• No results found

WP 7: An international comparison of career transitionality patterns: the interplay of gender, career outcomes and covariates

D. SERC – Social Economy Research Centre

3.2 Algemeen management

Het Steunpunt WSE is een consortium van K.U.Leuven (Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, HIVA), Lessius Antwerpen (Departement Handelswetenschappen), Universiteit Gent (Sherppa),

Hogeschool Gent (Vakgroep Management en Organisatie), Universiteit Antwerpen (Faculteit Sociale en Politieke Wetenschappen) en Antwerp Management School. De deelnemende instellingen bezitten samen de nodige expertise en infrastructuur om het Steunpunt WSE inhoudelijk en methodologisch gestalte te geven. Bovendien bouwt het consortium verder op de expertise van het vorige Steunpunt WSE (dat op zijn beurt gegroeid is uit het Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid, Vorming (WAV) dat in de periode 1991-2006 de arbeidsmarktmonitoring in Vlaanderen op de kaart heeft gezet). De continuering van het consortium van het vorige Steunpunt WSE is van belang met het oog op continuering van lopende contracten met statistiekleveranciers en de contacten met de statistiekinstellingen. Het Steunpunt WSE is bv. ook verantwoordelijke voor diverse AGORA-projecten die onontbeerlijk zijn voor de ontsluiting van de data van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.

Het organisatiemodel van het vorige Steunpunt WSE (2007-2011) wordt grotendeels behouden. Dit organisatiemodel heeft in 2010-11 een kwaliteitsaudit ondergaan van het Europees Sociaal Fonds.

Intussen is op die basis het ESF-kwaliteitslabel toegekend (geldig tot sept. 2013). Tevens is de

Kwaliteitsevaluatie erkend door EFQM als onderdeel van de procedure tot het behalen van het C2E-label (Commitment To Excellence) en het R4E-label (Recognised for Excellence). De kwaliteitsaudit kent aan tal van kenmerken een ‘maturiteitsfase’ toe (fase 1 tot 5). Fase 2 wordt vereist en gezien als een degelijk maturiteitsniveau; fasen 3, 4 en 5 als hogere stappen van ontwikkeling. Het steunpunt behaalde voor elke indicator de fase 2-kwalificatie en kreeg geen enkele remediëringsactie opgelegd. Het Steunpunt heeft o.a. een fase 5-beoordeling gekregen voor: strategie, operationeel plan, strategische

partnerschappen; een fase 4-beoordeling voor: missie, visie, betrokkenheid van de leidinggevende, financieel beheer, prestatie-indicatoren, evaluaties van sleutelresultaten; een fase 3-beoordeling voor:

maatschappelijk verantwoord ondernemen, beheersing van kernprocessen, beheer van infrastructuur en middelen, bevorderen van het functioneren van medewerkers, personeelsbeleid.

We overlopen de belangrijkste organisatieprincipes:

1. Integratie tussen de vier centres. De vier centres (CELM, CCR, CALP, SERC) worden aangestuurd door een in fundamenteel en/of beleidsvoorbereidend onderzoek ervaren coördinator en onder-steund door co-promotoren. Gezien diverse leden een rol opnemen in meerdere centres, wordt inhoudelijke afstemming tussen de vier centra bevorderd. CELM is het ‘hart’ van het Steunpunt WSE en draagt door zijn ondersteunende functie van de drie andere centra bij tot maximale integratie en interne consistentie.

2. Centrale coördinatie. Het steunpunt staat onder leiding van een hoofdpromotor en een coördinator. De hoofdpromotor, Prof. Dr. Luc Sels, draagt de eindverantwoordelijkheid en is het aanspreekpunt voor opdrachtgever, consortiumleden, universitaire administraties en onderzoekscoördinatie. De hoofdpromotor neemt ook de vertegenwoordiging in de Stuurgroep Strategisch Arbeidsmarktonderzoek op, en is aanspreekpunt voor andere bij het arbeidsmarktbeleid betrokken actoren (zoals SERV, sociale partners, VDAB). Hij zorgt voor de algemene coördinatie en de afstemming met andere steunpunten. De coördinator van de CELM, Wim Herremans, stuurt samen met de hoofdpromotor het Steunpunt aan en staat ook in voor de afstemming met de

verantwoordelijkheid voor de informatie- en communicatiefunctie (o.a. website en Over.Werk).

Hoofdpromotor en coördinator staan ook in voor de rapportering aan Stuurgroep en EWI (o.a.

jaarverslag en jaarplan).

3. Gedeelde verantwoordelijkheid. Hoofdpromotor en coördinator maken samen met de 3 overige coördinatoren en een bijkomende co-promotor per Centre deel uit van het Dagelijks Bestuur. Dit Bestuur heeft volgende opdrachten: (1) coördinatie tussen de centres, (2) inhoudelijke programmatie, (3) bewaking van financiën en middelenallocatie, (4) fijnstelling van jaarbegrotingen, (5) opstelling en validering van rapportering aan de opdrachtgever, (6) planning van collectieve publicaties, (7) kwaliteitsbewaking binnen het Steunpunt. Dit dagelijks bestuur opereert en beslist als een college. De leden zijn niet enkel vertegenwoordigers van hun Centre, maar worden geacht beslissingen te nemen in het belang van het Steunpunt.

4. Maximale kennisdeling en –integratie. Vanuit het Dagelijks Bestuur worden de centres op uniforme wijze aangestuurd. Het Dagelijks Bestuur hanteert daartoe één centraal planningsschema dat de kortetermijnopdrachten en deadlines per entiteit specificeert. Op die manier wordt maximale transparantie binnen het Steunpunt WSE gecreëerd. Bovendien wordt de kennisintegratie versterkt door de installatie van één sharepoint (beheerd vanuit de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen K.U.Leuven) die door alle partners gebruikt wordt voor informatie-uitwisseling, documenten- en agendabeheer, literatuuroverzichten, tussentijdse resultaten, etc. De leden van de diverse centres ontmoeten mekaar in eerste instantie via de inhoudelijke werkgroepen die per centre worden opgericht (cf. infra) maar waarin ook onderzoekers uit de andere centres participeren. Via CELM wordt eveneens voorzien in de uitwisseling van kennis in verband met het verzamelen en gebruiken van arbeidsmarktstatistieken. Binnen de grenzen van de privacywetgeving en protocollen met de statistiekleveranciers worden vanuit CELM ook databanken beschikbaar gesteld voor onderzoekers uit de andere centres.

5. Continue afstemming met de opdrachtgevers. De afstemming met de opdrachtgever verloopt via de Stuurgroep Strategisch Arbeidsmarktonderzoek. Deze stuurgroep komt vier keer per jaar samen.

Door zijn lange historiek (o.a. in het kader van VIONA-programma) en de aanwezigheid van de kernactoren (Kabinet, Departement WSE, sociale partners) is dit een krachtig orgaan voor de inhoudelijke opvolging. Het Steunpunt wordt in de Stuurgroep vertegenwoordigd door de hoofdpromotor en de steunpuntcoördinator. Tijdens elke van de vier meetings staat de rapportering van de werkzaamheden van één van de vier centres op de agenda. Naast deze afstemming via de Stuurgroep, wordt ook een periodiek overleg met het Departement WSE voorzien (met de secretaris-generaal en het afdelingshoofd). Tijdens dit overleg worden de taakverdeling en samenwerking tussen steunpunt en departement geconcretiseerd. Naast deze formele vormen van opvolging, is er informeel periodiek overleg met Kabinet, Departement WSE, SERV en VDAB. Een samenwerkingsplatform inzake arbeidsmarktmonitoring tussen CELM en Departement WSE garandeert een optimale doorstroming / uitwisseling van informatie en arbeidsmarktgegevens.

6. Inhoudelijke opvolging via werkgroepen. In de context van het VIONA-onderzoeksprogramma en in delegatie door de Stuurgroep, worden vier inhoudelijke werkgroepen opgestart (in opvolging van de werkgroepen in de periode 2007-2011): de Werkgroep Arbeidsmarktmonitoring, de Werkgroep Transitionele Loopbanen, de Werkgroep Activerend Arbeidsmarktbeleid en de Werkgroep Sociale Economie. Deze werkgroepen staan in voor de inhoudelijke opvolging van de werkpakketten en van de projecten die in het kader van het VIONA-programma worden gegund. Deze werkgroepen rapporteren aan de Stuurgroep Strategisch Arbeidsmarktonderzoek over de inhoudelijke waarde van het onderzoek en de mate waarin de uitvoering van het meerjarenprogramma aan de verwachtingen beantwoordt. In deze werkgroepen worden inhoudelijke experten opgenomen.

Gezien de nauwe samenwerking met het Departement WSE wordt voorzien in een quasi onbeperkte toegang voor de Vlaamse overheid tot de primaire databases. De centrale databases (o.a. EAK en DWH AM&SB) worden gezamenlijk door CELM en Departement WSE verzameld. Contracten i.v.m. de

databases worden ondertekend door beide instellingen (hoofdpromotor Steunpunt WSE en secretaris-generaal Departement) zodat beleidsmedewerkers van het Departement WSE en onderzoekers van het Steunpunt WSE autonome toegang hebben tot de datasets in het kader van de arbeidsmarktmonitoring.

Hiervoor worden ook gemeenschappelijke procedures bij de privacycommissie doorlopen en worden afspraken gemaakt voor een gemeenschappelijk databeveiligingsprotocol.

3.3 Personeelsbezetting en HR beleid