• No results found

Over meeste leefstijlfactoren en ziekten is veel bekend, nieuw onderzoek niet hoogste prioriteit In de relatie tussen leefstijl en ziekten vonden we, voor de relaties die we verwacht hadden, weinig kennisleemten. Het enige is dat de meeste studies zijn uitgevoerd in de algemene bevolking en we weinig studies vonden onder de werkende bevolking. We gaan er echter van uit dat relaties tussen leefstijl en ziekten in de algemene bevolking niet verschillen van die in de werkzame populatie. Daar waar de onderzoeksresultaten inconsistent zijn, adviseren we geen nieuw onderzoek. Voor zover het relaties betreft die mogelijk vaak voorkomen op de werkvloer en waar interventies op te richten zijn, zou een uitgebreider en systematischer literatuuronderzoek mogelijk meer duidelijkheid kunnen verschaffen. We denken echter dat dit niet de hoogste prioriteit verdient, omdat het hier met name om relaties gaat waarbij het niet bekend is wat oorzaak en wat gevolg is. Dit is wel belangrijk voor nieuwe interventies.

Onderzoek naar drugverslaving en andere verslavingen

De grootste kennisleemten voor leefstijl vonden we op het gebied van drugverslaving en andere verslavingen, zoals gok- en internetverslaving. Omdat het hier een relatief nieuw onderzoeksterrein betreft in de werkende bevolking, waar wel een relatie met een aantal aandoeningen, zoals psychische aandoeningen of KANS te verwachten is, adviseren wij hier meer onderzoek naar te doen. In eerste instantie zou dit onderzoek zich moeten richten op het vóórkomen van verslaving in de werkende bevolking. Wanneer deze verslavingen (in bepaalde groepen) veel voorkomen, zou meer onderzoek naar de gezondheidsgevolgen van verslaving uitgezet kunnen worden en vervolgens naar effectieve interventies op de werkvloer. Nederland is internationaal gezien een interessante regio, omdat het een hoge internetdichtheid heeft en werknemers veel tijd doorbrengen achter hun computer. Het is dan ook van belang inzicht te krijgen in het aantal werknemers dat verslaafd is aan internet en tot welke gezondheidsgevolgen compulsief internetgebruik in de beroepsbevolking kan leiden. Daarnaast zijn voornamelijk Amerikaanse studies verricht naar (compulsief) internetgebruik en deze studies richten zich voornamelijk op disciplinaire maatregelen die worden genomen vanwege ongepast internetgebruik of op pesten.

Ook omgevingsfactoren van belang

Niet alleen leefstijlfactoren en persoonsgebonden factoren zijn van invloed op de gezondheidstoestand van werknemers en op ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en productiviteit, maar ook

omgevingsfactoren. Zo is bijvoorbeeld de sociale omgeving (gezin, maar ook collega’s) ook van belang. De keuze voor gezondheid moet steeds in de context van persoonlijke en

familieomstandigheden worden gezien: mensen zijn niet alleen autonome individuen, maar zijn ingebed in een web van kinderen, partners, ouders, vrienden en collega’s, die veelal onbewust en onbeheersbaar de persoonlijke leefstijl mede vormgeven. Zo maken werknemers ook deel uit van het bedrijf waar ze werken en zijn ze verbonden met hun collega’s. Deze collega’s en de bedrijfscultuur beïnvloeden de werknemer ook en hebben ook invloed op leefstijlfactoren. Om meer inzicht te krijgen in de invloed van leefstijlfactoren op gezondheid en ziekteverzuim van werknemers moeten

leefstijlfactoren dus niet geïsoleerd worden bekeken, maar in samenhang met omgevingsfactoren. Leefstijl en arbeidsrisico’s ook in samenhang bestuderen

In dit onderzoek hebben we gekeken naar leefstijlfactoren en subgroepen. Niet alleen leefstijlfactoren maar ook arbeidsomstandigheden zijn van invloed op ziekte en verzuim van werknemers. Dit is niet altijd uit elkaar te halen en moet ook niet als twee gescheiden determinanten van ziekte en verzuim worden gezien. Sommige leefstijlfactoren interfereren met arbeidsgebonden risico’s. Zo is obesitas bijvoorbeeld de belangrijkste risicofactor voor artrose. Obesitas kan interfereren met de risicofactoren in de arbeidssituatie. Mogelijk is het effect van artrose in de groep werknemers met overgewicht groter dan in de groep werknemers zonder obesitas. Bij vervolgonderzoek zou rekening moeten worden gehouden met leefstijlfactoren en arbeidsrisico’s die elkaar kunnen versterken en zo meer

consequenties kunnen hebben voor ziekte, arbeidsproductiviteit en verzuim van bepaalde groepen werknemers.

Aantal rokende, drinkende, onvoldoende bewegende werknemers per beroepsgroep bekijken In deze literatuurstudie hebben we gekeken naar de leefstijlfactoren in de Nederlandse werkende bevolking als geheel. Om gericht preventieve interventies te kunnen aanbieden, is het van belang om te weten welke beroepsgroepen relatief vaker roken, drinken, onvoldoende bewegen, ongezonder eten of overgewicht hebben. Zo is bijvoorbeeld de werkende populatie als geheel relatief actief vergeleken met de algemene bevolking, maar er zijn wel specifieke bedrijfstakken en beroepsgroepen waarbinnen veel inactiviteit voorkomt. Hierbij valt te denken aan mensen met een kantoorbaan of vertegenwoordigers die een groot deel van hun werktijd in de auto doorbrengen. Het is niet altijd duidelijk of bekend of bij een bepaalde leefstijl vaker een bepaald beroep hoort of dat je bijvoorbeeld door bepaalde beroepen tot een bepaalde leefstijl wordt ‘gedwongen’.

Daarnaast is het ook van belang om na te gaan of ongunstig gedrag vaker voorkomt bij niet-werkenden (werklozen, arbeidsongeschikten). Zo is uit onderzoek gebleken dat met name niet-werkenden relatief vaak inactief zijn of de Nederlandse Norm Gezond Bewegen niet halen. Om deze mensen weer aan het werk te krijgen, kan inzicht in hun ongezonde gedragingen helpen.

Ongezonde leefstijl en verzuim moet verder worden onderzocht

Hoewel we informatie vonden over werknemers met een ongezonde leefstijl, zoals roken en obesitas, en hun verzuim, bleken dit niet veel studies te zijn. Onderwerpen waar juist wel wat meer onderzoek naar is gedaan, zoals lichamelijke activiteit en verzuim, bleken tegenstrijdige resultaten op te leveren. Naar alcoholgebruik en verzuim is nog weinig onderzoek uitgevoerd, zowel internationaal als in Nederland en de studies die zijn uitgevoerd geven tegenstrijdige resultaten. Geen informatie vonden we over druggebruik onder werknemers en verzuim of over compulsief internetgebruik of andere

verslavingen en verzuim. Over het algemeen kunnen we dan ook zeggen dat er weinig onderzoek is gedaan naar de invloed van leefstijlfactoren op verzuim, arbeidsongeschiktheid en productiviteit onder

Nederlandse werknemers. Het is dan ook aan te raden onderzoek naar leefstijlfactoren en verzuim uit te voeren: hoe vaak komt het voor en hoe is de relatie tussen leefstijlfactoren en verzuim. Tevens is het hierbij interessant te onderzoeken of er verschillen zijn tussen verschillende subgroepen en

beroepsgroepen.

Met behulp van de NEA (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden) van TNO, waarin zelfgerapporteerd ziekteverzuim is opgenomen, gekoppeld aan POLS, kan meer inzicht in

leefstijlfactoren en (zelfgerapporteerd) ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid worden verkregen. Daarnaast kan het CBS door koppeling van gegevens over leefstijlfactoren uit de POLS-enquête en gegevens over verzuim uit de NVS een aantal van deze gegevens presenteren. Voor inzicht in leefstijlfactoren en verzuim is het belangrijk dat het CBS dit continueert. Er zijn hierbij echter wel enkele opmerkingen te maken: in de POLS staan niet alle ongunstige leefstijlfactoren, leefstijlgegevens zijn zelfgerapporteerd waardoor een onder- of overschatting van het probleem kan ontstaan en de gegevens uit de NVS dekken niet alle sectoren.

Veel aannames over arbeidsongeschiktheid en leefstijlfactoren, maar weinig bekend In verscheidene artikelen wordt gemeld dat ongunstig gedrag, zoals roken, leidt tot meer

arbeidsongeschiktheid. Echter, als we de resultaten van deze studies nader bestuderen, blijkt dat hier geen onderzoek naar is gedaan. Onderzoek naar leefstijlfactoren en arbeidsongeschiktheid is lastig, omdat soms niet altijd oorzaak en gevolg duidelijk zijn. Om meer inzicht te krijgen in leefstijlfactoren en arbeidsongeschiktheid is het van belang om deze relaties op een goede manier te onderzoeken en met wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen. Ook hier gaat de voorkeur uit naar Nederlands onderzoek. Eventueel kunnen registraties van het UWV hierbij ondersteunen.

Weinig onderzoek naar leefstijlfactoren en arbeidsproductiviteit

We kunnen nergens onderzoek vinden dat is uitgevoerd naar leefstijl en productiviteit van werknemers. Wel vonden we onderzoek naar verminderde productiviteit als gevolg van verzuim: in studies naar arbeidsproductiviteit wordt vaak verondersteld dat als mensen meer verzuimen, ze minder aanwezig zijn op het werk, waardoor hun totale productiviteit lager is dan bij mensen die minder verzuimen. Dit hoeft natuurlijk niet het geval te zijn. Onderzoek naar leefstijlfactoren en productiviteit zou dus moeten worden uitgevoerd. Hierbij zou het helpen als er één geschikte maat zou zijn waarin

arbeidsproductiviteit, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid onder een noemer worden gebracht en er een duidelijke manier is om arbeidsproductiviteit te meten. Het RIVM voert momenteel een

haalbaarheidsstudie uit naar een maat, die aangeeft hoeveel gezonde dan wel productieve tijd er verloren gaat door ongunstige arbeidsomstandigheden, leefstijlfactoren en gerelateerde ziekten. Als uit deze haalbaarheidsstudie blijkt dat het mogelijk is om productiviteitsverlies in één samengestelde effectmaat onder te brengen, dan zou daarna kunnen worden berekend hoeveel productiviteit verloren gaat dan wel gewonnen wordt door verschillende leefstijlfactoren.

Er is wel onderzoek gedaan naar productiviteitsverliezen of kosten en leefstijlfactoren, echter niet voor alle leefstijlfactoren. Indien de juiste gegevens aanwezig zijn, kan dit soort onderzoek redelijk

eenvoudig worden uitgevoerd.

Ziekte leidt tot lagere arbeidsproductiviteit, maar onbekend tot hoeveel

In de huidige studie hebben we gekeken naar verzuim, arbeidsongeschiktheid en arbeidsproductiviteit als gevolg van ongunstig gedrag. Echter, ook ziekte heeft belangrijke economische gevolgen: mensen die ziek zijn, presteren mogelijk minder. Mogelijk komen ze nog wel naar hun werk, maar staat hun functioneren onder druk omdat ze zich belemmerd voelen in hun activiteiten. Daarnaast zitten veel zieke mensen gedurende korte of langere periode thuis. Ten slotte zijn er ook mensen die vanwege hun ziekte en beperkingen arbeidsongeschikt worden verklaard. Ziekte leidt dus vaak tot een lagere arbeidsproductiviteit. Hoeveel lager, is nog niet goed bekend. Dit hangt af van de mate van beperking,

maar daarnaast ook van bijvoorbeeld de mate waarin het werk van zieke medewerkers wordt overgenomen door anderen. Omdat er steeds meer belangstelling ontstaat voor de

welvaartseconomische kant van ziekte en gezondheid verdient het aanbeveling om de gevolgen van ziekte en gezondheid voor de arbeidsproductiviteit goed in kaart te brengen.