• No results found

ZIJ Fase 1

6 De rol van de overheid

6.7 De rol van de rijksoverheid

6.7.4 Aanpak speciale risicogroepen

De aanwezigheid van bepaalde risicogroepen bij een incident kan escale-rend werken. Het is goed om daarop voorbereid te zijn.

Te denken valt hier onder meer aan105:

• Ontsnapte TBS-ers

• Pedofielen die, na hun straf te hebben uitgezeten, terugkeren

• Voetbalvandalen

• Hell’s Angels

• Radicaliserende etnisch/religieuze individuen of groepen

• Radicaliserende aanhangers van extreem-rechts, dierenrechtactivisten en antiglobalisten

Justitie en de AIVD verzamelen informatie over dit soort risicogroepen.

“De smeerolie is intelligence, ook om te kunnen duiden of het een los lokaal incident is of verbonden is met een breder probleem”.

Informatie over zulke risicogroepen dient waar mogelijk meer gedeeld te worden met de gemeenten waar leden van deze groepen zich ophouden.

Het verdient aanbeveling om over dit soort gegevensuitwisseling goede af-spraken te maken tussen lokale, regionale en nationale partners.

Daarnaast is het van belang dat er goede contacten zijn tussen de overheid en sleutelpersonen uit diverse (minderheids)groeperingen. Dit om positieve actie vooraf en tijdens Maatschappelijke Onrust in werking te kunnen stel-len. Lokale overheden dienen hiervoor uiteraard hun netwerk op te bouwen, maar ook op rijksniveau zijn ministeries bezig met zulke netwerkvorming. Zo is de Directie Inburgering en Integratie106 bezig met het ontwikkelen van een databank met sleutelpersonen uit ‘witte’ officiële organisaties en informele

‘grijze’ netwerken107.

Het verdient aanbeveling dat de rijksoverheid deze contacten voor zover

Noot 105 Zie verder schema 5.1 (met name de groeperingen die genoemd zijn op wereldniveau).

Noot 106 Voorheen DCIM ministerie van Justitie, thans VROM/WWI.

Noot 107 Via deze netwerken kan ook een soort van public diplomacy plaats vinden in eigen land. Zie voor public diplomacy door de Deense overheid in andere landen: de casus Deense cartoonrel-len uit de separate bijlage.

mogelijk deelt met de lokale overheden.

Verder kan op bepaalde punten geleerd worden van de landelijke aanpak van voetbalvandalen.

Kernelementen van de aanpak voetbalvandalisme die ook ingezet zouden kunnen worden voor andere vormen van Maatschappelijke Onrust zijn onder meer108:

• Auditteam dat tijdens een incident ter plekke gaat om te leren van fouten en successen.

• Monitoring van internetsites.

• Landelijke registratie van de harde kern.

• Daderaanpak.

• Inzet coaches.

• Integrale samenwerking en netwerkvorming.

Voor wat betreft de daderaanpak is het interessant om te constateren dat uit onderzoek naar de daders van voetbalvandalisme blijkt, dat deze daders zich vaak ook op andere leefgebieden schuldig maken aan agressie en ge-weld (huiselijk gege-weld, uitgaansgege-weld, participeren in rellen e.d.).

Het verdient aanbeveling om na te gaan in hoeverre er een harde kern be-leid voor dit soort veelplegers van Maatschappelijke Onrust ontwikkeld kan worden.

6.8 Samenvatting en conclusies

De lokale overheid is de centrale spil in de omgang met incidenten die de openbare orde en veiligheid aangaan. Een bijzondere variant zijn incidenten die maatschappelijke onrust tot gevolg hebben. Ook bij Maatschappelijke Onrust ligt de verantwoordelijkheid primair bij de lokale overheid, die de eigen gemeente en (de problemen van) bewoners immers het beste kent.

De rijksoverheid dient zich hier met name faciliterend op te stellen, met uit-zondering van Maatschappelijke Onrust waarbij sprake is van bewust mis-bruik van het internet (internetaanvallen, cyberwar e.d.) en waarbij bepaalde (inter)nationale risicogroepen betrokken zijn. Het rijk heeft in laatstgenoem-de gevallen een speciale rol te spelen met name op het gebied van informa-tieverzameling, monitoring en onderzoek. Betere afstemming tussen activi-teiten van het rijk en gemeenten verdient echter wel aanbeveling.

Sommige incidenten dragen het zaad van maatschappelijke onrust in zich, sommige niet. Vaak is het politiek-maatschappelijke beoordelingsvermogen van bestuurders cruciaal voor het inschatten van de mogelijke impact van een incident. Daarbij is onder meer kennis van de lokale gevoeligheden en kwesties onontbeerlijk. Deze moet zoveel mogelijk paraat zijn, waar mogelijk in de hoofden van bestuurders en anders bij nabije bronnen.

Het in ogenschouw nemen van de lokale context (de wijk, zijn bewoners en de kwesties die er spelen) is noodzakelijk om een incident en zijn gevolgen te verklaren en de aanpak daarop af te kunnen stemmen. Je zou dit kunnen samenvatten met het devies: ken uw wijk. Investeren in netwerken met be-woners en locale instanties is hier van groot belang.

Noot 108 Voor meer details verwijzen wij naar de casus Voetbalrellen.

Incidenten zijn niet te voorspellen. Wel kan bepaald worden in welke wijken, of bij welke kwesties, het risico op maatschappelijke onrust groter is.

Uit literatuur en andere bronnen hebben we in dit verband een aantal risico-factoren geïdentificeerd. Schema 6.1 geeft een overzicht.

Schema 6.1 Variabelen die van invloed zijn op het ontstaan en escaleren van incidenten

1 Algemene kenmerken van de wijk/gemeente:

Handhavingslacunes

Polarisatie en maatschappelijke spanningen

Verloederingsgraad

Agressie tegen Gezagsdragers

Kiesgedrag (opvallende veranderingen e.d.)

Stedelijke Vernieuwing (sloop/renovatie/nieuwbouw)

Voorgeschiedenis: zaken, objecten, thema’s die gevoelig liggen in het gebied 2 Pro-actief en preventief beleid stadsdeel / gemeente

sterke kanten van het beleid

zwakke kanten van het beleid / witte vlekken 3 Kenmerken van het incident:

Gewelddadigheid van het incident

Nieuwswaardigheid van het incident, reactie media

Politieke Gevoeligheid van (het thema dat verbonden wordt aan) het incident

Voorgeschiedenis van het incident

Seizoen en Weersomstandigheden

4 Kenmerken van bij het incident betrokken groepen (daders, slachtoffers):

Speciale Slachtoffers: kinderen, BN-ers, politici, leden koninklijk huis

Betrokkenheid Minderheden: etnische/religieuze minderheden, homo’s, asielzoekers etc.

Aanwezigheid Speciale Risico Groepen (voetbalvandalen, Hell’s Angels, radicaliserende groepen etc.)

Aanwezigheid Reltoeristen

Integratiegraad van de betrokken groepen

Organisatiegraad betrokken groepen

Sociale cohesie van de betrokken groepen

5 Aanwezigheid van ‘crisismakelaars’ die een incident vergroten en/of willen benutten voor hun eigen belang:

Burgers en maatschappelijke organisaties

Politici

Gezagsdragers (bestuurder, ambtenaar e.d.)

Media

6 Gevolgen109 van het incident:

Internationale Onrust

Virtuele Onrust (naar aanleiding van het incident)

Positieve Actie van burgers en het maatschappelijke middenveld 7 Risico- en crisismanagement door de lokale overheid:

Alertheid: (gebrek aan) goede netwerken en informatie over de “temperatuur” onder de bevolking

Bestuurlijk leiderschap: (gebrek aan) daadkrachtig bestuurlijk optreden

Communicatie: (gebrek aan) goede risico- en crisiscommunicatie

Noot 109 Soms is overigens niet duidelijk wat oorzaak en gevolg is bij MO. Virtuele en internationale Maatschappelijke Onrust kunnen bijvoorbeeld gevolgen zijn van incidenten die plaatsvinden in Nederland, maar ook de oorzaak vormen van incidenten.

Deze variabelen vormen samen met de 10 oorzaken van Maatschappelijke Onrust, die we in hoofdstuk 3 hebben geïdentificeerd de basis voor een ear-ly warning systeem Maatschappelijke Onrust, dat we verderop in het rapport zullen presenteren (zie bijlage). Deze checklist vormt tevens de kern van de nader te ontwikkelen GLIESMO-procedure110, een soort GRIP-procedure die aangepast wordt voor Maatschappelijke Onrust.

Noot 110 GLIESMO staat voor Geïntegreerde Lokale Incidenten en Emoties Scan Maatschappelijke Onrust.