• No results found

Alabama: ‘Heart of Dixie’

Als onderdeel van het Diepe Zuiden was ook Alabama een zeer conservatieve staat aan het einde van de negentiende eeuw. Ze stond bekend om haar Black Belt: een regio met veel katoenplantages en een slavernijverleden. De industriële ontwikkelingen hadden tot gevolg dat door de hele staat textielfabrieken opkwamen, wat ertoe leidde dat de Progressieve Partij ook een rol heeft gespeeld in Alabama. De Democraten probeerden zich echter met alle macht te verzetten tegen liberale invloeden en wilden ‘the Old South’ doen laten herleven. Het is niet voor niets dat de staat, naast Georgia, door Wheeler omschreven wordt als de moeilijkste

staat voor de strijd van het vrouwenstemrecht.127Om die reden, en omdat sociale hervorming

nodig was door de industriële ontwikkelingen, wordt in dit hoofdstuk geanalyseerd hoe de tweeledige strijd zich ontwikkelde in Alabama.

Dit hoofdstuk dient als een casestudy. Het hoofdstuk is wederom grotendeels

chronologisch ingericht en behandelt de belangrijkste vrouwenbewegingen, hun agenda’s en meest invloedrijke leden. Zodoende wordt het duidelijk hoe de tweeledige strijd vorm kreeg in de staat Alabama. Het hoofdstuk eindigt met een korte conclusie. De primaire bronnen zijn onder andere deel zes van History of Woman Suffrage, verschillende krantenartikelen en het werk van Croly. De secundaire bronnen bestaan onder meer uit het werk van Mary Thomas over de vrouwen in Alabama, Wheelers boek over de zuidelijke suffragists en Greens onderzoek naar de vrouwenrechtenbeweging in de zuidelijke staten.

Women Christian Temperance Union

‘When woman began to organize in the 1890s (...), men in positions of influence often dismissed them as if they were infantile and aspiring roles beyond their social sphere and

intellectual capacity. Such treatment proved to be a serious mistake.’128Uit dit citaat blijkt dat

veel vrouwen in Alabama, evenals de vrouwen in Louisiana, zich moesten losmaken van het vrouwelijke ideaal om zich in de publieke sfeer te kunnen begeven. Wayne Flynt, historicus aan de Universiteit van Auburn, geeft aan dat de vrouwen in Alabama daarbij veel tegenstand

ondervonden van de mannelijke leiders.129Toch hebben deze vrouwen doorgezet, en enkelen

van hen zouden later zelfs tot de groep van leidende, zuidelijke suffragists behoren. In 1882 begon in Alabama het hoofdstuk van sociale hervorming toen een aantal vrouwen in Gadsden zich verenigde als onderdeel van de WCTU met het doel om de saloons

127

Wheeler, New Woman of the New South, 164.

128

Wayne Flynt, Alabama in the Twentieth Century, (Tuscaloosa: University of Alabama Press, 2004), 254.

129

in hun buurt dwars te liggen.130De effecten van alcohol, wat rijkelijk vloeide in de saloons, was zichtbaar in de levens van de vrouwen en daarom ontstonden er al snel meerdere groepen vrouwen die zich hiertegen wilden verzetten. Dit gebeurde vooral in een snel tempo op het

platteland, omdat, zo beargumenteert Thomas, de nood daar het hoogst was.131Na enkele

jaren zouden ook grote steden als Montgomery zich mengen in de strijd en in 1884 kwamen deze groepen samen in de Alabama Women Christian Temperance Union. Zij verzamelden zich in Tuscaloosa en besloten zich eveneens aan te sluiten bij de nationale WCTU. Hun doel was het creëren van een ‘union of the moral and Christian women of all communities and churches, for the purpose of educating the young, forming a better public sentiment,

reforming the drinking classes and removing the dramshops from our state by law.’132In de

daaropvolgende jaren zou de Alabama WCTU uitgroeien tot een grote vereniging met een eigen krant, genaamd The Alabama White Ribbon, en werd ze geleid door Martha Spencer uit

Birmingham.133

Een vooraanstaand lid van de Alabama WCTU was Julia S. Tutwiler (1841-1916), geboren in Tuscaloosa, Alabama. Door Thomas wordt ze ook wel omschreven als ‘the most

prominent women’s leader of the state’.134Julia groeide op in de traditionele omgeving van de

Black Belt, maar ontving een progressieve opvoeding van haar vader, Henry Tutwiler. Hij was progressief in de zin dat hij een voorstander was van onderwijs voor zowel mannen als vrouwen. Vanuit deze overtuiging stimuleerde hij zijn dochter om te gaan studeren. Volgens Anne Gary Pannell, voormalig historicus aan de Universiteit van Alabama, had Henry

Tutwiler een grote invloed op Julia.135Julia zou in zijn voetsporen treden en zou zelfs reizen

maken naar Frankrijk en Duitsland om daar te studeren. Toen ze eenmaal terug was in Amerika begon ze les te geven en werd ze onder andere president van het Alabama Normal College.

Naast haar gevecht voor beter onderwijs stond Tutwiler ook bekend om haar hervormingen binnen de gevangenissen. Het eerder beschreven ‘convict-lease system’ was namelijk ook van toepassing in Alabama en Julia probeerde dit systeem af te schaffen. In een artikel uit de Kennewick Courier staat beschreven hoe dit systeem de veroordeelden tot slaaf maakte in plaats van ‘a better citizen’ en niemand zich om deze veroordeelden bekommerde: 130 Green, 20. 131 Thomas, 14. 132

Thomas geeft aan dat er ook een afdeling van Afro-Amerikaanse suffragists ontstond binnen WCTU. De WCTU in Alabama bleef echter wel racistisch. Thomas, 14.

133

Flynt, 255.

134

Thomas, 23.

135

Anne Gary Pannell en Dorothea E. Wyatt, Julia Tutwiler and Social Progress in Alabama, (Tuscaloosa: Alabama University Press, 2004), 3.

‘In half a dozen or more explosions in coal mines within a few years a hundred or more

convicts had been killed. But nobody seemed to worry over their fate.’136Er ontstond echter

een tegenbeweging vanuit de progressieve hoek en Julia Tutwiler sloot zich hierbij aan. Zij pleitte onder andere voor ‘night schools for convicts, humane hygienic conditions and other

reforms tending to make the life of the man in stripes endurable.’137De activiteiten van

Tutwiler zorgden ervoor dat ze de bijnaam ‘Angel of the Stockade’ kreeg. Hoewel ze er niet in is geslaagd om het systeem af te schaffen, waren veel verbeteringen in de omstandigheden van de veroordeelden (vaak Afro-Amerikanen) aan haar te danken. Dit alles deed zij vanuit haar functie als hoofd van de WCTU afdeling van gevangenissen.

Uit het leven van Tutwiler blijkt dat de agenda van de WCTU in Alabama zich leek te houden aan de ‘Do Everything’ boodschap van Frances Willard. Naast de bekende kwesties, zoals educatie over de effecten van alcohol, tabak en opium, begon de WCTU in Alabama zich namelijk vanaf 1915 op andere zaken te richten: ‘It’s work included opposition to child labor, establishment of industrial training programs for both boys and girls, and creation of

juvenile courts.’138Daarnaast hebben de leden zich op verschillende manieren ingezet voor

werkende vrouwen, dakloze vrouwen en, zoals prostitituees toen genoemd werden, ‘fallen women’. Al vanaf het begin ontwikkelden de vrouwen ook petities om voor hun zaak te pleiten bij de staatsoverheid. Zo probeerden ze in 1884, middels een petitie en samenwerking met andere organisaties, ervoor te zorgen dat de overheid een wet zou doorvoeren waarin onderwijs over de effecten van alcohol verplicht was. Daarnaast verrasten ze een groot aantal mensen door in 1907 een parade te vormen in de straten van Birmingham om te pleiten voor de wet die vroeg om onthouding van alcohol. De vrouwen liepen over de straat met witte strikken als symbool van gelijkheid op hun kleding en zongen teksten als ‘Jefferson is Going

Dry’.139Dankzij zulke activiteiten en dankzij de inzet van de Anti-Saloon League, werd in

1915 de wet van onthouding van alcohol doorgevoerd in Alabama.

Over het vrouwenstemrecht wilden de leden in het begin echter niet nadenken. Tijdens een conventie in 1885 vroeg een redacteur van een grote krant of het vrouwenstemrecht niet de uitkomst was voor sociale hervormingen. Thomas schrijft: ‘The women were astounded by such a proposal because woman suffrage was viewed as highly radical. (...) When they grew calmer, they thanked the editor for “his kindly and progressive suggestions, but in their

136

The Kennewick Courier vol 7, nr. 17 (25 juli, 1913): 6.

137

The Kennewick Courier, idem.

138

Thomas, 16.

139

opinion, they are not ready to ask any political favors.”’140Deze visie veranderde echter in 1909 toen een wetsvoorstel voor onthouding van drank niet werd doorgevoerd. Vanaf dat moment waren steeds meer leden ervan overtuigd dat het vrouwenstemrecht de enige weg was. In 1914 zou de WCTU van Alabama zich officieel mengen in de strijd voor het

vrouwenstemrecht door zich aan te sluiten bij de suffragists.141

Het feit dat de WCTU in Alabama zich openlijk aansloot bij de suffragists, in tegenstelling tot de WCTU in Louisiana, is niet gemakkelijk te verklaren. Hoewel Alabama geen grote drankindustrie kende als in Louisiana, stond ze wel bekend om haar

katoenindustrie in de Black Belt waardoor het eveneens onwaarschijnlijk was dat de leden van de WCTU zich zouden aansluiten bij de suffragists. Wheeler beargumenteerde niet zonder reden dat Alabama werd weggezet als ‘a hopeless state’ in relatie tot het vrouwenstemrecht en in het vierde deel van History of Woman Suffrage wordt benoemd dat ‘legislation and public

sentiment in Alabama were of the most conservative kind’.142Daarnaast kan er in

ogenschouw genomen worden dat in beide staten veel leden van de WCTU besloten suffragist te worden. Het is de vraag wat er dan toe heeft geleid dat de WCTU in Alabama er wel voor koos om openlijk de strijd voor het vrouwenstemrecht te ondersteunen. Het antwoord ligt waarschijnlijk in de afkomst van diens leden. Waar de vrouwen in Louisiana veelal van plantagefamilies kwamen, bleek dit minder vaak het geval te zijn in Alabama. Een groot aantal vrouwen kwam namelijk uit de middenklasse die zich ontwikkelde tijdens de

industrialisatie.143Dit had tot gevolg dat de beschreven scheiding tussen de private en

publieke sfeer kleiner was voor hen dan voor vrouwen uit plantagefamilies, zoals al is

geïllustreerd aan de hand van Julia Tutwilers leven. Om die reden is het mogelijk verklaarbaar dat de WCTU in Alabama zich wel heeft aangesloten bij de suffragists.

Uiteindelijk heeft de vereniging voor de vrouwen in Alabama dus meer betekend dan alleen de strijd voor de onthouding van drank. Zoals Belle Kearney in haar bekende citaat omschrijft, was de WCTU ‘the golden key that unlocked tile prison doors of pent-up possibilities. It, above all other forces, made it possible for women to occupy the advanced

and continually advancing position they hold now.’144De leden creëerden een eigen podium

en proclameerden een eigen boodschap waardoor er een wereld van mogelijkheden voor hen openging. Voor de leden van de WCTU in Alabama betekende dit dat ze zich aansloten bij de 140 Thomas, 18. 141 Green, 22. 142

Wheeler, 164 en Anthony, The History of Woman Suffrage, 467.

143

Thomas, 41.

144

vrouwenrechtenbeweging en zich in het politieke veld wilden begeven. En het betekende vooral dat de strijd voor sociale hervorming en het vrouwenstemrecht vanaf 1914 samenviel binnen de WCTU in Alabama, wat betekende dat diens leden zich voor beide componenten hebben ingezet.

Alabama Federation of Women’s Clubs

In de tussenliggende tijd hadden zich de eerste Women’s Clubs in Alabama gevormd met als doel om elkaar te onderwijzen op literair gebied met historische en of kunst gerelateerde onderwerpen. De eerste club ontstond in 1888 en in de daaropvolgende jaren ontwikkelden zich meer van deze, soortgelijke, ‘literary clubs’, verspreid over de staat. In 1895 was het aantal clubs groot genoeg om zich te verenigen en daarom vormden zij in december dat jaar

de Alabama Federation of Women’s Clubs (AFWC).145Het doel van de Federation was ‘to

bring together for mutual help, for intellectual improvement, and for social union, the

women’s literary clubs of the State.’146Er werd een bestuur aangesteld met Mary Robbins als

president en elke club kreeg een afgevaardigde. Ieder jaar vonden verkiezingen plaats en werd er een vergadering gehouden. In 1907 sloot de AFWC zich tevens aan bij de General

Federation of Women’s Clubs.147Hoewel de AFWC begon met 130 leden, zou ze in 1915

ongeveer vierduizend leden tellen en in 1921 had de Woman’s Club in Birmingham alleen al

veertienhonderd leden.148

In de beginjaren zou hun agenda zich beperken tot het ontplooien van hun kennis op literair gebied. De vrouwen van de verschillende clubs waren er nog niet op voorbereid om publiekelijk te spreken, wat blijkt uit de woorden van Clara Wyker, president van de AFWC: ‘Do you remember, how afraid we all were of the sound of our own voices and how hard and often we had to swallow to keep that sound going and how relieved we were at the conclusion

of a debate?’149Toch veranderde hun agenda na de eeuwwisseling en begon de vereniging

zich te richten op sociale hervormingen. Voorbeelden zijn onder andere het tegengaan van analfabetisme, het verplicht stellen van schoolbezoeken voor kinderen en het aanstellen van vrouwen in schoolbesturen. Daarnaast hadden de meest invloedrijke vrouwen ieder hun eigen gebied waarmee ze bekend werden. Zo was Tutwiler, lid van zowel de WCTU als de

Federation of Woman’s Club, aan het vechten voor beter onderwijs en stond Elizabeth 145 Croly, 235. 146 Ibidem. 147

De General Federation of Women’s Clubs bestaat nog steeds, evenals de AFWC. Zij zet zich nog steeds in voor sociale hervorming in haar regio. Zie: http://www.gfwcalabama.org/#!about/aboutPage

148

Grand Forks Herald, vol 16, nr. 302, evening edition (19 december, 1921): 12.

149

Johnston, ook wel ‘Johnsie’ genoemd, bekend om haar inzet voor de industriële school die ontwikkeld werd voor kinderen die leden onder het ‘convict-lease system’. Als president van de Alabama Child Labor Committee zou Nellie Kimball Murdoch zich inzetten voor de strijd tegen kinderarbeid.

Over het verleden van Murdoch is niet veel bekend. Wel weten we dat ze geboren is in Boston en op latere leeftijd naar Atlanta is verhuist. Haar studie rondde ze af in

Massachusettes aan de Bradford Academy. In 1891 trouwde ze met Lincoln Murdock en samen verhuisden ze naar Birmingham. Binnen eenn korte tijd werd Nellie lid van de WCTU, van waaruit ze zich inzette voor de Mercy Home, een weeshuis. In 1897 stichtte ze een literaire club in Birmingham waarmee ze later actief werd binnen de AFWC. Naast vele andere sociale kwesties die haar aan het hart gingen, zoals de hulp voor veroordeelden onder het ‘convict-lease system’, stond zij vooral bekend om haar inzet voor de kinderen die leden

onder de gevolgen van de industrialisatie.150

Als voorzitter van de Alabama Child Labor Committee ging Murdoch het gevecht aan met de staatsoverheid om kinderarbeid af te schaffen. Herschel Jones, onderdeel van de National Child Labor Committee (NCLC) geeft aan dat zij, samen met Mrs. A.B. Meyers uit Montgomery en vele andere vrouwen in het Zuiden, niet overtuigd was van het leiderschap van de mannelijke leiders in haar staat. Daarom besloot Murdoch te lobbyen voor wetten die kinderarbeid zouden afschaffen en de werkomstandigheden van vrouwen zouden verbeteren. Ze zei: ‘It is no wonder the men dislike our lobbying (...). They resent being seen through. They resent still more the industry with which we circularize among the women’s clubs these

discoveries about the divergence between their professions and their practices.’151De

gedrevenheid van Murdoch blijkt niet alleen uit dit artikel van Jones, maar komt ook naar voren in het interview met haar dochter Eline. Zij noemt haar moeder klein maar ook gedreven en vooral een groot spreker: ‘She could stand on a stage and (...) mother, without

raising her voice, could fill almost any auditorium that I have ever seen.’152

Onder de leiding van Murdoch zouden de Child Labor Committee en de Woman’s Federation van Alabama zich vanaf de eeuwwisseling veelal gezamenlijk inzetten voor het afschaffen van kinderarbeid. In een artikel uit de The New York Daily Tribune wordt uitgelegd dat deze inzet onmisbaar was omdat de katoenindustrie zich steeds meer uitbreidde. Dit ging

150

Thomas, 106.

151

Herschel Jones, “A Man Discovers the New Women of the South.” The New York Tribune, vol. 75, nr. 25,137 (12 september, 1913): 31.

152

Oral History Research Office, interview met Elinor Murdoch op 16 februari, 1977. Universiteit van Alabama in Birmingham.

ten koste van de kinderen die al op jonge leeftijd moesten werken, en vaak twaalf uur per dag werden ingezet. De vrouwen van de AFWC merkten op: ‘We have no political game to play and no financial interests at stake, but simply as women we cannot stand by and see helpless

little children destroyed by the inexorable law of supply and demand.’153Uiteindelijk zouden

er verschillende wetten worden doorgevoerd in 1915 en 1919 dankzij de inzet van Murdoch, de AFWC en de NCLC. Deze wetten zorgden onder andere voor het verhogen van de minimale leeftijd naar veertien jaar. Daarnaast werd vastgesteld dat de inspectie van de fabrieken nu in handen lag van de Child Welfare Department.

Er was echter wel een lange strijd aan voorafgegaan in het conservatieve Alabama. Na een Child Labor Conference in Birmingham in 1911, die niet de gehoopte uitwerking had, begon Murdoch overtuigd te worden van het belang van het vrouwenstemrecht. Met haar waren er vele andere sociale hervormers, zoals Julia Tutwiler, die het belang van de

suffragists onderkenden. Dit was bijvoorbeeld zichtbaar op het gebied van onderwijs, waar de leden van de Woman’s Clubs in Alabama streden voor een plek in het schoolbestuur. In The

Courier wordt vermeld dat de vrouwen genoeg ervaring hadden opgedaan om zich hiervoor in

te zetten: ‘It is never likely to be less progressive than it now is, and municipal and state governments are likely to feel the power of organized womanhood more and more as woman

herself realizes this power and grows skilled in its use.’154

Toch blijkt dat de Alabama Federation of Women’s Clubs zich niet openlijk wilde associëren met de strijd van de suffragists voor het volledige vrouwenstemrecht. Thomas leg uit: ‘The women’s club movement had worked to improve society in the name of home and family. This position avoided public criticism and thereby gained more supporters than

suffrage did.’155Evenals de Woman’s Club in Louisiana, waren de Women’s Clubs in

Alabama dus angstig over de gevolgen van het steunen van de suffragists voor hun sociale agenda. Wederom waren externe factoren van belang voor de keuze van de vrouwen om zich wel of niet aan te sluiten bij de strijd voor het vrouwenstemrecht. De leden die wel suffragist wilden worden, ontwikkelden daarom hun eigen vereniging.

Alabama Equal Suffrage Association

De eerste twee vrouwenrechtenbewegingen in Alabama ontstonden in 1892 en waren opgericht door Frances Griffin en Ellen Stephens Hildreth. Griffin was destijds al lid van de

153

The New York Tribune, vol. 61, nr. 19,926 (6 juni, 1901): 5.

154

The Courier vol. 16, nr. 55 (9 november, 1901): 3.

155

WCTU en ontwikkelde daarnaast een interesse voor het vrouwenstemrecht door haar

connecties met enkele noordelijke suffragists. In 1893 kwamen beide verenigingen samen en vormden zij de Alabama Women Suffrage Association, onderdeel van de NAWSA. Doordat haar leden met veel tegenstand kregen te maken, gingen de activiteiten niet verder dan het informeren van vrouwen over de voordelen van het stemrecht. In 1900 veranderde dit door de komst van Julia Tutwiler als ‘state organizer’ en door het aanstellen van Griffin als president.