het niet anders dan een bloote Slang ware: maar indien zy het werktuig des
Verleiders, indien het deeze Vyand des menschlyken geslagts ware, die haar deedt
werken en spreeken, dan is dit verhaal niet meer zo onverklaarbaar als gy zegt.
Want, om kort te gaan, zoudt gy wel kunnen bewyzen, dat de Duivel, bekleed, gelyk
hy is, met een bovennatuurlyk vermogen, de zintuigen der Slange niet op zodanig
eene wyze kon beweegen, dat hy daar uit verstaanbaare klanken haalde?
T E X T .
‘Ik wilde wel eens spreeken met de Slang, dewyl zy zo veel verstands heeft; maar
ik wilde ook wel weeten welke Taal zy sprak. Keizer
JULIANUSvroeg het aan den
grooten Heilige
CYRILLUS, die geen voldoend antwoord op deeze Vraag geeven kon.’
(Quest. de Zapata.)
V E R K L A A R I N G .
Een laffe scherts, zullen ze zeggen, die hier geen weezenlyke Slang erkennen.
Eene vry slegte scherts, zelf tegen die geenen, welke, een weezenlyke Slang
erkennende, gelooven dat zy door den Verleider bewoogen wierdt.
‘Welke Taal zy sprak.’ Dewyl de Verzoeker wilde, dat onze eerste Ouders haar
verstaan zouden, deedt hy haar, ongetwyfeld, hunne Taal spreeken.
was evenwel niet moeilyk. Indien ‘de groote Heilige
CYRILLUS’ het niet aan den
Afgevallenen Keizer gaf, zou de reden daar van niet geweest zyn, om dat hy de
Vraag als onvoegzaam beschouwde?
T E X T .
‘Men kan zich niet wederhouden van lachen, wanneer men eene Slang gemeenzaam
ziet spreeken met
EVA, en God spreekende met de Slang.’ (Exemp. import.)
V E R K L A A R I N G .
‘Men kan zich niet wederhouden van lachen,’ enz. Zy, die hier geen weezenlyke
Slang erkennen, zullen om u lachen, om dat zy u eene tegenwerping zien maaken,
welke hun gevoelen in 't geheel niet raakt. De anderen zullen u zeggen, dat, gesteld
zynde dat de Slang het werktuig van den Duivel was, hier meer stoffe is om te
beeven dan om te lachen.
T E X T .
‘Veele Jooden zelve bloosden 'er over: zy behandelden vervolgens deeze
Inbeeldingen als zinnebeeldige Fabels. Hoe zouden wy naar de letter kunnen
opvatten, 't geen de Jooden als Vertelzels beschouwd hebben?’ (Aldaar.)
V E R K L A A R I N G .
'Er zyn Jooden geweest, wy erkennen het, die deeze gebeurtenis zinnebeeldig
verklaard hebben; doch wy kennen 'er geene, die 'er over ‘gebloosd’ hebben, of ze
beschouwd hebben als ‘Fabels en Vertelzels.’ P
HILOzelve, hoewel hy, in eene plaats
van zyne Werken, daar van een zedelyk Zinnebeeld maake, zegt uitdrukkelyk, dat
men haar niet moet vergelyken met de Fabels der Poeëten.
‘Zouden wy naar de letter kunnen opvatten,’ enz. Wat noemt gy, myn Heer, ‘naar
de letter opvatten?’ Is het, dat men, in dit verhaal, niet dan een bloote Slang erkenne?
of aldaar niet toe te staan eene bovennatuurlyke Kragt, Zinnebeeld, of Leenspreuk?
Niets noodzaakt het dus te verstaan.
Gy wilt het verhaal niet ‘naar de letter opvatten;’ gy geeft de voorkeuze aan het
Zinnebeeld. Gy zegt:
T E X T .
‘Indien wy
PHILO, en veele Kerkvaders, gelooven, is de Slang eene figuurlyke
uitdrukking, die onze verdorvene begeerten zigtbaar schetst. Het gebruik der spraake,
welke de Schriftuur haar toeschryft, is de stemme onzer driften, die tot onze harten
spreekt. God gebruikt het Zinnebeeld van de Slang, 't welk zeer gemeen was door
het geheele Oosten.’ (Homélie sur l'interpret. de l'Ancien Testament.)
V E R K L A A R I N G .
Zie daar u dan een Allegorist geworden: 't zy zo, indien uw Zinnebeeld (Allegorie)
niet zo willekeurig en onbepaald ware. Koom nader aan onze eerste Ouderen,
behoud de groote Waarheden, die hun aangaan, en by welke hun geheele naageslagt
belang heeft, en dan zal de Synagoge uwe Uitlegging kunnen verdraagen.
Maar gy houdt u niet aan deeze Uitlegging; gy verlaat ze welhaast. Gy zegt:
T E X T .
‘Hier is alles natuurlyk. Dit geheele voorval is zo natuurlyk, en zo zeer ontbloot van
allen Zinnebeeld, dat 'er reden gegeeven worde, waarom de Slang zedert dien tyd
kruipe, waarom wy haar altoos zoeken te verpletten, en zy ons te steeken; even
gelyk in de Gedaanteveranderingen verklaard wordt, waarom de Raven zwart zy.’
(Bible enfin expliq.)
V E R K L A A R I N G .
Dus is deeze gebeurtenis Zinnebeeldig, en niet Zinnebeeldig. Men moet ‘haar’ niet
‘naar de letter opvatten;’ en zy is ‘geheel natuurlyk,’ en ‘van allen Zinnebeeld
ontbloot.’ Gy blyft u zelven gelyk, myn Heer!
Laaten wy uwe tegenstrydigheden daar laaten; laaten wy uwe redeneering zien.
In dit verhaal, zegt gy, is alles natuurlyk; derhalven kan men 'er geen Zinnebeeld
toestaan, en men moet daar alles ‘naar de letter’ opvatten. Gelooft gy, myn Heer,
dat deeze wyze van redekavelen zeer beslissende is? Wat is natuurlyker, dan het
verhaal, welk de Profeet
NATHANaan
DAVIDdoet, van dien ryken wreedaart, die het
geliefde schaap des armen mans wegneemt en doodt, om het den gast, hem
overgekomen, voor te zetten? Alles is daar zo natuurlyk, dat
DAVIDzelve daar door
bedroogen wordt. Hy wordt insgelyks bedroogen door het verhaal dier Weduwe,
welke hem om genade verzoekt voor haaren Zoon, dien zy zeide zynen Broeder
gedood te hebben, en welken zyne nabestaanden wilden doen sterven om aan zyne
goederen te koomen. Hoewel alles natuurlyk schyne in een ‘voorval,’ kan het egter
Zinnebeeldig zyn, en waarheden verbergen, welke de letter in 't eerst niet schynt
aan te kondigen.
Wilt gy 'er een voorbeeld van, getrokken uit een Ongewyd' Schryver? Herinner u
In document
Vaderlandsche Letteroefeningen Jaargang 1783 · dbnl
(pagina 96-99)