• No results found

5.1

In deze paragraaf geef ik het antwoord op de deelvraag: hoe worden de uitvoeringskosten van de Nederlandse pensioenfondsen gerapporteerd in de financiële verslaggeving? Ik geef het antwoord op deze vraag door te kijken naar de totale score op basis van de disclosure index en deze vervolgens te analyseren per determinant.

Resultaten inzake het soort pensioenfonds 5.1.1

In de onderstaande tabel, zijn de resultanten per soort pensioenfonds opgenomen:

Tabel D: scores disclosure index per soort pensioenfonds

Soort pensioenfonds Aantal in de steekproef Maximale score in punten Behaalde score in punten Gemiddelde score in aantal punten

Gemiddelde score per pensioenfonds in %

Beroepspensioenfonds en 20 340 225 11,3 66,2%

Bedrijfstakpensioenfonds samen

Ondernemingspensioenfonds 84 1.428 788 9,4 55,2%

Totaal 104 1.768 1.013 9,7 57,3%

Uit de bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat de beroepspensioenfondsen en bedrijfstakpensioenfondsen samen in de steekproef de beste gemiddelde score hebben met 66,2% van de maximale te behalen score van 100%. Deze score is boven de gemiddelde score van de gehele steekproef van 57,3%. De ondernemingspensioenfondsen scoren met 55,2% punten het minst en ook lager dan de gemiddelde een score van 57,3% over de gehele steekproef.

Uitgaand van score van 55% als een voldoende score, scoren de beroepspensioenfondsen en de bedrijfstakpensioenfondsen samen een ruime voldoende. De ondernemingspensioenfondsen scoren met 55,2% net een voldoende. De gemiddelde score bedraagt 57,3% en daarmee scoren de pensioenfondsen over de gehele steekproef een voldoende. De resultaten kunnen worden aangemerkt als matig en teleurstellend, gezien de verwachtingen van de belanghebbenden van de pensioenfondsen aangaande de transparantie in de verslaggeving.

Wat opvalt, is het verschil in de scores. De resultaten laten zeer magere scores en zeer hoge scores zien. De laagste score bedraagt 11,3% punten voor stichting pensioenfonds B&S. De hoogste score bedraagt 94.1% voor stichting Sara Lee pensioenfonds. Daarnaast valt het verschil in de scores tussen de pensioenfondsen van de accountantskantoren in de steekproef mij op. Het pensioenfonds van Deloitte scoort 88,2% terwijl het pensioenfonds Ernst & Young slechts 29,4% scoort. Dit is opvallend omdat bij dergelijke pensioenfondsen de verwachting is dat ze een zeer hoog score zullen hebben en

35

onderling marginale verschillen in de score hebben vanwege de verwachting dat deze organisaties voldoende expertise in huis hebben.

De resultaten naar de omvang van het pensioenfonds 5.1.2

Hieronder worden de scores naar de omvang van het pensioenfonds besproken:

Tabel E: omvang technische voorziening in de steekproef

Totaal technische voorziening ultimo 2011 In de steekproef

Gemiddelde technische voorziening in de steekproef

EUR 837,6 miljard EUR 165,7 miljard EUR 1,6 miljard

Bron: www.cbs.nl

Het totaalsaldo van de technische voorziening van de 104 geselecteerde pensioenfondsen bedraagt € 165,7 miljard. Het saldo van de technische voorziening in de steekproef vertegenwoordigt circa 20% van het totaalbedrag aan technische voorziening van de Nederlandse pensioenfondsen ultimo 2011. De gemiddelde technische voorziening in de steekproef bedraagt €1,6 miljard. De gemiddelde score van de pensioenfondsen in de steekproef met een technische voorziening van €1,6 miljard of hoger is 60,4%. De gemiddelde score van de pensioenfondsen in de steekproef met een technische voorziening lager dan €1,6 miljard bedraagt 48,6%. Op basis hiervan blijkt dat de grotere pensioenfondsen duidelijk een betere score hebben dan de kleinere pensioenfondsen. De resultaten zijn conform de verwachtingen. Of er voldoende bewijs is dat de grotere pensioenfondsen een betere verslaggeving hebben ten aanzien van de uitvoeringkosten, wordt in paragraaf 5.2 getoetst middels de regressie analyse.

De resultaten verdeeld naar de aanwezigheid van de deelnemersraad 5.1.3

De verklaring van de verschillen in de score ligt wellicht in de aanwezigheid van een deelnemersraad als adviesorgaan bij de pensioenfondsen. In tegenstelling tot de beroeps- en bedrijfstakpensioenfondsen zijn de ondernemingspensioenfondsen niet verplicht bij de wet om een deelnemersraad in te stellen. Wellicht heeft de deelnemersraad positieve invloed op de scores. Hieronder geef ik de scores weer verdeeld naar de aanwezigheid van de deelnemersraad:

Tabel F: scores disclosure index met onderverdeling naar de aanwezigheid van de deelnemersraad

De deelnemersraad aanwezig? Aantal in de steekproef Maximale score Behaalde score in punten

Behaalde score per pensioenfonds in %

Ja 60 1.020 607 59,5%

Nee 44 748 406 54,3%

Totaal 104 1.768 1.013 57,3%

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde score van de pensioenfondsen in de steekproef met deelnemersraad hoger ligt dan de gemiddelde score van de pensioenfondsen zonder deelnemersraad. Wat opvalt, is dat de pensioenfondsen zonder deelnemersraad met een score van 54,3% een onvoldoende scoren. Het voorgaande is gebaseerd op een steekproef. Het antwoord op de vraag of de aanwezigheid van een deelnemersraad daadwerkelijk bij de gehele populatie van de Nederlandse pensioenfondsen de kwaliteit positief beïnvloedt wordt gegeven in paragraaf 5.4.3. Dit wordt middels een statistische onderbouwing aangetoond.

36

De resultaten verdeeld naar het controlerende accountantskantoor 5.1.4

Volgens de hypothese is de verwachting dat de controlerende accountant positieve invloed heeft op de kwaliteit van de verslaggeving. Francis (1984) heeft aangetoond dat de BIG4 accountantskantoren betere kwaliteit leveren dan de kleinere accountantskantoren. In de onderstaande tabel geef ik de behaalde score weer op de disclosure index van de geselecteerde pensioenfondsen met de onderverdeling naar het controlerende accountantskantoor.

Tabel G: scores index disclosure met onderverdeling naar het controlerende accountantskantoor

Het controlerende accountantskantoor Aantal in de steekproef Maximale score Behaalde in punten

Gemiddelde score per pensioenfonds in %

Uit de BIG 4 96 1.632 948 58,1%

overige 8 136 65 47,8%

Totaal 104 1.768 1.013 57,3%

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de pensioenfondsen met het controlerende accountantskantoor uit de BIG 4 gemiddeld beter scoren dan de pensioenfondsen met overig accountantskantoor. Dit is in lijn met de verwachting, gezien de ervaring van de accountantskantoren uit de BIG 4. Verder valt op dat 92% van de geselecteerde pensioenfondsen is gecontroleerd door een accountantskantoor uit de BIG 4. Daarnaast scoren de pensioenfondsen met overig accountantskantoor gemiddeld onvoldoende, ervan uitgaand dat een score van 55% een voldoende score is.

De resultaten van de outsourcing 5.1.5

De pensioenfondsen kunnen kiezen voor volledige uitbesteding van de pensioenadministratie en het vermogensbeheer aan dezelfde uitvoerder of verschillende uitvoerders. Hieronder geef ik de scores weer met de onderverdeling naar de uitbesteding van de bedrijfsprocessen inzake de pensioenadministratie en het vermogensbeheer aan dezelfde organisatie of meerdere organisaties.

Tabel H: scores disclosures index met onderverdeling naar de uitbesteding aan dezelfde uitvoeringsorganisatie of niet

Uitbesteding van pensioenadministratie en vermogensbeheer aan dezelfde organisatie?

Aantal in de steekproef Maximale score Behaalde score in punten

Gemiddelde score per pensioenfonds in %

Ja 39 663 360 54,30%

Nee 65 1.105 653 59,10%

Totaal 104 1.768 1.013 57,30%

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de pensioenfondsen die de bedrijfsprocessen van pensioenadministratie en vermogensbeheer aan dezelfde uitvoerder hebben uitbesteed, gemiddeld minder scoren dan de pensioenfondsen die hun bedrijfsprocessen aan verschillende uitvoerders hebben uitbesteed. Dit valt op omdat de verwachting is dat juist de outsourcing aan dezelfde organisatie de score positief zou beïnvloeden.

37

Beschrijvende statistiek