• No results found

KANSRIJK HERGEBRUIK SLIB

3.6 adviezen en Standpunten

Zoals in hoofdstuk 2 uiteengezet, heeft het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Com-missie er omwille van het EoW-criterium ‘markt’ (2e criterium) voor gekozen het advies te geven o.a. communaal zuiveringsslib uit te sluiten als ingangsmateriaal voor EoW compost en dito digestaat. Het JRC heeft in het totstandkomingsproces van de EoW-criteria vastgesteld dat een aantal lidstaten en brancheorganisaties bij toelating van met name communaal zui-veringsslib vreesden voor het imago en vertrouwen dat met name huidige compostproduc-ten in de markt geniecompostproduc-ten

Dit zou kunnen leiden tot ongewenste marktverstoringen, wat voor het JRC voldoende reden was voor de onderwerpelijke uitsluiting van zuiveringsslib voor zowel EoW compost als ook voor EoW digestaat, hoewel het marktverstoringsargument hoegenaamd geen opgeld doet voor digestaat.

De European Federation of National Associations of Water Services (EUREAU), waarin water-schappen en drinkwaterbedrijven zijn vertegenwoordigd, heeft in 2012 een position paper opgesteld ‘on how the revision of the Fertilizer Regulation should promote sustainable use of sludge in agriculture’. Zowel de Europese meststoffenwet als de Europese Slibrichtlijn zijn momenteel onder revisie.

EUREAU – overigens vertegenwoordigd in het JRC/EoW bio-afval proces – ging er in 2012 nog vanuit dat het EoW Bio-afval traject ertoe zou leiden dat slibcompost hierdoor de erkenning zou krijgen van een waardevolle meststof. Zij heeft echter het standpunt ingenomen dat EoW criteria zich niet op de input maar op de output (productkwaliteit) moeten richten. Hier zou een kwaliteitopdrijvende stimulans van uitgaan naar slibproducten voor agrarisch gebruik die (nog) niet aan de producteisen voldoen. Het zou ook de acceptatie en het imago van slib-producten die wel de beoogde kwaliteit hebben ten goede komen, aldus EUREAU.

Het European Environmental Bureau (EEB), een federatief samenwerkingsverband van ca. 140 Europese milieuorganisaties, dat eveneens in het JRC/EoW bio-afval traject was verte-genwoordigd, heeft zich geen voorstander getoond van het storten of verbranden van zuive-ringsslib. Zij heeft in het traject de nadruk gelegd op wetenschappelijk onderbouwde limie-ten voor zware metalen i.p.v. op politieke gronden vastgestelde normen. Zij is voorstander van de toelating van gekwalificeerd en gecertificeerd behandeld communaal slib – ook als input-materiaal voor compost – met de volgende redenaties:

1 ‘Het composteren van communaal zuiveringsslib leidt tot een multifunctioneel compost/ humus product, waardoor het zijn slibeigenschapppen verliest. Sludge compost is no longer sludge anymore.’

2 ‘Het opent de deur naar duurzame recycling van de nutriënt- en koolstofinhoud van commu-naal zuiveringsslib, meer dan de directe toepassing van slib doet en dan de weg van terugwin-ning van fosfaat uit de verbrandingsassen van slib.’

26

Het EEB heeft in het JRC/EoW-traject aangegeven markten te zien voor slibproducten buiten de landbouw, zoals parken en sportvelden (‘public receiving lands’). Het heeft aan-dacht gevraagd voor nanodeeltjes en medicijnresiduen in zuiveringsslib.

Het European Compost Network (ECN), waar ca. 70 Europese bedrijven, branche- en koepel-organisaties bij zijn aangesloten, is eveneens betrokken geweest in het JRC/EoW bio-afval pro-ces. Zij heeft vanaf het begin aangedrongen op bronscheiding van organisch afval, gevolgd door een vergistings- en/of composteringsstap en kwaliteitsgaranties van het eindproduct. ‘Clean sources can also include very high quality certified sludge originated from well known controlled

sources e.g. from industrial food production. Based on the confidence of the source the product standard is applicable here too.’

Compostproducten die de EoW-criteria net niet halen (b.v. op een enkele limiet voor zware metalen) of niet uit brongescheiden organisch materiaal bestaan, zouden volgens ECN wel het ‘EoW-label’ mogen voeren, zij het onder de jurisdictie van de afvalstoffenwetgeving tot-dat deze producten aan alle criteria voldoen. Voor deze groep van compostproducten (‘with or without sewage sludge’) zou een aparte kwaliteitsstandaard moeten komen met een bijpas-send controlemechanisme. Voor gebruik van dit ‘tweederangs’ compost op niet-landbouw-grond (parken, tuinen, speeltuinen, sportvelden, golfbanen etc.) zouden eveneens limieten voor zware metalen nodig zijn, aangezien een later gebruik van deze gronden voor voedsel-productie nooit uitgesloten kan worden. ECN verwijst hierbij o.a. naar een limiet voor koper van 500 mg/kg droge stof respectievelijk 800 mg/kg droge stof voor zink in deze groep (gesta-biliseerde) compostproducten.

Compostproducten die niet aan meerdere criteria of limieten voldoen, zouden wat ECN betreft überhaupt niet in aanmerking mogen komen voor landbouwkundige toepassing.

De Europese Sewage Sludge Directive (SSD, 1986) is momenteel onderhevig aan een Ex-post evaluatie (‘fitness check’) door het Institute for European Environmental Policy (IEEP). In een tussentijdse berichtgeving laat zij het volgende blijken:

• Een grote meerderheid van de lidstaten hanteert inmiddels strengere limieten voor zware metalen in zuiveringsslib en bodems dan de SSD voorschrijft. Deze nationale limieten lopen evenwel nogal uiteen. Aanpassing van de SSD op dit punt wordt aanbevolen. • Diverse lidstaten hanteren nationale kwaliteitsstandaarden (w.o. UK, DE, FR) voor

zuiver-ingsslib, al hebben negatieve percepties in de voedingsindustrie en onder het publiek elders geleid tot een niet-wetenschappelijk onderbouwd verbod op agrarisch gebruik van slib. • Het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw lijkt over het geheel genomen de meest

kosteneffectieve vorm van verwijdering, vergeleken met andere vormen van verwijdering, logistieke en beheerskosten daargelaten.

• Het verdient overweging om de SSD uit te breiden naar ander dan landbouwkundig ge-bruik, zoals voor groenvoorziening, recultivering, boomkwekerijen, bosbouw e.a. • Zuiveringsslib zit wellicht ingeklemd tussen verschillende, soms tegenstrijdige politieke

doelen (grondstoffenefficiency, hernieuwbare energie, emissiereductie, gezondheid en milieu).

• Overwogen moet worden om behandeld(e) zuiveringsslib en slibproducten een end-of-waste status te geven door ze uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen en de Richtlijn Industriële Emissies te halen. Dit zou bijdragen aan de perceptie van zuiveringsslib als een grondstof/ product in plaats van ‘afval’ en een prikkel kunnen vormen voor het verder verbeteren van de kwaliteit van gerecyclede slib. Het definiëren van diverse categorieën slibkwaliteit verdient overweging.

Naar het zich laat aanzien staat de Europese Commissie evenwel niet te springen om de SSD – in tegenstelling tot de Fertilizer Regulation – te wijzigen. De Commissie ziet voorshands geen gezondheidsrisico’s optreden door het handhaven van de huidige limieten. Er zal eerder spra-ken zijn van een versobering van de SSD.

Samenvattend lijken er binnen het ‘instituut Europa’ mogelijkheden en draagvlak aanwe-zig te zijn om te sleutelen aan de huidige beperkende status van communaal zuiveringsslib.

28

4

DE MARKT VOOR MESTSTOFFEN EN