• No results found

4.4 Beschrijvende statistiek

4.4.1 Afhankelijke variabelen

Het salaris van een CEO binnen Nederlandse ziekenhuizen kan worden verdeeld in drie onderdelen, namelijk: het vaste salaris, de bonus en de overige beloningen. Onder de overige beloningen vallen bijvoorbeeld de bijdrage aan het pensioenfonds en de onkostenvergoedingen. In het onderzoek wordt alleen gekeken naar de beloningen van CEO’s die voor 2013 in functie waren, hierdoor zijn 10 waarnemingen afgevallen.

In het totaal wordt er in dit onderzoek gekeken naar 522 waarnemingen (n=522). De genoemde bedragen zijn gecorrigeerd voor inflatie en op het prijspeil van 2014 gebracht. De gemiddelde totale beloning van de onderzoeksgroep is € 278.149, waarbij de laagste waarneming een totale beloning heeft van € 140.796 en de hoogste € 704.581. De hoogste beloning is gegeven aan een extern ingehuurde CEO en is een vast bedrag voor zijn diensten. In de dataset is sprake van 67 waarnemingen waarbij een CEO extern is ingehuurd. Wanneer er een vergelijking gemaakt wordt tussen extern ingehuurde CEO’s en CEO’s met een vast dienst verband, worden de volgende gemiddelden gevonden: CEO’s met een vast dienstverband verdienen gemiddeld € 272.032 (n=460), terwijl CEO’s die extern worden ingehuurd een gemiddelde beloning hebben van € 319.690 (n=67). De maximale beloning die een CEO met een vast dienstverband heeft ontvangen is € 602.741.

In de onderzoekspopulatie zijn 39 waarnemingen waarbij een bonus is uitgekeerd. Het betrof hier in alle gevallen CEO’s met een vaste aanstelling. De gemiddelde hoogte van de bonus is € 26.935, waarbij de hoogste bonus € 97.572 bedroeg en de laagste € 4.119. Het gemiddelde van de overige beloningen van alle CEO’s is € 38.585, waarbij de maximale waarde € 107.072 is en de laagste 0. De hoogste waarde bij extern ingehuurde CEO’s is € 102.297. De opbouw van de gemiddelde jaarlijkse beloning van de CEO’s van Nederlandse ziekenhuizen kan als volgt worden weergegeven in een grafiek. Hierbij is een vergelijking gemaakt tussen de verschillende jaren.

Figuur 2: opbouw gemiddelde beloningen CEO's verdeeld in jaren (prijspeil: 2014)

In de volgende tabel worden de statistische kenmerken van de verschillende componenten van de beloning van de CEO weergegeven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen extern ingehuurde CEO’s en CEO’s met een vaste aanstelling. In de onderste regels wordt weergegeven wat de gemiddelde bonus is van CEO’s die een bonus ontvangen. Per variabele worden tevens de minima en maxima gegeven alsmede de standaard deviatie.

Tabel 5: Verdeling compensatie CEO's

Vaste salaris Overige beloning Bonus Totale Compensatie Totaal (n=522) Gemiddelde 278.149 38.499 2.012 278.149 Std. Deviatie 61.896 18.785 8.613 61.896 Minimum 140.796 - - 140.796 Maximum 704.581 107.072 97.572 704.581 CEO's in dienst (n= 455) Gemiddelde 231.079 38.818 28.246 274.592 Std. Deviatie 47.156 17.819 18.657 54.442 Minimum 154.855 0 4.119 178.120 Maximum 704.580 704.580 118.849 97.572 Externe CEO's (n=67) Gemiddelde 291.275 36.774 925 319.690 Std. Deviatie 102.811 24.598 3.819 87.358 Minimum 140.796 - - 140.796 Maximum 681.571 102.298 18.903 514.458

CEO’s met bonus (n=39)

Gemiddelde 26.935 Std. Deviatie 18.118 Minimum 4.119 Maximum 97.572 -40000 10000 60000 110000 160000 210000 260000 310000 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Bonus: Overige: Vast salaris:

4.4.2 Controlevariabelen

De eerste controlevariabele die wordt meegenomen in de regressiemodellen is de controlevariabele 𝐿𝑜𝑔𝑁𝑢𝑚𝐵𝑒𝑑𝑠𝑖,𝑡, die als determinant geldt voor de grootte van het ziekenhuis. Er wordt gekeken naar de logaritme van het aantal bedden in een ziekenhuis. Het gemiddelde aantal bedden in de Nederlandse ziekenhuizen is 515,45 met een maximum aantal van 1320 (Erasmus MC) en een minimum waarneming van 140 (CuraMare in 2008). In het totaal zijn er gemiddeld ongeveer 39.000 bedden in alle ziekenhuizen in de dataset.

De tweede controlevariabele is de variabele 𝐷𝑉𝑒𝑒𝑙𝑆𝑝𝑒𝑐𝑖,𝑡waarmee de complexiteit van de functie van de CEO wordt uitgedrukt. Er wordt gewerkt met een dummyvariabele waarbij 1 staat voor veel specialismen en 0 voor weinig/gemiddeld. Het gemiddelde aantal specialismen van Nederlandse ziekenhuizen is 23,39 met als maximum 27, wat tevens het hoogst haalbare is en als minimum 16 (Pantein in 2014). Een ziekenhuis wordt gezien als een ziekenhuis met veel specialismen als het meer dan 25 specialismen heeft. Deze grens is gesteld door te kijken naar de bovenste 25% van de onderzochte ziekenhuizen. De bovenste 28% (vanaf 72%) van de ziekenhuizen heeft meer dan 25 specialismen, wat neer komt op een gemiddelde van 22,85 ziekenhuizen met meer dan 25 specialismen per jaar, dit komt omdat er ziekenhuizen zijn die bijvoorbeeld in een jaar 24 specialismen hebben en in het volgende jaar 25. Bij de academische medicentra zijn in alle observaties 26 of 27 specialismen aanwezig.

De derde controlevariabele is 𝐷𝐿𝑜𝑐𝑎𝑡𝑖𝑜𝑛𝑖,𝑡, deze controlevariabele representeert de marktfactoren van het ziekenhuis. Er wordt onderscheid gemaakt tussen stedelijke en overige provincies, waarbij het in beide gevallen om zes provincies gaat. Binnen de onderzoeksgroep zijn 61 ziekenhuizen gelegen in de stedelijke provincies en 15 in de overige, wat neer komt op een verdeling van respectievelijk één ziekenhuis per 217.357 en 242.796 inwoners, wanneer de ziekenhuizen in de dataset de enige ziekenhuizen in Nederland zouden zijn. Kijkend naar het aantal bedden kan gesteld worden dat er in de stedelijke provincies per 419 inwoners een ziekenhuisbed beschikbaar is en in de overige provincies per 415 inwoners, kijkend naar de ziekenhuizen opgenomen in dit onderzoek.

De vierde en vijfde controlevariabelen zijn dummyvariabelen voor extern ingehuurde CEO’s en CEO’s die gedurende het jaar uit dienst treden. In de vorige paragraaf is naar voren gekomen dat er verschillen bestaan tussen de gemiddelde beloning van CEO’s in vaste dienst en CEO’s die extern worden ingehuurd. Binnen de onderzoeksgroep waren 67 waarnemingen waarbij er een extern ingehuurde CEO was. Daarnaast is er in 16 gevallen een CEO waargenomen die gedurende het jaar uit dienst trad.

Om de invloed van de financiële prestaties van een ziekenhuis op de hoogte van de beloning van de CEO te bepalen, is een tweetal variabelen meegenomen die de financiële prestaties weergeven. Er wordt hierbij gekeken naar t-1 en t-2. Omdat er wordt gekeken naar t-1 en t-2 is voor deze variabelen data meegenomen vanaf 2006. De eerste variabele is de ROTA. De ROTA wordt berekend door de EBIT (Earnings before Interest and Taxes) te delen door het totaal aan activa per balansdatum. In dit onderzoek wordt hierdoor dus gekeken naar de EBIT en totale activa van de ziekenhuizen in de periode van 2006 tot en met 2013, waardoor er naar een jaar extra wordt gekeken en het aantal waarnemingen n=598 is. De gemiddelde waarde van de totale activa van Nederlandse ziekenhuizen is in de periode van 2006 tot en met 2013 € 244.751.058 met als minimum € 44.401.031 (Havenziekenhuis) en als maximum € 1.537.676.000 (Erasmus MC). De EBIT is in de onderzochte periode gemiddeld € 8.002.733 met als minimum het negatieve resultaat van € -9.224.532 (Orbis MC) en als maximum € 51.806.000 (AMC). De ROTA wordt berekend door de EBIT te delen door het totaal aan activa en heeft een gemiddelde van 0,0348 (n=598), een maximum van 0,12 en een negatief minimum van -0,037. In de totale dataset zijn 19 negatieve ROTA waargenomen. In de statistische modellen wordt gekeken naar het verschil in de ROTA op t-1 en de ROTA op t-2. Het gemiddelde van deze berekening is 0,00178 (n=522) met een minimum van -0,0999 en een maximum van 0,0938.

Een tweede variabele om de financiële prestaties van ziekenhuizen te meten, is de variabele 𝛥𝑙𝑎𝑏𝑜𝑟𝑝𝑟𝑜𝑑𝑖,𝑡. Ook voor deze variabelen wordt gekeken naar t-1 en t-2, waardoor er wordt gekeken naar de jaren 2006 – 2013. In deze periode is de gemiddelde omzet van Nederlandse ziekenhuizen € 225.870.725. De hoogste omzet was € 1.236.702.000 (Erasmus MC) en de laagste € 40.819.890 (HavenZiekenhuis). De gemiddelde personele lasten waren € 131.279.627 waarbij het maximum € 714.092.000 bedroeg (Erasmus MC) en het minimum € 24.389.460 (Amstelland). De variabele die de arbeidsproductiviteit meet, wordt berekend door de totale omzet te delen door de totale personele lasten. De gemiddelde waarde van de variabele laborprod is 1,759 waarbij het maximum 2,166 is en het minimum 1,339 (n=598). In de statistische modellen wordt gekeken naar het verschil in laborprod tussen t-1 en t-2, hierbij is een gemiddelde waarde van 0,00991 gevonden, een maximum van 0,399 en een minimum van -0,474.

De controlevariabelen worden in de volgende tabel schematisch weergeven. Hierbij worden de minima, maxima, gemiddelden en standaard deviaties gegeven.

Tabel 6: beschrijvende statistiek controlevariabelen

N Minimum Maximum Gemiddelde Std. Deviatie

Financiële prestaties: Activa 598 44.401.031 1.537.676.000 244.751.058 214.416.072 EBIT 598 -9.224.532 51.806.000 8.127.466 8.002.734 ROTA 598 -0,0366 0,1218 0,0348 0,0197 - ΔROTA 522 -0,0999 0,0938 0,0018 0,0247 Omzet 598 40.819.890 1.236.702.000 225.870.726 209.586.435 Perskosten 598 24.389.460 714.092.000 131.279.628 128.034.269 laborprod 598 1,339 2,166 1,756 0,140 - Δlaborprod 522 -0,474 0,399 0,010 0,098 Marktfactoren: - Dlocation 522 0 1 ,80 ,398 Complexiteit: - DAcademic 522 0 1 ,10 ,303 Aantal specialismen 522 16 27 23,39 2,241 - DveelSpec 522 0 1 0,31 0,335 Grootte: Aantal bedden 522 140 1320 516,74 256,265 - LogNumBeds 522 4,9416 7,185 6,127 0,484 CEO karakteristieken: - DCEO_Exit 522 0 1 ,13 ,335 - DCEO_Extern 522 0 1 ,03 ,173

4.4.3 Variabelen voor de macht van de CEO

Het doel van dit onderzoek is om te bepalen of de macht van de CEO’s van Nederlandse ziekenhuizen van invloed is op de hoogte van de beloningen. Om dit te bepalen zijn in de vorige hoofdstukken een aantal determinanten bepaald. In de vorige paragraaf is beschreven hoe de data verzameld wordt, die benodigd is voor deze variabelen. In de volgende alinea’s wordt deze data verder geanalyseerd.

De eerste variabele voor het bepalen van de macht van de CEO is de verhouding tussen het aantal leden van de Raad van Bestuur en het aantal leden van de Raad van Toezicht. Deze wordt in het regressiemodel weergegeven als 𝑅𝑎𝑡𝑖𝑜𝐵𝑜𝑎𝑟𝑑𝑖,𝑡. De data voor deze variabelen is uit de jaarverslagen gehaald. In de onderzochte periode hebben de ziekenhuizen gemiddeld 2,45 leden in de Raad van Bestuur en gemiddeld 6,57 leden in de Raad van Toezicht. De grootste Raad van Toezicht heeft 10 leden en de kleinste 3. De grootste Raad van Bestuur bestaat uit 6 leden en de kleinste uit 1. De gemiddelde verhouding tussen het aantal leden in de Raad van Bestuur en het aantal leden in de Raad van Toezicht (𝑅𝑎𝑡𝑖𝑜𝐵𝑜𝑎𝑟𝑑𝑖,𝑡) is 0,387.

De tweede variabele voor het bepalen van de macht van de CEO is de verhouding tussen het aantal titels van de CEO en het aantal titels van de Raad van Bestuur. Het gemiddelde aantal titels van de CEO’s is 1,51 met als maximum 3 (55 waarnemingen; “Prof. dr.”) en minimum van 0. Het gemiddelde totale aantal titels van de Raad van Toezicht is 9,02 waarbij het maximum 17 is

(Franciscus: 2014) en het minimum 1. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht gemiddeld 4,08 unieke titels met een maximum van 7 (Franciscus 2012; drs., dr., Prof., ing., ir., MBA, RA) en een minimum van 1. De gemiddelde verhouding tussen het aantal titels van de CEO en het totale aantal titels van de Raad van Toezicht is 0,20, waarbij het maximum 2 is en het minimum 0.

In het onderzoek wordt gekeken naar de demografische gelijkheid tussen de CEO en de leden van de Raad van Toezicht. De vergelijking wordt gemaakt op twee punten. Allereerst wordt er gekeken wat de verhouding is tussen het totaal aantal leden met hetzelfde geslacht als de CEO en het totaal aantal leden van de Raad van Toezicht, deze variabele is in de regressiemodellen gedefinieerd als 𝑅𝑎𝑡𝑖𝑜𝐺𝑒𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖,𝑡 . Het gemiddelde aantal vrouwen in de Raad van Toezicht is 1,66

met een maximum van 5 en een minimum van 0. Het gemiddelde aantal mannen in de Raad van Toezicht is 4,94 met een maximum van 9 en een minimum van 2. De gemiddelde verhouding vrouwen ten opzichte van mannen in de Raad van Toezicht is 0,3854 waarbij de maximale verhouding 1,67 (5/3) en de minimale 0 is. Wanneer gekeken wordt naar leden van de Raad van Toezicht met hetzelfde geslacht als de CEO ten opzichte van het totaal aantal leden van de Raad van Toezicht wordt een gemiddelde verhouding gevonden van 0,71 met een maximum 1 en een minimum van 0, hierbij wordt echter uitgegaan van zowel vrouwelijke als mannelijk CEO’s. Wanneer gekeken wordt naar alleen vrouwelijke CEO’s is de gemiddelde verhouding 0,24 (n=44) met een maximum van 0,5 en een minimum van 0. Bij een mannelijke CEO is de gemiddelde verhouding 0,75 (n=478) met een maximum van 1 en een minimum van 0,4.

Een andere variabele om te kijken naar de demografische gelijkheid is het aantal titels van de leden van de Raad van Toezicht dat overeenkomt met de titels van de CEO. Deze variabele geldt als proxy voor een min of meer overeenkomstige achtergrond. Hierbij wordt iedere overeenkomende titel als 1 geteld, vervolgens wordt het totaal aan overeenkomende titels gedeeld door het aantal leden van de Raad van Toezicht. Gemiddeld heeft de Raad van Toezicht 1,96 overeenkomstige titels met de CEO, hierbij geldt een maximum van 8 (St. Elisabeth 2014; CEO: “Prof. dr.” en 4 “Prof. dr.” in RvT) en een minimum van 0. Wanneer gekeken wordt naar de overeenkomstige titels gedeeld door het aantal leden van de RvT, wordt een gemiddelde waarde gevonden van 0,307 met een maximum van 1,33 en een minimum van 0.

De laatste variabele die gebruikt wordt om de macht van de CEO te bepalen, wordt bepaald door te kijken naar de lengte van zijn dienstverband en wordt weergegeven als 𝑇𝑒𝑛𝑢𝑟𝑒𝐶𝐸𝑂𝑖,𝑡. Binnen de waarnemingen wordt een gemiddeld dienstverband gevonden van 5,12 jaar met een maximum van 28 jaar en een minimum van 0. De standaard deviatie van deze variabele is 4,89.

In de volgende tabel volgt een overzicht van de waarden die gevonden zijn voor de variabelen voor het bepalen van de macht van de CEO. Per variabelen worden de minima, maxima, gemiddelden en standaard deviaties gegeven.

Tabel 7: Beschrijvende statistiek variabelen macht van de CEO

N Min. Max. Gem. Std. Dev.

RatioBoard NumRvB 522 1 6 2,455 0,997 NumRvT 522 3 10 6,567 1,313 - RatioBoard 522 0 1 0,387 0,179 RatioExpertise TitelsCEO 522 0 3 1,506 0,718 Aantal titels RvT 522 1 17 9,019 3,164 - RatioExpertise 522 0 2 0,200 0,172 Aantal unieke titels RvT 522 1 7 4,080 1,334 Demografische gelijheid CEO_Vrouw: 522 0 1 0,084 0,278 Aant_V_RvT 522 0 5 1,657 0,947 Aant_M_RvT 522 2 9 4,900 1,303 Man_VrouwBoard 522 0 1,7 0,385 0,284 - RatioGenderSim 522 0 1 0,706 0,199 TitelsSIM 522 0 8 1,964 1,612 - RatioTitelSim 522 0 1,3 0,307 0,264 Lengte dienstverband - TenureCEO 522 0,0 28,5 5,118 4,884 4.5 Correlatiematrix

De methode van onderzoek is een regressieanalyse. Er wordt gekeken naar data van verschillende jaren van dezelfde ziekenhuizen, hierdoor is ervoor gekozen de modellen te toetsen in het programma STATA, dat belangrijke voordelen kent ten opzichte van SPSS wanner het gaat om panel-data. Het uitvoeren van een regressieanalyse is gebaseerd op een aantal aannames. Een van deze aannames is dat er niet te veel multicollineariteit is tussen de verschillende voorspellende variabelen. Om te bepalen of er een indicatie is voor multicolllineariteit, is hieronder een correltatiematrix gegeven, waarvan de waarden zijn bepaald door te kijken naar de Pearson’s r

correlatiecoëfficiënt. De waarden kunnen verschillen van -1 tot 1. Een waarde van +1 geeft aan dat twee variabelen perfect positief gecorreleerd zijn en een waarde van -1 toont aan dat de variabelen perfect negatief gecorreleerd zijn, waarbij gesteld kan worden dat bij een waarde van 0,4 of hoger wordt uitgegaan van correlatie. Een waarde van 0,7 of meer geeft sterke correlatie weer (Field, 2000).

Tabel 8: Correlatiematrix variabelen1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1. TotComp 1 2. DLocation 0,070 1,000 3. DAcademic 0,294*** 0,055 1,000 4. DVeelSpec 0,396*** 0,039 0,503*** 1,000 5. LogNumBeds 0,504*** -0,030 0,503*** 0,622*** 1,000 6. ΔROTA -0,010 0,029 0,007 0,021*** 0,011 1,000 7. Δlaborprod -0,002 -0,017 -0,004 0,019 0,032 0,267*** 1,000 8. DCEO_Extern 0,255*** 0,046 0,004 -0,021 -0,014 -0,056 -0,004 1,000 9. DCEO_Exit 0,310*** -0,052 -0,060 0,002 0,059 -0,016 0,010 0,098** 1,000 10. RatioBoard 0,330*** 0,030 0,520*** 0,385*** 0,468*** 0,006 0,036 0,081* 0,003 1,000 11. RatioGenderSim -0,008 0,193*** -0,129*** -0,122*** -0,111*** -0,034 -0,024 -0,057 0,040 0,014 1,000 12. RatioExpertise -0,061 -0,049 0,050 -0,008 -0,021 0,019 0,033 -0,073* -0,019 0,014 0,036 1,000 13. RatioTitelSim 0,060 -0,004 0,221*** 0,108** 0,217*** -0,017 -0,004 -0,017 0,007 0,219*** -0,011 -0,042 1,000 14. TenureCEO 0,196*** -0,156*** 0,179*** 0,033 0,053 -0,056 -0,073* 0,010 -0,151*** 0,191*** 0,012 0,003 -0,119***

Zoals te zien is in bovenstaande tabel is de variabele DAcademic middelmatig tot sterk gecorreleerd met drie andere variabelen (DVeelSpec/LogNumBeds/RatioBoard). Tevens is te zien dat het de variabele LogNumBeds gecorreleerd is met de variabelen DveelSpec en Ratioboard. De variabele Ratioboard wordt alleen in het model om hypothese 1a te toetsen meegenomen. Bovenstaande waarden geven een indicatie weer van mulitcollineariteit. Hoe hier verder mee omgegaan wordt, wordt in het volgende hoofdstuk duidelijk. Uit bovenstaande correlatiematrix blijkt tevens dat een groot aantal variabelen een significant effect hebben op de hoogte van de totale compensatie van de CEO’s, dit is een belangrijk gegeven, omdat er bij het toetsen van lineaire regressie uitgegaan wordt van een lineair verband.