• No results found

Aansluiting bij de ANWB Smartengeldgids

6. Advies ter verbetering

6.4 Aansluiting bij de ANWB Smartengeldgids

Over de invulling van de termen 'ernstig en blijvend letsel' is mijns inziens nog steeds te veel

onduidelijk. Het CDA liet tijdens de behandeling van het oude voorstel in 2010 in de Eerste Kamer al duidelijk merken dat de onduidelijkheid omtrent de terminologie een groot struikelblok was. In het

36 huidige ontwerp is aan de vraag om meer duidelijkheid rondom de invulling nog steeds niet voldaan. Zowel voor de positie van naasten en nabestaanden als voor de haalbaarheid van het wetsvoorstel, zou ik de minister en staatsecretaris willen adviseren om meer duidelijkheid over dit onderwerp te scheppen. Zowel over de invulling van de begrippen alsook of voor naasten van slachtoffers met psychisch letsel de mogelijkheid bestaat om een beroep te doen op affectieschade.

Daarnaast ben ik van mening dat het onduidelijk is op welk moment het letsel ernstig en blijvend dient te zijn. Er zijn situaties denkbaar waarin pas jaren later blijkt dat het letsel toch blijvend is. Wat doen we met dit soort situaties? Kan men jaren later dan alsnog een beroep doen op vergoeding van affectieschade? Verjaring lijkt het vorenstaande niet per se in de weg te hoeven staan, aangezien de verjaring begint te lopen op het moment dat men daadwerkelijk een vordering kan instellen. Er valt te beargumenteren dat dit moment aanvangt wanneer men bekend wordt met de blijvendheid van het letsel.86 Hetzelfde geldt voor het onderdeel 'ernstig'. In de Memorie van Toelichting wordt gesproken over 70% functieverlies. Dit percentage blijf ik nogal willekeurig vinden. Nergens in de Memorie van Toelichting wordt dit onderbouwd.

Ik zou dan ook willen voorstellen om voor de invulling van 'ernstig en blijvend letsel' aansluiting te zoeken bij de ANWB Smartengeldgids. In de gids zijn verschillende niveaus van letsel aangegeven met daarbij een omschrijving. De niveaus lopen van 1.) gering letsel tot en met niveau 7.) uitzonderlijk zwaar letsel. Naar mijn idee zouden we voor een affectieschadevergoeding kunnen aansluiten bij de laatste twee categorieën. Dit betreft categorie 6.) zeer zwaar letsel en categorie 7.) uitzonderlijk zwaar letsel.87

De type letsels die onder deze categorieën vallen zijn letsels die ook veel invloed zullen hebben op de naasten. Ik zou dan ook voor willen stellen dat wanneer het letsel onder één van deze categorieën valt deze bestempeld zou moeten worden als ‘ernstig en blijvend’. De omschrijvingen uit de ANWB Smartengeldgids kunnen de onduidelijkheid rondom de terminologie van ‘ernstig en blijvend letsel’ wegnemen. Ik ben mij er wel van bewust dat dit de vragen rondom het moment van de ernst en blijvendheid van het letsel niet wegneemt. Toch zou dit een stap voorwaarts zijn en de kritiek van het CDA over de onduidelijkheid van de terminologie gedeeltelijk wegnemen.

86

HR 31 oktober 2003, LJN AL8168.

87

37 6.5 Affectieschade en zorgschade loskoppelen

Een ander probleem van dit wetsvoorstel acht ik dat het zowel affectieschade als zorgschade omvat. De introductie van zorgschade is nieuw en nog niet eerder behandeld. Nu de wetgever eindelijk, na zoveel jaren discussie, de positie van naasten en nabestaanden kan verbeteren, raad ik de staatssecretaris aan om de zorgschade los te koppelen van de affectieschade. Op deze manier wordt opnieuw een eindeloze discussie voorkomen en kan de vergoeding van affectieschade na zoveel jaar eindelijk geëffectueerd kan worden.

38

7. Conclusie

Na de uitspraak van het Baby-Joost arrest in 2001, waren veel politici van mening dat er iets aan ons schadevergoedingssysteem moest veranderen. De positie van naasten en nabestaanden diende verbeterd te worden. In 2003 gaf toenmalig minister van Justitie Donner hier gehoor aan met het wetsvoorstel Affectieschade. Dit wetsvoorstel kreeg vanuit de politiek veel kritiek. Zo werd het een discussie of de uit te keren bedragen aan naasten en nabestaanden variabel of gefixeerd moesten zijn, wat de hoogte moest zijn en wie er recht op zo’n affectieschadevergoeding hadden. Ook de invulling van de termen ernstig en blijvend letsel werd een punt van discussie. In opdracht van de Eerste Kamer werd er door het WODC, een uitgebreid onderzoek gedaan naar de behoefte aan affectieschade. Toch kon het voorstel na dit onderzoek en een aantal aanpassingen, in 2010 niet op een meerderheid in de Eerste Kamer rekenen.

In 2014 maakte toenmalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Teeven een concept wetsvoorstel openbaar. Nieuw aan dit voorstel is dat naast de affectieschade ook zorgschade word geregeld. De punten waarop bij het voorstel uit 2003 de meeste kritiek werd geuit, zijn door Teeven gedeeltelijk aangepast. Zo is de kring van gerechtigden uitgebreid zodat ook meerderjarige niet-thuiswonende kinderen in aanmerking komen voor een vergoeding. Ook zijn de uit te keren gefixeerde bedragen met €2.500,- verhoogd. De onduidelijkheid rondom de invulling van de termen ‘ernstig en blijvend letsel’ is in dit voorstel wederom niet weggenomen. Ook introduceert Teeven een totaalmaximum aan de te betalen schadevergoeding.

Vanuit de wetenschap, rechtspraak en advocatuur is er de nodige kritiek geuit. Zo geeft Sap

Letselschade advocaten aan dat broers en zussen nog ontbreken in de kring van gerechtigden en zal het oningevuld laten van de termen ‘ernstig en blijvend letsel’ in de praktijk voor veel discussie zorgen. Gerenommeerd letseladvocaat John Beer sluit zich bij dit laatste aan en vindt het daarnaast

onbegrijpelijk dat er wederom voor vaste bedragen wordt gekozen. Dit doet volgens hem geen recht aan de schade van naasten en nabestaanden, net als het totaalmaximum. Volgens Beer komt dit voort uit een onterechte angst voor een claimcultuur. De Raad voor de Rechtspraak raadt een totaalmaximum ook af gezien het discriminatoire karakter dat ervan kan uitgaan. Hetzelfde geldt voor Hoogleraar Privaatrecht Ton Hartlief. Ook hij acht de verhoging van €2.500,- onhoudbaar. Daarnaast verdienen de termen ‘ernstig en blijvend letsel’ meer duidelijkheid en vindt hij het terecht dat de kring van gerechtigden onder vuur wordt genomen.

39 Gezien alle punten van kritiek zou de huidige staatssecretaris er verstandig aan doen om een aantal punten aan te passen zodat dit ten goede komt aan de positie van naasten en nabestaanden maar ook de kans vergroot dat het wetsvoorstel nu wel wordt aangenomen. Ik stel dan ook voor om:

• de vaste bedragen variabel te maken, dan wel naasten en nabestaanden de keuzemogelijkheid te geven tussen een vast bedrag of een variabel bedrag;

• de kring van gerechtigden uit te breiden met ook de affectieve relatie tussen broers en zussen; • van het totaal maximum af te zien;

• voor de invulling van de termen ‘ernstig en blijvend letsel’ aan de sluiten bij een aantal categorieën van de ANWB Smartengeldgids;

• affectieschade los te koppelen van zorgschade en twee aparte wetsvoorstellen te maken.

Nu de politiek zich al bijna 15 jaar met dit onderwerp bezighoudt en de behoefte in de samenleving aan een vergoeding voor affectieschade aanwezig is, zou de politiek er goed aan doen om het proces

ditmaal sneller te doorlopen en met een goed resultaat af te sluiten. Want voor we het weten zijn we weer 15 jaar verder als blijkt dat de politiek het niet direct eens wordt over de zorgschade. Het zou zonde zijn dat door die mogelijke discussie, het affectieschade gedeelte niet geëffectueerd kan worden!

40

8. Bronnenlijst

Literatuur:

Akkermans en Hulst 2009

A.J. Akkermans en J.E. Hulst, ‘Uitkomsten onderzoek affectieschade’, PIV Bulletin 5, juli 2009. Asser 2013

Asser Serie 6-II, 2e gedeelte Verbintenissenrecht, Deventer: Kluwer 2013. Giard 2005

R.W.M., Giard, Aansprakelijkheid van artsen. Juridische theorie en medische praktijk, Boom Juridische Uitgevers 2005.

Hartlief 2014

T. Hartlief, 'Beperkte kring van gerechtigden onder vuur', NJB 2014/1270, afl. 26. Lindenbergh 2008

S.D. Lindenbergh, Smartengeld 10 jaar later, Deventer: Kluwer 2008. Loipner en Keesenberg 2009

S. Loipner en K. Keesenberg, Master thesis ‘Rouwreacties bij volwassenen: het verlies van een broer of zus vergeleken met het verlies van een ouder’, Universiteit Utrecht oktober 2009.

Van Tilburg 2004

W. van Tilburg, ‘Affectieschade en shockschade en compensatie. De visie van een psychiater’, Vermogensrechtelijke Analyses 2004.

Verburg 2009

G.J.M. Verburg, Vaststelling van smartengeld, Deventer: Kluwer 2009. Verheij 2014

Verheij, A.J., ‘Wetsvoorstel affectie en zorgschade. Evenwichtsuitoefening tussen hanteerbaarheid en rechtvaardigheid’, Verkeersrecht 2014, afl. 6.

41

Kamerstukken en handelingen:

Consultatieversie wetsvoorstel schadevergoeding affectie- en zorgschade met Memorie van Toelichting, www.rijksoverheid.nl, documentatie/publicatie 27 mei 2014.

Kamerstukken II 2000/2001, 27400 VI, nr 31. Kamerstukken II 2002/2003, 28781, nr. 2. Kamerstukken II 2002/2003, 28781, nr. 3. Kamerstukken II 2005/2006, 28781, nr. C. Kamerstukken I 2009/2010, 28781, nr. H. Handelingen II 2004/2005, 22 maart, nr. 62. Handelingen I 2005/2006, 2878, 12 september 2006, nr. 38. Handelingen I 2008-2009, 28781, 9 juni 2009, nr. 34. Handelingen I 2009/2010, 28781, 9 maart 2010, nr. 21.

Kamerstuk 2015D28655, brief aan staatsecretaris van Verbond van verzekeraars en PIV, 17 september 2014.

Jurisprudentie:

HR 28 mei 1999, NJ 1999, 564 (Johanna Kruidhof arrest). HR 8 september 2000, NJ 2000, 734 (Baby-Joost arrest). HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240 (Taxibus arrest). HR 26 oktober 2001, NJ 2002, 216.

HR 31 oktober 2003, LJN AL8168 (Jasper Saelman arrest). HR 11 juli 2008, RvdW 2008, 724 (Bakker/Achmea arrest).

Websites:

www.raadvoorderechtspraak.nl www.tweedekamer.nl

42

www.cbs.nl

Overigen:

Brief van Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) 3 november 2003. Speech van Leo de Boer, directeur Verbond van Verzekeraars, 'Grip op de toekomst betekent: voet op het gaspedaal houden!', Letselschade Raadsdag 2014.

E-mail van 1 juli 2015 van Ineke Zeeman, PvdA, beleidsmedewerker Justitie. E-mail van 7 juli 2015 van Rianne Smit, Sap Advocaten.

E-mail 22 juli 2015 van de heer Van Nispen, Tweede Kamerlid SP. E-mail van 23 juli 2015 van John Beer, Beer Advocaten.