• No results found

Aanbevelingen aan de SED organisatie

In document Al doende leert men (pagina 64-67)

In dit hoofdstuk wordt advies gegeven aan de SED organisatie. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de aanbevelingen op basis van het onderzoek en advies gebaseerd op overige zaken die in deze rapportage ter sprake zijn gekomen.

6.1.1. Aanbevelingen op basis van het onderzoek

Uit het onderzoek zijn drie effectieve laaggeletterdheidprogramma’s gekomen waarbij kan worden aangetoond dat de inzet van de interventie daadwerkelijk de oorzaak van het effect is. Bij het opstellen van het laaggeletterdheidbeleid van de SED organisatie wordt dan ook aanbevolen deze interventies in te passen. Daarnaast is er één interventie waarbij niet kon worden aangetoond dat deze de enige oorzaak is van het bijbehorende effect, maar wel past bij de situatie van de SED-gemeenten.

 Draagvlak creëren voor een één jaar durende PR-campagne

De SED organisatie wordt geadviseerd om draagvlak te creëren voor een één jaar durende PR-campagne over laaggeletterdheid. Dit is nodig omdat het geld voor de promotiecampagne uit de drie individuele gemeenten beschikbaar gesteld dient te worden. De inzet van de bewustwordingsinterventie leidt tot meer kennis over laaggeletterdheid, een belangstellendere houding ten opzichte van laaggeletterdheid en meer inzet om laaggeletterdheid tegen te gaan. Buiten dat de kosten van een één jaar durende promotiecampagne lastig zijn in te schatten, voorzien medewerkers van de SED organisatie geen budgettaire problemen.

 Bibliotheek Stede Broec betrekken in laaggeletterdheidbeleid

Daarnaast wordt de SED organisatie geadviseerd om bibliotheek Stede Broec in haar laaggeletterdheidbeleid te betrekken. Volgens medewerkers van de SED organisatie heeft de bibliotheek in Stede Broec adequate voorzieningen die de uitvoering van enkele laaggeletterdheidprogramma’s mogelijk maakt. Een interventie die hierbij aan de SED organisatie wordt geadviseerd is de eerste kinderkernvaardighedeninterventie. Het laaggeletterdheidprogramma focust zich op leesstimuleringsactiviteiten voor kinderen tussen de 0 en de 4 jaar oud bij de plaatselijke bibliotheek. De interventie leidt bij ouders en kinderen tot meer verbale interactie wat bij de kinderen leidt tot een toename van taalontwikkeling. Daarnaast zorgt het zo vroeg mogelijk voorlezen van kinderen onder

toename van taalontwikkeling bij kinderen. Dat de bijbehorende implementatiecondities niet bij de SED organisatie zijn gevonden hoeft echter geen probleem te vormen. Met betrekking tot de conditie ‘ouderbelang’ wordt de SED organisatie geadviseerd de deelnemende ouders een beeld geven van het benodigde niveau van pro-activiteit. Daarnaast blijkt dat dit laaggeletterdheidprogramma beter werkt voor ‘temperamentvolle kinderen’. De SED organisatie wordt aangeraden hier rekening mee te houden.

Overigens zou de SED organisatie ook kunnen overwegen de vierde volwassenenkernvaardighedeninterventie in te zetten. De interventie bestaat uit een verschillend aantal cursussen en activiteiten bij de bibliotheek en leidt bij laaggeletterden tot een toename van zelfredzaamheid. Ondanks het feit dat niet kan worden aangetoond dat het laaggeletterdheidprogramma de oorzaak is van het effect, zijn de implementatiecondities ‘brede activiteitopzet’ en ‘frequentie & ondersteuning’ bij bibliotheek Stede Broec en de SED organisatie aanwezig. Wanneer de activiteiten van de bibliotheek gericht zijn op veel verschillende aspecten van het dagelijks leven en de cursussen frequent met intensieve begeleiding worden georganiseerd is de kans namelijk groter dat het effect op zelfredzaamheid bij laaggeletterden optreedt.

 Doorgaan met eigen variant kinderkernvaardighedeninterventie

Ten slotte wordt de SED organisatie aangeraden om door te gaan met eigen variant van de tweede kinderkernvaardighedeninterventie. In dit laaggeletterdheidprogramma gaan vrijwilligers één keer per week langs bij gezinnen met één of meerdere kinderen die een (risico op) taalachterstand hebben. De interventie zorgt voor een voorlezer-effect wat leidt tot een toename van verhaalbegrip bij kinderen. De eigen variant en de beleidssituatie bij de SED organisatie voldoen aan de conditie ter uitvoering van het laaggeletterdheidprogramma. De vrijwilligers gaan zelfs méér dan het benodigde aantal van vijftien keer bij de gezinnen langs. De SED organisatie wordt echter wel aangeraden rekening te houden met het feit dat het laaggeletterdheidprogramma bij kinderen alleen tot een effect leidt wanneer de vrijwilliger blijvend bij de gezinnen voorleest.

6.1.2. Overige aanbevelingen

Uit de rapportage is een aantal punten naar voren gekomen die de SED organisatie ter voorbereiding op het vormen van haar laaggeletterdheidbeleid kan gebruiken.

 Meer interne kennis over laaggeletterdheid genereren

Op één medewerker na geven alle respondenten aan dat zij op dit moment niet veel laaggeletterdheidkennis hebben. Tevens benoemen de medewerkers dat het algehele kennisniveau over laaggeletterdheid binnen de SED organisatie matig is. De SED organisatie wordt dan ook aanbevolen om de medewerkers die verantwoordelijk zullen zijn voor de uitvoering van het laaggeletterdheidbeleid van te voren kennis over laaggeletterdheid te laten opdoen. Aanvullend op de aanbeveling ‘Draagvlak creëren voor een één jaar durende PR-campagne’ kan de inzet van de één jaar durende PR- campagne tot een win-winsituatie leiden. Buiten dat inwoners van de SED-gemeenten door de campagne bewuster worden van de laaggeletterdheidproblematiek kan de interventie er mogelijk toe leiden dat mensen die woonachtig zijn binnen de gemeenten en werken bij de SED organisatie qua laaggeletterdheidkennis dubbel profiteren van deze interventie.

 Mogelijke budgetverruiming

Het beoogde budget voor het laaggeletterdheidbeleid van de SED organisatie betreft € 15.000,- per gemeente. De vraag is alleen of dit gezamenlijk kan worden gerekend omdat de colleges van Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland individueel voor- of tegen de invulling van het laaggeletterdheidbeleid kunnen stemmen. Pas wanneer alle colleges hun goedkeuring verlenen, kan de SED organisatie met de uitvoering van het beleid aan de slag. Mocht deze goedkeuring plaatsvinden dan kan de SED organisatie zich eventueel beroepen op extra financiële middelen vanuit het Rijk. Het kabinet heeft te kennen geven dat zij in de periode 2020-2024 afspraken wil maken met gemeenten over het investeren in mensen die moeite hebben met taal, rekenen en digitale vaardigheden. Aangeraden wordt om in de uitvoeringsfase beroep te doen op de extra financiële middelen die het kabinet hiervoor ter beschikking stelt.

In document Al doende leert men (pagina 64-67)