• No results found

De dierenvrienden · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De dierenvrienden · dbnl"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bron

exemplaar Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, signatuur: H246

De dierenvrienden. A. Tjaden, Deventer 1870-1880

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_die007dier01_01/colofon.htm

© 2010 dbnl

(2)

2

[De dierenvrienden]

Zeg eens, lief poesje, zoo zacht en zoo vlug, Is 't waar wat men vertelt achter uw rug:

Dat ge zoo krabben kunt? ik geloof 't niet, Wijl ge me veel te schalks uit de oogen ziet.

De dierenvrienden

(3)

Kom, lievertje, kom, laat ons wat spelen, Ik weet zeker, 't zal U niet vervelen:

Doe vrolijk ons uw geblaf maar hooren, Hier in den tuin kan niemand ons storen.

De dierenvrienden

(4)

4

Rij weg, rij weg, rij weg, Jan!

Regt op, vlug, stevig in den zadel, als een man.

Als het paard draaft, houd vast aan den teugel, En zet ook de voeten goed in den beugel.

De dierenvrienden

(5)

Rij weg, rij weg, Lucie kan rijden,

Jan en Lucie, zie, hoe flink rijden zij beiden!

Rij weg, rij weg, rij weg, Lucie en Jan!

'k Zie ze niet meer zoover 't oog reiken kan.

De dierenvrienden

(6)

6

Tom, och doe den kleinen hond geen zeer;

Streel met uw hand zijn hoofd nog eens weêr, Dan zult ge eens zien, hoe hij kwispelstaart, Hij heeft zoo'n bijzonder goedigen aard.

De dierenvrienden

(7)

'k Wil, beste, met u eens proberen Wat ge zoo al zoudt kunnen leeren:

Opzitten en dan zoolang gewacht, In dezelfde houding, tot 'k tel acht!

De dierenvrienden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

© 1982 Birdwing Music / Universal Music - Brentwood Benson

Niemand echter wist, dat Milly naar een vader en moeder verlangde, zooals haar nichtjes en neefjes hadden. Zij had ook wel eens haar armen om haar tante willen slaan en toch gaf

Daar had de Prins voor moeten zorgen, En maken, dat 'er 't noodig kwam, - Mits hij het niet van 't onze nam - Al had hij 't dan ook moeten borgen!. Robert Hendrik Arntzenius,

Buiten in de biezen, Daar ligt een hondje dood, Toen kwam Jan, de slager, Die zei: Dat hondje is mager;. Toen kwam Lijsje Lonken, Die zei: Dat beestje

Vijf varkens loopen knorrend door de wei, Ze krijgen eten en daarom zijn ze blij..

Iconomanie, of Zoo maken de kinderen een

weer naar buiten het donker in wil ben je bang, maar het is zijn plezier te zoeken in het duister onder struiken naar wat je niet weet.. Je bent bang, er was eens een kat in