• No results found

Aanbevelingen voor de overheid en intermediairen

2 / Leereffecten en aanbevelingen

2.2. Aanbevelingen voor de overheid en intermediairen

Maak het huidige ondersteuningsinstrumentarium beter kenbaar en transparanter

Aangezien ondernemingen duidelijk aangeven dat ze geen goed zicht hebben op de beschikbare ondersteuningsinstrumenten van de overheid, is het belangrijk dat dit aanbod beter kenbaar wordt gemaakt. De overheid moet ook meer investeren in de toeleiding tot het huidige instrumentarium (zeker voor “second movers”).

Hiervoor kan bijvoorbeeld nog meer beroep gedaan worden op de aanwezige VLAIO-bedrijfsadviseurs. Het is aangewezen dat deze adviseurs ook voldoende kennis hebben van digitaliseringsprocessen en de nauwe link met de organisatiestructuur en het menselijk kapitaal. Tevens is het belangrijk dat de overheid beter in de verf zet wat al mogelijk is binnen het huidige instrumentarium specifiek voor digitale transformatie (bv. specifieke ESF- financiering en advies rond HR, diversiteit en communicatie binnen de kmo-portefeuille).

Stem het huidige ondersteuningsaanbod beter af op de eigenheid van het digitaliseringsproces Het te volgen traject en de beoogde resultaten binnen het digitaliseringsproces zijn heel moeilijk te voorspellen.

Het is vaak een proces dat organisch groeit waarbij men geen resultatenverbintenis kan voorleggen. Hierdoor komen deze processen moeilijker in aanmerking voor innovatiesteun. Er is vaak ook een procedurele mismatch wanneer de aanvraagprocedure zo lang duurt dat een bedrijf onvoldoende snel vooruitgang kan boeken in het iteratieve en flexibele digitale transformatieproces. Om digitaliseringsprocessen beter te stimuleren, is het bijgevolg belangrijk om bij het aanvragen en toekennen van subsidies ook rekening te houden met de eigenheid van deze processen. Dit impliceert dat men meer vrijheidsgraden toelaat, bijvoorbeeld om dingen uit te testen zonder zich te moeten verbinden aan een tijdsgebonden resultaat. Een verdere vereenvoudiging van de administratie en procedures bij het aanvragen van steun en bij de opvolging van lopende projecten is dan ook sterk aangewezen.

Maak het huidige ondersteuningsinstrumentarium beter beschikbaar voor non-profit organiaties Momenteel kunnen non-profitondernemingen nog geen gebruik maken van verschillende instrumenten in het huidige gamma aan beschikbare ondersteuning. Nochtans zetten deze ondernemingen sterk in op digitalisering (vooral in de zorgsector). Het is dan ook aan te bevelen om hen net zoals andere ondernemingen zo optimaal mogelijk te ondersteunen met het volledige beschikbare instrumentarium (bijvoorbeeld kmo-portefeuille).

Daarnaast staat het nieuwe COOCK-instrument dat gericht is op collectieve kennisopbouw en -verspreiding enkel open voor onderzoeksorganisaties. Dit instrument zou nochtans ook zeer nuttig kunnen zijn voor tal van vzw’s die inzetten op kennisdisseminatie. Bovendien kan de cofinancieringscomponent van het instrument deze organisaties afschrikken (er is een basisfinanciering van 50% die kan oplopen tot 100% afhankelijk van het behalen van KPI’s).

Zij hebben immers vaak beperkte middelen en kunnen geen bedrijven inschakelen (of toch beperkt) om dit mee te financieren.

Bekijk of het instrumentarium rond innovatiesteun beter gekoppeld kan worden aan het instrumentarium rond opleidingen

De huidige opsplitsing in het instrumentarium tussen innovatiesteun en steun voor opleidingen wordt steeds minder logisch in een context van digitale transformatie waarbij beide aspecten nauw verweven zijn. Het is dan ook aan te bevelen om te bekijken of bepaalde instrumenten niet beter aan elkaar worden gekoppeld of beter worden afgestemd op elkaar.

Investeer meer in inspiratiemomenten en structurele kennisdeling

Ondernemingen kennen een zeer grote meerwaarde toe aan inspiratiemomenten en vormen van kennisdeling. We bevelen de overheid aan dit extra te stimuleren door meer in te zetten op individuele en collectieve dienstverleningsvormen voor kennisdiffusie en inspiratie. Nuttige instrumenten die we hiervoor identificeerden zijn bijvoorbeeld de COOCK-projecten en de TETRA-projecten. Men zou digitalisering beter kunnen ondersteunen door het lanceren van gerichte projecten binnen dit topic. We bevelen ook aan om meer middelen te voorzien voor het opstarten van proeftuinen rond digitalisering in verschillende sectoren. Dit kan ondernemingen nog sterker prikkelen om aan de slag te gaan met digitale toepassingen en het biedt ook de nodige experimenteerruimte. De overheid dient ook meer in te zetten op de sensibilisering en disseminatie van best practices en (technologische) kennis naar het Vlaamse bedrijfsleven. Verder kan ook worden bekeken of en hoe initiatieven als Made Different opgeschaald kunnen worden naar nog meer sectoren.

Aangezien het voor ondernemingen – en zeker voor kmo’s – vaak moeilijk is om een geschikte/relevante digitale technologie of systeem te kiezen, is het ook relevant om het huidige technologie-aanbod beter kenbaar te maken en per technologie de voornaamste voor- en nadelen te benoemen. Dit zou het voor ondernemingen aanzienlijk eenvoudiger maken om een geschikte technologie te kiezen. Zo zou een online portaal ondernemingen toelaten om op een laagdrempelige manier nieuwe ontwikkelingen op de voet op te volgen.

84

Neem een voorbeeldfunctie en voortrekkersrol op in de digitale transformatie

De Vlaamse overheid zou een voorbeeldfunctie en voortrekkersrol moeten opnemen in de digitale transformatie.

Zo worden ondernemingen immers sterker gestimuleerd om zelf meer in te zetten op digitalisering. Er werden al belangrijke stappen gezet in dit kader, maar het is duidelijk dat hier een versnelling hoger geschakeld moet worden.

Vooral in de digitalisering van de dienstverlening naar ondernemingen toe is er nog potentieel voor verbetering (bv.

op het vlak van digitale facturatie en digitaal ondertekenen).

Via het overheidsprogramma Innovatieve Overheidsopdrachten (PIO) kan de overheid ook een belangrijke voortrekkersrol spelen door producten en diensten op een innovatieve manier aan te kopen. Via dit programma kan men niet enkel digitalisering versnellen binnen de eigen overheidsdiensten, maar tegelijkertijd ook ondernemingen stimuleren om meer in te zetten op het ontwikkelen van nieuwe innovatieve digitale producten en diensten. Hierbij moet men echter meer aandacht hebben voor kmo’s en startende bedrijven.

Zorg voor een adequaat regelgevend kader met de nodige transparantie en duidelijkheid Digitale transitie leidt tot het ontstaan van nieuwe industrieniches, met nieuwe technologieën en vaak ook nieuwe arbeidsvormen, functies en benaderingen van de eindklant. Deze niches zijn vaak echter slechts beperkt gereguleerd, wat gepaard gaat met veel onzekerheid. Tegelijkertijd kan de huidige regelgeving te beklemmend werken. Het regelgevend kader moet daarom beter afgestemd worden op deze nieuwe niches en industrievormen.

Daarnaast creëert de digitalisering vaak ook nieuwe spanningen op het vlak van privacy en ethiek, zeker met betrekking tot het verzamelen en analyseren van data van werknemers. We bevelen dan ook aan om binnen het wettelijk kader aandacht te schenken aan de mogelijke gevaren die digitalisering met zich meebrengt bij het monitoren, evalueren en zelfs controleren van werknemers.

Tenslotte zou de overheid ook gegevensuitwisseling tussen ondernemingen moeten trachten te stimuleren en faciliteren. Wanneer ondernemingen hun beschikbare data zouden uitwisselen en gezamenlijk analyseren creëert dit immers gigantische opportuniteiten. De Vlaamse overheid moet dan echter kunnen verzekeren dat deze gegevenswisseling vlot en veilig kan verlopen. Dit kan bijvoorbeeld door meer te investeren in cybersecurity en door ook meer te sensibiliseren over het belang van gegevensbescherming en de draagwijdte van de GDPR-richtlijn.

De huidige wetgeving moet bovendien voldoende consistent zijn met internationale wetgeving.

Zet meer in op het standaardiseren van digitale processen en data-uitwisseling

De diversiteit in de onderliggende technologieën van het huidige digitale transformatieproces beperkt de compatibiliteit tussen verschillende systemen (vaak software), platformen, producten en diensten. Dit kan verregaande negatieve consequenties hebben wanneer een onderneming kiest voor een ‘verkeerde’ tool of systeem. Daarom is het belangrijk dat de overheid meer inzet op standaardiseringsprocessen en normeringen die de interoperabiliteit en compatibiliteit zouden bevorderen.

Zorg voor een digitale topinfrastructuur

De toenemende digitalisering stelt steeds hogere eisen aan de Vlaamse digitale infrastructuur, die essentieel is voor de meeste digitale bedrijfsprocessen en internettoepassingen. We constateren echter dat Vlaanderen binnen internationale rankings ter plaatse blijft trappelen en dat de omringende landen Vlaanderen voorbijsteken. Het is dan ook belangrijk om hier voldoende in te investeren. Zo bevelen we aan om te investeren in 5G als infrastructuur van de toekomst.

Investeer meer in de ontwikkeling van digitale vaardigheden

Binnen het digitaliseringsproces van vele ondernemingen is er een grote nood aan goede digitale profielen. Het is dan ook belangrijk om het huidige opleidings- en begeleidingsaanbod verder te herzien en digitale kennis en vaardigheden hierin centraler te plaatsen. Zo moet verder ingezet worden op de digitalisering van het onderwijs en op de ontwikkeling van de digitale vaardigheden van leerkrachten, maar ook op levenslang leren en de verdere uitrol van duaal leren. Zodoende blijven de competenties van werkenden steeds up-to-date zodat ze met de nieuwste technologieën kunnen werken. Werknemers moeten daarom aangemoedigd worden om digitale basisvaardigheden/geletterdheid te ontwikkelen. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het daarbij belangrijk om de kost niet volledig door werkgevers te laten dragen.

Om het onderwijs voldoende te laten aansluiten op de sterk evoluerende arbeidsmarkt is het ook belangrijk dat men voldoende screent op evoluties in (digitale) functievereisten, competenties en beroepen die zich op middellange termijn zullen voordoen in de verschillende Vlaamse sectoren. Het spreekt voor zich dat de overheid dit dient aan te sturen in samenspraak met de sectoren en andere intermediairen.

85

Probeer een ecosysteem te ontwikkelen waarin samenwerking centraal staat

Binnen digitale transformatie is er een sterke nood aan meer samenwerkingen tussen bedrijven, toeleveranciers van externe technologie (bijvoorbeeld software) en kennisinstellingen. Aangezien er echter binnen het huidige Vlaamse kennislandschap nog te beperkt wordt samengewerkt, vindt nieuwe digitale kennis moeilijk zijn weg naar marktcommercialisatie. De overheid kan dit beter stimuleren via een aangepast overheidsbeleid dat deze actoren prikkelt om meer samen te werken. Dit kan bijvoorbeeld via aangepaste KPI’s en convenanten met bepaalde kennisinstellingen. Daarnaast zouden ook meer oproepen gelanceerd kunnen worden die samenwerkingen tussen kennisactoren promoten en digitalisering als bindmiddel hebben (bijvoorbeeld via COOCK-projecten).

Specifiek voor intermediaire organisaties

Maak het aanbod beter kenbaar

Binnen Vlaanderen zijn er tal van intermediaire organisaties die informatie en opleidingen aanbieden rond digitaliseringsprocessen. Het huidige aanbod is echter niet transparant en te fragmentarisch. Bovendien wordt er te weinig doorverwezen naar elkaar. We raden de intermediaire organisaties dan ook sterk aan om hun aanbod niet enkel meer kenbaar en transparanter te maken, maar ook om systematischer naar elkaar door te verwijzen.

Via een digitaal portaal zou het volledige gamma aan opleidingen en (technologische en operationele) kennis kenbaar gemaakt kunnen worden.

Daarnaast is het onduidelijk voor ondernemingen welke diensten kennisinstellingen kunnen aanbieden in het kader van digitalisering. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor sectororganisaties, die een verbindende rol kunnen spelen naar deze kennisinstellingen toe. Als ‘kennismakelaar’ kunnen ze geïnteresseerde bedrijven in contact brengen met kennisinstellingen die relevante technologie kunnen aanbieden.

Zorg voor een gedifferentieerd aanbod

De intermediaire organisaties raden we aan om een gedifferentieerd aanbod te voorzien. Er is immers nood aan zowel een aanbod voor technologische ‘frontrunners’ als voor ‘second movers’. Frontrunners moeten immers vaak grotere risico’s nemen en belangrijke investeringen uitvoeren. Second movers daarentegen vragen eerder andere ondersteuningsvormen, zeker op het vlak van kennisdeling. Ze hebben vaker nood aan inspiratiesessies en kunnen veel leren uit het delen van best practices.

Zorg voor een brede sensibilisering binnen de doelgroep

Digitale transformatie is een zeer complex proces met meerdere facetten. Technologie en innovatie vormen zo maar één kant van het verhaal en binnen digitaliseringprocessen wordt men ook geconfronteerd met parallelle processen (bijvoorbeeld veranderende competenties, nood aan een andere organisatiestructuur en aansturing van werknemers). Het is zeer belangrijk om deze parallelle processen al snel mee op te nemen in het gehele transformatieproces. De intermediaire organisaties worden geacht om hier voldoende over te sensibiliseren en door te verwijzen naar de relevante instanties (bijvoorbeeld met betrekking tot opleidingen en begeleidingen van werknemers, verandercommunicatie, HR-advies, etc.).

Specifiek aan sectororganisaties raden we ook aan om hun doelgroep en leden sterk te sensibiliseren en informeren over nieuwe digitale technologieën via het opzetten van informatiecampagnes en andere vormen van kennisdisseminatie. De verwijzing naar best practices is daarbij bovendien essentieel.

Maak werk van een intensievere onderlinge samenwerking

Zoals al werd benadrukt, vereist digitale transformatie de samenwerking tussen verschillende actoren. Om succesvol digitaal te transformeren is het tevens belangrijk om niet enkel voldoende technologische kennis te hebben, maar ook kennis rond opleidingen en begeleidingstrajecten. Binnen het gefragmenteerde Vlaamse landschap zit deze kennis echter verspreid over verschillende actoren die vaak enkel een mandaat hebben voor één van deze facetten (speerpuntclusters en strategische onderzoekscentra hebben bijvoorbeeld enkel een mandaat voor technologisch onderzoek en disseminatie, maar niet voor competenties en opleidingen). Door de steeds sterkere samenhang tussen innovatie en competenties/opleidingen, bevelen we de betrokken organisaties sterk aan om hier meer rond samen te werken en dit op een structurele manier.

Geef mee vorm aan het competentiebeleid en loopbaanbeleid binnen organisaties

Specifiek voor de sectorfondsen raden we aan om mee vorm te geven aan het competentiebeleid en loopbaanbeleid op ondernemingsniveau. Deze taak maakt in theorie al vaak deel uit van de opgestelde sectorconvenanten, maar doordat de sectorfondsen zoveel extra taken hebben gekregen recentelijk, kreeg deze specifieke taak te weinig focus. Ook in sectoren die geen convenant afsloten, verdient deze thematiek een centrale plaats op de agenda.

86

BIJLAGEN

87

B.1 / Methodologie

We maakten gebruik van een mix van kwalitatieve onderzoeksmethoden om de onderzoeksvragen voor elk luik van de studie te beantwoorden:

Document-analyse

Interviews Case-onderzoek

Workshop

Luik 1: Impact van digitalisering op menselijk