• No results found

Natuurtypen en habitattypen krijgen dankzij de ingrepen betere kansen om te ontwikkelen binnen de huidige natuurgebieden en worden ook aanzienlijk uitgebreid in het project. Bovendien worden ze ook met elkaar verbonden zodat de kansen voor soortverbreiding en –vestiging verbeterd worden.

In de zuidelijke sector van het Grensmaasgebied ontstaat dankzij de ingrepen (binnen de beschermde gebieden volgens het huidige beleid) een snoer van waardevolle riviernatuur

geconcentreerd in een aantal natuurkernen, verbonden door natuurlijke (of natuurvriendelijk met grind afgewerkte) oevers. Alles bijeen gaat het om zo’n 400ha habitatwaardige natuur (Europees beschermde habitats) die functioneel aaneengeschakeld wordt en binnen het grotere Grensmaas rivierpark komt te liggen en in belangrijke mate hierin mee functioneert.

Dankzij de aansluiting met het Nederlandse project en de ingrepen in de centrale sector aan Vlaamse zijde, wordt de Grensmaas maximaal hersteld als natuurlijk riviertraject, binnen de grenzen van de veiligheid.

Knelpunten zijn en blijven de leidingen en enkele intensieve landbouwkernen in het winterbed die een optimalisatie (scenario 6) en het verlagen van oever Maaswinkel) in de weg staan. Voor de kwaliteit van nieuw te ontstane milieus blijft de aanvoer van fijn grind en zand een probleem en een zorg.

Ten aanzien van het streefbeeld zien we dat voor een aantal doelsoorten in het gebied duurzame netwerken ontstaan: kopvoorn, rivierdonderpad, sneep, rivierfonteinkruid, kleine tanglibel, beekrombout, riempjes, kleine plevier, grindwolfspin, rugstreeppad, zwarte populier, boomkikker, kamsalamander en vingerhelmbloem.

Voor een aantal soorten is het gehele Grensmaasgebied vereist om een duurzame populatie te ontwikkelen: barbeel, vlottende waterranonkel, bever, ijsvogel, weidebeekjuffer, engelse alant, kwartelkoning, rietgors, roodborsttapuit, geelgors, heksenmelk, viltig kruiskruid, smalle raai, grote tijm, veldsalie, echte kruisdistel, wielewaal en middelste bonte specht.

Voor een aantal doelsoorten blijft het Grensmaasgebied op zich waarschijnlijk onvoldoende geschikt of groot volgens de huidige inschatting: otter, das, visdief, grauwe klauwier, kwak, aalscholver, paap, waterscheerling, bruine kiekendief. Voor deze soorten is een goede aansluiting met aangrenzende natuurgebieden in de Maasvallei en de boven- en benedenstroomse Maas van groot belang.

- De oeveraftoppingen die zowel in Hochter Bampd, Herbricht, Kotem en Mazenhoven gepland zijn, hebben een relatief groot effect ondanks hun kleine dimensies. Ze milderen de negatieve effecten van de Nederlandse ingrepen op de natuur van het Vlaamse winterbed; ze herstellen ten dele de overstromingsdynamiek (frequentie en kracht) voor de hoge weerden. Voor het bos van Hochter Bampd bijvoorbeeld is dit effect zeer duidelijk gunstig.

- de beddingaanvulling met grind heeft een positief effect op het habitat in de bedding; ze

resulteert rechtstreeks in belangrijke beddinghabitat en anderzijds mildert ze het negatieve effect van de grinddrempels significant.

6.2 Ingrepen

- De ingrepen van Hochter Bampd van oever- en weerdverlaging resulteren in de gewenste variatie aan oeverzone, lage en hoge weerd. Er zal naar verwachting een verbetering aan habitatkwaliteit van de aanwezige natuur optreden dankzij een vermindering aan slibafzetting achter de dammen en een beter verdeelde overstromingsdynamiek (in frequentie en kracht).

Zowel op vlak van pionier, grasland, ruigte als bostypes (moerasbos ook) wordt een gunstig eindbeeld geschetst.

- De geulverbreding bij Herbricht toont ook de gewenste ontwikkeling van grindbanken en dynamische oevers, met lage en hoge grindbanken en zandruggen.

Ze geven tegelijk betere potenties voor de ontwikkeling van de zeldzame pionierecotopen en stroomdalgraslanden van de Grensmaasoevers. Bij Herbricht en Mazenhoven is dit effect zeer duidelijk aanwezig.

- De combinatie met grind(toutvenant)bestorting op de aanwezige breuksteenoevers versterkt nog het positieve effect van de vorige ingreep. Het maakt de ontwikkeling van oeverhabitat mogelijk, en voorziet het locale milieu van sediment zodat er bijkomende potenties voor pionierhabitat ontstaan op de oever. Bijkomend werkt deze ingreep landschappelijk sterk door op het beeld van het grensoverschrijdend rivierpark en de grensoverschrijdende beheereenheid.

Globaal zijn de Vlaamse ingrepen in de Zuidelijke sector beperkt van opzet, zeker in verhouding tot de ingrepen aan de overzijde van de rivier. Aan Nederlandse zijde zijn een aantal zeer grote ingrepen gepland, met verstrekkende gevolgen, ook op de Vlaamse oever. De effecten van de Vlaamse ingrepen verminderen ten dele de grote effecten van deze Nederlandse ingrepen; enerzijds zijn ze voorzien als oplossingsmaatregelen voor de hydraulische flessenhalsproblemen, anderzijds zorgen ze voor een beter contact tussen de rivier en het overstromingsgebied. Van de geplande vergraving van de Itterse Weert blijft de impact echter zeer groot en is er toch een onevenwicht tussen de doelstellingen en het streefbeeld van het project en het locale resultaat van deze vergravingslocatie.

7 Referenties

Aggenbach, C.J.S. & A.H.M. Pelsma 2003. PREVIEW. Prediction Vegetation In Excavated Winterbeds. Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, RIZA & KIWA Water research, Nieuwegein, Nederland.

Buit, A.M.C.F., Bussink, H., Dirksen, J., Snep, R.P.H., Simons, J. & Liefveld, W. 1999. Maasplassen-econet: ecologische netwerkstudie van het Maasplassengebied. Intern rapport IBN-DLO/ RIZA. Wageningen/Arnhem.

Cornelissen, P., Vulink, T., 2001. Grazing management in floodplains. In Wolters, H.A., Platteeuw, M., Schoor, M.M. (Eds.). Guidelines for rehabilitation and management of floodplains. Ecology and safety combined. NCR-Publication 09-2001, NCR, Delft,p 167-179.

De Vocht A. 2006. Visserijbeheerplan voor de Grensmaas en de regio Maasland. Eindrapport van de studie Aminal/B&G/24/2004, Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt.

Dijkstra, V.A.A. 1995. De vestiging van Gewone es (Fraxinus excelsior) in een zachthoutooibos langs de Grensmaas. Vakgroep bosbouw Landbouwuniversiteit Wageningen, i.s.m. Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO). Wageningen.

Dister, E., Obrdlik, P., Schneider, E., Schneider, E. & Wenger, E. 1989. Zur ökologie und Gefährdung der Loire-Auen. Natur und Landschaft 64 (3): 95-99.

Bekhuis, J., Kurstjens, G., Sudmann, S.R., ten Tuynte, J. & Willems, F. 2002. Land van Levende Rivieren. De Gelderse Poort. KNNV Uitgeverij & Stichting Ark, Utrecht.

Coeck, J., Colazzo, S., Meire, P. & Verheyen, R.F. 2000. Herintroductie en herstel van kopvoornpopulaties (Leuciscus cephalus) in het Vlaamse gewest. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2000.15. Brussel.

Dekker, S. & N.A.C. Smits 1997. Synoecologie in natuurontwikkelingsgebieden langs de Grensmaas. Relatie tussen vegetatie, rivierdynamiek en bodemparameters. Leerstoelgroep Plantenoecologie en Natuurbeheer. Wageningen Agricultural University. 72p.

De Vocht A., F. Van Belleghem, E. Baras & J.-C. Philippart 2003. Populatieonderzoek van het visbestand in de Grensmaas ter voorbereiding van het project “Levende Grensmaas”. Eindrapport van de studie AMINAL/NATUUR/TW9. Studie uitgevoerd in opdracht van AMINAL-afdeling Natuur.

De Vocht, A. de, 2003. Migratie en habitatgebruik van barbeel in deGrensmaas en de Geul. Natuurhistorisch Maanblad. 92/10,255-260.

De Smedt, F., F. Mwanuzi & Z. Wang 1998. Effectenanalyse van het Natuurontwikkelingsplan voor het Grensmaasgebied. Deel 2: Rivierkundig Onderzoek. Studie in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur, AMINAL-Afdeling Natuur en AWZ-Afdeling Maas en Albertkanaal. Vrije Universiteit Brussel, Dienst Hydrologie.

Dister, E. 1980. Bemerkungen zur ökologie und soziologische Stellung der Auenwälder am nördlichen Oberrhein (Hessische Rheinaue). Colloques phytosociologiques IX; les forêts alluviales, Strasbourg 1980: 343-363.

Duel, H., Pedroli, G.B.M. & G. Arts 1996. Een stroom natuur. Natuurstreefbeelden voor Rijn en Maas. Achtergronddocument B: ontwikkelingsmogelijkheden voor doelsoorten. Watersysteemverkenningen 1996. Een analyse van de problematiek in aquatisch milieu. RIZA werkdocument 95.173x. Grontmij en Waterloopkundig Laboratorium in opdracht van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, RIZA.

Foppen, R.P.B., van der Sluis, T., Verdonschot, P. & van den Hoek, T.H. 1996. Netwerkevaluatie in riviersystemen: Netwerkmodellen voor de doelsoorten van de Zandmaas en procedure voor het bepalen van vuistregels voor ruimtelijke inrichting. Werkrapport 962 IBN-DLO/RIZA. Wageningen/Arnhem.

Fourneau, J., J. Severyns, O. Batelaan, F. Desmedt & P. Meire 2003. Ecohydrologische systeemstudie Grensmaas: deelgebieden Vijverbroek en Maaswinkel. Rapport Universiteit Antwerpen 03-R51. Antwerpen.

Geilen, N., G.B.M. Pedroli, K. Van Looy, L. Krebs, H. Jochems, S. Van Rooij & T.H. Van der Sluis 2001. Intermeuse: the Meuse reconnected. Final report of IRMA/SPONGE project no. 9. NCR publication 15-2001. RIZA, Alterra, Univeristy of Metz, Institute of nature conservation, in commission of IRMA, part of IRMA/SPONGE and governed by NCR.

Geilen, N., H. Jochems, H., Krebs, L., Muller, S., Pedroli, B., Van der Sluis, T., Van Looy, K. & Van Rooij, S. 2004. Integration of ecological aspects in flood protection strategies: defining an ecological minimum. River Research and Applications 20: 269-283 .

Helmer, W. & A. Klink 1995. De Grensmaas Ecologisch Toetsingskader. Studie voor de MER Grensmaas. Bureau Stroming, Laag-Keppel.

Herbos K., Agtersloot R., Vieira da Silva J. 2005. Gemeenschappelijke Maas: rivierkundige en grondwatereffecten in de centrale sector – van Maasmechelen tot Maaseik, eindrapport. Haskoning België en Meander Advies en Onderzoek.

Herbos K., Meijer D., Vieira da Silva J. 2007. Gemeenschappelijke Maas - zuidelijke sector – Rivierkundige en grondwaterstudie van de geplande ingrepen te Hochter Bampd, Herbricht en Kotem, eindrapport. Haskoning België en Meander Advies en Onderzoek.

Hermy M. 1993. Annex I of the Habitat Directive 92/43/EEC: Comments with respect to Flanders, Wallonia and Belgium. Intern rapport. Instituut voor natuurbehoud, Hasselt.

Internationale Commissie voor de Bescherming van de Maas 2001. Inventarisatie ecologisch herstel Maas. Liège.

Janssen, J.A.M. & Schaminée, J.H.J. 2003. Habitattypen – Europese natuur in Nederland. KNNV uitgeverij.

Kenzeler, K. 2000. Ooibosstructuur, overstromingsinvloeden en het Grensmaasproject in Hochter Bampd. Katholieke Hogeschool Kempen, Geel, 57p.

Kurstjens, G. & Bosman, W. 2000. Toekomst voor de Bever in Limburg. Studie in opdracht van de Provincie Limburg. Wissel ecologisch adviesbureau, Beek-Ubbergen, Nederland.

Malavoi, J.R., Gautier, J.N., Bravard, J.P. 2001. Free space for rivers : a geodynamical concept for a sustainable management of the watercourses. Proceedings of the River Flow Conference 2001.

Kurstjens, G. 2000. Ecologische monitoring proefproject Meers/Grensmaas in 1999/2000. Kurstjens Ecologisch Adviesbureau in opdracht van De Maaswerken, Beek-Ubbergen.

Kwedza J.P. 2002. Ecotope Modelling and its Impact on the Common Meuse Restoration Project. PhD Thesis Interuniversity Programme in Water resources Engineering. Department of hydrology and hydraulic engineering, Vrije Universiteit Brussel.

Liefveld, W., Maas, G.J., Wolfert, H.P., Koomen, A.J.M. & van Rooij S.A.M. 2000. Richtlijnen voor de ruimtelijke verdeling van ecotopen langs de Maas op basis van ecologische netwerken en geomorfologische kansrijkdom. Rapport van het project Ecologisch Herstel Maas, EHM nr. 35. RIZA Arnhem, Nederland.

Liefveld, W., Ransijn, M., Geilen, N., Aerts, J., Bakhuizen, J., Drok, W., Maris, M. & F. Panjer 2003. Achtergrondrapport Natuur, Intergrale Verkenning Maas, IVM-N-03. Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

Liefveld, W. 2003. Achtergrondinformatie lage afvoerproblematiek Grensmaas en opzet RHASIM. Workshopnota “lage afvoer op de Grensmaas: model en veldkennis bij elkaar gebracht”. RIZA Arnhem, Nederland.

Liefveld, W.M., K. Van Looy & K.H. Prins, 2000. Biologische monitoring zoete rijkswateren. Watersysteemrapportage Maas 1996, RIZA rapport 2000.056.

Lock K., Van Wichelen J., Packet J., Simoens I., Van Looy K., Louette G., Warmoes T., Denys L., Leyssen A. 2007. Bepalen van het maximaal en het goed ecologisch potentieel, alsook de huidige toestand, voor een aantal Vlaamse (gewestelijke) waterlichamen die vergelijkbaar zijn met de categorie meren. Deel I. Rapport studieopdracht VMM.AMO.KRW.ECOPOT-Meren. Instituut voor Natuur- en BosOnderzoek in opdracht van Vlaamse Milieumaatschappij.

Lock, K. & Vanacker, S. 1999a. Isopods on the gravelbanks of the Meuse. Bull. Soc. Roy. Belg. Entomologie.

Lock, K. & Vanacker, S. 1999b. Sprinkhanen op de grindbanken van de Grensmaas. Saltabel. Lommelen, E. 2000. Ecologie van loopkevers op twee grindbanken langs de Grensmaas. Katholieke

Hogeschool Kempen, Geel, Belgium.

Maas, G.J. 2000. Historische geomorfologie Maas en Benedenrivieren. Oude Maas, Merwede-Hollandse Biesbosch, Afgedamde Maas. Wageningen, Alterra-rapport 075.

Nagels, K., Hoet, I. & Van Looy K. 1999. Project Levende Grensmaas. Vlaams Voorkeursalternatief. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en infrastructuur, Hasselt, 64p.

Pedroli, B., De Blust, G., Van Looy, K. & S. van Rooij 2002. Setting targets in strategies for river restoration. Landscape ecology 17: 5-18.

Peters, J.S., & Buskens, R., 1994. Een verkenning van de Ecotopen- AMOEBES voor de Maas. Een

studie naar toetsbare ecologische doelstellingen voor vijf deelecosystemen. Rapport

Grontmij, Eindhoven.

Peters, B., & K. Van Looy, 1996. Nieuwe kansen voor stroomdalgraslanden in het zuidelijk Maasdal. Natuurhistorisch Maandblad 85-6: 120-126.

Peters, B., Van Looy, K. & Kurstjens, G. 2000. Pioniervegetaties langs grindrivieren: de Allier en de Grensmaas. Natuurhistorisch Maandblad 89: 123-136.

Peters, B. 2002. Successie van natuurlijke uiterwaardlandschappen. Werkdocument in het kader van het onderzoek “Cyclische verjonging van uiterwaarden” op basis van empirische kennis. Bureau Drift/Katholieke Universiteit Nijmegen, Berg en Dal/Nijmegen.

Peters, B. & Hoogerwerf, G. 2003. MER Grensmaas. Achtergronddocument 4 Natuur. Bureau Drift, in opdracht van De Maaswerken, Maastricht.

Peters, B. et.al. (2005). Ontwerp grinddrempels in de Grensmaas. Uitwerking voor de kerngebieden Meers en Geulle a/d Maas. De Maaswerken, 22 februari 2005, 3e concept. Piégay, H., Darby, S.E., Mosselman, E. & Surian, N. 2005. A review of techniques available for

delimiting the erodible river corridor: a sustainable approach to managing bank erosion. River Research and Applications 21: 773-789.

Pouwels, R. Jochem, R., Reijnen, M.J.S.M., Hensen, S.R. & van der Greft, J.G.M. 2002. LARCH voor ruimtelijk ecologische beoordelingen van landschappen. Alterra rapport 492, Wageningen, Nederland.

Rademakers, J.G.M., Pedroli, G.B.M. & L.H.M. van Herk 1996. Een stroom natuur. Natuurstreefbeelden voor Rijn en Maas. Achtergronddocument A: kansrijkdom van ecotopen. Watersysteemverkenningen 1996. Een analyse van de problematiek in aquatisch milieu. RIZA werkdocument 95.172x. Grontmij en Waterloopkundig Laboratorium in opdracht van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, RIZA.

Rijkswaterstaat Directie Limburg 2000. Internationale ecologische verkenning Maas. RWS-Limburg/IWACO, Maastricht.

Severyns, J., Jochems, H. & Van Looy, K. 2001. Natuurinrichting en de abiotisch-biotische samenhang in riviersystemen. Rapport VLINA00/12. Vakgroep Hydrologie & Waterbouwkunde, VUB, Instituut voor Natuurbehoud, Brussel.

Spier, J.L., P. Schouten, S. Vleeming & D. Wielakker, 2006. Passende beoordeling 1ste fase mitigatie Grensmaas. Bureau Waardenburg bv.

Sterckx, G. & Paelinckx, D. 2003. Beschrijving van de Habitattypes van Bijlage I van de Europese Habitatrichtlijn, IN.A.2003.23

Sterckx, G. & Van Looy, K. 2004. Inventaris van natura-2000 habitatten en soorten in de Grensmaas in 2004. Advies van het Instituut voor Natuurbehoud IN.A.2004.132

Vanacker, S., Van Looy, K. & De Blust, G. 1998. Typologie en habitatmodellering van de oevers van de Grensmaas. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 98.4, Brussel.

Vanacker, S., Van Looy, K. & De Blust, G. 1999. De oevers van de Grensmaas: schatkamers van de toekomst? Likona jaarboek 1998: 43-51.

Van Braeckel, A. & Van Looy, K. 2002. Beheersmonitoring langs de Grensmaas. Voorlopige resultaten van Kerkeweerd. Verslag Instituut voor Natuurbehoud 2002.6.

Van Braeckel, A. 2002. Effecten van begrazing op ruigte, grasland en bos langs de Grensmaas. Natuurhistorisch Maandblad 91: 156-159.

Van Braeckel, A. & Van Looy, K. 2004. Locatie en inrichting van hoogwatervluchtplaatsen in projectgebied Negenoord. Advies van het Instituut voor Natuurbehoud A.2004.133.

Van Braeckel, A. & Van Looy, K. 2004. Cumulatief Onderzoek Grensmaas Ecologie. Verslag van het Instituut voor Natuurbehoud 2004.2.

Van Braeckel, A. & Van Looy, K., 2005. Gemeenschappelijke Maas: ecologische effecten van ingreepscenario’s centrale sector van Maasmechelen tot Maaseik. Rapport IN.R.2005.06. Van de Genachte, G., Indeherberg, M., Lambrechts, J.,Vanderheyden, I., Gorssen, J. & Verheyen,

W. 2003 Onderzoek naar de mogelijke verbindingen tussen het Grensmaasgebied, het Kempens Plateau en het Stamprooierbroek. Aeolus in opdracht van AMINAL Afdeling Natuur, Hasselt.

Vanden Broeck, A., Jochems, H., Storme, V. & Van Looy K. 2002. Mogelijkheden tot herstel van levensvatbare populaties Zwarte populier (Populus nigra L.) langsheen de Grensmaas. Vlaams Impulsprogramma Natuurontwikkeling, Eindrapport 0010.

Van Hellemont, M. 2004. Bosontwikkeling en natuurbeheer in het riviergebied. Een studie van wederzijdse invloedsfactoren in natuurterreinen langs de Grensmaas. Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van Bio-ingenieur in het land- en bosbeheer, Universiteit Gent.

Van Looy, K., & G. De Blust, 1995. De Maas natuurlijk?! Aanzet voor een grootschalig natuurontwikkelingsproject in de Grensmaasvallei. Wetenschappelijke mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud 1995 (2), Brussel.

Van Looy, K. & De Blust, G., 1998. Ecotopenstelsel Grensmaas. Een ecotopenindeling, referentiebeschrijving en vegetatietypering voor de Levende Grensmaas. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 98.25. Instituut voor Natuurbehoud, Brussel, 99 p.

Van Looy, K. & Vanacker, S. 1999. Het watersysteem Grensmaas. Een analyse van de oppervlaktewateren in de Maasvallei. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 99/17, Brussel. Van Looy, K. & De Blust, G. 1999. Integraal monitoringmeetnet Grensmaas. Aanzet tot

geïntegreerde monitoring vanuit bestaande meetnetten. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 99/7, Brussel.

Van Looy, K., Vanacker, S. & De Blust, G. 2002. Biologische monitoring in het integraal monitoringsplan Grensmaas. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 2002.01, Brussel.

Van Looy, K., J. Coeck, A. de Vocht, B. Denayer & T. Buijse 2005. Ontwerpcriteria grinddrempels Grensmaas. IN.A.2005.115

Van Looy, K. & De Blust, G. 1999. Stroomdalgraslanden op de Maasdijken. Een beheersvisie voor het Maasdijkenplan. Rapport Instituut voor Natuurbehoud 99/11, Brussel.

Van Looy, K. 1999. Beheer van Maasdijken. Behoud van stroomdalsoorten. Likona jaarboek 1998: 52-62.

Van Looy, K. & Peters, B. 2000. Bosontwikkeling en morfodynamiek langs de Grensmaas. Natuurhistorisch Maandblad 89: 137-142.

Van Looy, K., Kenzeler, K. & Bijlsma, R.-J. 2000. Structuur en ontwikkeling van het ooibos in Hochter Bampd. Natuurhistorisch Maandblad 89: 142-148.

Van Looy, K., 2000. Morfodynamiek en vegetatieontwikkeling in het Grensmaasgebied. In: Biologische monitoring zoete rijkswateren. Watersysteemrapportage Maas 1996. Red. Liefveld, W.M., K. Van Looy & K.H. Prins, RIZA rapport 2000.056

Van Looy, K. 2002. Ruigten langs de Gemeenschappelijke Maas. Natuurhistorisch Maandblad 91: 131-136.

Van Looy, K. & De Blust, G. 2002. Dynamische planning in beeld: de Grensmaas als leerschool. Natuur.focus 1(2): 69-75.

Van Looy, K., Honnay, O., Bossuyt, B. & Hermy, M. 2003. The effects of river embankment and forest fragmentation on the plant species richness and composition of floodplain forests in the Meuse valley, Belgium. Belg. Journ. Bot. 136 (2): 97-108.

Van Looy K., Severyns J., Jochems H. & De Smedt F. 2005. Predicting patterns of riparian forest restoration. Large Rivers Vol. 15, No. 1-4, Arch. Hydrolbiol. Suppl. 155/1-4, p. 373-390. Van Looy, K. 2005. Grensmaas. In: Dumortier M., De Bruyn L., Hens M., Peymen J., Schneiders A.,

Van Daele T., Van Reeth W., Weyembergh G. en Kuijken E. (red.) Natuurrapport 2005. Toestand van de natuur in Vlaanderen: cijfers voor het beleid. Mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud nr. 24, Brussel. Pp.162-169.

Van Looy, K., Van Braeckel, A. & De Blust, G. 2005. De dynamiek ontleed in tijd en ruimte. Model voorspelt ontwikkelingen in het Grensmaasgebied. Landschap 22 (3): p126-139

Van Oostenbrugge R., van der Grift, E.A., Nijhof, B.S.J., Opdam, P.F.M. & Reijnen, M.J.S.M. 2002. Levensvatbaarheid van populaties. Achtergronddocument bij de natuurbalans 2002. Werkdocument 2002/09, Alterra, Wageningen, Nederland.

Van Rooij, S.A.M., Bussink, H. & Dirksen, J. 2000. Ecologische netwerkanalyse Grensmaas op basis van het Ruw Ontwerp, Alterra-rapport 017, Wageningen, Nederland.

van Velzen, E. H., Jesse, P., Cornelissen, P., and Coops, H. 2003. Stromingsweerstand vegetatie in uiterwaarden. RIZA rapport 2003.029. Rijksinstituut voor integraal zoetwaterbeheer en afvalwaterbehandeling (RIZA), Arnhem.

Verbeylen, G., 2003. Europese bever. In Verkem,S. ;De maeseneer,J. ;Vandendriessche,B. ;Verbeylen,G. & Yskout,S. 2003. Zoogdieren in Vlaanderen: ecologie en verspreiding van 1987 tot 2002. Natuurpunt; JNM-Zoogdierenwerkgroep. Mechelen. 290 - 299

Vulink J.T. 2001. Hungry herds: management of temperate lowland wetlands by grazing. Van zee tot land; 66.Ministerie van verkeer en waterstaat, Directoraat-generaal Rijkswaterstaat (RWS), Directie Ijselmeergebied , Lelystad.

Vulink, T.J., Van Looy, K. & A. Van Braeckel (2007). Ecologische monitoring 1e fase mitigatie Proefproject Meers. DMW 2007/1587.

Wallis de Vries, M.F., 1994. Foraging in a Landscape Mosaic: Diet selection and performance of free-ranging cattle in heathland and riverine grassland. Doctoraatsthesis Landbouw Universiteit Wageningen, pp 161.

Willems D. 2001. Ecotoopsuccessie in de uiterwaarden. Het LEDESS model. Wageningen universiteit, Alterra, Wageningen, Nederland.

8 Bijlagen