• No results found

In totaal zijn in de periode vanaf 1945 tot en met 2005 156 foto’s gevonden van of over de Jodenvervolging. Deze foto’s zijn als volgt over de vier kranten verdeeld:

de Volkskrant 25

Trouw 55

NRC (Handelsblad) 38

De Telegraaf 38

Trouw heeft in de loop der jaren dus de meeste foto’s over de Jodenvervolging afgedrukt,

gevolgd door NRC (Handelsblad) en De Telegraaf en tenslotte de Volkskrant. Wat hierbij opvalt is dat De Telegraaf als krant die de meeste affiniteit heeft met afbeeldingen en illustraties, niet de meeste foto’s van en over de Jodenvervolging heeft afgedrukt. Ook loopt

Trouw overtuigend aan kop wat betreft het aantal gepubliceerde foto’s. Een mogelijke

verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat Trouw als voormalige verzetskrant rond de vier- en vijf-meiviering meer aandacht had voor de Jodenvervolging en andere aspecten van de oorlog dan de andere kranten. Van de vier kranten heeft de Volkskrant de minste foto’s geplaatst. Bij de krant ontbreekt weliswaar een echte beeldcultuur zoals bij De Telegraaf, maar toch is het opmerkelijk dat de andere zogenaamde kwaliteitskranten Trouw en NRC (Handelsblad) allebei veel meer foto’s van en over de Jodenvervolging hebben geplaatst.

38 4.2 Periodisering

Op de volgende bladzijden staat per krant de hoeveelheid foto’s en het verloop uitgetekend in grafieken, zodat gemakkelijk gekeken kan worden in welk jaartal hoeveel foto’s per krant zijn verschenen en in welke periode.

4.2.1 de Volkskrant

Van de grafiek van de Volkskrant kan afgelezen worden dat het plaatsen van foto’s van en over de Jodenvervolging pas vanaf de jaren zeventig echt is toegenomen. In de periode daarvoor werd er om de zoveel jaar wel een foto afgedrukt, maar het totale aantal is beperkt. Een eerste opleving is er in het midden van de jaren zeventig, daarna midden jaren tachtig en vanaf dan verschenen er regelmatig dergelijke foto’s in de Volkskrant. Van de vier

onderzochte kranten, is de Volkskrant het meest ‘gedoseerd’ omgegaan met het plaatsen van foto’s van en over de Jodenvervolging en is er veel minder een plotselinge toename of publicatiegolf bij deze krant te ontwaren.

Het plaatsingsverloop komt min of meer overeen met de signatuursverandering die bij de krant plaatsvond vanaf het midden van de jaren zestig. Daarvoor was de Volkskrant een volgzame katholieke krant die weinig foto’s van en over de Jodenvervolging plaatste, wellicht omdat de katholieke kerk geen ongeschonden imago aan de Tweede Wereldoorlog had

overgehouden. Door de grote ommekeer in de jaren zestig ontwikkelde de Volkskrant zich tot een linkse en maatschappijkritische krant en was daarom waarschijnlijk eerder bereid om dergelijke foto’s te plaatsen dan onder de oude signatuur.

39 Het plaatsingsverloop van de foto’s komt gedeeltelijk overeen met de opleving van de maatschappelijke belangstelling voor de Jodenvervolging (door de documentaire De Bezetting van De Jong en het boek Ondergang van Presser), hoewel de krant een soort verlate reactie laat zien: pas vanaf het midden van de jaren tachtig werden er regelmatig foto’s van en over de Jodenvervolging afgedrukt, terwijl de maatschappelijke interesse voor dit onderwerp een begin had in tweede helft van de jaren zestig en een vlucht nam in de jaren zeventig en tachtig. Een andere verklaring is het aantal pagina’s van de Volkskrant dat vanaf de jaren tachtig sterk toenam. Hierdoor was er ook meer ruimte voor het plaatsen van foto’s.

4.2.2 Trouw

Bij Trouw zijn twee ‘publicatiegolven’ te zien wat betreft het plaatsen van foto’s van en over de Jodenvervolging. Een kleine golf vanaf het midden van de jaren vijftig tot het begin van de jaren zestig en een grote golf vanaf het midden van de jaren zeventig tot aan het einde van de onderzochte periode. Het absolute hoogtepunt van het aantal afgedrukte foto’s is vanaf de tweede helft van de jaren zeventig tot en met het begin van de jaren negentig.

Deze twee golven zijn opmerkelijk. De belangstelling voor de Jodenvervolging nam een aarzelend begin aan het einde van de jaren vijftig (als gevolg van de aandacht voor het onderwerp in de literatuur en de publicatie van Kroniek der Jodenvervolging van Herzberg) en het lijkt alsof Trouw hier direct op in wist te springen. Vervolgens werden er nauwelijks foto’s geplaatst wanneer de maatschappelijke aandacht voor de Jodenvervolging in de jaren zestig op gang komt. Pas wanneer deze belangstelling vanaf de jaren zeventig pas echt een

40 vlucht nam, ging Trouw weer over tot het veelvuldig plaatsen van foto’s van en over de Jodenvervolging. Het lijkt alsof de krant bij de eerste golf voorop liep in de maatschappelijke belangstelling voor de Jodenvervolging, maar bij de tweede golf laat Trouw een soort verlate reactie zien.

Deze tweede publicatiegolf valt te rijmen met de interne ontwikkelingen bij de krant.

Trouw onderging net als de Volkskrant een signatuursverandering in de jaren zestig en werd

progressiever en meer maatschappelijk betrokken. Daarnaast was er bij de krant vanaf de jaren zeventig meer aandacht voor vormgeving en het publiceren van foto’s. Dit kan de toename in het aantal geplaatste foto’s van en over de Jodenvervolging verklaren.

Wat in vergelijking met de drie andere onderzochte kranten opvalt, is dat bij Trouw deze publicatiegolf afnam aan het einde van de jaren negentig en de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw. Waar de grafieken van de andere kranten alledrie een sterke

concentratie van het totale aantal foto’s tegen het einde van de onderzochte periode laten zien, maakt de grafiek van Trouw duidelijk dat het hoogtepunt bij deze krant juist lag in de tweede helft van de jaren zeventig en de jaren tachtig.

4.2.3 NRC (Handelsblad)

Wat opvalt aan de grafiek van het NRC (Handelsblad) is dat er vanaf de jaren vijftig met een zekere regelmaat kleine oplevingen zijn wat betreft het plaatsen van foto’s van en over de

41 Jodenvervolging: midden jaren vijftig, begin jaren zestig, eind jaren zestig, eind jaren

zeventig en eind jaren tachtig. Het gaat dan niet om enorme aantallen, maar om steeds enkele foto’s. Vervolgens werden er vanaf het midden van de jaren negentig elk jaar dergelijke foto’s geplaatst, een groot percentage van het totale aantal foto’s heeft dus vrij recent in het NRC

Handelsblad gestaan.

De fusie van de Nieuwe Rotterdamsche Courant met het Algemeen Handelsblad lijkt geen invloed te hebben gehad op het plaatsingsbeleid van foto’s van en over de

Jodenvervolging. Omdat er na deze fusie geen signatuursverandering plaatsvond, is dit gebrek aan verandering niet zo opmerkelijk.

Wel is het opmerkelijk dat het NRC Handelsblad in vergelijking met de andere drie kranten relatief laat een sterke toename in het aantal gepubliceerde foto’s laat zien. Bij de

Volkskrant en Trouw is deze toename te verklaren door een toegenomen aantal pagina’s en

meer aandacht voor foto’s. Hoewel deze ontwikkelingen zich ook hebben voorgedaan bij het

NRC Handelsblad, vallen deze niet samen met de publicatiegolf van foto’s van en over de

Jodenvervolging zoals die heeft plaatsgevonden vanaf het midden van de jaren negentig. Wellicht kreeg het NRC Handelsblad, met zijn aandacht voor buitenlandse berichtgeving, pas meer aandacht voor de Jodenvervolging in Nederland toen buitenlandse auteurs zich met dit onderwerp gingen bezighouden.

42 De grafiek van De Telegraaf laat weinig opmerkelijke ontwikkelingen zien tot aan de tweede helft van de jaren tachtig. Het aantal foto’s van en over de Jodenvervoling dat in de

voorgaande periode is gepubliceerd, is bijna te verwaarlozen. Vanaf 1985 vond echter een omslag plaats en werden er op grote en frequente schaal dergerlijke foto’s gepubliceerd.

Deze ontwikkeling is te vergelijken met die van de Volksrant en het NRC

(Handelsblad). De Telegraaf heeft bovendien met die eerste krant gemeen dat de periode waarin het gros van de foto’s is afgedrukt gelijk is: beide kranten publiceerden in de laatste twintig jaar van de onderzochte periode het merendeel van de foto’s. Bij De Telegraaf is deze ontwikkeling nog meer uitgesproken dan bij de Volkskrant. Bij beide kranten lijkt deze publicatiegolf deels te verklaren te zijn door een toename van het totale aantal pagina’s. Specifiek voor De Telegraaf geldt dat deze krant tijdens de oorlog ‘fout’ was geweest, of in ieder geval deze reputatie had, en daarom zich wellicht niet wilde branden aan het plaatsen van foto’s van en over de Jodenvervolging tot ver na het einde van de oorlog.

Een andere verklaring voor de sterke toename is dat De Telegraaf met het plaatsen van meer foto’s van en over de Jodenvervolging (enigszins verlaat) inhaakte op een

maatschappelijk fenomeen, namelijk de popularisering van de Jodenvervolging als gevolg van bijvoorbeeld het uitzenden van de Amerikaanse dramaserie Holocaust en de verpersoonlijking van het leed van de slachtoffers. Juist dat laatste past bij de inhoud van deze krant: het

persoonlijke drama en het individuele leed. In de jaren tachtig schoof De Telegraaf daarnaast wat betreft de signatuur op naar het maatschappelijke midden. Dit maakte het voor de krant wellicht makkelijker om meer aandacht te besteden aan een fenomeen dat eerder de aandacht had van hoger opgeleide, linkse burgers dan van de anti-intellectuele gewone man.

Al vanaf de jaren vijftig en zestig bestond bij De Telegraaf veel aandacht voor vormgeving en foto’s, maar deze ontwikkeling is niet terug te vinden in de grafiek.

43 4.2.5 De vier kranten samen

In de bovenstaande grafiek zijn de gepubliceerde foto’s van en over de Jodenvervolging van

de Volkskrant, Trouw, NRC (Handelsblad) en De Telegraaf samen te zien. Dit bevestigt het

algemene beeld dat er meer foto’s van en over de Jodenvervolging gepubliceerd werden, naarmate het onderwerp meer leefde in de maatschappij. De kranten liepen in deze

ontwikkeling niet voorop. In de jaren zestig kwam er als gevolg van het uitzenden van De

Bezetting en de publicatie van Ondergang meer aandacht voor de Jodenvervolging en nam

deze aandacht een vlucht in de jaren zeventig en tachtig. De bovenstaande grafiek laat zien dat de onderzochte kranten ook toen pas meer foto’s van en over de Jodenvervolging

publiceerden en niet al in de jaren zestig. Het lijkt er daarom op dat de kranten eerder volgers waren van een maatschappelijke trend dan dat ze deze ontwikkeling mede gestuurd hebben.

Wat verder opvalt, is dat er in de jaren 1985, 1990, 2000 en 2005 relatief veel foto’s in de vier kranten samen werden gepubliceerd. Dit houdt ongetwijfeld verband met het feit dat in deze jaren de viering van het einde van de oorlog jubileerde en er daarom meer aandacht was voor herinnering en reflectie.

44 Hoofdstuk 5: De inhoudelijke analyse

Nadat in het vorige hoofdstuk de hoeveelheid en de spreiding van de foto’s van en over de Jodenvervolging aan de orde is gekomen, wordt er in dit hoofdstuk gekeken naar de inhoud van deze foto’s. Dat houdt in dat er per krant en in zijn geheel wordt gekeken wat er nu eigenlijk op de gevonden foto’s te zien is en hoe deze geduid kunnen worden volgens de in hoofdstuk 2 beschreven analysemethodes. Zijn er verschillen te ontdekken tussen de

Volkskrant, Trouw, NRC (Handelsblad) en De Telegraaf wat betreft de onderwerpen van de

foto’s? Is er in de onderzochte zestig jaar een patroon te ontdekken in wat er precies wordt afgebeeld? Hoe emotioneel geladen zijn de foto’s waarop mensen staan? En verschillen de kranten hierin van elkaar? Zijn er verbanden te leggen tussen de inhoud van de foto’s enerzijds en de maatschappelijke beleving van de Jodenvervolging en de interne

ontwikkelingen bij de vier kranten anderzijds? Dit zijn de vragen die in dit hoofdstuk worden beantwoord.

Om de bevindingen te onderbouwen en illustreren is een selectie van de gevonden foto’s in dit hoofdstuk afgebeeld. Het volledige overzicht is te vinden op de cd-rom die bij deze scriptie is toegevoegd.

5.1 de Volkskrant

Van de vier onderzochte kranten heeft de Volkskrant relatief de meeste historische foto’s van de Jodenvervolging afgedrukt, met ook de meeste diversiteit wat betreft de afgebeelde onderwerpen. Dat betekent niet dat het foto’s zijn die de verschrikkingen van de

Jodenvervolging expliciet laten zien, want daar heeft de Volkskrant maar een van afgedrukt (6 mei 1985). Het gaat juist eerder om foto’s die antisemitisme voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog laten zien, die Joden op weg naar de kampen laten zien of die op een meer indirecte manier verwijzen naar de Jodenvervolging. Van al deze drie onderwerpen staat hieronder een voorbeeld.

45

Afbeelding 5.1: Antisemitisme in Oostenrijk in de jaren dertig (de Volkskrant, 3 mei 1986)

Afbeelding 5.2: Vrijwillige hulppolitie bij een Jodentransport in Nederland (de Volkskrant, 3 mei 1986)

46

Afbeelding 5.3: De Joodse gemeente in Aalten in 1932 (de Volkskrant, 3 mei 1997)

Vooral bij historische foto’s van deze laatste categorie zijn het bijschrift en het artikel bij de afbeelding noodzakelijk om de foto te kunnen duiden. Afbeelding 5.3 laat bijvoorbeeld de Joodse gemeente in Aalten zien voor de verschrikkingen van de Jodenvervolging hebben plaatsgevonden, iets wat alleen duidelijk wordt door het bijschrift bij de foto. Uit het

bijbehorende artikel blijkt dat er in Aalten veel Joden uit de plaatselijke gemeenschap ondergedoken zaten en dat sommigen van hen door het verzet moesten worden geliquideerd omdat ze te onhandelbaar werden. Waar bij het NRC (Handelsblad) relatief veel foto’s te vinden zijn die door middel van objecten op een indirecte manier verwijzen naar de Jodenvervolging, zijn dus bij de Volkskrant relatief veel historische foto’s gevonden die ditzelfde doen.

Een overeenkomst met het NRC (Handelsblad) is dat er in de fotoreeks van de

Volkskrant ook relatief weinig foto’s te vinden zijn die volgens de analysemethode van Kress

en Van Leeuwen een sterke emotionele lading hebben. Er zijn wel veel foto’s afgedrukt waarop mensen te zien zijn, maar meestal zijn deze zo afgebeeld dat de afstand tot de kijker behoorlijk groot is. Pas in ongeveer het laatste decennia van de onderzochte periode is dit veranderd.

47

Afbeelding 5.4: Westerbork met gevangen Joden (de Volkskrant, 3 mei 1975)

Op afbeelding 5.4 zijn bijvoorbeeld wel mensen te zien, maar de afstand tot de kijker is behoorlijk groot. Dit komt omdat de afgebeelde personen niet in de camera kijken (offer), ze bevinden zich op een redelijke afstand van de camera en staan niet allemaal in het midden van de foto en het verdwijnpunt van het perspectief ligt buiten de afbeelding.

Wat verder opvalt is dat er relatief weinig foto’s in de Volkskrant staan die monumenten of herdenkingen hierbij laten zien. Er is vaker gekozen voor foto’s van

overlevenden die niet bezig zijn met herdenken en voor historische afbeeldingen. Foto’s zoals bij Trouw en NRC (Handelsblad) die symbolische handelingen bij monumenten laten zien of foto’s zoals bij De Telegraaf die overlevenden of nabestaanden bij monumenten laten zien, zijn dan ook vrijwel nooit afgedrukt bij de Volkskrant.

Wat betreft de inhoud van de foto’s, is er bij de reeks van de Volkskrant geen verband te vinden met het denken over de Jodenvervolging in de Nederlandse maatschappij. De krant gaat uiteindelijk wel over tot het plaatsen van meer persoonlijke en emotioneel geladen foto’s van en over de Jodenvervolging, maar doet dit pas op grotere schaal vanaf de jaren negentig. De aandacht voor het individuele en persoonlijke leed van de Joodse slachtoffers begint al in

48 de jaren zeventig en er kan in dit geval alleen maar sprake zijn van een behoorlijk verlate reactie op de maatschappelijke ontwikkelingen.

De keuze voor relatief veel historische foto’s van en over de Jodenvervolging lijkt blijk te geven van de signatuur van de Volkskrant na de omslag in de jaren zestig: van een katholiek dagblad (dat vrijwel geen foto’s van en over de Jodenvervolging plaatste) naar een linkse en intellectuele krant met veel redacteuren die afkomstig waren uit de academische wereld. De historische foto’s veronderstellen bij de lezer een bepaalde mate van voorkennis op het gebied van geschiedenis en dit kan eerder verwacht worden van hoger opgeleide dan lager opgeleide lezers. Wanneer de krant wat meer naar het maatschappelijke midden

opschuift vanaf de jaren tachtig, worden enkele jaren later ook wat vaker meer persoonlijke en emotioneel geladen foto’s afgedrukt en hier lijkt dan ook een verband te zijn.

5.2 Trouw

Waar bij de fotoreeksen van de andere drie kranten bepaalde zaken in het oog springen, veel historische foto’s bij de Volkskrant, veel foto’s met objecten bij NRC (Handelsblad) en veel persoonlijke en emotionele foto’s bij De Telegraaf, is de fotoreeks van Trouw een combinatie van al deze elementen. Er zijn dus zowel relatief veel historische foto’s in de krant te vinden, als afbeeldingen van objecten en persoonlijke foto’s met een sterke emotionele lading. Een duidelijke voorkeur voor een van deze drie onderwerpen is uit de fotoreeks van Trouw niet te ontwaren, in tegenstelling tot de andere drie kranten. Van al deze drie verschillende soorten foto’s staat hieronder een voorbeeld.

49

Afbeelding 5.5: Overlevenden van de getto-opstand in Warschau worden afgevoerd naar concentratiekampen in Polen (Trouw, 5 mei 1973)

Afbeelding 5.6: Nummertatoeage op de arm van een Joodse kampoverlevende (Trouw, 4 mei 1996)

50

Afbeelding 5.7: Een Joodse overlevende vertelt haar verhaal (Trouw, 3 mei 1982)

In tegenstelling tot in de Volkskrant en De Telegraaf, zijn er in Trouw meer historische foto’s afgebeeld die de verschrikkingen van de Jodenvervolging wat explicieter weergeven, zoals Joden in kampen en zoals op afbeelding 5.5, waar een jongen onder dreiging van een geweer wordt afgevoerd. Deze afbeelding wordt door Trouw zelfs tot drie keer toe gebruikt, namelijk ook op 3 mei 1980 en 3 mei 1996. Wat deze wat meer expliciete en gruwelijke afbeeldingen betreft nadert de krant de fotokeuze van NRC (Handelsblad), zoals hieronder wordt uitgelegd.

De objectfoto’s van Trouw laten vaak monumenten zien of zoals op afbeelding 5.6 een nummertatoeage die een Joodse overlevende van een concentratiekamp gedwongen op haar arm gezet heeft gekregen. Dit soort foto’s laat de verschrikkingen van de Jodenvervolging op een indirecte en symbolische wijze aan de kijker zien. Aan de andere kant zijn er ook vaak foto’s van personen in de krant afgedrukt. Een overeenkomst met de Telegraaf is dat ook in

Trouw relatief veel foto’s zijn afgedrukt van overlevenden die hun verhaal vertellen. De lezer

51 naar het verleden om kennis te maken met de Jodenvervolging. En net als in de Telegraaf zijn er in Trouw een behoorlijk aantal foto’s afgedrukt met een sterke emotionele lading.

Afbeelding 5.8: Portretfoto’s van Anne Frank op twaalfjarige leeftijd (Trouw, 4 mei 2004)

Een voorbeeld hiervan is afbeelding 5.8, met daarop vier portretfoto’s van Anne Frank. Volgens de analysemethode van Kress en Van Leeuwen hebben deze foto’s een behoorlijk sterke emotionele lading. Weliswaar kijkt Anne maar op een van de foto’s in de camera, maar alle vier de foto’s zijn van zeer dichtbij genomen en ze bevindt zich steeds op het midden van de foto en op ooghoogte van de kijker. Het effect wordt juist nog versterkt doordat er vier portretfoto’s zijn samengevoegd die als het ware een grote foto vormen. De

Telegraaf heeft dan wel relatief meer foto’s afgedrukt met een dergelijk sterke emotionele

lading dan Trouw, maar toch is ook het aantal dergelijke foto’s in Trouw opvallend. Als er in