• No results found

6. Nieuwsselectie en informatievergaring

6.3 Afhankelijkheid van internet

De journalisten zeggen niet langer gelimiteerd te zijn in hun publicaties, omdat zij in tegenstelling tot in Nicaragua wel persvrijheid ervaren in Costa Rica. Ze ervaren door hun nieuwe werkomgeving echter wel limiteringen in de informatievergaring en hebben nieuwe manieren moeten aannemen om aan informatie te komen. Twee kenmerken van media in diaspora zijn dat zij zijn ontstaan vanwege minder ideale omstandigheden in het thuisland en nu in stand worden gehouden door journalisten die in andere condities dan in het thuisland werkten (Skjerdal, 2011, 728). De redacties in ballingschap tevens in minder ideale omstandigheden functioneert en dat de journalisten inderdaad in andere condities moeten werken. Zij moeten naar “informatie zoeken, omdat de overheid niets vertelt”. Daarbij kunnen zij niet meer de straat op om zelf informatie te verzamelen of in contact komen met de politiek, maar zijn ze afhankelijk van wat anderen hen vertellen. De hele dag zitten zij in een raamloos kantoor achter hun computer te zoeken naar informatie of te chatten met contacten. Zij kunnen niet meer fysiek met iemand praten, waardoor ze verschillende digitale communicatiekanalen, zoals Whatsapp, moeten inzetten. De journalisten geven aan dit lastig te vinden, en veel noemen dit ook de grootste verandering in hun werk. Zij hebben wel manieren gevonden om aan informatie van over de grens te komen via digitale communicatiekanalen, waar ze veel vertrouwen in hebben. Zoals is vastgesteld in het theoretisch kader, zijn digitale media een kernaspect van media in diaspora. Naast een publicatievorm, gebruiken deze media in diaspora digitale middelen ook om hun journalistieke werkzaamheden voort te zetten.

41

De redactie ontvangt informatie, bronnen en audiovisueel materiaal via digitale kanalen van journalisten en contacten in Nicaragua. Zij werken samen met dezelfde mensen als voorheen: in het geval van 100% Noticias werken twee collega’s nog in het vaderland. Zij beschrijven deze banden als “nauw” en zij “vertrouwen” hen. Deze journalisten fungeren als bronnen, maar ook als tussenpersonen. Zij kunnen de journalisten in ballingschap in contact brengen met de actoren die een rol spelen in een gebeurtenis. Collega-journalisten zijn daarnaast onderdeel van het verificatieproces. De journalisten gebruiken whatsappgroepen om te onderzoeken of de informatie, afbeeldingen of video’s te verifiëren. Zij refereren naar dit proces als een filter. Alle informatie die de journalisten toegestuurd krijgen, controleren zij door te achterhalen van wie de informatie is en of deze nieuw is, door de actoren die rol spelen in de gebeurtenis te spreken, en door bevestiging te krijgen van minimaal twee bronnen. Hiermee hebben zij een nieuwe journalistieke praktijk aangeleerd. De journalisten in ballingschap maken gebruik van digitale media en zijn tegelijkertijd ook producers op deze media (Karim, 11). De media kunnen gezien worden als: “the intersection between internet media and diasporic news production […] signals a change in the relationships of these diaspora actors to events in the “country of origin,” as well as to audiences in the “country of settlement” (Karim, 11). In dit geval zijn de journalisten afhankelijk van de actoren in Nicaragua voor hun publicaties, maar ook van de journalisten in de diaspora.

Deze nieuwe journalistieke praktijken tonen aan dat de journalistieke rollen en de conceptuele grenzen over wat de journalistiek praktijk is, vervagen door het digitale ecosysteem (Mellado, 2019, 16). Een belangrijk element hierin is hoe communicatiekanalen via sociale media de rollen uitdagen (Mellado, 2019, 16). Het beroep journalist wordt in dit geval uitgedaagd, omdat de journalisten in ballingschap niet zelf de gangbare werkzaamheden kunnen doen. Tevens zijn zij sterk afhankelijk van journalisten in het land van herkomst. Met deze verandering zijn zij niet tevreden:

“Het is wel anders, want we vertellen wat een ander heeft gezien. [...] [A]ls we nu informatie ontvangen, is het vanuit het oogpunt van de journalist. [...] Hier vertel

ik alleen maar wat me verteld wordt en dat heeft me geraakt.”

De nieuwe manier van informatievergaring beschouwen de journalisten als een limitering en een beperking in toegankelijkheid. Zij moeten samenwerken om informatie te krijgen. Ondanks dat de journalisten een nieuwe journalistieke werkpraktijk hebben aangeleerd, sluit deze niet aan bij hoe zij zouden willen werken.

De redactie werkt samen met andere journalisten in diaspora en zijn onderling hecht. Dit geldt niet alleen voor de diaspora in Costa Rica, maar ook voor landen als Panama, de VS en Spanje. De media plaatsen artikelen en video’s van andere media in diaspora, zoals Despacho 505 en Artículo 66. Zij zien het als elkaar “helpen” en zij dienen hetzelfde “doel”, namelijk informeren. Dit toont aan dat journalisten in de diaspora inderdaad netwerken aangaan (Karim, 4). De diaspora is voor hen tevens

42

een onderwerp waar zij over publiceren. Wanneer zij live bijeenkomsten bijwonen, zijn dit evenementen voor de diaspora. De personen die zij fysiek interviewen maken er deel van uit. Elke dag komen andere Nicaraguanen op de redactie binnengewandeld om bij te kletsen over het land.

In de publicaties zijn sociale netwerkkanelen onmisbaar. Interviews worden opgenomen via Skype en ze gebruiken live telefoonverbindingen via Whatsapp om mensen te spreken. Zij gaan zelden de straat op en interviewen weinig mensen op locatie. Beide kanalen plaatsen regelmatig (live) video’s van andere mediaorganisaties op hun pagina’s en monteren hun eigen logo in de beelden. Ook gebruiken zij beelden van andere mediaorganisaties of van sociale mediakanalen. Een belangrijk onderdeel van de werkwijze van de journalisten, is het zoeken van beelden op sociale netwerken. De smartphone is een essentieel gebruiksvoorwerp, omdat zij deze gebruiken om te communiceren met de buitenwereld. Hij grapt dat hij zonder telefoon niets zou kunnen doen.

Digitale media zijn op drie manieren belangrijk voor de journalisten: zij gebruiken het voor de inhoud, als verificatiemiddel en als communicatiemiddel. In het vorige hoofdstuk kwam naar voren dat er schuring is tussen de idealen en de werkpraktijk. Met digitale kanalen weten de journalisten desalniettemin hun professionele werkpraktijk in te zetten op een voor hen nieuwe wijze.