)
Willemijn Breingein 1 (2) 1 (1) 3 (4) (X) (X) (A) (X)
Wout Worst 0 (2) 1 (1) 4 (4) (X) (X) (A) (X)
WIRO (A) (A) (A) (A) (A) 5 (2) X X (A)
LERO 6 6 0 (2) X X 3
WARO 4 (1) 0 (5) X X 3
KLUSRO 3 0 (2) X X 3
VEVRO 4 0 (2) X X (A)
VORO 0 (1) 1 (5) X X (A)
Drager/Koopgek 3 (X) (X) (A) (X)
Sleper/Snoeier 4 (X) (X) 4 (X)
Sjouwer/Veger 5 (X) (X) (A) (X)
Tiller/Koopzegel 2 (X) (X) (A) (X)
… : Aantal tekstbeurten in de scène (..) : Tekst met meerderen tegelijk (A) : Aanwezig in de scène zonder tekst X : Zingt het lied mee
(X) : Zingt het lied deels mee XS : Zingt een solo
Scene Scene Lied Scene Lied Lied Totaal Totaal Totaal TOTAAL
NAAM 16 17 7 18 8 9 solo samen groep alles
Hein Breingein 3 (1) [1] 3 (2) [4] X 3 (1) [1] X X 37 14 6 57
Hans Worst 2 (1) [1] 2 (2) [4] X 2 (1) [1] X X 37 14 6 57
Uitvinder (A) 4 [4] X 3 [1] X X 28 1 6 34
Gadget (A) 4 [4] X 0 [1] X X 16 5 7 28
Pim Slim (A) 4 [4] X 0 [1] X X 16 5 7 28
Vleeshaak 2 [1] 2 [4] X 1 [1] X X 24 4 8 36
Suus 1 [1] 2 [4] X 1 [1] X X 20 4 8 32
Dokter Pil [1] 1 [4] X 1 [1] X X 12 5 8 25
Oma Klep [1] 0 [4] X 1 [1] X X 11 5 8 24
Gipsbeen [1] 2 [4] X 1 [1] X X 9 5 8 22
Kees Kruk [1] 0 [4] X 0 [1] X X 9 5 8 22
Juf Juul 3 [1] 5 [4] X 0 [1] X X 24 5 8 37
Isaak Vleeshaak (1) [1] 1 (1) [4] X 0 (1) [1] X X 9 14 8 31
Jim Slim (1) [1] 3 (1) [4] X 0 (1) [1] X X 9 14 8 31
Puk Kruk (1) [1] 2 (1) [4] X 0 (1) [1] X X 9 14 8 31
Sil Pil (1) [1] 3 (1) [4] X 0 (1) [1] X X 9 14 8 31
Willemijn Breingein (1) [1] 1 (1) [4] X 0 (1) [1] X X 9 14 8 31
Wout Worst (1) [1] 2 (1) [4] X 0 (1) [1] X X 9 14 8 31
WIRO 4 (1) (A) (A) X X 20 7 1 28
LERO 2 (A) (A) X X 17 6 1 24
WARO (A) (A) (A) X X 7 10 1 18
KLUSRO 1 (1) (A) (A) X X 7 7 1 15
VEVRO 3 (1) (A) (A) X X 7 7 1 15
VORO (A) (A) (A) X X 4 10 1 15
Drager/Koopgek 1 [1] 0 [4] X 0 [1] X X 11 3 8 22
Sleper/Snoeier 1 [1] 0 [4] X 0 [1] X X 14 3 8 25
Sjouwer/Veger 1 [1] 0 [4] X 0 [1] X X 11 3 8 22
Tiller/Koopzegel 1 [1] 0 [4] X 0 [1] X X 11 3 8 22
Algemene tips voor tijdens het instuderen en uitvoeren
Begrippen:
• Scènes: om het instuderen te vergemakkelijken, is de musical verdeeld in scènes. Elke scène vormt een afgerond geheel.
• Coulissen: de coulissen zijn officieel de zijgordijnen van het toneel, van waar de spelers op- en afgaan. In deze handleiding wordt met de term “in de coulissen” de plek naast en achter het podium bedoeld, waar de spelers uit het zicht zijn.
• Decor: datgene waar het toneel mee is aangekleed om te sfeer te bepalen en de plaats van handeling duidelijk te maken. Het zijn de vaste onderdelen op het toneel.
• Rekwisieten: voorwerpen die gebruikt worden tijdens de voorstelling om vast te houden of om op het toneel te plaatsen.
• Bij de termen “links” en “rechts” op het podium, die in deze handleiding worden gebruikt, gaan we altijd uit van wat links en rechts is vanuit het publiek gezien.
• Applausmuziek: muziek die gebruikt wordt om het applaus op “te halen”, naar voren komen, buigen en afgaan.
• Bladmuziek: muziek zoals die in notenschrift op papier is afgedrukt.
Spel:
• Laat de spelers goed zichtbaar zijn als ze tekst hebben. In het beeld kan je actieve spelers bijvoorbeeld uit laten komen door de rest te laten zitten.
• Je bent geneigd je hoofd te wenden in de richting van degene tegen wie je praat. Op het toneel draai je daardoor soms te veel af van het publiek, waardoor het niet meer te verstaan is. Je kunt ook tegen een medespeler praten zonder hem de hele tijd aan te kijken.
• Zorg dat de leerlingen ook als ze geen tekst hebben, meespelen en in hun rol blijven. Ze kunnen reageren op wat er gebeurt met gebaren of uitdrukkingen, of bezig zijn met een afgesproken activiteit.
• Spreek af naar welke kant je in een bepaalde scène op- of afgaat.
• Zorg ervoor dat de spelers hun cue’s kennen, d.w.z. na welke zin of gebeurtenis ze op moeten komen of iets moeten doen.
• Voorkom een statisch toneelbeeld: varieer bijvoorbeeld in zittende en staande spelers.
• Zorg voor een goede verspreiding op het toneel, zodat iedereen zichtbaar is.
• Zorg voor vaart in de musical: maak snelle overgangen. Laat de kinderen zelf decorwisselingen verzorgen en de spullen wegzetten.
• Zorg dat de spelers bij tussentijds applaus, wachten met verder spelen tot het applaus uitgeklonken is, zodat niet een deel van de volgende tekst
• In de neventekst (aanwijzingen in het tekstboek) staat duidelijk wanneer een speler een actie heeft met eten of rekwisieten. De rest van de tijd is er sprake van stil spel dat niet mag opvallen en zeker geen geluid mag maken.
Kleding en rekwisieten:
• Repeteer al in een vroeg stadium met (een deel van de) kleding. Dat helpt de spelers bij het inleven in hun rol en daarbij raken ze gewend aan het dragen van de kleding.
• Zorg dat ook de rekwisieten er in een vroeg stadium zijn of gebruik in het begin alternatieve spullen. Bij het repeteren is het van belang direct met de rekwisieten te spelen. Dan ziet het er vanaf het begin natuurlijk uit, is het duidelijk wat er nodig is en is de kans op het vergeten van spullen een stuk kleiner.
• Zorg voor genoeg verkleedruimte (indien mogelijk ieder een eigen stoel of doos om zijn of haar kleding op of in klaar te leggen).
• Zorg voor een vaste plek voor de attributen; spreek af dat niemand aan elkaars kleding/attributen komt.
• Maak de rekwisieten groot en opvallend, zodat ze duidelijk te zien zijn voor het publiek.
Tekstkennis:
• Hang een overzicht van de scènes, vergroot tot A3 formaat, in de coulissen.
Eventueel aangevuld met dingen waaraan gedacht moet worden: welk decorstuk of attribuut er wanneer op moet, wanneer het weer weg moet, vanaf welke kant iemand moet opkomen.
• Zorg er eventueel voor dat iemand de tekst vanuit een boekje meeleest en souffleert. Het is beter als dat niet de regisseur is, omdat die meestal al veel te doen heeft. Het is wel handig als het iemand is die al meerdere repetities heeft bijgewoond.
Geluid:
• Plaats de luidsprekers achter het podium, dan kunnen de spelers de muziek goed horen, gebruik het liefst een wat grotere installatie.
• Oefen met de bediening van de cd, timing van de muziek is erg belangrijk.
Zorg eventueel voor een zaklantaarn voor goed zicht.
Zang:
• Zorg dat de spelers in hun rol blijven tijdens de liedjes.
• Hoe vanzelfsprekend ook, zorg dat de zangers hun mond genoeg openen, dan komt er meer geluid uit. De onderkaak is ontspannen, kleine maar duidelijke articulatiebewegingen.
• Het is aan te raden alvorens mee te zingen eerst een paar keer naar de ingezongen versie te luisteren, zowel voor de juiste melodie als voor de manier van zingen.
• Bij de liedteksten in het tekstboek staan suggesties voor solo’s of zang in kleinere groepjes aangegeven. Je kunt kijken in hoeverre uw situatie zich daarvoor leent. Als het kan, is het wel aan te bevelen om een afwisseling te hebben in zingen met z’n allen en groepjes/solo’s.
Dans/beweging:
• Veel liedjes zijn geschikt om een (eenvoudige) choreografie op te maken. Dat kan zowel door bewegingen en pasjes als door spel. Bij sommige liedjes worden hiervoor suggesties gegeven.
• Laat de kinderen simpele dansbewegingen maken. Bijvoorbeeld synchrone handbewegingen of het gelijktijdige bewegen van de hoofden van links naar rechts. Zorg er wel voor dat dit soort bewegingen goed wordt uitgevoerd: als je een arm strekt, is hij ook helemaal gestrekt.
• Zorg dat de bewegingen niet de zang belemmeren. Bijvoorbeeld door te springen tijdens een hoge toon, of door een rondje te draaien tijdens het zingen, waardoor de zang even niet te horen is.
• Onervaren dansers willen nog wel eens naar elkaar of naar hun voeten kijken tijdens het dansen, of alles wel goed gaat. Zorg dat de spelers tijdens het dansen zoveel mogelijk de zaal blijven inkijken.
Decor:
• Houd het decor eenvoudig, een paar karakteristieke dingen zijn al genoeg.
• Je kunt een achterdoek ophangen of panelen neerzetten. Op sommige
markten kun je goedkoop een rol los geweven “kaasdoek” van 1 of 1,5 meter breed per rol kopen. Ongebleekte katoen is overal te koop op markten.
Hiervan kun je gemakkelijk kleding of achterdoek maken.
Overige suggesties:
• Tijdens de repetities kun je af en toe opnames maken en die samen met de spelers terugkijken. Hierdoor krijgen de kinderen een beter inzicht in het effect dat hun spel op het publiek heeft.
• Schakel zo mogelijk ouders of andere familie in bij het instuderen, bouwen van decors of overige activiteiten. Het eventueel soufleren tijdens de
voorstelling kan het beste door iemand worden gedaan die niet al veel andere dingen hoeft te doen. Wel is het prettig als het door iemand wordt gedaan die bij de laatste paar repetities aanwezig is geweest.
• Het is raadzaam om het applaus na de liedjes te stimuleren. Als het publiek niet zeker weet of het mag klappen, volgt er vaak –onbedoeld- een lauw klinkend applaus. Dit doe je door zelf of andere betrokkenen die in het
Beschrijving van de scènes
Scène 1: Middelstad op rolletjes
Korte inhoud:
Waarin we zien dat de boswachter Hein Breingein en zijn vriend Hans Worst reclame maken voor de boswandeling die zij hebben georganiseerd, ter gelegenheid van de Natuurdag. De mensen uit Middelstad blijken meer geïnteresseerd in de nieuwste technische snufjes dan in de Natuurdag. Als de uitvinder Stein Breingein, de broer van Hein Breingein, iets prijsgeeft over zijn nieuwe winkel die binnenkort geopend wordt, is iedereen meteen enthousiast. De boswachter en zijn vriend vinden al die techniek maar niets.
Aanwezig in de scène:
Natuurliefhebbers: Hans Worst en Hein Breingein
School: Juf Juul, Willemijn Breingein, Isaak Vleeshaak, Wout Worst, Sil Pil, Puk Kruk en Jim Slim
Winkel: Uitvinder Stein Breingein, Ruth Gadget en Pim Slim Dorpsbewoners: Zonder naam. -spelen verderop Robots-
Slager: Sjaak Vleeshaak
Ziekenhuis: Dokter Pil, Zuster Suus
Patiënten: Kees Kruk, Oma Klep en Gerrie Gipsbeen Verhuizers: Sjouwer, Sleper, Tiller en Drager
Rekwisieten:
• Robotonderdelen
• Mobieltjes
• Gadgets
• Radiografisch bestuurbare auto
• Rolstoel (voor Gerrie Gipsbeen)
• Kruk/stok (voor Kees Kruk)
• natuurgids/blad voor Natuurliefhebbers (ligt altijd bij het tuintje)
• poetsdoek om ramen shop te poetsen Decor:
Basisdecor. Zie hoofdstuk Decor.
Opstellingssuggestie:
Van links naar rechts: Natuurliefhebbers, Juf Juul, Kinderen, Verkopers, Verhuizers, Dorpsbewoners, Slager Vleeshaak, Ziekenhuismensen.
Verdeel iedereen zoveel mogelijk over het hele podium. Gebruik daarbij ook de diepte die er is. Zorg dat iedereen te zien is en blijft.
Toneelaanwijzingen:
Probeer elk personage meteen duidelijk neer te zetten: hoe loopt/beweegt diegene, hoe praat hij, hoe oud is hij, wat heeft hij altijd bij zich enz. Houdt dit het hele stuk vol.
Muzieksuggesties:
Gebruik de opkomstmuziek in zijn geheel. Verspreid het opkomen van de
verschillende spelers over de muziek, zodat tegen het eind iedereen op zijn positie staat.
Liedsuggesties:
Intro: spelers komen uit de rij en lopen energiek naar hun positie (leggen zonodig rekwisieten eerst in de coulissen).
Coupletten: de spelers staan verspreid over het podium, telefoons/andere kleine gadgets in de hand
Refreinen: hier kunnen strakke (“automatische”) dansbewegingen worden gemaakt.
Tussenspel: spelers lopen weer energiek door elkaar en komen nu op een andere plek uit (zodat andere spelers vooraan staan)
Bridge: (“Bij jou voel ik me beter”): iedere speler richt zich tot een medespeler.
Spreek duo’s af die bij elkaar staan, zodat iedereen iemand heeft om tegen te zingen.
Aanvullingssuggestie:
Indien gewenst, kan in deze scène het voorstellen van de personages geïntegreerd worden. Zie extra tekst op de volgende bladzijde.
♫ 1 – Muziek 1: Opkomstmuziek
♫ 2 - Lied 1: Alles automatisch
Personages voorstellen:
Als je in deze scène de personages wilt voorstellen, kan dat door de onderstaande tekst toe te voegen aan het script. Deze kan door een leerkracht worden
uitgesproken, maar ook door bijvoorbeeld Uitvinder Stein Breingein.
Leerkracht: Ik zal de inwoners van Middelstad even aan u voorstellen:
Voor de kijkers rechts Dokter Pil, Zuster Suus en de patiënten: Oma Klep, Kees Kruk en Gerrie Gipsbeen.
Daarnaast Sjaak Vleeshaak: De slager.
Hier vooraan Hein Breingein, boswachter en zijn vriend: de ontslagen worstenmaker Hans Worst.
Daar links, onze schooljeugd met de lieve Juf Juul: Willemijn Breingein, Wout Worst, Isaak Vleeshaak, Sil Pil, Puk Kruk en Jim Slim.
Dan de verhuizers Sjouwer, Sleper, Tiller en Drager. (Later zijn zij de klanten Veger, Snoeier, Koopzegel en Koopgek)
Tot slot Uitvinder Stein Breingein, Pim Slim en Ruth Gadget die uitvindingen verkopen.
Ik kan u persoonlijk verzekeren dat er later nog een aantal zeer bijzondere personages zullen verschijnen. Nu zijn zij nog een paar gewone dorpsbewoners.
Ik wens u veel plezier in deze mooie techno stad.
