• No results found

In dit hoofdstuk noteren we onze eigen visie met daarbij richtlijnen en suggesties voor de praktijk. Onze eigen visie en de richtlijnen voor de praktijk vormen we op basis van de literatuurstudie en de situatie in het werkveld. De visie hebben we geschreven nadat we zowel de literatuurstudie als de situatie in het werkveld hebben afgewerkt. We schreven de visie vooraleer we gestart zijn met het geven van de lessen met het actief direct instructiemodel. Zo vermeden we dat we eigen ervaringen met het actief direct instructiemodel noteerden.

Eigen visie

Tijdens het lezen van verschillende boeken en artikels hebben we enkele belangrijke gelijkenissen gevonden tussen het actief direct instructiemodel en bepaalde stromingen. Deze gelijkenissen kunt u terugvinden in hoofdstuk 1 ‘literatuurstudie’.

Naast de gelijkenissen hebben we een belangrijk verschil gevonden tussen het constructivisme en het actief direct instructiemodel. Het verschil bevindt zich bij de rol van de instructieverantwoordelijke. Bij het constructivisme merken we dat de rol van instructieverantwoordelijke verschuift van begeleider van leerprocessen naar de rol van een coach. Maar in het actief direct instructiemodel blijft de

instructieverantwoordelijke zijn sturende rol behouden.

Tijdens het opstellen van onze literatuurstudie hebben we gemerkt dat er soms een verschil is bij de benaming van de verschillende fasen.

Cohen benoemt nog een fase 0 (pre-instructie), bij Leenders vinden we deze fase niet terug. Leenders start meteen met fase 1 (terugblik). Voor het uitwerken van onze case study hebben wij gewerkt met de benaming van de fasen volgens Leenders. De inhoud van de fasen zijn zowel bij Cohen als bij Leenders gelijklopend.

Tijdens onze research in verband met het actief direct instructiemodel hebben we een belangrijk punt ontdekt. Blijkt dat het actief direct instructiemodel niet het ideale model is.

Wij kunnen ons hier zeker in vinden, daar wij denken dat het actief direct instructiemodel niet geschikt is voor alle lessen. Het model is voornamelijk geschikt bij het onderwijzen van basisvaardigheden en vaardigheden in het oplossen van problemen, bijvoorbeeld bij rekenlessen, waar je te maken hebt met basisvaardigheden zoals optellen, vermenigvuldigen, oplossen van rekenproblemen …

Tijdens onze literatuurstudie hebben we twee onderzoeken van dichterbij bekeken. Het eerste onderzoek was van Pendarvis en Howley, het tweede van Flynn. Beide onderzoeken gingen na of er een vooruitgang is na het geven van enkele lessen volgens het actief direct instructiemodel. Blijkt dat het geven van lessen volgens het actief direct instructiemodel bij beide onderzoeken voor een positieve vooruitgang zorgde.

We hebben ook in verschillende boeken gelezen dat het actief direct instructiemodel niet enkel geschikt is voor het lager onderwijs, maar ook voor het kleuteronderwijs. Het kleuteronderwijs moet gezien worden als een samenhangend proces om de ontwikkeling en het leren van kinderen te bevorderen. Daarom is het belangrijk dat we ook in het kleuteronderwijs gebruik maken van activerende directe instructie.

Wij zijn akkoord met het feit dat er een samenhang moet zijn tussen het kleuteronderwijs en het lager onderwijs. Wanneer de leerlingen in het kleuteronderwijs aangemoedigd worden om zelfstandig te werken, zal dit een positieve invloed hebben op het gebruik van het actief direct instructiemodel in het lager onderwijs.

Medestudenten vertelden ons dat kleuters al zeer zelfstandig werken in het kleuteronderwijs, maar wij zijn van mening dat je ook al zou kunnen differentiëren op instructie in het kleuteronderwijs. Wanneer dit zou kunnen toegepast worden, dan lijkt ons dit een voordeel voor het vervolg in het lager onderwijs. Bij nader onderzoek hebben we ontdekt dat er een sterk verband is tussen het actief direct

instructiemodel en wiskunde. Wienert, e.a. hebben ontdekt dat de wiskundeprestaties van de leerlingen die les kregen volgens het actief direct instructiemodel, na twee jaren waren toegenomen. Door de conclusies van dit onderzoek te lezen waren we beiden zeer nieuwsgierig om ook te onderzoeken of dit in het werkveld hetzelfde effect zou hebben. Daarom hebben we gekozen om, als case study onze bachelorproef, lessen wiskunde in het tweede leerjaar volgens het actief direct instructiemodel te geven.

Als leerkracht blijkt het belangrijk te zijn dat je niet tijdens alle fasen van het leerproces de touwtjes stevig in handen blijft houden. Zeker bij het verwerken van de leerstof moet je afstand nemen. Het is de bedoeling dat de leerlingen de leerstof na een korte instructie zelfstandig verwerken. Je moet je in verdere fasen van het leerproces meer gaan opstellen als bemiddelaar. Wanneer de leerkracht te stevig de touwtjes in handen probeert te houden, dan verdwijnt opnieuw de zelfstandigheid van de leerlingen. Het is belangrijk dat de leerkracht een korte, maar krachtige instructie kan geven. Wij denken dat het geven van een goede, korte en krachtige instructie veel oefening vraagt. Vaak wordt gedacht dat een korte instructie geven niet moeilijk is. Een korte instructie is niet altijd duidelijk voor de leerlingen, daar leerkrachten essentiële elementen vergeten mee te geven.

De Koninklijke Nederlands Academie van Wetenschappen (KNAW) deed een onderzoek (2009) naar eigen inbreng tegenover sterker gestructureerde directe instructie. Uit dit onderzoek bleek dat voor leerlingen met leerproblemen de directe instructie een betere aanpak is dan eigen inbreng.

Wij sluiten ons aan bij deze conclusie. Wij denken dat het voor leerlingen met leerproblemen zeer moeilijk is om zelf belangrijke zaken in te brengen. Wanneer je gebruik maakt van het actief direct instructiemodel geef je de leerlingen de nodige instructie en begeleiding. Op die manier staan ze er niet helemaal alleen voor, maar krijgen ze toch een belangrijke zelfstandigheid.

Verschillende boeken geven aan dat het geven van feedback een zeer belangrijk aspect is van het leerproces. Dit moet dan ook gebeuren van de eerste fase tot de laatste. Dit wordt ook gezegd in het actief direct instructiemodel. Dit hebben we niet enkel gelezen in de boeken, maar hebben we ook al zelf ondervonden tijdens voorbije stages.

Richtlijnen en suggesties voor de praktijk

Dankzij onze voorbije stages hebben wij zaken leren kennen die belangrijk kunnen zijn met betrekking tot het actief direct instructiemodel. Als u het actief direct instructiemodel wil toepassen in uw klas, dan is het aangeraden om met volgende zaken rekening te houden.

Zo is het aan te raden om met veel en vooral concreet materiaal te werken. Om de zelfstandigheid van de leerlingen te bevorderen zou u bijvoorbeeld kunnen werken met rode en groene kaarten. De rode kaart staat voor ‘ik kan niet verder’. De groene kaart staat voor ‘ik heb geen hulp nodig’. Indien u voorstander bent van een iets creatievere werkwijze, kunt u opteren voor een kubus met rode, groene en oranje kant. De oranje staat betekent hier dan ‘ik kan verder werken, maar ik heb toch een vraag’. Deze oranje kant zou voor verwarring kunnen zorgen bij jongere kinderen.

Als u werkt met het actief direct instructiemodel is een instructietafel een noodzakelijk organisatorisch instrument voor het goede verloop van uw les. Instructieafhankelijke leerlingen hebben hier baat bij. Als leerkracht is het zeker ook een meerwaarde voor de organisatie in uw les, daar uw klasgroep onmiddellijk ingedeeld is in de verschillende instructiegroepen.

Indien u opteert voor het gebruik van een instructietafel is het aan te raden om concreet didactisch materiaal te gebruiken. Zorg ervoor dat het materiaal aansluit bij de leefwereld van de leerlingen. Zo creëert u een krachtige leeromgeving.

Voorbeelden van concreet materiaal zijn: dopjes, schijfjes, blokjes, schelpjes, nootjes …

De leerstijl die bij het actief direct instructiemodel hoort, verschilt van het klassieke model. Het verschil bevindt zich op het geven van instructie. Bij het klassieke model is vooral de leerkracht de leidersfiguur die veel leerstof voorknabbelt. Bij het actief direct instructiemodel gebruikt de leerkracht een korte instructie zodat de leerlingen zelfstandig de leerstof kunnen verwerken.

Een belangrijke opmerking die wij kunnen maken, is dat leerkracht te snel oordelen dat het actief direct instructiemodel tijdrovend is. Wij hebben ondervonden dat er veel tijd kruipt in de voorbereiding bij lessen volgens het actief direct instructiemodel, maar je moet vooral kijken op lange termijn. De leerwinst die de leerlingen kunnen maken, zorgen net voor een tijdswinst.

Het actief direct instructiemodel is een krachtig model om te differentiëren. Kortom alles draait rond differentiëren bij dit model.

GERELATEERDE DOCUMENTEN