• No results found

63 Adviestaak Gezag en Omgang na scheiding

In document Gegevensuitwisseling (pagina 63-66)

Op verzoek van de rechter doet de RvdK onderzoek en brengt de RvdK, ook ter zitting, advies uit aan de rechter over beslissingen rond gezag, verdeling van zorg- en

opvoedtaken,

de hoofdverblijfplaats van de kinderen, informatie- en consultatieplicht van de verzorgende

ouder naar de andere ouder, omgang met ouder zonder gezag en omgang met derden.

(art. 810 Rv)

Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen (ASAA)-taken

- De RvdK doet een screeningsonderzoek naar aspirant-adoptiefouders in verband met hun wens om een (buitenlands) kind op te nemen;

- De RvdK doet een justitiële screening naar aspirant pleegouders in verband met (een voornemen tot) de opneming van een pleegkind (art. 5.1 lid 1 sub d JW);

- De RvdK doet onderzoek indien een ouder afstand wil doen van een kind;

- De RvdK beslist op verzoeken om inzage in dossiers en afgifte van stukken bij afstammingsvragen;

- De RvdK doet onderzoek bij vermoedens van illegale opneming van een kind;

- De RvdK doet onderzoek ingeval van afstand van een kind na draagmoederschap;

- Op verzoek van de rechter doet de RvdK onderzoek naar en adviseert de rechter over een voorgenomen (Nederlandse) adoptie;

- De RvdK doet onderzoek naar uitvoering van verplichtingen uit internationale verdragen ten behoeve van kinderen/jongeren.

Straftaken

- De RvdK stelt een onderzoek in naar aanleiding van een melding van de politie over het plegen van een strafbaar feit of een melding van de leerplichtambtenaar van schoolverzuim. De RvdK doet onderzoek naar de situatie van het kind en geeft een advies aan de officier van justitie en de rechter over de pedagogisch meest

wenselijke straf op basis van de ontwikkeling en omstandigheden van dit kind;

- De RvdK coördineert de tenuitvoerlegging van de taakstraf van een kind;

- De RvdK voert de (casus)regie met betrekking tot de instanties die betrokken zijn bij de afhandeling van de strafzaak van een kind. In geval van detentie wordt onder voorzitterschap van de RvdK hiervoor het netwerk- en trajectberaad ingezet;

- De RvdK doet Persoonlijkheidsonderzoek (PO) in het kader van de advisering van een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM).

3.8.2 Toepasselijke regelgeving

Op nationaal niveau vloeien de wettelijke taken van de Raad voort uit boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Algemene Wet Bestuursrecht, de Jeugdwet en de Wet Opneming Buitenlandse Kinderen ter Adoptie (wobka).

Voorts geldt het Kwaliteitskader 2016 van de Raad voor de Kinderbescherming en artikel J van de Beroepscode van de Jeugdzorgwerker alsmede art. 71 t/m 87 van de

64

beroepscode voor de psycholoog (beroepscode NIP) en art. 11 van de beroepscode voor de pedagoog (beroepscode NVO).

3.8.3 Wettelijk kader gegevensverwerking en verstrekken van gegevens

De RvdK kan zich bij het verwerken van persoonsgegevens beroepen op de volgende grondslagen:

- De betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn

persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden (art. 6 lid 1 sub a AVG) - De verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op

de verwerkingsverantwoordelijke rust (art. 6 lid 1 sub c AVG)

- De verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen (art. 6 lid 1 sub e AVG);

3.8.4 Belang van samenwerking in een samenwerkingsverband

De gegevensverwerking is noodzakelijk vanwege een gemeenschappelijke doelstelling die verenigbaar is met de taken van de RvdK, er is sprake van een zwaarwegend algemeen belang waarbij het voor de RvdK niet mogelijk is om op een andere manier deze

doelstelling te bereiken. Het gaat daarbij om het uitwisselen van informatie en inzichtelijk maken van risico’s voor de veiligheid van de minderjarige binnen het kader van complexe gezinsproblematiek op basis van mede door de RvdK aangeleverde gegevens. Het snel en adequaat handelen wordt mede hierdoor mogelijk gemaakt en draagt bij aan de

doelstelling van de RvdK.

3.9 Reclassering

Er zijn drie reclasseringsorganisaties

- Stichting Reclassering Nederland (RN);

- Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG). De SVG is de koepelorganisatie van tien zelfstandige regionale verslavingsreclasseringsinstellingen;

- Stichting Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering.

De drie reclasseringsorganisaties vormen een samenwerkingsverband: de 3RO.

3.9.1 Doelstelling en taken

De reclasseringsinstellingen (hierna te noemen: de reclassering) zijn onafhankelijke organisaties. Zij dragen bij aan een veiliger samenleving door het voorkomen en

verminderen van crimineel gedrag. Officieren van justitie, rechters, gevangenisdirecties en gemeenten schakelen de reclassering in. Ze adviseert over de aanpak van verdachten en veroordeelden. Ze houdt toezicht, traint, voert taakstraffen uit, indiceert en leidt toe naar zorg, en begeleidt de terugkeer in de maatschappij. Het strafrecht is haar

werkterrein, met als specialiteit het voorkomen van terugval in de misdaad. Haar werk concentreert zich op het veranderen van gedrag.

De wettelijke reclasseringstaken zijn:

- het doen van onderzoek naar en het geven van voorlichting en advies over personen die worden verdacht van of zijn veroordeeld wegens een strafbaar feit,

65

ten behoeve van te nemen beslissingen inzake de vervolging, de afdoening, de berechting of de tenuitvoerlegging van straffen of maatregelen;

- vroeghulp van een verdachte die in verzekering is gesteld op een politiebureau of huis van bewaring;

- het houden van toezicht op de naleving van aan verdachten of veroordeelden bij of krachtens de wet opgelegde voorwaarden of ontzetting van rechten en hen ten behoeve daarvan te begeleiden;

- het voorbereiden en begeleiden van en het houden van toezicht op de uitvoering van de taakstraf;

- het opstellen van een indicatiestellingsadvies als bedoeld in de Wet Forensische zorg;

- zorgtoeleiding namens Onze Minister, bedoeld in de Wet Forensische zorg.

Naast de wettelijke taken begeleidt de reclassering ook personen op vrijwillige basis met als doel het veranderen van crimineel gedrag zoals vrijwillige nazorg van

ex-gedetineerden.

3.9.2 Toepasselijke wet- en regelgeving Wetboek van Strafvordering:

- 59 lid 5, 63 lid 6 (vroeghulp en vroeghulpadvies);

- 147, 177 en 310 (adviesopdracht voor rechtszitting door resp. de OvJ, de RC en de rechter);

- 509o lid 3 (advies verlenging maatregel tbs);

- 80 (toezicht bij schorsing voorlopige hechtenis);

- 167 lid 2 ( toezicht bij voorwaardelijk sepot)

Wetboek van Strafrecht:

- 15a lid 6 (advisering bij voorwaardelijke invrijheidsstelling);

- 38z (advies inzake gedrags-beïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM));

- 14d lid 2 (toezicht bij voorwaardelijke veroordeling);

- 15b lid 2 (toezicht bij voorwaardelijke invrijheidsstelling);

- 32 (toezicht bij ontzetting uit ambt of beroep);

- 38 lid 1 (toezicht bij tbs met voorwaarden);

- 38g lid 2 (toezicht bij voorwaardelijke beëindiging tbs);

- 38p (toezicht bij voorwaardelijke ISD-maatregel)

- 38ad (toezicht bij gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM)), - 22e tot en met 22k (taakstraffen);

- 16 (grondslag voor Amvb reclasseringstoezicht).

Gratiewet

- Artikel 15 lid 1 (toezicht bij gratie onder voorwaarden).

Penitentiaire Beginselenwet

- artikel 4 (elektronisch toezicht bij een penitentiair programma);

- artikel 43 lid 3 (toezicht bij plaatsing in een zorginstelling of verslavingskliniek).

66

In document Gegevensuitwisseling (pagina 63-66)