• No results found

a. Opzettelijk brand stichten :

In document VOOR NEDERLANDSCH-INDIE, (pagina 138-199)

1. indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duch-ten is: art. 187, I e W. v. S.;

2. indien daarvan levensgevaar voor een ander te duch-ten is: art. '187, 2e W. v. S.;

3. indien daarvan levensgevaar voor een ander te duch-ten is en het feit iemands dood duch-tengevolge heeft: art.

187, 3e W. v. S.

135

N.B. Is gemeen gevaar voor goederen noch levensgevaar voor een ander te duchten, d a n blijft dit artikel buiten toepassing, doch kan de brandstichting hetzij gebracht worden onder art. 406 e.v. (izaakbescha-diging) hetzij onder art. 496 W. v. S. (zie hieronder) ; vgl. ook I I I .

b. Samenspanning tot opzettelijke brandstichting: art. 187 ter W. v. S.

N.B. Dit artikel werd evenals art. 187 bis W. v. S. in-gevoegd om strafrechtelijk te kunnen optreden tegen a l l e daden van terrorisme.

Zie ook onder: Kennisgeven.

II. Brand door schuld: art. 188 W. v. S.

I I I . Zie onder: Bedriegelijke handelingen bij/en in verband met overeenkomsten ( I I ) .

IV. Opzettelijk bij of in het vooruitzicht van brand bluschgereed-schappen of bluschmiddelen wederrechtelijk verbergen of onbruikbaar maken, of op eenige wijze blussching van brand verhinderen of belemmeren : art. 189 W. v. S.

V. Zonder verlof eigen onroerend goed in brand steken:

art. 496 W. v. S.

VI. Diefstal bij gelegenheid van brand: zie onder: Diefstal.

VII. Bedreiging met brandstichting: zie onder: Bedreiging met misdrijf.

V I I I . Op of aan 'den openbaren weg of op zoo korten afstand van gebouwen of goederen, dat daardoor brandgevaar kan ont-staan, hetzij een vuur aanleggen hetzij buiten noodzaak een vuurwapen afschieten: art. 497, Ie W. v. S.

N.B. E r moet zijn causaal verband tusschen het aangelegde vuur en het brandgevaar, wil er van strafbaarheid sprake zijn. Deze strafbepaling maakt geen einde aan

de „in Indië heerschende gewoonte om het vuil van het erf te verbranden ' ' ; wel eischt zij dat men bedacht-zaam zij bij het kiezen van de plaats waar men het vuur aanlegt en dat men lette op den omvang daarvan.

I X . Een luchtbol oplaten, waaraan brandende stoffen gehecht zijn: art. 497, 2e W. v. S.

X. Zonder daartoe gerechtigd te zijn een vuur ontsteken in 's Lands bosscheh : zie onder : Boschwezen.

XI. Vuren aanmaken in havens: zie onder: Scheepvaart c a . XII. Branden van vuur op een tankschip: zie onder: Petroleum.

XIII. Vervoer van brandbare stoffen over spoorwegen: zie onder:

Spoor- en tramwegen.

XIV. Zie ook onder: Mijnbouw ( I I ) . XV. Zie voorts onder : Natuurmonumenten.

Branderij.

Zie onder: Industrie c a . Brandspiritus.

Zie onder: Alcoholische dranken en vloeistoffen, Industrie c a . Brandstichten.

Zie onder: Brand.

(In) Brand steken.

Zie onder: Brand.

Brandweervoertuigen.

Zie onder: Wegverkeer.

137 Briefkaart.

Zie onder: Post-telegraaf-telefoon.

Brieven.

Zie onder: Post-telegraaf-telefoon, Spoor- en tramwegen, Weg-verkeer.

Brievenbeslag.

Zie onder: Post-telegraaf-telefoon.

Brievenbus.

Zie onder: Post-telegraaf-telefoon, Wegverkeer.

Brievengeheim.

Zie onder : Post-telegraaf-telefoon.

Brievenpost.

Zie onder: Post-telegraaf-telefoon, Wegverkeer.

B(ritish) B(roadcasting) C(ompany).

Zie onder: Berichten.

Brochures.

Zie onder: Drukwerken, Luchtvaart.

Bron.

Zie onder: Agrarische zaken c a . (Erfpachters), Drinkwater-inrichting, Waterstaat.

Broncapteering.

Zie onder: Drinkwaterinrichting.

Brouwerij.

Zie onder: Industrie c a . Bruggen.

Zie onder : Scheepvaart ca., Vestingen, Waterstaat, Wegverkeer.

Buffels.

Zie onder: Boschwezen, Dieren c a ;

Buiktyphus.

Zie onder : Volksgezondheid.

Buiten boord bevestigen.

Zie onder: Opium en andere verdoovende middelen.

Buitenlandsche drukwerken (gevaarlijke).

Zie onder : Drukwerken.

Buitenlandsche haven.

Zie onder: Quarantaine.

Buitenlandsche luchtvaartuigen.

Zie onder : Luchtvaart.

Buitenlandsche mogendheid.

Zie onder: Beleediging, Defensie ca., Postmerken, Postzegels.

Buitenlandsch paspoort.

Zie onder: Reizen.

Buren.

Zie onder: Wees- en boedelkamers.

Burengerucht.

Zie onder: Rustverstoring.

Burgerdienstplicht.

Zie onder: Defensie c.a.

Burgerlijk gezag.

Zie onder: Defensie c.a.

Burgerlijke stand.

I. Niet voldoen aan een wettelijke verplichting tot aangifte aan den ambtenaar of tusschenpersoon van den burgerlijken stand voor de registers van geboorte of overlijden: art. 529 W.v.S.

II. Zie onder: Ambtsmisdrijven en ambtsovertredingen.

139

III. Niet voldoen door den schipper van een Ned.-Indisch vaartuig aan zijne wettelijke verplichting betreffende de inschrijving en kennisgeving van geboorten of sterfgevallen die gedurende eene zeereis plaats hebben: art. 563 W. v. S.

IV. Zie : „Reglement op het houden der registers van den burgelijken stand voor Europeanen alsmede voor Inlanders en met hen gelijkgestelden, die krachtens wettelijke bepalingen algeheel zijn of zich vrijwillig hebben onderworpen aan het voor Euro-peanen vastgestelde burgerlijk en handelsrecht" (Stbl. 1849 Nr. 25 l.g.b. Stbl. 1940 Nr. 3 jo. Stbl. 1917 Nr. 497, art. 6, Nr. 9) : a. binnen den afstand van 10 palen van het gebouw waar de

acten van den burgerlijken stand worden opgemaakt begraven zonder verlof van den ambtenaar van den burgerlijken stand: art. 69 jo. art. 87.

b. bewerkstelligen van de begraving — indien dit moet ge-schieden op een meer dan 10 palen van het gebouw waar de acten van den burgerlijken stand worden opgemaakt verwijderde plaats — binnen 24 uur na het overlijden en/of niet in tegenwoordigheid van een getuige aan wien het lijk zal zijn vertoond: art. 70 jo. art, 89.

V. Zie: „Reglement op het houden der registers van den burger-lijken stand voor de Chineezen" (Stbl. 1917 Nr. 130 l.g.b.

Stbl. 1937 Nr. 595 jo. Stbl. 1917 Nr. 732, art. 4 sub c) : o. binnen den afstand van 10 palen van het kantoor van den

ambtenaar van den burgerlijken stand, of van de plaats, waar een tusschenpersoon is gevestigd, begraven zonder verlof van den ambtenaar van den burgerlijken stand of van den tusschenpersoon: art. 77 jo. art. 99.

b. buiten het geval, dat eene vroegere begraving door de politie mocht zijn toegelaten of bevolen, als ambtenaar van den burgerlijken stand of als tusschenpersoon verlof tot begraving verleenen vroeger dan 12 uur na het overlijden:

art. 77.

c. bewerkstelligen van de begraving — indien die moet ge-schieden op een meer dan 10 palen zoowel van het kantoor van den ambtenaar van den burgerlijken stand als van de plaats van een tusschenpersoon verwijderde plaats — binnen 24 uur na het overlijden en/of niet in tegenwoordigheid van een getuige aan wien het lijk zal zijn vertoond: art. 78 jo. art. 99.

VI. Inlandsche Christenen: zie onder: Huwelijk.

N.B. De aandacht wordt gevestigd op het bepaalde in art. 867 Reglement Burgerlijke Rechtsvordering.

Bushalte.

Zie onder : Wegverkeer.

Buskruit.

Zie onder: Wapenen c.a.

Bijdragen.

Zie onder: Inzamelingen, Particuliere landerijen.

Bij eenkomsten.

Zie onder: Chineesche geheime genootschappen, Particuliere landerijen, Vergadering.

Bijstand.

A. B ij s t a n d g e w a p e n d e m a c h t : z i e onder : Ambtsmisdrij-ven en ambtsovertredingen (I).

B. B ij s t a n d i n b u r g e r l i j k e z a k e n v o o r d e L a n d r a d e n .

Zie: „Regeling van den bijstand en de vertegenwoordiging van partijen in burgerlijke zaken voor de landraden" (Stbl. 1927 Nr. 496) :

1. Verbod om terzake van dien bijstand of die vertegenwoordi-ging uit welken hoofde en onder welk voorwendsel ook, eenigerlei betaling te vorderen of te ontvangen dan met

141

inachtneming van de voorschriften dezer ordonnantie: art. 1 (2) jo. art. 4.

2. Verbod voor de gemachtigden om bij den aanvang eener zaak of daarna van hunne lastgevers vooruitbetaling te vor-deren of te ontvangen ter nadere verrekening met hun salaris en de door hen te doene uitschotten dan tegen afgifte van eene deugdelijke quitantie en tot het door den voorzitter van den landraad goedgekeurde bedrag: art. 3 (1) jo. art. 4.

3. Nadat hem de in art. 1 (4) bedoelde beslissing is beteekend, onbevoegdelij k als gemachtigde of raadsman voor een landraad optreden: art. 4 (2)..

N.B. Zie in dit verband ook Stbl. 1931 Nr. 105.

C. H u i s v e s t i n g , h u l p e n b ij s t a n d a a n g e -v l u c h t e g e ï n t e r n e e r d e n : zie onder: Defensie c a . D. V e r l e e n e n v a n d e s k u n d i g e n b ij s t a n d : zie

onder: Arbeid (ongevallen).

Bijzonder Overheidstoezicht op de rechtsverhouding tusschen werk-gevers en arbeiders.

Zie onder : Arbeid.

Bijzonder paspoort.

Zie onder : Reizen.

Bijzondere leerkrachten.

Zie onder : Pensioen.

Bijzondere toelating.

Zie onder : Beroep.

Cacao.

Zie onder: Landbouw c a . Cacaoboonen.

Zie onder: Handel c a . Cachet.

Zie onder: Notaris.

Cadeau.

Zie onder: Geschenk.

Cambrics.

Zie onder: Handel c a .

Cananga-olie. .;;-.._

Zie onder : Aetherische oliën.

Cassave-producten.

Zie onder: Landbouw c a . Cement.

Zie onder: Handel c a . Centraal monumentenregister.

Zie onder : Monumenten.

Centraal testamentenregister.

Zie: „Ordonnantie op het Centraal Testamentenregister" (Stbl.

1920 Nr. 305 g.b. Stbl. 1923 Nr. 356) :

De in art. 6 dezer ordonnantie voorkomende strafbepalingen zijn door tijdsverloop als vervallen te beschouwen. Zie voor dit onder-werp ook onder: Notaris.

Certificaat.

Zie onder: Getuigschrift, Loterijen, Opium o.a., Pelgrims, Scheep-vaart ca., Valschheid in geschrift.

143 Chantage.

Zie onder: Afdreiging.

Charterpartij.

Zie onder : Scheepvaart c a .

Chassis van autobussen, van vrachtauto's.

Zie onder: Handel c a . Chemicaliën.

Zie onder: Handel c a . Chemicaliënfabriek.

Zie onder: Industrie c a . Chèque.

Zie onder: Geldschieter.

Chineesche apotheken.

Zie onder: IJkwezen.

Chineesche arbeidersreglementen.

Zie onder: Arbeid.

Chineesche duiten.

Zie onder: Geldzaken.

Chineesche geheime genootschappen.

Zie: „Bepalingen tot wering van Chineesche geheime genoot-schappen in Ned.-Indië" (Stbl. 1909 Nr. 250 jo. Stbl. 1917 Nr. 497, art. '6, Nr. 171) :

Als Chinees:

Ie. in het bezit worden gevonden van eenig document, geschrift, embleem of stempel, afgegeven door of vanwege eenig Chineesch geheim genootschap, hetzij voor hem zelven, hetzij ten behoeve van anderen;

2e. gebruik maken van eenig onderscheidings- of herkenningsteeken met het kennelijk doel om zich als lid van eenig Chineesch geheim genootschap bekend te maken;

3e. bijeenkomsten van leden van eenig Chineesch geheim genoot-schap aanvoeren of leiden, dan wel zoodanige bijeenkomsten in zijne woning of op zijn erf toelaten of op eenige wijze begun-stigen, dan wel, van het houden of bijeenroepen van zoodanige bijeenkomsten kennis dragende, verzuimen daarvan het bestuur kennis te geven;

4e. op eenigerlei wijze iemand trachten over te halen om tot een Chineesch geheim genootschap toe te treden;

5e. aan Chineesche geheime genootschappen geldelijken steun ver-leenen of te hunnen behoeve trachten te verkrijgen;

6e. onder welken vorm ook, handelingen verrichten, welke de strek-king hebben om het bestaan of.de uitbreiding van Chineesche geheime genootschappen in de hand te werken:

art. 1.

Chineesche organisaties.

Zie onder: Drukwerken.

Chineesche spelen.

Zie onder : Hazardspelen, Opium en andere verdoovende middelen.

Cholera.

Zie onder: Volksgezondheid (Epidemie, Quarantaine).

Christen-leeraars.

Zie onder: Beroep.

Circus.

Zie onder: Dieren c a . Citronella-olie.

Zie onder: Harsen.

Clearing.

Zie onder: Geldzaken.

Cocabladeren.

Zie onder: Opium en andere verdoovende middelen.

145 Cocaïne.

Zie onder: Opium en andere verdoovende middelen.

Cognossement.

a. Een cognossement, waarvan de afgifte in strijd is met het bepaalde in art. 5175 van het Wetboek van Koophandel, onder-teekenen: art. 568 W. v. S.

b. Zie ook onder: Bedriegelijke handelingen bij en in verband met overeenkomsten (V).

Collecten.

Zie onder: Inzamelingen.

College van boedelmeesteren te Batavia.

Zie onder: Wees- en boedelkamers.

Colonnes.

Van militairen, van schoolkinderen: Zie onder: Wegverkeer.

Colophonium.

Zie onder : Harsen.

Commensalenhuis.

Zie onder: Logement.

Commissaris.

Zie onder: Balans, Bankbreuk en aanverwante strafbare feiten, Levensverzekering.

Commissie voor Arbeidsaangelegenheden.

Zie onder: Arbeid (II D). * Commissie voor het Rechtsverkeer in oorlogstijd (C.E.O.).

Zie onder: Rechtsverkeer in oorlogstijd.

Commissiecontract.

Zie onder: Pandhuizen, Uitleenen.

Commissionairs.

Zie onder: Dieren c a . (paarden), Openbare veilingen en ver-koopingen.

10 (5083)

Compagniesdubbeltjes.

Zie onder: Geldzaken.

Concessie.

Zie onder: Luchtvaart, Mijnbouw, Spoor- en tramwegen.

Concessiepanglongs.

Zie onder: Panglongs.

Concurrentie (oneerlijke).

Zie onder: Oplichting en andere bedriegelijke handelingen.

Confectiegoederen.

Zie onder: Handel c a . Consulaat te Djeddah.

Zie onder : Pelgrims, Reizen.

Contrabande.

Zie onder: Scheepvaart c a . Contract.

Zie onder: 's Lands middelen en pachten (XV).

Contractkoelies.

Zie onder: Arbeid.

Coöperatieve vereenigingen.

I. 3ie „Regeling Inlandsche coöperatieve vereenigingen" (Stbl.

1927 Nr. 91 jo. Nr. 316) : Als bestuurder:

1. weigeren of nalaten dagelijks het vereenigingsregister bij te houden, daaraan de in art. 12 (2) bedoelde afschriften te hechten of kosteloos inzage te verleenen van dat register, van de jaarbalansen of van de akten, bedoeld in art. 21 (1) of daarvan tegen betaling afschrift of uittreksel te geven;

2. verzuimen te voldoen aan het voorschrift in art. 20 gegeven:

art. 40.

147

II. Zie: „Algemeene Regeling op de Coöperatieve Vereenigingen"

(Stbl. 1933 Nr. 108 g.b. Stbl. 1938 Nr. 276 jo Stbl 1937 Nr. 573) :

1. Als notaris een akte van oprichting eener coöperatieve vereeniging verlijden, terwijl de statuten der vereeniging niet voldoen aan de eischen, gesteld in art. 3 en art 5 (2) • art. 38.

2. Als bestuurder eener coöperatieve vereeniging niet voldoen aan de verplichting:

a. om, in de gevallen waarin dat is voorgeschreven, de geschriften te bewaren, waarbij het lidmaatschap der vereeniging wordt aangevraagd;

b. tot het nauwkeurig boekhouden van de toe- en uittreding der leden van de vereeniging;

c. om, in de gevallen waarin dat is voorgeschreven, tegelijk met de inschrijving van de vereeniging een gewaarmerkt afschrift van de eerste ledenlijst neer te leggen ter griffie van het residentiegerecht in welks rechtsgebied de zetel der vereeniging is gevestigd of binnen eene maand na het einde van elk boekjaar eene schriftelijke opgaaf van de wijzigingen, die de ledenlijst in den loop van dat boekjaar heeft ondergaan, aan de ter griffie nedergelegde lijst toe te voegen of op verlangen van den residentie-rechter een nieuwe lijst neer te leggen;

d. om de rekening en verantwoording, bedoeld in art. 30 dezer verordening, binnen een maand na hare goedkeuring neer te leggen ter griffie van het residentiegerecht in welks rechtsgebied de zetel der vereeniging is gevestigd ; 3. overtreding van het voorschrift van art. 3, laatste l i d ' art. 39.

I I I . Zie voorts onder: Balans, Bankbreuk en aanverwante strafbare feiten.

Copal.

Zie onder: Handel c a .

Copra.

Zie onder : Handel ca., Landbouw o.a.

Couponbelasting.

Zie onder : 's Lands middelen en pachten.

Courant.

Zie onder : Drukwerken.

Credietverband.

Zie onder : Agrarische zaken c a . Crediteur-aanvrager faillissement.

Zie onder : Faillietverklaring.

Curator.

Zie onder : Bloedverwant, 's Lands middelen duistering.

Daden van geweld plegen.

Zie onder: Scheepvaart c.a.

Daden verrichten.

a. Opzettelijk eene daad verrichten behoorende tot een ambt dat men niet bekleedt of waarin men geschorst is : art. 228 W. v. S.

b. Zie onder: Bankbreuk en aanverwante strafbare feiten.

Dagblad.

Zie onder : Drukwerken.

Dagboeken.

Zie onder: Scheepvaart c.a.

Daglooner.

Zie onder : Koelie.

Dagregister.

Zie onder: Scheepvaart c.a.

Dalen.

Prijs doen dalen: zie onder: Oplichting en andere bedriegelijke handelingen.

Dam.

Zie onder: Agrarische zaken c.a. (Particuliere landerijen).

Waterstaat.

Damar.

Zie onder: Handel ca., Landbouw c.a.

Debaucheeren van minderjarigen.

Zie onder: Ontucht, Ontuchtige handelingen, Vleeschelijke gemeenschap.

Decoratie.

Zie onder: Eereteeken, Ordeteeken.

Deelnemen.

Zie onder: Aanval, Hazardspel, Leverantiën, Loterijen, Kinder-doodslag, Kindermoord, Luchtbescherming, Luchtvaart, Oplichting en andere bedriegelijke handelingen, Postduiven, Samenscholing, Scheepvaart c. a., Slavenhandel, Vereeniging, Verkiezingen, Wegverkeer.

Deelneming aan samenscholing.

Art. 218 W. v. S.

Defensie.

I. M i s d r i j v e n t e g e n d e u i t w e n d i g e ' v e i l i g h e i d v a n d e n S t a a t . '

A. Hetzij met een buitenlandsche mogendheid, hetzij met een Indisch vorst of volk in verstandhouding treden, met het oogmerk:

a. om hen te bewegen tot het plegen van vijandelijkheden of tot het voeren van oorlog tegen den Staat;

b. om hen in het daartoe opgevatte voornemen te ver-sterken ;

c. om hun daarbij hulp toe te zeggen of bij de voorbereiding hulp te verleenen :

art. 111 W.v.S.

N.B. Let op het bepaalde in lid 2 van dit artikel; op den gekwa-lificeerden vorm van het in lid 1 omschreven strafbaar feit wordt de doodstraf bedreigd, omdat dit misdrijf een der zwaarste vormen van landverraad is.

Zie ook onder: Kennisgeven.

B. Opzettelijk bescheiden, berichten of inlichtingen omtrent eenige zaak waarvan hij weet dat de geheimhouding door het belang van den Staat wordt geboden, hetzij openbaar maken, hetzij aan een buitenlandsche mogendheid, een Indisch vorst of volk mede-deelen of in handen spelen : art. 112 W.v.S.

N.B. Z i e v o o r d e s t r a f w i j z i g i n g n a 13 M e i 1940 d e v e r o r d e n i n g Nr. 5 v a n h e t m i l i t a i r

g e z a g . Met de uitdrukking „in handen spelen" is

151

bedoeld, dat de bescheiden, berichten of inlichtingen zijdelings door tusschenkomende personen in het bezit der buitenlandsehe mogendheid worden gebracht.

Zie ook onder: Kennisgeven.

C. V e r s p i e d i n g e n d a a r m e d e s a m e n h a n g e n d e m i s d r ij v e n.

1. Opzettelijk geheime bescheiden, kaarten, plannen, teekeningen of voorwerpen, betrekking hebbende op de verdediging of de uitwendige veiligheid van Ned.-Indië, onder zich hebbende of van den inhoud van zoodanige geheime stukken of van den vorm en de samenstelling van zulke geheime voorwerpen ken-nisdragende, deze stukken of voorwerpen, of den inhoud, den vorm of de samenstelling daarvan geheel of gedeeltelijk hetzij openbaar maken, hetzij aan anderen, die niet tot kennisneming daarvan bevoegd zijn, mededeelen of in handen spelen:

art. 113 jo. art. 120 W. v. S.

N.B. Z i e v o o r d e s t r a f w i j z i g i n g n a 13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g Nr. 15 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g.

Zie voorts onder: Kennisgeven.

2. Door schuld 1 veroorzaken: art. 114 W. v. S.

N.B. V o o r d e s t r a f w i j z i g i n g n a 13 M e i 1940 z i e 'v e r o r d e n i n g Nr. 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g .

3. Geheel of gedeeltelijk van geheime stukken of voorwerpen als bedoeld in art. 113, wetende of redelijkerwijs moetende vermoeden, dat zij niet voor zijne kennisneming bestemd zijn, inzage of kennis nemen, afschriften of uittreksels, in welk schrift of welke taal ook, afdrukken, afbeeldingen of naboot-singen maken of doen maken of die stukken of voorwerpen niet aan een ambtenaar der justitie of politie of van het binnenlandsch bestuur ter hand stellen als hij in het bezit daarvan is gekomen: art. 115 jo. art. 120 W. v. S.

N.B. Z i e v o o r d e s t r a f w i j z i g i n g n a 13 M e i

1940 v e r o r d e n i n g N r . 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g .

Zie voorts onder : Kennisgeven.

4. Samenspanning tot 1 en 3 : art. 116 W. v. S.

N.B. Z i e v o o r d e s t r a f w i j z i g i n g n a 13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g N r. 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g . Zie voorts onder : Kennisgeven.

5. Zonder daartoe bevoegd te zijn, opzettelijk:

a. een verdedigingswerk naderen, behalve op de groote ver-keerswegen, op een afstand van minder dan 500 meters;

b. eene inrichting van de land- of zeemacht of een oorlogs-vaartuig betreden langs een anderen dan den gewonen toegang;

c. in het bezit is van eene photographische opname of eene teekening van een verdedigingswerk of een gedeelte daarvan dan wel zich in door of namens den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië bepaalde en op voor het publiek blijkbare wijze aangewezen terreingedeelten in de nabijheid van een verdedigingswerk buiten de rij-, spoor- of tram-wegen bevindt in het bezit van een photographietoestel : art. 117 jo. art. 120 W.v.S.

N.B. Bij Stbl. 1924 Nr. 306 werd bepaald dat als de terrein-gedeelten in de nabijheid van een verdedigingswerk waarbinnen het verboden is zich buiten de rij-, spoor-of tramwegen te bevinden in het bezit van een photo-graphietoestel, aan te wijzen die, welke gelegen zijn binnen een kring van 500 meter om zulk een verdedi-gingswerk, met uitzondering van de binnen dien kring gelegen kampongs, cultuurondernemingen, eigendoms-, erfpachts- en opstalperceelen en de rechtstreeeksche toegangswegen daartoe.

Bij Stbl. 1935 Nr. 496 werd art. 117 (wederom) gewijzigd ; deze wijziging is echter nog niet in werking getreden.

Z i e v o o r d e w i j z i g i n g v a n a r t . 117 n a

153

13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g N r . 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g . Bij het in de Javasche Courant van 9—12—1940 Nr. 98a opgenomen Gouvernements-besluit van 23—11—1940 Nr. 16 werd aangeteekend, dat gerekend van 23 Augustus 1940 aan het militair gezag machtiging is verleend tot het aanwijzen van voor betreding verboden terreinen, als bedoeld m art. 117, onder 3e, van het W. v. S., zooals dit artikel is gewijzigd bij verordening Nr. 5 van het militair gezag.

Zie ook onder: Kennisgeven, Luchtvaart, Orde en veiligheid in het zeegebied van Ned.-Indië.

6. Zonder daartoe bevoegd te zijn opzettelijk een opmeting doen of eene teekening, afbeelding of beschrijving maken betref-fende eenige zaak van militair belang: art. 118 jo. art. 120 W. v. S.

N.B. Z i e v o o r d e w i j z i g i n g v a n a r t i k e l 118 n a 13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g N r . 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g .

Zie ook onder: Kennisgeven.

7. a. Iemand opnemen, wetende dat deze zonder daartoe bevoegd te zijn voornemens is dan wel tracht kennis te bekomen van geheime stukken of voorwerpen als bedoeld in art. 113, of zich op de hoogte te stellen van de ligging, den bouw, den aanleg, de inrichting, de bewapening, de

appro-viandeering, de munitie-uitrusting of de bezetting van verdedigingswerken of van eenige andere zaak van militair belang ;

b. voorwerpen verbergen, van welke het hem bekend is dat zij bij de uitvoering van een voornemen als onder a bedoeld, op welke wijze ook moeten dienstig zijn:

art, 119 jo. art. 120 W.v.S.

N.B. Z i e v o o r d e w i j z i g i n g v a n a r t i k e l 119 n a 13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g N r . 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g .

Zie voorts onder: Berichten, Kennisgeven.

D. Eene hem van Regeeringswege opgedragen onderhandeling met een buitenlandsche mogendheid, een Indisch vorst of volk opzettelijk ten nadeele van den Staat voeren: art. 121 W. v. S.

Zie ook onder : Kennisgeven.

E. 1. In geval van een oorlog waarin Nederland niet betrokken is, opzettelijk eenige handeling verrichten waardoor de onzijdigheid van den Staat wordt in gevaar gebracht, of eenig bijzonder voorschrift tot handhaving der onzijdigheid van Regeeringswege gegeven en bekend gemaakt, opzettelijk overtreden : art. 122, Ie W. v. S.

2. in tijd van oorlog, eenig voorschrift van Regeeringswege in het belang • der veiligheid van den Staat gegeven en bekend gemaakt, opzettelijk overtreden: art. 122, 2e W. v. S.

Zie ook onder : Kennisgeven.

F. Als Nederlandsch onderdaan vrijwillig in krijgsdienst treden bij een buitenlandsche mogendheid, wetende dat deze met Nederland in oorlog is, of in het vooruitzicht van een oorlog met Nederland (indien de oorlog uitbreekt) : art. 123 W. v. S.

N.B. Z i e v o o r d e s t r a f w r j z i g i n g n a 13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g N r . 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g .

Zie voorts onder: Kennisgeven.

G. In tijd van oorlog opzettelijk den vn'and hulp verleenen of den Staat tegenover den vijand benadeelen: art. 124 (1) jo.

art. 129 W. v. S.

Bestaat de handeling in:

1. het eenige kaart, plan, teekening of beschrijving van mili-taire werken, of eenige inlichting betreffende milimili-taire bewegingen of ontwerpen den vijand mededeelen of in handen spelen;

2. het als verspieder den vijand dienen of een verspieder des vijands opnemen, verbergen of voorthelpen :

art. 124 (2) jo. art. 129 W.v.S. :

155

N.B. Z i e v o o r d e s t r a f v e r z w a r i n g v a n d e n o r m i n a r t . 124 (1) e n (2) n a 13 M e i 1940 v e r o r d e n i n g N r . 5 v a n h e t m i l i t a i r g e z a g . 3. het eenige versterkte of bezette plaats of post, eenig middel

van gemeenschap, eenig magazijn, eenigen krijgsvoorraad of eenige krijgskas, of wel de vloot of het leger of eenig

van gemeenschap, eenig magazijn, eenigen krijgsvoorraad of eenige krijgskas, of wel de vloot of het leger of eenig

In document VOOR NEDERLANDSCH-INDIE, (pagina 138-199)