A. HIJMANS VAN ANROOIJ

Openbare Vermakelijkheden.

DE GEMEENTERAAD VAN MEDAN.

Stelt vast de volgende verordening:

VERORDENING tot heffing en invordering eener belasting op het houden van openbare vermakelijk-heden in de gemeente Medan.

Art. 1. Er wordt in de gemeente Medan eene belasting geheven op het houden van openbare vermakelijkheden.

Art. 2. (I) Onder openbare vermakelijkheden worden verstaan : tentoonstellingen, jaarmarkten, fancy fairs, sport-wedstrijden, bals, opera's, tooneelvoorstellingen, voordrachten, zang- en muziekuitvoeringen, en alle verdere voorstellingen, vertooningen of uitvoeringen, onverschillig van welken aard of benaming, zoo afzonderlijk als vereenigd, waartoe aan het publiek tegen betaling toegang wordt verleend.

(2) Daarvan zijn uitgezonderd die vermakelijkheden, welker entree minder dan ƒ 0.10 bedraagt, zoomede die, welke voor een liefdadig doel of in het algemeen belang worden gegeven.

(3) De ondernemer, die, op grond dat eene vermalijkheid voor een liefdadig doel of in het algemeen belang wordt gegeven, daarvoor van de belasting wenscht vrijgesteld te worden, is verplicht het verzoek tot vrijstelling voor den aan-vang der vermakelijkheid aan den gemeenteraad in te dienen en verplicht de belasting te betalen bijaldien op dit verzoek niet tijdig is beslist; de gemeenteraad zal bij een eventueele gunstige beslissing teruggave der belasting, voor het geval deze reeds betaald mocht zijn, bevelen.

(4) Als openbaar worden ook beschouwd vermakelijk-heden, door vereenigingen voor hare leden gegeven, waartoe aan niet leden, tegen betaling, toegang wordt verschaft.

Art. 3. (1) De belasting is verschuldigd door den ondernemer, waaronder in deze verordening wordt verstaan hij, op wiens naam, of voor wiens rekening de openbare vermakelijkheid wordt gegeven.

(2) Wordt dezelfde vermakelijkheid gegeven op naam of voor rekening van meerdere personen, zoo zijn zij hoof-delijk voor de belasting aansprakelijk.

113

(3) Als ondernemers worden ook beschouwd als rechts-persoon erkende vereenigingen of vennootschappen, het geven van openbare vermakelijkheden ten doel hebbende.

Art 4. (1) De belasting bedraagt 10 procent, en wordt berekend over de normale prijzen der plaatsen, waartoe toegang wordt verleend, zooals die door den ondernemer als regel, voor het publiek worden vastgesteld, en ingevolge artikel 19 dezer verordening aan den voorzitter van den gemeenteraad worden opgegeven, zonder dat, behoudens d e in art. 5 alinea 2 en art. 1 1 alinea 4 gemaakte uitzon-deringen, met prijsvermindering of vrijstellingen, welke eventueel door hem, om welke reden ook, aan sommige bezoekers of categoriën van bezoekers mochten worden toegestaan, rekening wordt gehouden.

(2) Zoo door den ondernemer voor de inning der entree-gelden wordt bekend gemaakt dat die geiden met het bedrag der belasting worden verhoogd, is over dat verhoogde bedrag geene belasting

verschuldigd-(3) Over contributies door leden van vereenigingen te voldoen, zoomede over bedragen welke geheven worden voor plaatsbespreking, programma's, textboekjes, en derge-lijke is geene belasting verschuldigd, ten ware die heffingen, het karakter van entree-geld mochten dragen, als wanneer ook die gelden door de belasting worden getroffen.

(4) Het entrée-geld wordt in dat geval voor iederen rang door den voorzitter van den gemeenteraad geschat, en daarvoor de belasting

geheven-(5) De ondernemer kan van die beslissing binnen acht dagen schriftelijk bij den gemeenteraad in hooger beroep komen, doch is, behoudens restitutie, indien hij in iiet gelijk wordt gesteld, verplicht om de gevoiderde belasting bij voorbaat te voldoen.

Art. 5. (1) De ondernemer is verplicht aan iederen bezoeker, alvorens hem tot eene vermakelijkheid toe te laten, die in art. 2 alinea 4 bedoelde leden uitgezonderd, hetzij bij de betaling van het voor den toegang verschuldigde, hetzij, ingeval van abonnement of afgifte van zoogenaamde coupon-boekjes, op vertoon van het bereids verstrekte abonnements bewijs, of tegen teruggave van een bereids verstrekte coupon, een overeenkomstig het volgend artikel afgestempeld toe-gangsbewijs uit te reiken, vermeldende den rang waarop

de bezoeker recht heeft.

114

(2) Hij is daartoe ook verplicht ten aanzien van die bezoekers, aan wie door hem vrijstelling van betaling wordt verleend ten ware die vrijstelling kinderen mocht betreffen, in welk geval geene belasting verschuldigd is.

(3) Indien aan het publiek gelegenheid wordt gegeven, om voor eene te geven vermakelijkheid vooraf plaatsen te bespre-ken, mogen indien indien dit geschiedt, de toegangsbewijzen bij die plaatsbespreking aan het publiek worden verstrekt.

Art. 6. (1) De in het vorig artikel bedoelde toegangs-bewijzen moeten, voor iederen rang afzonderlijk, tot boeken worden verêenigd, van omslagvellen voorzien.

(2) Alvorens in gebruik te kunnen worden genomen moeten door of namens den voorzitter van den gemeenteraad de toegangsbewijzen met een stempel der gemeente worden afgestempeld en daarop de rang voor welken zij bestemd zijn en de datum van de uitvoering worden vermeld, en de omslagvellen, met vermelding daarop van den rang, het aantal'biljetten, het entrée-geld en de onderneming, worden gedateerd en gewaarmerkt, tot welk einde die boeken, drin-gende gevallen uitgezonderd, uiterlijk 2 maal 24 uren voor den aanvang der vermakelijkheid - Zon- en feestdagen niet medegerekend - aan den voorzitter van den gemeen-teraad moeten worden ter hand gesteld.

(3) Toegangsbewijzen welke niet voldoen aan de in de 1 e alinea gestelde eischen kunnen ten kantore van den voor-zitter van den gemeenteraad, tegen betaling van ./ 0.25 per boek, voor het gebruik worden gereed gemaakt.

Art 7. (1) Het is verboden de ingevolge het vorige artikel gestelde stempels, aanteekeningen en waarmerken te veranderen, te doen verdwijnen of onleesbaar te maken.

(2) De toegangsbewijzen mogen alleen gelijktijdig met de afgifte aan de bezoekers uit de boeken worden gescheurd.

(3) Het is verboden reeds gebruikte toegangsbewijzen aan bezoekers uit te reiken.

Art 8 (1) Alle bezoekers van openbare vermakelijk-heden, uitgezonderd zij die, indien de vermakelijkheid door eene vereeniging wordt gegeven, aantoonen lid dier vereemging te zijn, zijn verplicht, op vordering van de ambtenaren belast met de opsporing van overtredingen dezer verordening, aan deze het door hen ontvangen toegangsbewijs te vertoonen en zoo het niet overeenkomstig artikel 6 dezer verordening is afgestempeld, af te geven.

115

(2) Behalve in het geval dat ten gevolge van het niet doorgaan eener vermakelijkheid, de uitgegeven toegangs-bewijzen worden teruggekocht, is het aan bezoekers verboden die toegangsbewijzen aan den ondernemer terug te geven.

Art. 9. ( 1 ) Iedere ondernemer die voornemens is openbare vermakelijkheden te geven, moet van dit voornemen, casu quo onder overlegging van de daartoe door de bevoegde autoriteit verleende vergunning in persoon of bij gemachtigde kennis geven ten kantore van den voorzitter van den ge-meenteraad, onder opgave der door hem te heffen gelden voor entree, plaatsbespreking, programma's, textboekjes en dergelijke en van al die gegevens welk eene behoorlijke vaststelling der verschuldigde belasting, noodig zijn.

(2) Hij wordt geacht ter zake dezer verordening domicilie te hebben gekozen ten kantore van den gemeente-secretaris.

(3) Behoudens het bepaalde bij artikel 4 alinea 2 is het aan ondernemers verboden na terug-ontvangst der in artikel 6 vermelde boeken hoogere entree-gelden te heffen dan aan den voorzitter van den gemeenteraad is opgegeven en overeenkomstig dat artikel op die boeken is aangeteekend, zoolang voor het meerdere de belasting niet is betaald, moetende in dat geval van de prijsverhooging, door of namens den voorzitter van den gemeenteraad, wederom op de boeken, zoomede op de in de volgende alinea bedoelde programma's aanteekening worden gehouden, met vermelding van den datum, waarop zij ingaat.

f4) Ter plaatse waar de toegangsbewijzen bedoeld in artikel 5 alinea 1, worden afgegeven, moeten op voor het publiek duidelijk zichtbare wijze door den ondernemer één of meer programma's vermeldende de prijzen der rangen, en door of namens den voorzitter van den gemeenteraad gewaarmerkt, aangeplakt worden.

Art- 10. (1) De belasting wordt door of namens den ondernemer, voor de terug-ontvangst der door hem ter afstempeling en waarmerking aangeboden boeken, berekend over het getal der daarin aanwezige toegangsbewijzen, aan en ten kantore van den gemeente-kashouder vooruitbetaald, tegen kwitantie.

(2) Het is behalve in de gevallen, in deze verordening bepaald, verboden eene openbare vermakelijkheid te geven, vóórdat de daarvoor verschuldigde belasting op de wijze als bij die verordening is voorgeschreven, is betaald.

116

(3) Indien aan het verzoek eens ondernemers om ver-strekking, afstempeling en waarmerking van zijne boeken met toegangsbewijzen, niet tijdig kan worden voldaan, is de voorzitter van den gemeenteraad bevoegd om zoo hij daarvoor termen aanwezig acht, intusschen aan dien onder-nemer vergunning te verleenen, desniettemin een of meer door hem voorgenomen vermakelijkheden te doen doorgaan.

(4) In dat geval is de ondernemer verplicht uiterlijk op den eersten werkdag volgende op dien, waarop de verma-kelijkheid of de vermakelijkheden hebben plaats gehad, aan den voorzitter van den gemeenteraad opgave te doen van de door hem verstrekte toegangsbewijzen, desverlangd die opgave in zijne handen te beëedigen, en vervolgens nog dienzelfden dag de door te hem te dier zake verschuldigde belasting ten kantore van den gemeente-kashouder te storten, én de ontvangen kwitantie ten kantore van den voorzitter van den gemeeraad ntete vertoonen.

(5) Indien hij in gebreke blijft die opgave te doen of desver-langd te beëedigen, zal door den voorzitter van den gemeen-teraad of, op diens last, door een der ambtenaren of beambten belast met de opsporing van overtredingen dezer verordening, het bedrag der door den ondernemer verschuldigde belasting bij proces-verbaal worden vastgesteld, en een afschrift daarvan aan dezen worden uitgereikt.

(6) Terstond daarna, zoomede indien de in de 4e alinea van dit artikel voorgeschreven storting achterwege blijft, zal de voorzitter van den gemeenteraad last geven tot in-vordering der belasting, onverminderd de wegens overtreding dezer verordening tegen den ondernemer in te stellen straf-vervolging.

Art. 11. (1) Aan de ondernemers, die naar genoegen van den voorzitter van den gemeenteraad aantoonen, dat zij onvermogend zijn om de belasting geheel of ten deele vooruit te betalen, kan door genoemden voorzitter worden toegestaan de verschuldigde belasting na afloop van één of meer vermakelijkheden te voldoen.

(2) Aan ondernemers van tentoonstellingen of jaarmarkten kan door den voorzitter van den gemeenteraad, wanneer hij daarvoor termen aanwezig acht, worden medegedeeld, dat die vermakelijkheden zonder afstempeling van toegangs-bewijzen, en zonder voorafgaande betaling der belasling zullen kunnen worden gehouden.

H 7

(3) In het geval, bedoeld in de Ie alinea, is de onder-nemer verplicht op den eersten werkdag, volgende op dien, waarop de toegestane vermakelijkheid of vermakelijkheden hebben plaats gehad onder teruggave der onverkocht geble-ven toegangsbewijzen, de verschuldigde belasting, nadat het bedrag daarvan ten kantore van den voorzitter van den gemeenteraad zal zijn vastgesteld, aan en ten kantore van den gemeente-kashouder te voldoen en de ontvangen kwi-tantie ten kantore van eerstgenoemde te vertoonen.

(4) In het geval bedoeld in de 2e alinea, is de onder-nemer verplicht binnen 8 dagen na de beëindiging der tentoonstelling of jaarmarkt op de wijze als bedoeld in de 4e alinea van art. 10, het aantal der door hem toegelaten bezoekers, kinderen, aan wie vrijstelling van betaling is verleend, uitgezonderd, rangsgewijs op te geven en, des-verlangd, in handen van den voorzitter van den gemeente-raad te beëedigen en de verschuldigde belasting te voldoen.

(5) Blijven ondernemers in gebreke, aan het bij de 2 voorgaande alinea's bepaalde te voldoen, zoo zal, onver-minderd de wegens overtreding dezer verordening tegen hen in te stellen strafvervolging, de door hen verschuldigde belasting worden vastgesteld en ingevorderd op de wijze als bij de 5e en 6e alinea van artikel 10 is

bepaald-Art. 12- (1) Wanneer na afloop der vermakelijkheid of vermakelijkheden door of namens den ondernemer wordt aangetoond, dat niet al zijne afgestempelde toegangsbewijzen ten volle zijn verkocht geworden, kan, tegen afgifte der overgebleven toegangsbewijzen, de onverschuldigd betaalde belasting, nadat het bedrag daarvan ten kantore van den voorzitter van den gemeenteraad zal zijn vastgesteld, door of van wege den gemeente-kashouder, desverlangd, aan hem worden terugbetaald.

(2) Indien eene vermakelijkheid na uitgifte der toegangs-bewijzen om de een of andere reden niet is doorgegaan, wordt, wanneer zulks naar genoegen van den voorzitter van den gemeenteraad zal zijn aangetoond, de belasting ook over de toegangsbewijzen, in voege als in de vorige alinea is bepaald, aan den ondernemer, op zijn verzoek terug-betaald.

Art. 13. (I) Indien zulks voor een behoorlijk controle op de naleving der bepalingen dezer verordening door den voor-zitter van den gemeenteraad noodig wordt geacht, kunnen door dezen tot dat einde eenige beambten worden

aange-118

steld, wier a a n t a l en b e z o l d i g i n g o p zijn voorstel d o o r d e n g e m e e n t e r a a d w o r d e n b e p a a l d .

(2) Zij w o r d e n n a a r g o e d v i n d e n van d e n voorzitter v a n d e n g e m e e n t e r a a d o n t s l a g e n .

Art. 14. (1) B e h a l v e d e a m b t e n a r e n en b e a m b t e n der politie, zijn d e voorzitter v a n d e n g e m e e n t e r a a d z o o m e d e d e in h e t vorige artikel v e r m e l d e b e a m b t e n b e l a s t m e t het o p s p o r e n v a n o v e r t r e d i n g d e z e r v e r o r d e n i n g .

(2) D o o r h e n w o r d t zoo s p o e d i g mogelijk proces-verbaal o p g e m a a k t w e g e n s alle o v e r t r e d i n g e n d e z e r v e r o r d e n i n g , w e l k e ter h u n n e r k e n n i s k o m e n .

(3) D e a l d u s o p g e m a a k t e p r o c e s s e n - v e r b a a l g e l d e n als wettig b e w i j s m i d d e l der d a a r i n g e c o n s t a t e e r d e o v e r t r e d i n g e n , mits zij v o l d o e n a a n artikel 381 v a n h e t r e g l e m e n t o p d e strafvordering of a a n artikel 428 v a n h e t r e g l e m e n t o p h e t r e c h t s w e z e n ter O o s t k u s t v a n S u m a t r a .

Art. 15. (1) D e o n d e r n e m e r s zijn v e r p l i c h t s s t e e d s a a n d e in d e I e a l i n e a v a n artikel 14 v e r m e l d e p e r s o n e n koste-loos t o e g a n g te v e r l e e n e n tot d e p l a a t s e n w a a r o p e n b a r e v e r m a k e l i j k h e d e n w o r d e n gegeven, en tot d i e , w a a r d e toegangsbewijzen a a n h e t p u b l i e k w o r d e n v e r k o c h t .

(2) Zij zijn m e d e verplicht, o m ten allen tijde d e door h e n v e r k o c h t w o r d e n d e t o e g a n g s b e w i j z e n , d e s v e r l a n g d , on-middellijk a a n h e n te v e r t o o n e n .

(3) O o k d e t w e e d i e n s t d o e n d e a d j u n c t - b r a n d m e e s t e r s h e b b e n kosteloos t o e g a n g tot d e p l a a t s w a a r d e o p e n b a r e v e r m a k e l i j k h e d e n w o r d e n g e g e v e n .

Art. 16. (1) D e o n d e r n e m e r s zijn verantwoordelijk voor d e behoorlijke n a l e v i n g d e z e r v e r o r d e n i n g ook door h u n n e v e r t e g e n w o o r d i g e r s of o n d e r g e s c h i k t e n , en w o r d e n voor elke o v e r t r e d i n g d a a r v a n gestraft m e t een g e l d b o e t e v a n ten h o o g s t e vijftig g u l d e n .

(2) Indien als o n d e r n e m e r o p t r e e d t e e n e als r e c h t s p e r s o o n e r k e n d e v e r e e n i g i n g of n a a m l o o z e v e n n o o t s c h a p zijn d e b e s t u u r d e r s v a n d i e v e r e e n i g i n g of v e n n o o t s c h a p , in voege als in d e vorige alinea is v e r m e l d , verantwoordelijk en straf-b a a r .

(3) D e bij d e z e v e r o r d e n i n g a a n o n d e r n e m e r s o p g e l e g d e v e r p l i c h t i n g en v o o r h e n g e m a a k t e v e r b o d s b e p a l i n g e n g e l d e n ook ten a a n z i e n v a n d e p e r s o n e n , d i e w e g e n s ziekte of afwezigheid ter p l a a t s e v a n e e r s t g e n o e m d e n , m e t d e leiding

119

der vermakelijkheden zijn belast, dan wel bij gebreke van lastgeving die leiding op zich hebben genomen, weshalve dezen in die gevallen, evenals de ondernemers zelve, voor de behoorlijke naleving der bepalingen dezer verordening verantwoordelijk zijn, en ingeval van overtreding daarvan, met de in de alinea 1 van dit artikel vermelde boete worden gestraft.

(4) Behoudens de bij de wet bepaalde gevallen van ontoerekenbaarheid, zijn, ingeval van overtreding, de in dit artikel opgenoemde personen alleen dan niet strafbaar, indien zij bewijzen met het feit, waardoor de overtreding is ge-pleegd, geene bemoeienis te hebben gehad, of het plegen daarvan niet te hebben kunnen beletten.

Art. 17. Indien eene vermakelijkheid gegeven wordt door meerdere ondernemers of door eene vereeniging of vennoot-schap, kan de in de artikelen 10 en 11 bedoelde eed ge-vorderd worden, in het eerste geval van een of meer onder-nemers, en in het tweede geval van een of meer bestuurders ter beoordeeling van den voorzitter van den gemeenteraad.

In het geval bedoeld in de 3e. alinea van artikel 16 kan de eed op gelijke wijze van één of meer der aldaar genoemde personen worden gevorderd.

Art. 18. Bezoekers, die niet aan de in artikel 8 alinea 1 bedoelde vordering der daar bedoelde ambtenaren voldoen of die, behoudens het in de 2e. alinea van dat artikel be-doelde geval, de door hen ontvangen toegangsbewijzen aan den ondernemer teruggeven, worden gestraft met eene geld-boete van ten hoogste tien gulden.

Art. 19. Deze verordening treedt in werking op den zestigsten dag na hare afkondiging in de Javasche Courant.

De voorzitter van den Medan, Gemeenteraad van Medan,

20 Mei 1911. MAIER.

Bovenstaande verordening is door den Gouverneur-Gene-raal, den Raad van Nederlandsch-Indië gehoord, goedgekeurd bij besluit van 29 Juni 1911 No. 39.

De Gouvernements-Secretaris, KINDERMANN.

Bezit vuurwapenen

DE PLAATSELIJKE R A A D VAN H E T CULTUUR-GEBIED DER O O S T K U S T VAN SUMATRA, Stelt vast de volgende verordening :

VERORDENING op het bezit en het vervoer van en den handel in vuurwapenen, buskruit en mu-nitie in het cultuurgebied der Oostkust van Sumatra.

Art- 1. Voor het bezit van vuurwapenen, buskruit en munitie, behalve in gevallen waarin de goederen van Lands-wege zijn verstrekt of ten behoeve van 's Landsdienst het bezit daarvan verplicht is gesteld, het vervoer van die goe-deren anders dan ten behoeve van 's Landsdienst, zoomede den handel daarin, gelden de volgende bepalingen, waarin wordt verstaan onder :

v u u r w a p e n e n : alle schietgeweren en geschut, zoomede een stel onderdeden te zamen uitmakende een bruikbaar vuurwapen ;

b u s k r u i t : ook ernstvuurwerken, doch geen kunstvuur-werk«n ;

m u n i t i e : ook patroonhulzen en slaghoedjes;

v e r v o e r : overbrenging zoowel te land als over zee van de eene plaats naar eene andere.

Art. 2. (1) Het is behoudens de in het 2e lid van dit artikel genoemde uitzondering verboden anders dan ten verkoop krachtens eene vergunning als in artikel 8 bedoeld, een vuurwapen te bezitten zonder een vergunningsbewijs overeenkomstig artikel 3, tenzij nog geen beschikking op een tijdig ingediend verzoek om een vergunningsbewijs is ontvangen.

(2) Voor vuurwapenen aan boord van vaartuigen is geene vergunning noodig, maar zoolang het vaartuig in eene haven op eene reede vertoeft, is de havenmeester of de alszoodanig fungeerende ambtenaar bevoegd, te vorderen, dat de vuurwapenen, welke niet tot de uitrusting van het vaartuig behooren, aan hem in bewaring worden gegeven.

Art. 3. (I) De vergunning om een vuurwapen te bezitten moet binnen veertien dagen na dan invoer, overeenkomstig

121

d e o r d o n n a n t i e v a n S t a a t s b l a d 1908 No. 491 of n a d e levering, o v e r e e n k o m s t i g artikel 4 (2) en artikel 11, of n a d e verkrij-ging door erfenis of legaat w o r d e n g e v r a a g d a a n Hoofd v a n plaatselijk b e s t u u r , b i n n e n w i e n s ressort d e a a n v r a g e r ge-vestigd is, of zoo hij niet b i n n e n het c u l t u u r g e b i e d ia gevestigd, a a n het Hoofd v a n plaatselijk b e s t u u r , b i n n e n wiens ressort hij zich b e v i n d t .

(2) V e r l e e n t h e t Hoofd v a n plaatselijk b e s t u u r d e v e r g u n n i n g d a n g e s c h i e d t dit schriftelijk tot w e d e r o p z e g g i n g , voor elk v u u r w a p e n afzonderlijk, m e t v e r m e l d i n g v a n : a. het n u m m e r , w a a r o n d e r d e v e r g u n n i n g in h e t bij

artikel 14 b e d o e l d register i n g e s c h r e v e n ;

/>. d e n n a a m (ook d e v o o r n a m e n ) , d e w o o n p l a a t s of verblijfplaats en het b e r o e p v a n d e n p e r s o o n , a a n w i e n zij wordt u i t g e r e i k t ;

c. d e soort, het kaliber, het f a b r i e k s n u m m e r , m e r k of a n d e r bijzonder k e n m e r k van het v u u r w a p e n of wel, indien dit n u m m e r , m e r k of bijzonder k e n m e r k ont-b r e e k t , het d a a r o p op kosten v a n d e n a a n v r a g e r te stellen w a a r m e r k .

Art. 4. (1) Bij h e t teloorgaan v a n een v e r g u n n i n g s -bewijs kan een d u p l i c a a t w o r d e n uitgereikt, w a a r o p het w o o r d „ d u p l i c a a t " in h e t o o g v a l l e n d v e r m e l d staat.

(2) Indien een v u u r w a p e n , w a a r v o o r een v e r g u n n i n g tot bezit is uitgereikt, is teloorgegaan, gestolen óf v e r v r e e m d , zal d e p e r s o o n , a a n wien is v e r g u n d h e t te bezitten, uiter-lijk d r i e d a g e n n a d e v e r v r e e m d i n g of n a d e o n t d e k k i n g v a n d e n diefstal of h e t verlies, d a a r v a n k e u n i s geven a a n h e t Hoofd van plaatselijk gestuur, d a t d e v e r g u n n i n g heeft v e r l e e n d , o n d e r t e r u g z e n d i n g v a n h e t v e r g u n n i n g s b e w i j s en bij v e r v r e e m d i n g o n d e r m e d e d e e l i n g v a n d e n n a a m (ook d e v o o r n a m e n ) , d e w o o n p l a a t s en het b e r o e p v a n d e n verkrijger, z o o m e d e v a n d e n d a t u m d e r v e r v r e e m d i n g .

(3) Bij v e r k o o p door t u s s c h e n k o m s t v a n liet v e n d u -d e p a r t e m e n t zuilen -d e k e n n i s g e v i n g , -d e m e -d e -d e e l i n g e n en d e t e r u g z e n d i n g b o v e n b e d o e l d door d e n v e n d u m e e s t e r w o r d e n g e d a a n .

(4) W a n n e e r d e p e r s o o n , a a n wien e e n e v e r g u n n i n g tot bezit is uitgereikt, sterft, m o e t het v e r g u n n i n g s b e w i j s b i n n e n 30 d a g e n door d e n b o e d e l b e r e d d e r a a r a a n h e t H o o l d v a n plaatselijk b e s t u u r , d a t d e v e r g u n n i n g heeft v e r l e e n d , w o r d e n t e r u g g e z o n d e n .

122

A r t . 5. (1) H e t in artikel 4 b e d o e l d v e r g u n n i n g s b e w i j s zal s t e e d s h e t w a p e n , w a a r v o o r het is g e g e v e n , volgen, ook w a n n e e r d a t w a p e n tijdelijk a a n een a n d e r in g e b r u i k is a f g e s t a a n of w a n n e e r h e t w o r d t v e r v o e r d .

(2) B o v e n d i e n zijn d e bezitters v e r p l i c h t om, telkens w a n n e e r zij h u n w a p e n a a n een a n d e r in g e b r u i k afstaan, d a a r v a n k e n n i s te g e v e n a a n het Hoofd van plaatselijk b e s t u u r , o n d e r o p g a v e v a n d e n n a a m (ook d e v o o r n a m e n ) , d e w o o n p l a a t s en h e t b e r o e p v a n d e n p e r s o o n , a a n wien

h e t v u u r w a p e n w o r d t afgestaan.

Art. 6. (1) H e t is, b e h o u d e n s h e t b e p a a l d e in het v o l g e n d J i d en in artikel 3, eerste lid der o r d o n n a n t i e in S t a a t s b l a d 1908 No. 4 9 1 , v e r b o d e n , a n d e r s d a n ten v e r k o o p k r a c h t e n s e e n e v e r g u n n i n g als in artikel 8 b e d o e l d , b u s k r u i t of m u n i t i e te b e z i t t e n , z o n d e r d a t m e n heeft een v e r g u n n i n g s b e w i j s als b e d o e l d in artikel 7 en, w a t m u n i t i e betreft, b o v e n d i e n een v e r g u n n i n g s b e w i j s o m een v u u r w a p e n te b e z i t t e n .

(2) W i e een v e r g u n n i n g s b e w i j s tot het bezit v a n een v u u r w a p e n heeft m a g z o n d e r v e r g u n n i n g s b e w i j s zooveel b u s k r u i t en m u n i t i e b e z i t t e n als n o o d i g is o m uit h e t v u u r -w a p e n , -w a n n e e r dit een l a n g v u u r -w a p e n (ge-weer, b u k s , karabijn) is, ten h o o g s t e 200 s c h o t e n , en w a n n e e r het een kort v u u r w a p e n (pistool, revolver) is, 50 s c h o t e n te d o e n . (3) V o o r b u s k r u i t en m u n i t i e a a n b o o r d v a n v a a r t u i g e n is g e e n v e r g u n n i n g n o o d i g , m a a r z o o l a n g h e t v a a r t u i g in e e n e h a v e n of o p e e n e r e e d e vertoeft, is d e h a v e n m e e s t e r of d e als z o o d a n i g f u n g e e r e n d e a m b t e n a a r b e v o e g d te v o r d e r e n d a t h e t b u s k r u i t en d e m u n i t i e , w e l k e n i e t tot d e u i t r u s t i n g v a n d a t v a a r t u i g b e h o o r e n , a a n h e m in b e w a r i n g w o r d e n g e g e v e n .

(4) V e r b o d e n is het bezit v a n a n d e r e m u n i t i e d a n g e s c h i k t is voor h e t v u u r w a p e n tot w e l k s bezit m e n v e r g u n n i n g heeft v e r k r e g e n .

(5) D e v e r b o d s b e p a l i n g e n in h e t slot v a n het eerste en in h e t v o o r g a a n d e lid g e l d e n niet voor s c h i e t v e r e e n i g i n g e n , d i e als r e c h t s p e r s o o n zijn

erkend-Art. 7. (1) D e v e r g u n n i n g o m b u s k r u i t of m u n i t i e te b e z i t t e n m o e t w o r d e n g e v r a a g d a a n het Hoofd van p l a a t s e -lijk b e s t u u r , b i n n e n w i e n s ressort d e a a n v r a g e r zich b e v i n d t .

(2) V e r l e e n t h e t H o o f d v a n plaatselijk b e s t u u r d e g u n n i n g d a n g e s c h i e d t dit tot w e d e r o p z e g g i n g m e t ver-m e l d i n g v a n :

123

h e t n u m m e r , w a a r o n d e r d e v e r g u n n i n g in h e t bij artikel 14 b e d o e l d register is i n g e s c h r e v e n ;

d e n n a a m (ook d e v o o r n a m e n ) , d e verblijfplaats en h e t b e r o e p v a n d e n p e r s o o n , a a n wien zij w o r d t uitgereikt, d e h o e v e e l h e i d b u s k r u i t en d e soort en h o e v e e l h e i d m u n i t i e , w a a r o p zij b e t r e k k i n g heeft.

(3) D e v e r g u n n i n g is geldig voor het g e h e e l e c u l t u u r g e b i e d . (4) Bij het teloorgaan v a n een v e r g u n n i n g s b e w i j s k a n een d u p l i c a a t w o r d e n uitgereikt w a a r o p h e t w o o r d „ d u p l i c a a t "

in h e t o o g v a l l a n d v e r m e l d staat.

Art. 8. (1) H e t is v e r b o d e n h a n d e l te drijven in v u u r -w a p e n e n , k u s k r u i t en m u n i t i e z o n d e r v e r g u n n i n g v a n het Hoofd v a n gewestelijk b e s t u u r .

(2) D e v e r g u n n i n g w o r d t v e r l e e n d tot w e d e r o p z e g g i n g en m o e t , b e h a l v e d e d a g t e e k e n i n g i n h o u d e n :

o. d e n n a a m (ook d e v o o r n a m e n ) en d e w o o n p l a a t s v a n d e n p e r s o o n , a a n wien zij w o r d t uitgereikt ;

o. d e n n a a m v a n het g e w e s t of van d e gedeelten v a n het g e w e s t d a n wel v a n d e p l a a t s e n , w a a r het bedrijf zal m o g e n w o r d e n uitgeoefend ;

c d e a a n d u i d i n g v a n d e g o e d e r e n , w a a r i n h a n d e l w o r d t t o e g e s t a a n .

Art. 9. (1) Hij, a a n w i e n d e in artikel 8 b e d o e l d e ver-g u n n i n ver-g is uitver-gereikt is v e r p l i c h t een door h e t Hoofd v a n plaatselijk b e s t u u r gefolieerd en g e p a r a f e e r d register a a n te h o u d e n , w a a r i n w o r d t a a n g e t e e k e n d :

a. elke levering v a n v u u r w a p e n e n en v a n m u n i t i e , m e t v e r m e l d i n g v a n d e h o e v e e l h e i d en soort en elke leve-ring v a n b u s k r u i t m e t v e r m e l d i n g v a n d e h o e v e e l h e i d ; o- d e n a a m (ook d e voornamen^ en d e w o o n p l a a t s v a n

d e n verkrijger ;

c d e d a t u m v a n levering ;

d. h e t n u m m e r en d e d a g t e e k e n i n g v a n h e t v e r g u n n i n g s -bewijs, d a t h e m ingevolge h e t 1 e lid v a n artikel 1 1 m o e t zijn afgegeven of d a t h e m ingevolge h e t 3e lid v a n d a t artikel m o e t zijn v e r t o o n d .

(2) Door h e m zal m e d e w o r d e n a a n g e h o u d e n een d o o r het Hoofd v a n plaatselijk b e s t u u r gefolieerd en g e p a r a f e e r d register, w a a r i n a a n t e e k e n i n g w o r d t g e h o u d e n v a n d e v u u r -w a p e n e n , het b u s k r u i t en d e m u n i t i e , door h e m i n g e v o e r d of o p a n d e r e wijze v e r k r e g e n m e t v e r m e l d i n g v a n d e h o e -v e e l h e i d , soort en h e r k o m s t .

124

" Art. 10. Aan handelaren in buskruit in het verboden buskruit uit te stallen of te leveren anders dan is goed gesloten verpakking, waarop duidelijk zichtbaar het woord

„buskruit" is gesteld.

Art. 11. (1) Het is aan een ieder zonder uitzondering verboden een vuurwapen aan een ander te leveren, dan indien hem door dien anderen persoon wordt ter hand gesteld eene door het Hoofd van plaatselijk bestuur bedoeld in het Ie lid van artikel 3 verleende schriftelijke vergunning inhoudende, behalve de dagteekening, den naam (ook de voornamen), de woonplaats en het beroep van den persoon, aan wien zal mogen worden geleverd, de hoeveelheid en de soort van de te leveren vuurwapenen en het nummer,

Art. 11. (1) Het is aan een ieder zonder uitzondering verboden een vuurwapen aan een ander te leveren, dan indien hem door dien anderen persoon wordt ter hand gesteld eene door het Hoofd van plaatselijk bestuur bedoeld in het Ie lid van artikel 3 verleende schriftelijke vergunning inhoudende, behalve de dagteekening, den naam (ook de voornamen), de woonplaats en het beroep van den persoon, aan wien zal mogen worden geleverd, de hoeveelheid en de soort van de te leveren vuurwapenen en het nummer,

In document Oostkust van Sumatra VERZAMELING (pagina 121-160)