‘’Ik vond de opleiding een hele goede basis en heb daar nu ook nog veel aan in het dagelijks leven. Omdat ik niet echt de ‘diëtisten kant’ op ben gegaan kan ik niet echt zeggen of ik iets gemist heb.’’
“Ik vond de aansluiting goed, ik had wel het voordeel dat ik al een medische
achtergrond had, als doktersassistente.”
“Vooral een aantal praktische dingen waar ik tegenaan liep, zoals: hoe ziet een MDO eruit, welke afkortingen komen er veel voor, een format van een brieven opstellen, productkennis up-to- date houden. En wat ik gemist heb is :’hoe start ik een eigen praktijk’? Hier heb ik niets over gehad.”
“Dat vind ik lastig. Een hoop leer je ook door te gaan werken en hoef je niet per se op de opleiding te krijgen. Ik weet niet goed meer of het volgende werd aangeboden: ‘HACCP, marketing, allergenen, claims’ of dat mij dat
toentertijd gewoon niet zo
interesseerde. Maar daar wist ik niet veel vanaf.’’
Diëtistenpraktijk: ‘’je hebt het inhoudelijk allemaal wel gehad, maar dan zit er ineens een moeder voor je met haar kind. En dat kindje heeft allemaal allergieën en lust ook nog eens een boel dingen niet, dan merk je ineens dat het wel soms lastig kan zijn.”
Tips voor de
opleiding
N.V.T “'Ik zie bij stagiaires dat ze medische termen missen in hun documentaties. Dit zou een aandachtspunt kunnen zijn voor de opleiding.”
“De kans bieden dat je een extra vak kan volgen in een verdieping van een ziektebeeld. Eventueel een specialisme dat je extra kan kiezen in het vierde jaar(als extra vak) bijvoorbeeld Nefrologie.’’ - ‘’Een andere tip is om een MDO bij te wonen, is het een idee om dit te combineren met bed- side teaching?” “Aanbevelen aan derdejaars studenten dat de minor dietetics heel nuttig kan zijn, dat je in het derde jaar al kan kijken of het werken in het ziekenhuis iets voor je is, omdat je daar anders in je vierde jaar te laat pas
“Ik merk bij stagiaires dat het schrijven lastig is, wat is het doel en wat is de doelgroep. Misschien meer les in journalistiek?” “Docenten waren best wel lang uit de praktijk. Dit vond ik wel jammer. Niet zoveel docenten die nog in de praktijk werkte. Dat miste ik wel op de opleiding.” “ Iets meer met gastdocenten werken of filmpje vanuit de praktijk laten zien. Je kunt niet vier jaar stage lopen, maar misschien op een andere manier meer de praktijk
verwerken in de lessen.”
achter komt en je liever een andere stage had willen lopen.”
Invloed op
werktevredenheid
‘’Het moet op mijn eigen niveau zijn. Ik moet uitdaging hebben. Ben iemand die zich snel verveeld. Moet mijn creativiteit kwijt kunnen. Belangrijk dat het gewaardeerd wordt, door je baas. Ik doe heel veel met social media, dus ik vind het leuk als mijn bericht veel likes krijgt. Erkenning krijgen voor je werk.’’
“Dat mensen begrijpen wat ik zeg en er iets mee doen, dat ze iets leren van wat ik ze vertel.”
‘’Specialistisch werken met een specifieke
doelgroep(chronisch) ,werksfeer,
voldoening uit mijn werk, collega's, scholingen worden betaald, veel vrijheid, patiënten die kennis/ adviezen opvolgen. Ik leer hier nog elke dag.”
‘’Leuk bedrijf, sfeer, de werkzaamheden, advies geven, kennis overbrengen en de samenwerking met andere bedrijven.’’
Reacties op topics
uit de literatuur.
Erkenning: ‘’Ja dit is ook belangrijk. Dit maakt dat je het werk wel met plezier doet. Dit zie ik dan als dat ik
bijvoorbeeld nu berichten zelf mag schrijven en meer verantwoordelijkheid krijg.’’
Promotie: ‘’Dit vind ik minder belangrijk. Ik vind vooral uitvoerend werk heel leuk en ben minder van het mensen aansturen. Het gaat bij mij vooral om persoonlijke groei.’’ ‘’Ja ik vind dit belangrijk. Ik zet mij heel erg in voor mijn eigen ontwikkeling. Ik vind het fijn om na een tijdje weer nieuwe taken te krijgen. Ik wil graag verder leren en groeien.’’ Secundaire
arbeidsvoorwaarden: ‘’Voor mij is het belangrijk om door betaald te krijgen wanneer ik ziek ben. Maar ik heb hier ook ondersteuning voor vanuit de overheid. Dit hoeft mijn werkgever dus niet perse op te lossen. Ik vind dit ook minder belangrijk. Ik vind het
“Weinig erkenning voor wat ik kan, artsen geven zelf advies (niet altijd goed), schakelen niet altijd diëtist in, ook in Nederland niet. Dat is jammer. Patiënten zeggen makkelijk af of komen niet opdagen.’’ “Belangrijk om altijd te blijven bijscholen. Kennis is belangrijk. Je moet bronnen hebben als je wat zegt over voeding. Daarom mijn boek.” “Het salaris en secundaire
arbeidsvoorwaarden zijn hier niet goed. Veel regelwerk en administratie voor patiënten, veel onzekerheid. Kost veel energie, beïnvloedt mijn werktevredenheid negatief.”
“Ik vind deze werksituatie heel prettig. Ik werk graag met deze doelgroep (specialistisch werk). Erkenning voor mijn werk van mijn leidinggevende vind ik ook belangrijk.” -“Ik verdiende in mijn eigen praktijk meer, maar ik ben nu tevreden met mijn werksituatie”. -“De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn goed hier. Ik krijg mijn bijscholingen betaald. Dit is wel echt heel erg fijn.” “Omgang met collega’s en leidinggevende hebben zeker invloed op
werktevredenheid. Deze zijn erg goed hier. Belangrijk om dingen te kunnen bespreken.”
“Je werk kan inhoudelijk nog zo leuk zijn, maar als de sfeer niet goed is, is het ook minder leuk om te werken en is dat inhoudelijke ook minder belangrijk.” “Mijn functie noemen we vaak ‘voedingskundige’, omdat dit wat makkelijker te begrijpen is. Als ik advies moet geven bij een zorglocatie noemen we de functie wel diëtist, omdat er dan een gevoel ontstaat van vertrouwen in kennis.”
“Salaris is natuurlijk ook een belangrijk onderdeel. Je moet er wel van rondkomen. Maar dit maakt niet dat ik veel meer
ontevreden of tevreden ben. De sfeer is belangrijker”. “Ik heb in totaal 8 collega's. Vier hebben voeding en diëtetiek
gestudeerd. De andere doen vooral kwaliteit, arbo + voedselveiligheid.”
belangrijker dat ik het leuk heb op mijn werk. Ik hoef eigenlijk niet te werken, omdat ik jong gehandicapt ben. Ik heb zelf gekozen om wel te werken, dit maakt waarschijnlijk ook dat ik dit minder belangrijk vindt.’’ Relatie
leidinggevende: ‘’Ja dit vind ik heel belangrijk. Ik ben soms nogal onzeker over dingen en vind het dan belangrijk dat ik terug kan vallen op iemand. Die mij dan wat kan uitleggen of mij kan helpen. Ook vind ik het fijn om aan te kunnen geven wanneer het wat minder lekker gaat op het werk.’’ Salaris: ‘’Iets minder belangrijk. Het belangrijkste vind ik uitdaging en waardering. Het is wel fijn als je goed betaald krijgt. Het is natuurlijk ook een stukje erkenning.’’ ‘’Ik heb niet heel veel contact met collega's. Ik doe veel online. Ik vind collega's wel belangrijk. Ik ben alleen niet zo van de lange sociale momenten.’’
Cijfer
werktevredenheid
8. 7. 8. 7.5.Nodig hoger
werktevredenheid
“Ik ben wel heel tevreden met wat ik nu doe.”
“Ik zou meer presentaties willen geven en meer willen schrijven en minder in de praktijk, dit kost teveel energie en levert te weinig op.”
“Wanneer ik mijn reiskosten ook nog vergoed krijg zal het zeker een 9 worden.’’ “En een schaal hoger zou ook lekker zijn”.
“De werkdruk. Het is veel schipperen tussen verschillende taken. Soms heb ik het gevoel dat ik dan niet alles goed genoeg kan doen, omdat ik er niet alles over weet. Soms gaat het dan iets minder snel, dit maakt dat het af en toe minder soepel loopt en dat je soms wat minder tevreden bent.”
Groeimogelijkheden
Altzeimer NL: ‘’Eerst alleen maar webcare medewerker (reageren op mensen) en nu mag ik zelf berichten schrijven. Ik vind het fijn dat mij dit nu wordt toevertrouwd daar voel ik me goed over.’’
“Tweede boek uitbrengen, blijven bijscholen. Ik ga aankomend jaar naar Nederland voor meer bijscholingen, ook om mijn punten te halen. Kennis blijven delen vind ik ook belangrijk.”
“Ik zit goed op de plek waar ik nu zit en ik ben heel tevreden. Promotie maken vind ik niet belangrijk. Wel zal ik in de toekomst nog bijscholingen gaan doen.”
“Op het gebied van microbiologie zou ik nog meer willen leren, maar dit is een vak apart”.
''Niet echt specifiek iets waar ik in wil groeien, Ik wil constant kijken waar ik nog meer over moet weten. Ik heb geen post-HBO gedaan, dit was ook niet nodig. Ik vind het wel interessant om altijd meer te weten te komen over
gedragsverandering en hoe je dat kunt aanpakken, gezonde voeding. Maar hier zijn we ook al wel veel mee bezig in samenwerking met de VU.’’ ‘’Er zijn ook niet zo heel veel nieuwe symposium waar we naar toe kunnen, waar wij nieuwe dingen kunnen leren.’’
Extra’s
‘’Afwisseling en zekerheid zijn belangrijk voor de werktevredenheid.’’-“Wat mij tegenstond in het werken in mijn eigen praktijk was de doelgroep. Ik gaf zo veel energie, en ik kreeg er te weinig voor terug. Ik had zoiets van: ja hier heb ik niet voor geleerd, dan was ik wel
gewichtsconsulente geworden.’’
“Soms omschrijf ik mijn functie ook als voedingsdeskundige, omdat dit voor naar buiten wat
duidelijker is
”.
Wat is Albron: ‘’Onder het dak van anderen het eten verzorgen bv; Center Parcs, Paleis t' Loo.”
Respondent 9
Respondent 10
Respondent 11
Respondent 12
Wanneer
afgestudeerd
2011. 2013. 2010. 2004.