6. Aanbevelingen 35
6.1 Aanbevelingen voor het logistieke onderwijs 35
Door dit hele onderzoek is het belang van soft skills betoogd. We concludeerden dat de ontwikkeling van soft skills valt of staat met (1) de bewustwording bij studenten over het belang van soft skills, en (2) de begeleiding vanuit hogescholen en praktijkbegeleiders aangaande diezelfde soft skills. Integraliteit is het toverwoord waardoor bewustwording en soft skills ontwikkeling bereikt kan worden.
Dit behoeft wat uitleg. Nog meer dan nu het geval is moeten de logistiek opleidingen soft en hard skills niet los van elkaar zien maar complementair aan elkaar. Dat wordt uiteraard al gedaan in bijvoorbeeld het projectonderwijs maar dit moet verder verstevigd worden. Een concept als de competentiekaart waarop de ontwikkeling van een student gevolgd kan worden draagt hier aan bij. Tevens kan hierdoor output van vakken en modules weer input vormen voor andere vakken of bijvoorbeeld een stage. Een competentiekaart is tevens in een relatief korte tijd te implementeren en kan dus zorgen voor snelle verbetering logistiek breed. In het Landelijk Platform Logistiek HBO kan door de betreffende hogeschool uitleg worden gegeven. Bij de ontwikkeling van zo’n kaart moet het ook mogelijk worden voor studenten om elkaar onderling te beoordelen op die competenties. Op deze manier ontstaat een vorm van 360-‐graden feedback waarvan we weten dat het effectief is. Echter is zo’n kaart slechts een tool om de bewustwording op gang te brengen. Net zo belangrijk is de begeleiding van docenten. Zij moeten consequent fungeren als een procesbewaker van projectgroepen. Voor de duidelijkheid niet op de inhoud, maar juist op het proces van samenwerken. Door middel van het gesprek met een student aan te gaan moeten studenten aangezet worden tot denken en reflectie op het eigen handelen. Zonder dit inzicht zullen interventies niet effectief zijn.
Aanbevolen wordt om eerder en meer stages op te nemen in het curriculum. Momenteel beperkt zich dat vaak tot één stage-‐ en afstudeerperiode. Door de stage eerder in het curriculum (tweede jaar) te plaatsen snappen studenten eerder dat soft skills belangrijk zijn. Doordat we zagen dat stages daarnaast ook een effectieve manier is om soft skills te ontwikkelen adviseren we ook om meer dan één stageperiode op te nemen in het curriculum. Momenteel worden stage-‐opdrachten alleen gecheckt op cognitief vlak, het is aan te raden om ook de hoeveelheid interpersoonlijke interactie te beoordelen voordat een opdracht goedgekeurd wordt.
In Tabel 8 zijn nog extra aanbevelingen opgenomen welke kunnen leiden tot meer bewustwording bij studenten en effectievere soft skills ontwikkeling.
Tabel 8 Aanbevelingen logistiek opleidingen
Wat Waarom
Projectgroepen samenstelling
bepaald door docenten Het is belangrijk om te voorkomen dat studenten zich als individuen binnen een projectgroep bewegen. Dit lijkt minder het geval te zijn bij door docenten samengestelde projectgroepen.
Geadviseerd wordt om studenten zoveel mogelijk in door docenten samengestelde groepen te
plaatsen. Als studenten meerdere projecten hebben per periode lijkt het verstandig om voor
verschillende projectgroepen dezelfde
samenstelling per periode te hanteren. Dit zal vermoedelijk leiden tot meer conflicten en strubbelingen welke samen met de docenten besproken en aangepakt moeten worden. Continue leerdoelen van
vakken benoemen
Studenten zijn niet bewust bezig met het ontwikkelen van soft skills binnen een projectgroepje. Binnen een projectgroep is het dan ook belangrijk dat de docent blijft benadrukken dat het ontwikkelen van soft skills ook een leerdoel is van een projectgroep. Hier moet gedurende een vak telkens naar gerefereerd worden en ook in onderlinge gesprekken van docenten met projectgroepjes moet dit benadrukt worden.
Aanleren
gespreksmethodieken in plaats van instrumentele vaardigheden
Op het gebied van communicatie is nog een slag te slaan voor het onderwijs. In plaats van te focussen
op instrumentele vaardigheden zoals
sollicitatiegesprekken of telefoonopdrachten zou er
meer aandacht moeten zijn voor
gespreksmethodiek. Met andere woorden, zorg er voor dat studenten in elke situatie een gesprek kunnen voeren in plaats van ze enkel een trucje van telefoontraining of sollicitatiegesprek te leren. Praktijkkant bachelor Het onderwijs moet trachten om samen met het
werkveld opdrachten voor projectgroepen te formuleren en deze ook uitvoeren in de praktijk binnen een organisatie. De opdrachtgever van een opdracht moet zoveel mogelijk een werkgever zijn. EVO en TLN kunnen hun leden hiervoor inzetten door bijvoorbeeld een bedrijvenpool te vormen waaruit hogescholen kunnen putten.
Contact onderwijsinstelling De uitkomsten van dit onderzoek laten zien dat opleidingen de contacten met het werkveld verder moeten aanhalen. Enerzijds om praktijkopdrachten voor projectgroepen te waarborgen. Anderzijds ook omdat er nog steeds veel animositeit lijkt te
heersen tussen het onderwijs en werkveld. Hogescholen moeten verwachtingen die de
hogeschool stelt aan praktijkbegeleiders en hun rol in de begeleiding duidelijk maken. Voor
praktijkbegeleiders is dat nu nog onvoldoende helder. Tevens moet duidelijker worden welke taakverdeling er is tussen het onderwijs en het werkveld (wie is waar verantwoordelijk voor), daarbij moet duidelijk gecommuniceerd worden
dat praktijkbegeleiders een bepaalde
verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot soft skills ontwikkeling. Naast de
informatievoorziening vanuit de hogeschool zijn praktijkbegeleiders in het algemeen relatief ontevreden over de hoeveelheid contact die zij hebben met het onderwijs. Voor het gros van de bedrijven zijn stages de enige contactmoment met het onderwijs.