• No results found

In deze paragraaf zal het onderzoek worden afgebakend. Reeds heeft door middel van de probleemstelling en de deelvragen voor een deel een afbakening plaatsgevonden. Hettweede deel van de afbakening wordt gecompleteerd door periode van onderzoek, type ondernemingen en tot slot de meetmethode van winststuring.

Periode van onderzoek

In dit onderzoek is gekozen om alleen verliesgevende ondernemingen te onderzoeken. Begin 2007 is er een stijging te zien van verliesgevende beursgenoteerde ondernemingen. Dit is te wijten aan het begin van de financiële crisis. Er is gekozen om de jaren 2007-2011 in het onderzoek mee te nemen.

Type onderneming

Zoals in de inleiding staat weergegeven zijn in het verleden verschillende onderzoeken verricht naar winststuring bij beursgenoteerde ondernemingen. Dit rapport beslaat onderzoek naar verliesgevende beursgenoteerde ondernemingen in Nederland ten opzichte van Zuidwest-Europa.

Meetmethode winststuring

Het gegeven dat winststuring niet direct waarneembaar is in de jaarrekening, is een reden dat in de afgelopen jaren verschillen methodes zijn ontwikkeld om de mate van winststuring te bepalen. In paragraaf 2.3 zijn meerdere modellen weergegeven.

De modellen van zowel Healy (1985) als DeAngelo (1986) stellen in hun model dat de economische omstandigheden niet veranderen en dat in de voorgaande perioden niet aan winststuring werd gedaan. De vraag is dan ook: welk meetmodel spoort winststuring het

31 beste op?. De meetmodellen worden in het onderzoek van Dechow e.a. (1995) onderzocht en aan vier testen onderworpen. De conclusie die hier uit komt is dat het aangepaste Jones meetmodel de meeste testkracht voor winststuring heeft. Gezien het resultaat, dat consistent is met de onderzoeken van Dechow et al. (1995), Guay et al (1996), Van Praag (2001) en Vander Bauwhede (2003), is de keuze in dit onderzoek gemaakt om het aangepaste Jones meetmodel te gebruiken.

In het oorspronkelijke Jones model wordt aangenomen dat het management geen invloed heeft op de omzet (Dechow, 1995). In het aangepaste Jones model wordt daarentegen aangenomen dat alle mutaties in verkopen op rekening het resultaat zijn van winststuring.

De eerste stap in het aangepaste Jones model is het bepalen van de parameters 1, 2 en 3 in de volgende vergelijking:

Waarbij:

Δ = Omzet in jaar t minus omzet in jaar t–1

ΔRECt = Wijziging in vorderingen (debiteuren) van onderneming in het jaar t t.o.v. jaar t-1. = Materiële vaste activa aan het begin van het jaar t

Ait-1 = Totale activa van het voorgaande jaar

Vervolgens kunnen de discretionaire accruals voor onderneming i in jaar t als volgt berekend worden:

4.3 Analysemodel

In dit onderzoek wordt de regressieanalyse als analysemodel gebruikt. Hier wordt in deze paragraaf nader op ingegaan.

Meervoudige Regressieanalyse

De meervoudige regressieanalyse wordt gezien als een nog meer gedetailleerdere analyse ten opzichte van de chi-kwadraattoets en de t-toets. Wanneer de discretionaire accruals zijn vastgesteld voor de Nederlandse en Zuidwest-Europese verliesgevende beursgenoteerde ondernemingen, wordt het verband tussen de discretionaire accruals en de hoogte van ondernemingsleeftijd bij deze ondernemingen bepaald. In dit onderzoek is gekozen om een meervoudige regressieanalyse uit te voeren in plaats van een enkelvoudige regressieanalyse. Het is namelijk niet waarschijnlijk dat de hoogte van de kortlopende discretionaire accruals enkel afhankelijk is van de ondernemingsleeftijd. Uit eerder onderzoek op het gebied van

32 winststuring blijken de discretionaire accruals te worden beïnvloed door meerdere variabelen. De grootte van de onderneming is in dit onderzoek opgenomen in de regressieanalyse als controlevariabele.

De grootte van de onderneming is meegenomen, omdat deze bepalend kan zijn voor het toepassen van winststuring. Grotere ondernemingen hebben over het algemeen stabielere accruals (Myers et al, 2003). Daarnaast, zoals besproken in hoofdstuk twee, stelt de politieke kosten hypothese van Watts en Zimmerman (1986) dat managers van grotere ondernemingen eerder de neiging hebben om resultaatverlagende accounting-methoden te kiezen. Er is hier dan sprake van winstminimalisatie. De grootte van de onderneming wordt middels de onderstaande formule berekend.

Grootte onderneming = Logaritme van de totale activa (TA).

Onderstaand is op basis van de hierboven genoemde controlevariabelen een meervoudig regressiemodel opgesteld:

ACC = 0 + 1(ondernemingsleeftijd)+ + 3( )

De beursgenoteerde ondernemingen die zijn meegenomen in dit onderzoek zijn allen

niet-financiële ondernemingen met een beursnotering in Nederland in de jaren 2002 tot en met 2007. In totaal zijn dit 135 verschillende ondernemingen, maar hiertussen bevinden zich ook enkele ondernemingen die niet in alle jaren tussen 2002 tot en met 2007 een beursnotering hadden. Deze zijn dus slechts voor die jaren zijn meegenomen waarin er wel een beursnotering was. Deze beursnotering kan zijn aan de Amsterdam Exchange Index (AEX), de Amsterdam Midkap Index (Midkap) of de Amsterdam Small Cap Index (ASCX).

4.4 Data

De gebruikte data van de Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen zijn verkregen uit de database AMADEUS van Bureau van Dijk Electronic Publishing. Ook voor de beursgenoteerde ondernemingen van Spanje en Portugal is gebruik gemaakt van AMADEUS. Deze database bevat financiële data van ondernemingen over diverse jaren genoteerd aan verschillende effectenmarkten wereldwijd. Amadeus is een omvangrijke Europese databank met financiële informatie over 14 miljoen beursgenoteerde en privévennootschappen in 41 Europese landen. Ten slotte is er voor de benodigde data die niet beschikbaar was in AMADEUS gebruik gemaakt van de jaarverslagen van de diverse ondernemingen.

Na deze afbakening is van alle ondernemingen de volgende data per ondernemingsjaar verzameld om de totale accruals per ondernemingsjaar te kunnen schatten:

 Vlottende activa (CA);  Vlottende passiva (CL);

33  Kas en korte termijn investeringen (Cash);

 Korte termijnschulden en vlottende deel van de lange termijnschulden (STD);  Afschrijvingen (Depr).

Zoals eerder besproken is hierbij de vergelijking van Dechow et al (1995) gebruikt:

Daarnaast is de volgende data per ondernemingsjaar verzameld die gebruikt dient te worden in het model van Dechow et al (1995):

 Totale activa;  Netto omzet;  Vorderingen;

 Materiële vaste activa.

Deze gegevens zijn verkregen uit de database AMADEUS. Wanneer de informatie niet in AMADEUS terug te vinden was, is het betreffende jaarverslag van de onderneming geraadpleegd om de benodigde informatie alsnog in de dataset te kunnen opnemen. Ook is de volgende data per ondernemingsjaar verzameld om als controlevariabelen te fungeren:

 Leverage-ratio;  Grootte;  ROA;

 Operationele kasstroom (Cashflow).

De financiële informatie van deze controlevariabelen zijn net als de afhankelijke variabelen afkomstig uit de database AMADEUS waarbij wederom de informatie die niet aanwezig was, uit de jaarrekening van de desbetreffende onderneming is verkregen.

Populatiebeschrijving

De populatie van het onderzoek bestaat uit alle beursgenoteerde ondernemingen in Nederland, Spanje en Portugal. De operationele populatie zijn alle beursgenoteerde ondernemingen die verlies hebben geleden en die niet in de financiële sector vallen, en betreffen de beursgenoteerde ondernemingen die daadwerkelijk worden onderzocht. In totaal bestaat deze populatie uit 133 ondernemingen in Nederland en 63 in Spanje en Portugal verdeeld over jaren 2007-2011. De totaal onderzochte populatie bestaat dus uit 196 verliesgevende beursgenoteerde ondernemingen verdeeld over West-Europa en Zuidwest-Europa.

34 5. Analyse

In dit hoofdstuk worden de resultaten die voortvloeien uit de statistische toetsen beoordeeld en geïnterpreteerd aan de hand van de reeds opgestelde hypothesen. Hierbij wordt onder ander gebruik gemaakt van het in hoofdstuk 2 en 4 beschreven Modified Jones model.