• No results found

Voor het vervolgonderzoek kan worden voortgeborduurd op de bevindingen van dit

onderzoek. Enkele aanbevelingen zijn om de bovengenoemde beperkingen te reduceren. In het geval van nieuw onderzoek is het verstandig om meer interviews af te nemen vanuit verschillende branches. Tevens kan er meer worden gekeken naar de invloed van taal en op welke manier mensen het best werken wanneer zij de taal helemaal niet kennen. Wat zijn de prikkels en stimulansen die mensen krijgen wanneer zij geen woord verstaan van wat er gezegd wordt. De morele plicht is een ander punt wat kan worden bekeken. Er kan worden gekeken naar culturen die behulpzamer worden ervaren dan de Nederlandse, dus waar de morele plicht om een ander te helpen nog hoger ligt. Vervolgens kan worden gekeken naar de aanpassingssnelheid van de arbeidsmigrant of er kan worden gekeken of een arbeidsmigrant in zo’n cultuur per definitie beter presteert. Als laatste punt kan er beter gekeken worden naar de invloed van een buddy. Dit onderzoek heeft gering onderzoek gedaan naar het

buddyprogramma. Vervolgonderzoek zou kunnen kijken wat de daadwerkelijke invloed is en hoe de arbeidsmigrant de aanwezigheid van een buddy ervaart gedurende het

7. Conclusie

Dit onderzoek geeft antwoord op de hoofdvraag: wat is de beste manier om een

arbeidsmigrant te managen om een zo groot mogelijke productiviteit en tevredenheid te bewerkstelligen voor zowel manager als arbeidsmigrant zelf? Er is gebruikt gemaakt van literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek. Er zijn een vijftal interviews afgenomen onder zowel arbeidsmigranten als autochtone werknemers om antwoord te vinden op de hoofdvraag. De resultaten van het onderzoek hebben uitgewezen dat de rol van taal cruciaal is, wanneer we kijken naar de performance van de arbeidsmigrant. Het verschil tussen de moedertaal van de arbeidsmigrant en taal in het nieuwe land kan ervoor zorgen dat er miscommunicatie ontstaat. De arbeidsmigrant weet niet wat er van hem verwacht wordt en kan zichzelf slecht uiten door de taalbarrière. Tevens leidt de taalbarrière tot gebrek aan creativiteit, waardoor de werknemer zijn potentieel niet kan benutten.

De directe Nederlandse benadering en het gebrek aan een duidelijke hiërarchie kunnen de aanpassing van de arbeidsmigrant bemoeilijken. In veel culturen heerst er een duidelijke hiërarchie, waarbij de werknemer duidelijk ondergeschikt is aan de leidinggevende. De werknemer kan hierdoor moeilijker initiatieven aan de leidinggevende aanreiken of kritiek op hem uiten. Dit is in tegenstelling tot de Nederlandse benadering, waarbij men bijna alles tegen elkaar kan zeggen zonder strekkende gevolgen. De arbeidsmigrant is dit niet gewend en kan hieronder lijden doordat hij zelf niets tot weinig zal zeggen tegen de leidinggevende, maar wel de kritiek kan ontvangen van de leidinggevende. Dit kan uiteindelijk leiden tot scheve verhoudingen op de werkvloer.

Wanneer we kijken naar manieren om het best een arbeidsmigrant te laten presteren is het essentieel dat de arbeidsmigrant sturing krijgt. Het toewijzen van een buddy die de

arbeidsmigrant wegwijs maakt en de arbeidsmigrant laat kennis maken met de normen, waarden en cultuur draagt hieraan bij.

Uit dit kwalitatieve onderzoek kan geconcludeerd worden dat de beste manier om een

arbeidsmigrant te managen afhankelijk is van verschillende factoren. Een bedrijf moet zorgen voor een zo klein mogelijke taalbarrière. Hiervoor kan worden gezorgd door het geven van taalcursussen of het instrueren in de moedertaal van de arbeidsmigrant. Tevens moet de

arbeidsmigrant bekend zijn met de Nederlandse cultuur inclusief onze soepele hiërarchie en onze vrije benadering. Het toepassen van een buddysysteem kan hiervoor zorgen. Het managen van een arbeidsmigrant behoeft extra aandacht ten opzichte van een autochtone werknemer. Dit is gevolg van de aanpassing op zowel cultureel gebied als het gebied van taal.

! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !

Literatuurlijst !

Allard, L. A. C. (1996). Managing globe-trotting expats. Management Review, 85(5), 38. Arbeidsmigratie belangrijkste immigratiestroom (2012). Geraadpleegd op 10 mei 2018, afkomstig van https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2012/04/arbeidsmigratie-belangrijkste- immigratiestroom

Attanasio, O. P., & Browning, M. (1993). Consumption over the Life Cycle and over the Business Cycle (No. w4453). National Bureau of Economic Research.

Becker, B. E., Huselid, M. A., Becker, B. E., & Huselid, M. A. (1998). High performance work systems and firm performance: A synthesis of research and managerial implications. In Research in personnel and human resource management.

Black, J. S., & Gregersen, H. B. (1999). The right way to manage expats. Harvard business review, 77(2), 52-59.

Black, J. S., Mendenhall, M., & Oddou, G. (1991). Toward a comprehensive model of international adjustment: An integration of multiple theoretical perspectives. Academy of management review, 16(2), 291-317.

Boer, R. (2007). Arbeidsmigratie in Nederland. Een vergelijking tussen de gastarbeider en de huidige arbeidsmigrant (Master's thesis).

Bonache, J., & Brewster, C. (2001). Knowledge transfer and the management of expatriation. Thunderbird international business review, 43(1), 145-168.

Centraal Bureau voor de Statistiek (2016). Standaard onderwijsindeling.

Caligiuri, P., Phillips, J., Lazarova, M., Tarique, I., & Burgi, P. (2001). The theory of met expectations applied to expatriate adjustment: The role of crosscultural training. International Journal of Human Resource Management, 12(3), 357-372.

Engbersen, G., van de Pol, S., Burgers, J., Snel, E., Ilies, M., van der Meij, R., & Rusinovic, K. (2012). Poolse arbeidsmigranten in het Westland.

Freire, P., & Macedo, D. (1995). A dialogue: Culture, language, and race. Harvard Educational Review, 65(3), 377-403.

Goudswaard, K. P. (2009). Inspelen op vergrijzing. AE Consultancy, 8.

Groenendijk, C. V. (1979). Van gastarbeider tot medeburger. Beleid en Maatschappij, 6(2), 52-63.

Gundling, E. (1999). How to communicate globally. Training & Development, 53(6), 28-32. Guy, B. S. (1996). Managing the effects of culture shock and sojourner adjustment on the expatriate industrial sales force. Industrial Marketing Management, 25(5), 385-393. Grinblatt, M., & Keloharju, M. (2001). How distance, language, and culture influence stockholdings and trades. The Journal of Finance, 56(3), 1053-1073.

Gatti, E. (2009). Defining the Expat: the case of high-skilled migrants in Brussels. Brussels Studies. La revue scientifique électronique pour les recherches sur Bruxelles/Het elektronisch wetenschappelijk tijdschrift voor onderzoek over Brussel/The e-journal for academic research on Brussels.

Hanton, S., & Connaughton, D. (2002). Perceived control of anxiety and its relationship to self-confidence and performance. Research quarterly for exercise and sport, 73(1), 87-97. Henson, R. A. (1988). Maurice Ravel's illness: a tragedy of lost creativity. British medical journal (Clinical research ed.), 296(6636), 1585.

Hill, G. W. (1982). Group versus individual performance: Are N+ 1 heads better than one? Psychological bulletin, 91(3), 517.

Hodgson, L. K., & Wertheim, E. H. (2007). Does good emotion management aid forgiving? Multiple dimensions of empathy, emotion management and forgiveness of self and

others. Journal of Social and Personal Relationships, 24(6), 931-949.

Hoeksma, J. (2009). Voorbij federatie en confederatie: de EU als unie van burgers en lidstaten. Internationale Spectator, 63(2), 83-86.

Hofstede, G. (1984). Cultural dimensions in management and planning. Asia Pacific journal of management, 1(2), 81-99.

Hwang, S. J., Quast, L. N., Center, B. A., Chung, C. T. N., Hahn, H. J., & Wohkittel, J. (2015). The impact of leadership behaviours on leaders’ perceived job performance across cultures: Comparing the role of charismatic, directive, participative, and supportive leadership behaviours in the US and four Confucian Asian countries. Human Resource Development International, 18(3), 259-277.

Julen, J. (2017) Gelijk loon voor gelijk werken in Europa? Niet echt. Geraadpleegd op 15 juni 2018, afkomstig van https://www.trouw.nl/home/gelijk-loon-voor-gelijk-werk-in-europa-niet- echt~aaba7263/

Kist, R. (2015) Nederlanders zijn te lomp en te direct. Hoe ben jij op zakenreis? Geraadpleegd op 10 mei 2018, afkomstig van https://www.nrc.nl/nieuws/2015/02/02/rare-jongens-die- hollanders-a1498010

Kraimer, M. L., Wayne, S. J., & Jaworski, R. A. A. (2001). Sources of support and expatriate performance: The mediating role of expatriate adjustment. Personnel Psychology, 54(1), 71- 99.

Kremer, M. (2013). Vreemden in de verzorgingsstaat. Hoe arbeidsmigratie e en sociale zekerheid te combineren. Den Haag: Boom/Lemma.

Krell, R. K., Pedigo, L. P., & Babcock, B. A. (2003). Comparison of estimated costs and benefits of site-specific versus uniform management for the bean leaf beetle in

Kruijf, R. Langenberg H. (2017) Vergrijzing en de Nederlandse economie. Den Haag: Centraal Bureau Statistiek (CBS)

Lintsen, H. W., Veraart, F. C. A., Smits, J. P. H., & Grin, J. (2018). De kwetsbare welvaart van Nederland, 1850-2050: naar een circulaire economie.

Meer personen uit Oost-Europa aan het werk in Nederland (2017). Geraadpleegd op 20 april 2018, afkomstig van https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/05/meer-personen-uit-oost- europa-aan-het-werk-in-nederland

Nicolaas, H. (2011). Ruim helft Poolse immigranten vertrekt weer. Bevolkingstrends, 1e kwartaal 2011, 32-36.

Oberg, K. (1960). Cultural shock: Adjustment to new cultural environments. Practical anthropology, 7(4), 177-182.

Ooijevaar, J., & Verkooijen, L. (2015). Expat, wanneer ben je het? Een afbakening van in het buitenland geboren werknemers op basis van loon. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Qang, S. J., Quast, L. N., Center, B. A., Chung, C. T. N., Hahn, H. J., & Wohkittel, J. (2015). The impact of leadership behaviours on leaders’ perceived job performance across cultures: Comparing the role of charismatic, directive, participative, and supportive leadership behaviours in the US and four Confucian Asian countries. Human Resource Development International, 18(3), 259-277.

Rodrik, D. (2003). In search of prosperity: Analytic narratives on economic growth. Princeton University Press.

Schein, E. H. (1996). Culture: The missing concept in organization studies. Administrative science quarterly, 229-240.

Schreiner, N. (2007). Nou, tabee dan-nieuwe relatievormen voor expats. Gids voor Personeelsmanagement.

Siemer, M., Mauss, I., & Gross, J. J. (2007). Same situation--different emotions: how appraisals shape our emotions. Emotion, 7(3), 592.

Ten Have, C. Cultuurshock op de werkvloer. Geraadpleegd op 15 mei 2018, afkomstig van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/cultuurshock-op-de-werkvloer~bdaad3aa/ Toh, S. M., & DeNisi, A. S. (2005). A local perspective to expatriate success. The Academy of Management Executive, 19(1), 132-146.

Van Daal, A., & ’s-Gravenhage, B. (2006). Bru Xpats. Het onthaal, het verblijf en de positie van expatrianten in Brussel. Brussel-‘s Gravenhage, ongepubliceerde studie.

Van de Grift, M. (2009). Pensioenaanspraken en vergrijzing. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Van der Knaap, D. M. (2017). Expat life: experiences of expats living in the Netherlands (Master's thesis).

Vlaeminck, H. (2010). De dans van de taal in het sociaal werk. Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 19(4), 63-81.

Ward, C., Furnham, A., & Bochner, S. (2005). The psychology of culture shock. Routledge. Wilcox, C., Sigelman, L., & Cook, E. (1989). Some like it hot: Individual differences in responses to group feeling thermometers. Public Opinion Quarterly, 53(2), 246-257. Wolf, S. (2012). Poolse arbeidsmigranten in Nederland en hun behoefte aan informatie en hulp