• No results found

Deze laatste paragraaf gaat in op enkele aanbevelingen voor vervolgonderzoek. De eerste aanbeveling betreft herhalen van het onderzoek, waarbij de beperkingen besproken in paragraaf 5.2 worden meegenomen. Door de disclosure index te laten valideren door meerdere experts, andere coderingsregels en het meten van de variabelen op een andere manier kan leiden tot een andere uitkomsten van het onderzoek. Daarnaast kan het onderzoek over een aantal jaren herhaald worden. Hierdoor kan er inzicht worden verkregen in de ontwikkeling van de kwaliteit van risicoverslaggeving en of de invloed van de kwaliteit van de audit committee veranderd. Verder kan er onderzoek worden gedaan naar andere factoren die mogelijk van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van risicoverslaggeving. Zo kan bijvoorbeeld onderzocht worden wat de invloed is van de kwaliteit van de raad van commissarissen op de kwaliteit van risicoverslaggeving. Daarnaast zal het onderzoek kunnen worden uitgevoerd bij een andere sector. Op deze manier kunnen er vergelijkingen worden

gemaakt of er in bepaalde sectoren een sterkere of minder sterke invloed van de audit committee aanwezig is.

Referenties

Abott, L.J., Parker, S., Peters.G.F. (2002). Audit committee characteristics and financial misstatements: A study of the efficacy of certain Blue Ribbon Committee

Recommendations. SSRN working paper. Online verkijgbaar via http://ssrn.com/abstract=319125

Abbott, L. J.,. Parker, S., Peters., G.F. (2004). Audit committee characteristics and restatements. Auditing: A Journal of Practice en Theory 23: 69–88

Abraham, S. en Cox, P. (2007). Analyzing the determinants of narrative risk information in UK FTSE 100 annual reports. British Accounting Review 39: 227 – 48

Aedes en De Munnik (2010). Risicomanagement Uitdaging voor maatschappelijke

ondernemingen, mei 2010. Verkregen via http://www.aedes.nl/binaries/ downloads/risicomanagement/ 20111230-aedes-uitgave-risicomanagement.pdf

Aedes vereninging van woningcorporaties en de Verening van Toezichthouders in Woningcorporaties. Governancecode woningcorporaties 2011

Ahmen K., Courtis, J.K. (1999). Association between corporate characteristics and disclosure levels in annual reports: A meta analysis. British Accounting Review 31: 36 – 61 Aven, T., Renn, O. (2009). On risk defined as an event where the outcome is uncertain.

Journal of Risk Research 12: 1 – 11

Baker, H.E. III and Kare, D.D. (1992), Relationship between annual report readability and corporate financial performance. Management Research News 15: 1 – 4

Bastiani, G., Eije von, H., Gispen, H., Hoefman, J., Weisz, R. (2004). Waardecreatie bij de verkoop van woning door corporaties. Maandblad voor accountancy en

bedrijfseconomie 9: 398 – 403

Beasley, M.S. (1996). An empirical analysis of the relation between the board of director compostition and Financial statement fraud. The Accounting Review 71: 443 – 465 Beasley, M.S., Clune, R. Hermanson, D.R. (2005). Enterprise risk management: An empirical

analysis of factors associated with the extent of implementation. Journal of Accounting and Public Policy 24: 521 - 531

Beattie, V., MCInnes, B., Fearnley, S. (2004). A methodology for analysing and evaluating narratives in annual reports: a comprehensive descriptive profile and metrics for disclosure quality attributes. Accounting forum 28: 205 – 236

Beretta, S., Bozzalon, S. (2004). A framework for the analysis of firm risk communication. International Journal of Accounting 39: 265 – 288

Beretta, S.E., Bozzolan, S., (2008). Quality versus quantity: The case of forward-looking disclosure. Journal of accounting, auditing en finance 23: 333 – 375

Bogt, H.J. ter. (2005). Financieel management bij woningcorporaties: van boekhouding naar beleid. Maandblad voor accountancy en bedrijfseconomie 3: 60 -69

Burke, F.M., Guy D.M., Tatum, K.W. (2008). Audit Committees: A guide for directors, management, and consultants. Vijfde editie. Chicago. Wolters Kluwer Business. Carcello, J.V., Hollingsworth, C.W., Neal, T.L. (2006). Audit Commissie Financial Experts:

A Closer Examination Using Firm Designations. Accounting Horizons 20: 351 – 373 Carcello, J.V., Neal, T.L. (2000). Audit Commissie composition and Auditor Reporting. The

Accounting Review 75: 453 – 467

Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (COSO) (2004). Enterprise risk management integrated framework. New York: American Institute of Certified Public Accountants

Courtis, J.K. (1995). Readability of annual reports: western versus Asian evidence. Accounting, Auditing en Accountability Journal 8: 4 – 17

Courtis, J.K. (2004). Corporate report obfuscation: artefact or phenomenon? The British Accounting Review 36: 291 – 312

Dassen, R.J.M., Maijoor, S.J., Eallage, Ph. (2002). Control en Assurance. Reed Business Information, ’s-Gravenhage

De Groot, J. (2008). Accounting for risks. Controllers Magazine 12: 28 - 31

DeZoort, F.T., Hermanson, D.R., Archambeault, D.S., Reed S.A. (2002). Audit committee effectiveness: A synthesis of the emperical audit committee literature. Journal of Accounting Literature 21: 38 – 76

Dobler, M., Lajili, K., Zéghal, D. (2011). Attributes of corporate risk disclosure: An international investigation in the manufacturing sector. Journal of International Accounting Research 10: 1 – 22

Field, A. (2009). Discovering Statistics Using IBM SPSS Statistics. Sage Publication: Londen Gruis, V.H. (2003). Beter inzicht met de bedrijfswaarde. Een alternatieve balans voor

woningcorporaties. Maandblad voor accountancy en bedrijfseconomie 10: 430 – 437 Healy, P.M., Palepu, K.G. (2001). Information asymmetry, corporate disclosure, and the

capital markets: A review of the emperical disclosure literature. Journal of Accounting en Economics 31: 405 – 440

Hoitash, U., Hoitash, R., Bédard, J.C. (2009). Corporate Governance and Internal Controlover Financial Reporting: A comparison of regulatory regimes. The Accounting Review 84: 839 - 867

Hopkins, P.E. (1996). The effect of Financial statement classification of hybrid financial instruments of Financial analysts stock price judgments. Journal of Accounting Research 34: 33 – 50

Jones, M.J. (1988). A longitudinal study of the readability of the chairman’s narratives in the corporate reports of a UK company. Accounting and Business Research 18: 297 – 305 Jones, M.J. and Shoemaker, P.A. (1994). Accounting narratives: a review of empirical studies

of content and readability. Journal of Accounting Literature 13: 142 – 84

King, R.R. (1996). Reputation formation for reliable reporting: An experimental investigation. Accounting Review 71: 375 – 396

Klein, A (2002). Economic determinants of audit committee indepence. Accounting Review 77: 435 – 452

Klein, A. (2002). Audit committee, board of director characteristics, and earnings management. Journal of Accounting & Economics 33: 375 - 400

Kloman, F.H. (1992). Rethinking risk management. The Geneva Papers on Risk and Insurance 17: 299 - 313

Krishnan J., (2005). Audit committee quality and internal control: an empirical analysis. The Accounting Review 80: 649 – 675

Lang, M., Lundholm, R. (1993). Cross-sectional determinants of analyst ratings of corporate disclosures. Journal of Accounting Research 31: 246 – 271

Linsley, P.M., Lawrence, M.J. (2007). Risk reporting by the largest UK companies:

readability and lack of obfuscation. Accounting, Auditing en Accountability Journal 20: 620 – 627

Linsley, P.M., Shrives, P.J. (2006). Risk reporting: a study of risk disclosures in the annual reports of U.K. companies. British Accounting Review 38: 387 – 404

Lupton, D. (1991). Risk. Routledge London

Marston, C.L., Shrives, P.J. (1991). The use of disclosure indices in accounting research: A review article. British Accounting Review 23: 195 – 210

Meijer, J.W.M.K. (2003). Verslaggeving over risico’s. Maandblad accountancy en bedrijfseconomie 3: 109 – 118

Mertens G.M.H., Blij, I.H.C. (2008). Inzicht in onzekerheid. Onderzoek naar de

risicoparagrafen in de jaarverslagen 2007 van beursfondsen. In opdracht van Koninklijk NIVRA en Eumedion gepubliceerd door: Shareholder Support

Power, M. (2009). The risk management of nothing. Accounting, Organizations en Society 34: 849 – 855

Raffournier, B. 1995. The determinants of voluntary financial disclosure by Swiss listed companies. The European Accounting Review 4(2): 261-280.

Rainsbury, E.A., Bradbury, M., Chain, S.F. (2009). The impact of audit committee quality on Financial reporting quality and audit fees. Journal of Contemporary Accounting en Economics 5: 20 -33

Roth, J., Espersen, D. (2002). Categorizing risk. Internal Auditor 59: 57 - 60

Schwarz, C.A., Steins Bisschop, B.T.M. (2004). Transparantie en de corporate governance discussie: Accounting 108: 2 – 5

Smith, M. and Taffler, R. (1995). The Incremental effect of narrative accounting information in corporate annual reports. Journal of Business Finance and Accounting 22: 195 - 210, Xie, B., Davidson, W., DaDalt, P. (2003). Earnings management and Corporate Governance:

The Role of the Board and Audit Committee. Journal of Corporate Finance 9: 295 – 316

Bijlagen

Bijlage 1: Disclosure index Bijlage 2: Coderingsprocedure Bijlage 3: Interviewschema

Bijlage 1

Deze bijlage geeft de disclosure index schematisch weer. De wijze waarop de disclosure index tot stand is gekomen wordt beschreven in paragraaf 2.2.5.

Uitkomst Weging

Algemeen

1. Wordt de corporate governance code genoemd in het jaarverslag? Ja/Nee 1/0 2. Wordt de risk appetite voor de gehele organisatie beschreven? Ja/Nee 1/0

Risicoprofiel

3. Wordt het huurdervingsrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 4. Wordt het risico m.b.t de verkoop van vastgoed benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 5. Wordt het projectrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 6. Wordt het personeelsrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 7. Wordt het maatschappelijk risico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 8. Wordt het risico m.b.t. veranderende wet- en regelgeving benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0

Risicoprofiel met betrekking tot de financiële risico’s

9. Wordt het treasury risico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 10. Wordt het prijsrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 11. Wordt het kredietrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 12. Wordt het liquiditeitsrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 13. Wordt het kasstroomrisico benoemd? Ja/Nee 1/0 a. Wordt de impact van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0 b. Wordt de risk response van dit risico beschreven? Ja/Nee 1/0

Beschrijving risicomanagementsysteem

14. Wordt de opzet en werking van het systeem voor risicobeheersing beschreven?

Ja/Nee 1/0

15. Wordt er in het jaarverslag opgenomen wie verantwoordelijk is voor het risicomanagementsysteem?

Ja/Nee 1/0

Bijlage 2

Coderingsprocedure indexanalyse

1. Vaststellen of de governance code wordt benoemd in het jaarverslag. Zoeken op de termen:

governance code/ governance

2. In de inhoudsopgave wordt er gezocht naar de risicoparaaf op de termen: risicoparagraaf,

risico verantwoording.

In de risicoparagraaf wordt er vastgesteld of de volgende risico’s worden benoemd:

o huurdervingsrisico;

o risico m.b.t verkoop van vastgoed;

o projectrisico;

o personeelsrisico;

o maatschappelijk risico;

o risico m.b.t. veranderende wet- en regelgeving;

o treasury risico;

o prijsrisico;

o kredietrisico;

o liquiditeitsrisico;

o kasstroomrisico.

Vervolgens wordt er per risico vastgesteld of de impact van het risico en de risk response wordt beschreven. Onder de impact van het risico wordt verstaan: worden de gevolgen van het desbetreffende risico beschreven. Onder de risk response wordt verstaan: worden er één of meer beheersmaatregelen vermeld om het desbetreffende risico te beheersen.

Bij het ontbreken van een risicoparagraaf verwijs ik naar stap zes.

3. Er wordt vastgesteld of de risk appetite voor de gehele organisatie is vastgesteld. Onder risk

appetite wordt verstaan: wordt er beschreven of de organisatie het desbetreffende risico wil accepteren of het nodig acht beheersmaatregelen te treffen.

4. Opzet en werking risicomanagementsysteem: vaststellen of er gesproken wordt of in het

jaarverslag expliciet wordt vermeld of er een risicomanagementsysteem aanwezig is.

5. Verantwoordelijke risicomanagement: er wordt vastgesteld of er één of meerdere personen

expliciet zijn aangewezen als verantwoordelijke voor het risicomanagementsysteem.

6. De laatste stap van het coderingsproces wordt uitgevoerd bij het ontbreken van een

risicoparagraaf en om er zeker van te zijn dat alle risico’s in het jaarverslag zijn belicht, wordt er gezocht op de termen: risico, risicomanagement, risicobeheersing, risk appetite,

Bijlage 3

Interviewschema Naam: Datum: Tijd: Locatie: Functie: Algemeen

1. Hoe belangrijk vindt u risicoverslaggeving bij woningcorporaties?

2. Als eerste element van de index analyse wordt gevraagd of er in jaarverslagen de corporate

governance code wordt vermeld en of er wordt aangegeven hoe deze governance code wordt ingevuld. Hoe belangrijk vindt u de deze vermeldingen in het jaarverslag?

Risicoprofiel

3. Gebaseerd op voorgaande onderzoeken zijn er in de disclosure index een aantal voornaamste

risico’s genoemd. Welke risico’s ziet u als voornaamste risico’s bij woningcorporaties?

4. Op welke manier zou het beste over risico’s gerapporteerd kunnen worden?

5. Op basis van de literatuur is als element in de index opgenomen dat de risk appetite, de impact

en de risk response opgenomen dient te worden? Vindt u dat dit alleen bij de voornaamste risico’s plaats moet vinden of voor alle risico’s? Hoe belangrijk vindt u het opnemen van deze elementen in het jaarverslag?

6. In de wetgeving wordt expliciet aandacht besteed aan financiële risico’s en de bijbehorende

beheersingsmaatregelen. Hoe belangrijk vindt u het opnemen van deze informatie in het jaarverslag? Bent u van mening dat er aan financiële risico’s meer aandacht besteed moet worden?

Beschrijving risicomanagementsysteem

7. In de corporate governance code wordt vermeld dat het bestuur in het jaarverslag inzicht dient

te geven in de interne risicobeheersing en controlesystemen en de werking hiervan? Denkt u dat de werking van de interne risicobeheersing en controlesystemen toereikend zijn bij

woningcorporaties? Welke punten kunnen volgens u verbeterd worden? Aan welke elementen van het risicomanagementsysteem zou meer aandacht besteed moeten worden?

8. Hoe belangrijk vind u het opnemen van een beschrijving van risicomanagementsysteem in het

jaarverslag? In control verklaring

9. Tot slot komt in de literatuur naar voren dat de in-control verklaring een element is van

risicoverslaggeving. In de wet- en regelgeving en de governance code wordt de in-control verklaring niet als verplicht gesteld. Hoe belangrijk vindt u de in-control verklaring bij woningcorporaties? En vindt u dat het verstrekken van een in-control verklaring verplicht gesteld moet worden?

Index analyse

10. Vindt u de disclosure index die op deze manier is opgesteld een betrouwbaar meetinstrument voor de kwaliteit van risicoverslaggeving?

11. Bevat de disclosure index alle elementen die volgens u belangrijk zijn voor het meten van de kwaliteit van risicoverslaggeving? Heeft u aanbevelingen om de disclosure index te

Bijlage 4

Deze bijlage geeft inzicht in de geselecteerde woningcorporaties, welke worden gehanteerd in dit onderzoek.

Selectie 1 Selectie 2

1. Almelose Woningstichting Beter Wonen 2. Bouwvereniging Ons Huis

3. Christelijke Woningstichting De Goede Woning 4. Groen Wonen Vlist

5. Maaskant Wonen 6. Mercatus 7. Patrimonium woonstichting 8. Regionale Woningbouwvereniging Samenwerking 9. Rhenense Woningstichting 10. Rondom Wonen 11. Sité Woondiensten 12. Stadgenoot 13. Stichting Zayaz 14. Stichting Actium 15. Stichting Clavis 16. Stichting De Woonmaat 17. Stichting Dudok Wonen 18. Stichting Goed Wonen 19. Stichting Kleurrijk Wonen 20. Stichting Laurens Wonen 21. Stichting Maasdelta Groep 22. Stichting Parteon

23. Stichting QuaWonen 24. Stichting Tablis Wonen

25. Stichting Uithuizer Woningbouw 26. Stichting WBO Wonen

27. Stichting Waardwonen 28. Stichting Weller Wonen

29. Stichting Wonen Midden-Drenthe 30. Stichting Woningbeheer Betuwe 31. Stichting Woningbouw Achtkarspelen 32. Stichting Woondiensten Aarwoude 33. Stichting Woonpalet Zeewolde 34. Stichting Woonplus Schiedam 35. Stichting Woonveste

36. Stichting Woonvisie 37. Stichting Wormerwonen 38. Stichting Ymere 39. Stichting WoCom

40. TIWOS, Tilburgse Woonstichting 41. Vallei Wonen

42. Viveste

43. Wonen Wijdemeren

44. Woningbouwstichting De Gemeenschap 45. Woningbouwvereniging Anna Paulowna

1. BrabantWonen

2. Christelijke Woningstichting De Goede Woning 3. Elan Wonen 4. Noordwijkse Woningstichting 5. Oosterpoort Wooncombinatie 6. Regionale Woningbouwvereniging Samenwerking 7. Staedion 8. Standvast Wonen 9. Stichting Zayaz 10. Stichting Actium

11. Stichting De Seyster Veste

12. Stichting De Woonschakel Westfriesland 13. Stichting HW Wonen

14. Stichting Habion

15. Stichting Jongeren Huisvesting Twente 16. Stichting Mooiland

17. Stichting Nijestee 18. Parteon

19. Stichting Portaal

20. Stichting SIB Woonservice 21. Stichting Stadlander

22. Stichting Studenten Huisvesting 23. Stichting TBV

24. Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie

25. Stichting Woningbedrijf Velsen 26. Rentree

27. Stichting Woonbedrijf Ieder1 28. Stichting Woonborg

29. Stichting Woonmaatschappij ZO Wonen 30. Stichting Woonpunt

31. Stichting Woonstede

32. TIWOS, Tilburgse Woonstichting 33. Veenendaalse Woningstichting 34. Stichting Welbions

35. Wonen Noordwest Friesland

36. Woningbouwvereniging Nieuw-Lekkerland 37. Woningbouwvereniging Patrimonium 38. Woningbouwvereniging de Kombinatie 39. Woningcorporatie De Woningbouw 40. Woningstichting Barneveld 41. Woningstichting De Woonplaats 42. Woningstichting Eigen Haard 43. Woningstichting Haag Wonen 44. Woningstichting SWZ

46. Woningbouwvereniging Compaen 47. Woningbouwvereniging Heerjansdam 48. Woningbouwvereniging Laren 49. Woningbouwvereniging Lopik 50. Woningbouwvereniging Nieuw-Lekkerland 51. Woningbouwvereniging Reeuwijk

52. Woningstichting Aert Swaens 53. Woningstichting Den Helder 54. Woningstichting Dinxperlo 55. Woningstichting Eigen Haard 56. Woningstichting Kessel

57. Woningstichting Openbaar Belang 58. Woningstichting Putten

59. Woningstichting SWZ

60. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen 61. Woningstichting Vaals

62. Woningstichting Volksbelang 63. Woningstichting Woensdrecht 64. Wooncorporatie Kennemerhave 65. Woongoed Zeeuws-Vlaanderen 66. Woonstichting Groninger Huis 67. Woonstichting Leystromen 68. Woonstichting VechtHorst 69. Zeeuwland 70. L’escaut woonservice 45. Woningstichting Stek 46. Woningstichting de Wieren 47. Woningvereniging Nederweert 48. Woongoed Zeeuws-Vlaanderen 49. Woonpartners Midden-Holland 50. Woonstichting Centrada 51. Woonstichting Leystromen 52. De Woonstichting