• No results found

Alle studies en literatuur ten spijt is er nog steeds nood aan een algemeen beheerplan voor zomerganzen, zowel inheemse als uitheemse soorten. Een dergelijk beheerplan zou enerzijds preventieve maatregelen ten aanzien van nieuwe introducties moeten uitwerken en vestiging van reeds geïntroduceerde soorten en anderzijds uit een beheerstrategie voor gevestigde inheemse en uitheemse soorten. Daarbij is het aangewezen om een gedifferentieerd beleid te voeren ten aanzien van inheemse en uitheemse soorten. Er wordt verder van uitgegaan dat het niet de aantallen ganzen op zich zijn die voor een uitdaging zorgen, maar wel de mate waarin schade voorkomt. Daarom is het aangewezen naast eliminatie van ganzen, verdere mogelijkheden tot preventie van schade te onderzoeken in de toekomst.

7.1.1 Preventie

Uitzetten, invoer en handel reguleren, controleren en handhaven.

Het al dan niet bewust laten ontsnappen of loslaten van deze soorten uit privaat eigendom in de natuur is een blijvend probleem. Naast beleidsaanpassingen (zie INVEXO beleidsdocument) is een verdere bewustmaking naar het grote publiek dan ook noodzakelijk.

• In communicatieacties de bewustwording rondom de problematiek van losgelaten

ganzen vergroten;

• Hoewel onduidelijk is in hoeverre dit gegeven bijdraagt aan de huidige

populatieopbouw, kan de instroom van sierganzen structureel ingeperkt worden via beperkende maatregelen en betere controle. Leewieken en sterilisatie dienen aangemoedigd.

Voorkomen van schade

Betreffende maatregelen die schade kunnen voorkomen is er nu slechts mondjesmaat geëxperimenteerd.

• Met het oog op een beleid aangaande inheemse soorten is het noodzakelijk, niet in

het minst in Vlaanderen om via een projectmatige aanpak schadebeperkende maatregelen uit te testen in veldsituaties. Dit kan door gecontroleerde experimenten op te schalen (cf. hoofdstuk 5) of door studies omtrent de impact (stijging dan wel daling van schade in landbouwgebied in de buurt van compensatiegebieden of nieuwe natuurgebieden.

7.1.2 Eliminatie

Wanneer eliminatie nastreven

Voor wat betreft exoten lijkt het opportuun niet alleen bij een eerste respons na vroegtijdige signalering van nieuwe exoten, maar ook bij een gevestigde populatie te beslissen om over te gaan tot eliminatie (definitieve verwijdering uit een bepaald gebied) Dit vergt een haalbaarheidsstudie waarbij de volgende belangrijke aspecten moeten worden ingeschat:

• welk type maatregelen er nodig zijn voor welke soort;

• wat zijn de technische uitdagingen;

• welke middelen zijn daarvoor nodig;

• wat zijn de juridische beperkingen;

136 Zomerganzen in Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen www.inbo.be Essentieel daarbij is een adequate coördinatie op het vlak van opzet van acties, implementatie, opvolging, rapportage en nazorg. Verder dient nagegaan te worden welk instantie best moet betrokken worden voor een op een kostenefficiënte implementatie

Wettelijk kader verbeteren i.f.v. natraject

Uit de natraject workshop blijkt dat het wettelijk kader voor de afvoer van exoten nog niet voldoende is uitgewerkt. In Vlaanderen is dure vernietiging nu de enige optie.

• Vanuit de casus wordt de behoefte aangegeven hierover een wettelijk kader op te

stellen.

In Nederland blijkt het in de praktijk lastig om al weggevangen uitheemse ganzen te doden omdat hiervoor te weinig legale middelen of methoden (snel) beschikbaar zijn. Het zou een verbetering zijn als de wetgeving op dit punt effectiever en helderder wordt.

• In de regelgeving humane dodingsmethoden opnemen die (onder bepaalde

omstandigheden) mogen worden toegepast bij eliminatieacties van invasieve exoten. De verwerking van grote hoeveelheden afgevangen door middel van vernietiging betekenen een aanzienlijke kostenpost voor de uitvoerende instanties.

• De regelgeving zodanig aanpassen dat de afvoer en verwerking van afgevangen

ganzen op een efficiëntere wijze kan geschieden.

De afvoer en verwerking van gedode invasieve exoten kan ook worden verbeterd zonder dat hiervoor nieuwe wetgeving noodzakelijk is. Uit de casus zomerganzen blijkt bijvoorbeeld dat de verwerking ook gekoppeld kan worden aan de marketing van ganzenvlees als een culinair product. Ook wordt gedacht aan het verstrekken van ganzenvlees aan voedselbanken. Deze en soortgelijke inventieve oplossingen kunnen de verwerkingskosten verlagen en vooral het maatschappelijk draagvlak voor bestrijding verhogen.

7.1.3 Beheer

Beheer wordt toegepast op zomerganzensoorten wanneer eliminatie geen reële optie (meer) is. Zoals gesteld in het INVEXO beleidsdocument: “Centrale coördinatie is van belang zodra er bij beheer veel instanties betrokken zijn en daardoor een uniforme en effectieve aanpak niet vanzelfsprekend is. Momenteel is het … beheer gefragmenteerd, waarbij terreinbeheerders individuele beheerafwegingen maken. Dit kan (kosten)effectiever en efficiënter door te streven naar meer (regionale) afstemming wat betreft de aanpak”. Hier ligt wellicht een taak voor de provincie als regievoerder op subregionaal niveau. In Nederland ligt de coördinerende rol bij de Faunabeheereenheden.

7.1.4 Behoefte aan een gemeenschappelijke visie en aanpak

Voor een effectieve afstemming van het beheer is een gezamenlijke visie op beheerdoelen belangrijk. De casussen zomerganzen laat duidelijk het belang zien van een gezamenlijke gebiedsvisies of zelfs een gezamenlijke visie met alle stakeholders op provinciaal niveau. Zo wordt in Zeeland regelmatig overlegd tussen de Faunabeheereenheid (waarin o.a. vertegenwoordigd de landbouw, terreinbeherende organisaties en Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging) en Wildbeheereenheden.

In de casus zomerganzen wordt de schade zoveel mogelijk voorkomen door gerichte bestrijding. Hierdoor wordt de populatieomvang verkleind en daarmee dalen ook de totale kosten van beheer. Hierbij blijkt duidelijk behoefte aan verbeterde bestrijdingsmethoden direct gekoppeld aan heldere regelgeving.

• Terreinbeherende organisaties regelmatig bijeenroepen om de beheerdoelen en de

www.inbo.be Zomerganzen in Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen 137

Communicatie met diverse doelgroepen

Het belang van een goede communicatie wordt voldoende aangestipt in het INVEXO beleidsdocument. Specifiek bij de bestrijding van zomerganzen, is tijdens de uitvoering van het project gekozen voor een wijze van communiceren waarbij te allen tijde op vragen vanuit het publiek of de pers volledige transparantie in feiten en bedoelingen wordt aangegeven. Essentieel daarbij is dat er goede coördinatie vanuit een centraal communicatieloket plaatsvindt, dat de communicatielijnen zeer duidelijk zijn en een plan voorligt voor crisiscommunicatie. Proactief communiceren en inspelen op een maatschappelijke vraag naar informatie is essentieel. Dit laat meer controle toe over de boodschap die gebracht wordt. Tijdens het project gebeurde dit door middel van een demonstratie-afvangst (Mendonk, Oost-Vlaanderen). Voor Nederland is dat het Team Invasieve Exoten; voor België een op te richten team of samenwerkingsverband met een vergelijkbare loketfunctie (Invexo beleidsdocument).

Verder is ook een specifieke communicatie naar het beleid toe belangrijk: kennis van de ganzenproblematiek, de verantwoordelijkheden op verschillende overheidsniveaus en het creëren van draagvlak voor preventie en bestrijdingsacties zijn essentieel voor een effectief beleid.

• Als tot aanpak van een gesignaleerde invasieve exoot wordt besloten, hieraan

gekoppeld een directe communicatielijn naar verschillende overheidsinstanties en politiek creëren. Initiatief hiertoe ligt bij het eerder genoemde centrale loket.

138 Zomerganzen in Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen www.inbo.be