De r.rhluoo,dtg*nktrg d"t
,ondoors 'ue o, God oLt
de ba,tt d"t geloof s
\
Zouolc.28
,.'
Psalm 32.
Psalm
32':1,'3.
Ps.97:7.
Gel,iefilen,
De Heere Jezus
leert
onsin
de geliikenis van den Fàrizeër en dentollenaar
de rechtvaardigmaking des zondaarbvoor
God, metuitsluiting
vanal
onze werken als g:rond. Dpu
welbetende gelijkenis, diein Luc.
18 beschreven is,-spreekt van twee nien- schen, die beiden opgingennaar
den'te,mpel,die
op den berg Sion gebouwd was en waarheèR men dusin letterlfiken zin
op' klimmen moest. Zoo was Israël onder'den dienst der schaduwen reeds voorgesteld,dat
in-waarheid door den"Heiligen
Geest geleid, des-Heerenvolk in het
geloofuit
den staatzijnet
zon- denopklirnt tot
Gods za\lige gémeensghapin
Christtrs. Maarniet
aile ternpelgangers kenden dat wezenlijke,opklimmen' zoo'min
alsalle
kerkgangers onderhet
Nieuwe Verbond.Het
on- derscheidin
de beiden, diein'de
genoemde geliikenis bésphre- ven worden envan
elkaar verschilden als de doodvan het le'
ven,toont dit klaar
aan. De één was een Farizeër en de ander eentollenaar;.de
één een manvan
aanzien; de ander een ge'vloekt'e
bii ziin volk;
de éénis
een malL die op de hoeken der straten,ten
aanhopre van ieder die over den weg gaat,bldt
enziln
aalmoezenin het
openbaar geeft, de ander een tollenaar, dle van de Romeinsche onderdrukkers eentol
heeft Sepacht enmet woeker de'betaalde. som terugeischt eh
z[jn
eigen volkaf-
perst.
Is het wondlx, dat
de tollenaren door de Jodcn yeracht.,
'_,en gehaat
fiartn eí dat
de Farizeërsíen ÍIoere
Jeaus.verwe:, ten:
,,HU' eetnrft tollen*ren
en zondafei".lj:I$iewilde nu
mstzulke
mensohef, Iandrlemadersals z[i
wá.:nen,gemeenschap
.hebben?
N*uwelijks
kan.schriller
teigeastelling gpteekend ïr'qÍ1.,.den, da4 de
H"ere*I"ru"'in
deíe g€lij-kenisddt- , - -- 'o,*
nDie
tegènst€llingkomt
ookuit in
het.Bebed,dat
beidên doen.Zfi zin
immers opgeg:aan naar den tempel om te bidden? M,gar de Farizeer heeftl,áde-tate
bidden; ttil asnct ïn
het bewuetzijn, van zijn
volle,.óËaardigheid, rechthebbeÍd op :den heme! v,an-'$'ege ZtÍp goede
wefren, treedt hri tEt
vooràarrinlden
re-mpeldoor,
tot vl4k b{i'de heining van
denvoorhof der
priestors.Dn dààr
breidt
hfu de handenuit,
slaat de oogen..ten hernelrcn'
staandebad'hii bii
ziehzelven: ',,OGod
! ik
dankU, dat ik riiet
1Fen seliik
-deaudere
menschen,roovers,
onfechtÈÊrdigen,.
overspelers,of qgt geliik
dezentolleàaar. Ik vast
tweeniàalper
week;ik
gpef ,tiendenvan
alles,wat ik
bezit',.Uit'is zlin
,,gebed".Arme dian,
die,blind voor ziin
dicpenval in
Adam,'
àëgS+,;,Ik bennidalsde
andere menschên""Is hii
danniet
be- gr€Benin
Adakrs v*1,al pleit hii
zichvrii
van,zond"Cni.waer-voot"hij
alleen doqr de algenpene genade Gods bewaard is.?Àr- me
menschert;dle den llgàre niets'te
yr&gen, doch ailóónte,
.dgnken hebben,
geliik g[i
zelfs.van de
kansels hborenkunt:
,,I[eere, onze God,
wij
danken u",voof dit
en voordat; teíwiil
. 'hetootmoedig}rrieeliigebedontbrcekt.Envoorons.&uenishet
.welklaar, dat
wanneer de ontdekking der zonde door den Éei-ligpn,Geest ontbreàkt,
wii' d€
verzoeningen reiniging ,ili
hetblged
van
ChrJstuB.niet begéëren enniet
bidden kunhàn, noch pleiten.Zie nu
daar achter irv den tempel. dien tollenaar. Weg-blijven
kànhd niet maar
ontdekt aan ziy'n gruwel[ike zonden, ',durft hij everinin
doordripbentot diep in
den,'voorËoÍ.fig
kan
aich!u
Go0svolk niet
rekenen. O, die.geen vreemdelilqg-
:van z{jn eigen
hart
is, kent dietiiden
wel, dat"het hem een won;der is,
de minste plaatsi*
Gods huiste
mogen betre{len.Hij staat met
dentpllengali,vas.vetre,' eil
beschaamdvoor
Góàen
menschen,heeft hiÍ niet
te. dankenals de Farizeêr, doch .
\vanwege de
smart
diein
zryn niel verwekt iÉr overzijn
zonden, en door de droefheidnaar
God, die een onberouwelijke bekee- ring_tot_zaligheictwerkt,
sla,a0hii op de borst en roepthij uit:
,,O God
!
wees.mti
zondaar gpnedig',. Vooqwaar dezen zi;tn ge-'
gogPs.
Ps.
.-
heel anders dan die.Fàrizeër. O, welk €€n,\ponder, dqt ,,zelfs'de musch een
huis vindt en
dezwaluw
een nestvoor
uich, waar atr ha4r jongen leSt,bii Uw
altaren, Hgef,eder
heirscharen!"
dat.zulke
schuldige zondaren een plaats vinden,wasr zij
hunklacht
mogenuitstorten en hun
Bechterriinigenade
bidden, Als de voornaamste der zof,dare:rbidt
de tollenaarl,om genadé,En de uitkomst? Ook die beschrijft ons de
Bcherpste tegen- stelling hrsschen de geqoemde'tempelgailg€r$; Dezeging af
ge-rechtvaardigd in ztin huis meer 'dan die, zoo
rierklaart Christus,Dat
beteekentniet, dat
ook de Fárlizeër gerechtvaat-digd werd,
dochin minder niate
dande tolhnaar.
Neen"die
.Farizeër bleef in zijn
eigBn gerechtigireid doemwaardÈ voor God.ne Schrift spieekt
meermalenop die wijze, b.v. als'zij
zegt,dat
onze gerechtigheid otsemtloeil,igdrzyn.moet daq
dieder Farizeën en
Schriftgeleerden,wat toch
geenszins be-duidt, dat wij in
eigen-gerechtigheid nog .lodg:eri.moeten gp- klirnmen,maar dát der
Farizeën gerechtigHHd .voór God nietkan
bestaan.Zoo wil de
Heere danl ogkinihe
Selrikenisuit Luc. 18
ons zeggen,dat de tollenaar
gerechtvaardigd werd,maar
de'Farizeër niet. Hii was
en'blepf ,dqqrnwaardig voor God. tr{oegelukkig
wasdan toch die
tollenaa4',,Gerechtvadr-digd", d.w:2.
vr$gesproken"v&n aLzqn
zq4deneir met
God verzoend, alleenom
de zoenye{dienstenvan
Christus" Z;onda-ren
worden gerechtvaardigdom niet, door
de verlossingl, diein
Christus Jezus is.Van
de rechtvaardigmaking des zondaarsvoor
God wenscÏenwij
tharrs breederte
handelenin
de over- denking van dedrta
entwintigste
Zon{,ogaafileeling van onz€n Heidelberger Cateehismus.Vraag 59:Maar wat baat het u nu, dat gij.dit alles getooft?,
Antw.:
Datik in
Christug voor God rechtvaardig ben. en een erf.genaam des eeuwigen levenp:
Vraag 60: Hoe
zijt gii
rechtvaardig voor God?Antw.:
Alleen door een waar gefoofin
Jezus Chrtstus; alzoo'dat,al
is het datmij
mfjne eonsciëntie eanklaagt, datik
tegen alle de geboden Gods zwaarlijk gezondigd en geen daarvan gehouden heb, en nog steeds tot.alle boosheid geneigd ben, nochtans God, zonder eenige verdienstermdnerzijds,..uit loti- tere genademij
de volkomen genoegdoening, gerechtlShetden heiligheid' van Christus schenkt
en
toerekent, cven'elr haddeik
nooit zonde gehad, noch gedaan,irl rlr
hrddrlk
zell,
el
de 3ehoopzaamhcld volbracht, dtc Chrlrtur voor tnl,i
8?0
1,.
volbracht heeft,
in
zooverreik
zulke weldaad met een ge, loovig harte aanneem.Vraag 81: Sreqlom zeg't gS. dat gii alleen door het geloof ggrechtvaar- digd zijt?
Antw.:
Niet,dat ik
vanwege de waardigheid miJns geloofs Gode aan ,enaarrl.ben; maar daarom, dat alleen de genoegdoenÍng, gereèhtigheid eir heiligheid van Christus mijne gerechtig- heid voor God is, en datik
die niet,anders ilan alleen hcior'
het geloof aannemen .enmlj
toeëigenen kan.In
deze d,rí.e entwintiqste
Zoridag:safdeelingzijn wij
dirs SeFo- 1nqntot
de rechtaaanfiígm,aking iles zenfuars ooor Goil, a)e"ile bate iles geloofs enwordt
ons uitEngezetI.
welkeilie
bageis;
ïI.
hoeitie
bate oerkregenworilt;
III. in
welke betrelclcing iti,e batestsnt
tothet
getoof .,.'
He:t oprechte geloof is, naar de beschril'ving
in
de zevende Zon- dagsafd€eling gegeyen,niet
alleeit--een zeker wetenof
kennis, waardoorik
hetal
voor waarachtig houd,wat
ons Godin Ziin
Woord gpopenbaard heeft, maar ook-een zeker vertrouwen, het-
welk
deHeilige
Geest doorhet
Evangeliein
mfirrhart
werkt,dat nie!
alleen anderenmaar
ook,mij
Vergevingder
zonden, eêuwig:é gerechtigheid-en aaligheid'van God-gescf,onkenzij,
uió loutere genade,'alleen om de venlienstetr vari Ghristus'wil.
Met die beschriiving van het, wezen des geloofs, staat de verÈlaring:ván
de rechtvaardigmakingvoor
Goddoor hêt
geloof, waar-van'Zandag 23 handelt, Ín het allernauwst verband.
Nadattoch ih
den Catechigmusile
hoofilsoaa des geloofsvan
vraag22 tnt 58 in de
uiteenzettingvan de
Apostoligi:he Betijdenisis
besproken,wordt
de vraag gesteld: ,;Wat baat hetu
nu, datSii dit
allesgelooft?'
Di^t alles,wat ons-in hS.Evangelie
bet- loofil,wordt,
hetwelk deArtikelen van
ons algemeen en onge-twijfeld.
geloo.gin
eeir soinmaiàren;
want.ni,àtsvan wdt
Godin het
Evangelie beloofdekan ter
zalig:heid.worden gemist en het oprechte geloof omhelst dan ookal
de beioften Gods, diein
Chrietusja,en
amenz[jn,
Godelot
heerl{'kheid.Die
beloften,zijn
Godsuitverkorenen en hun
alleenvermaaK
reeds van esu$'lgheldin
hetferbond
der Verlossing enzij
worden hunin
den
tijd
des welbehagÈns'toegEóigàna doorrdenHeiligpn
Geest.n o-t *t"e door hef
geloof.Vogr
de.verworpelen ziin
geenÉtoft.r, ter
zaligheid áegeven; dle beloftenziin niet
EescJron- ,[ón """ het rratÈuriiik
zaaovan
$,braham'Ínaar
aan. diens, geestetiiih zaad,d.wa.
aan de uitvei"korenen' Daaromzin
zii
firrd""*
der.belofte,sls I
z ak
was (Gal. B':f,8) enniet
Ismaël;riii ,ti" Christi
en ,,zoozrit sfi
Abrahams-iáad en naar de be-i;fË;"Gn"-.o"''(qal.
$: z-g).Hun wordt-ttet
oprecht geloof ger"torrËo, dat
dan' ook genaamèwordt
,,het áeloofder uit-
ïerkqrenen;,(ï'it. l,i l) terwiil
God near;Zpn rechivaardig oorr deeldegen*t ait niet
verkoren zx-nini:f*n
bóosheid en har-áigf,"ia"È"i naar Zin
sanschvrii, r,ecftÍa"4ig:
onberispeliik.n-onu.""nderlijk
welbehagen en besloten heeft,hun.met't
za-iiil;;;ïtË;f ,i" a.
sJnade dep bekeerinsniet te tiegifti-
Ë;;;;i-
{"er Dordtsche svnode ttís."n $9Remolstra}ten
werd Ëebdenr). Aan hun moedwillige verhardins w11den.de verrryor- penen overg:egeven, ïnaar doorZiin ê*lt
en.Woord..vergadert.óh"irtur
aesenen, dieIIem
van den Vader gegevenziin
enHli U.gittigt huï mei
tret getoot, waardoorzt
de bate ontvang€n'*á"o*t in
Zondag 28 gehandeldwordt'
:;il;;;*o"at auóiet
het eigendom van den htstoriêel g:eloo-vige,
van
cten,,bsna" christen,
als koningAerippal
noch vanaeï
tiia-g"toovïge.Of
sprak Christusniet-van {iu
gp $e,steen-tóts órr"id
worden?Zii treulen
geen zaligrnakende bate vantr"r g"f""f .,,,Zrt.zijn
deze, die, wannser zii-het
gelhqord heb-t"n fi.íW*ía à"t.'oogde oltv3nren;
en dezg hebbgn geenen wortel, die maarvór een,tiid
seloov-en, 91it Aglll.dqr
ver-,ót ini wijken z4
af:"
G,ue.'ehg). ook
Matth .'7 "22 diene hier 'ten Ue;'ijs.
,,Velen zullente
dien dage'seggen: ,,Heere, Ileere'1,óË ïuii'"iut in uwen Naam
dui-velen uitgeworpen,en in
Ut.n lq*"*
vele krachten gpdaa4?En
dan zalIk
hun openlt'kaanr.gg""r ,,Ik
hebu
riooit gekendi gaat Yeg Yan$ii,
gri'..dieá; ;;-Ë*.ííigtt"ia werktf'. Van
Simonden
toovenaar etaatóÁsc1Ëven, Aa3.
oor hii
ge1odfde en gedogPtwerd
en gedurigËli fifippoá
Uf*iet en zióh-oritaette, ziende de teekenen en grootefriacfrtó
dieer
g"r"ftiààAó".Maat
alsËii
meept, dat_de gaïeCrdr
door geldvirkregen wordt, wiist Petrus,niet
elleea metrr.grg. ;;;É*iáisfit $imons góto "t; maar .verw[irit
h$iiàm-zelts ten verderve; en verklaart'voorts; ,,Gij hebt
geen 'bekornen wordt.-
Wii
,mogen ons willen. trqo'gtmret
dozalig'
beid enbewereí áJg""ó
keus gedaante
hebÈin,geliik
hon-derden
in
onae opÉervla"kkige, kàude dagen,waarin het
wel-haêst
onwrikbaai-vaststaat,
dat elk beliider der
,,Gerefor- ÍíeeÍd.eleer" zalig
worOt,de bate
des geloofstot
rechtdaer.ei;"g der ziel
is-aUeenhunner-die doof
Gods genade, alles'
door het waar gelooÍ mochten omhelzen,wat
GodZiin
volk\e- loofd heeft
en bevolente
gelooven,gel[jk
onsde'Twaalf Arti- ' '
lqelen hebten geleerd.IIet
moet onswel tot
nauwge?et zplfon- derzoek dienen,.of
rryri'in
'beginsel deelachtig wêfÈlen,,wat de onderwiizer ons voorhoudt alste ziin
de bate des gelooÍs. Did6ate,iei,ldatikinChristusvoorGoclrechtvaartligben,eneen
u*g"""t*
des eeuwigen levensf'.Voor God, r'echtaonrdig.!
dat is
niemand'vannature' Wij
allenz[jn
vèrdoemel[ik voor,God:,,Wij
wétennu; dat al wet
de wet,ágl, ri dat
spreekttot
.degenen, die onder dewet zijl;
-opdat,alie
mondsestopt'worde en
de 'geheblerrereld voor
Godver'
dóeméliile
zij".
Gevonuisitdoor
Gods onkredkbaarrecht apq
schouwen
wij het
levènslicht;van het uur
onzer ontva4gehisoÍ
niinwii
voorwernen'van Gods toorn.'Rechtvaardisvooi
Godaf zijn wii
voorwerpen'van Gods toorn. Rechtvaardig voor God*i,orát
ooÍc niemattddoo"
eigen toedoen.Hoe vroom hri
ookword,t
aCIk-,zich
adnstóIe;uit
dewerken der wet
wordt, geen vleeschge-
;
rechtvaardigd voor God. Cherubin en eea vlammig lemrnen eons zwaards bewakelr den toegang
tot
den boom deg leveus. R€shL vaardigis
alleen hS', die aan het vlekkeloogiecht
Gods voldoe-ning
schenk't; één erikele zonde stelde alle menscheDkirrd sdhul- dig tén eeuwigen doodelen'uit
dat oordeel der verdoemenis, dat elken polsslag van ons lêvenblj
vernieuwingwordt
ingeroepen,kan
nièmand in, hemel noch op aa:de, on-l- verlossen, d1n, Eén,n.l.
Christus, Rechtvaardigvoor
Godis hff, die in
Christus is geborgen. ,,Zooig er
dannu
geen yerdoemenisvoor
degenen,áiu in
Ct"istus
Jezusztin." En in
Christudis
derechtvasldi- ,l) V Art, t,
6 cn'10.. 87t
t!
8?8
nli...t';,iÀ,*l;,u't ii&r"li, ..r:al',t*
ging,
omdatHij
aan het.gesehonkenrecht Zijns
Vaders volko- men uold,oeningxhonk,
doorZiin
pfferand€, aan hetkruis
vol- bracht. Op grond vart die aïgeheele voldoeningis Hij,
als Borg, enis Ziin volk .in lfem wiigebprokeí
van ,gchulden stfaf
engewordt hun heï
eeuwig leven.Want
de réchtvaarCiginakingis
een Goddelijk vrijspreken geUjk de fechtprs,ig de vierschaar doen. Rechtvaardigmakingen heiligmaking siin
dus, hoewel onafscheldeliik aan elkaar verbonden, wèF,i'tl
onderscheiden.De Roomsche
kerk
ve.rwart deze beide rveldadênuit
het genade- verbond, doch GodsI{'oord, in het licht
d'êrHervorming bij vernieuwing
opgeg:aan, doetons de
rechtvaardigmaking ken- nen, als een vonnisvan
God den Vader aki Rechter; de recht-vaardigmaking is de
oolkomezavr{spraak
Gods.Van
beidenéén toch, de rechter moet
veroordeelenof vr[ispreken; hfi stelt
aloorzijn rechtelíjk vonnis schuldig of niet
schuldig.IV'elnu, zoo dan spreekt God
Zijn,volk volkomen.vr[j van
al'le zonde'schulden straf in Christus en Hij kent hun
een'rechtten
eeuwigenleven toe;
eenhalve lechtvaardigrnaking
be-staat
dusniet. Die
rechtvaardigmakingwortelt in
deeeutig-
hei,il,.
Y66r de
grondleg:gingder wereld is het Lam
geslacht,uiit kracht
vrutarvan de geloovigenin
deruste
konden ingaari;ook
eer Christus in het
vleesch verschenenis, wijl zii in
deBorgstelling: des Mlddelaars van
eeuwigheidvoor God
alsrechtvaardig
stonden.Wie lust heeft over dit leerstuk
meerte
lezen,verw[izen wii gaqrne
o.a.'naar
Cómrie'ebrief
enmissive'over de
rechtvaardigmaking,die
eenhelder,
krach-Lís. pleidooi bevat tegen alle Pelagiaansch snoeven
op 'g menschen eig:en krachtenen
gerechtigheden. Tegende
Re- monstranten hebbende
Dordtsche vaderenstreng
volgehou- den, dat de uitverkoreniondaar
gerechtvaardigdwordt
éérhii
getrooft en aich bekeert; als'zondtiren worden
zij
gereehtvaar- dÍgd enniet
als geloovigen en dat met volle handhaving van'de gerechtigheid Gods. ToenArminÍus voor de
StatenvaÍi Hol.
land
destelting
poneerde,dat
GoiIin'de
rechtvaardigmaking van de stiptheidvan Ziin recht afstapt
en dentroon van Ztjn
genadebeklimb antwoordde
Gomarusmet het
veelbeteelre.nend woord ten rechte, dat hij met zulk
een gevoelen nietzou durven st€rven en voor
Godsrechterstoel
verschijnen.Neen,
met zulk
een gevoelenzal
niemandvoor
Gods rêohter- stool kunnen verschdnen. ?,66groot is echt€r
de viiandrchapder Armlnlanen
tegende rechtvaardlgma}lng alleen om
det:
fl&l&r&dJflr.silld"orl,-J -lt.ads.llt"r,rrirÁiSjig*!"{,i/lrlË-Ád{A.iÉl,"iru!!ijiii.btjr,.t;"h&il|;g!L-.!id'&'"!&r.,
,'
'zoenverdiensten
van
Christus,dat zij in hun
vergadering, denáen Maart
1619te
Rotberdam gehouden, besloten, nimmermdt de
Geneformeerdente
vereenigenvóór en aleer wód
,,9:econdemneerd ende gsbeterd de.
leer: dat de
mensch'ge-.
reehtvaardigdwo{lt, als hij nog
goddeloos.is en dat
alzoo de. vergevingder fonden
gaatv66r
de bekeering."Zoo gÍoot is de
ergerriisder
Remonstrahten,dat in hun
oogniets
val-scher is dan de Bijbelsche leer, ,dat ,de,
gelaoai,gen metChri$ust
garechtigheil, belcleeil enmet ile
aargeui,ngiler
zen-. dm
beaphonken tnorden, eereij
geloouert'.Doch'dan
moet er ookzijn
een rechtvaardigm,akingaóór
}cret geloof,gelijk
Voe-tius
zooduidel!'kzegl in
zUnCatechismus, diewel.in niet
één gezin ontbreken rnoest.En die
rechtvaardigmakingaóór lwt
gelaof is o van eeuwigheid
in 't
Verbonil der Verlossing en bin '
,.'de
odstairdingvan Christus; In
Christusis
Godsvolk uitver- koren; in Christus staan zij krachtens
Gods onveranderlijk verbond van eeuwigheid rechtvaardigvoor
God.Zij
allen wa-ren
dan ookin
Christus, toenHii
leed en stierf; zij
,allen wer- denin
.IIem gerechtvaardigd, toenHij werd
opgewe}fuit
dendood en gerechtvaardigd van. den Gedst.
Ze
zrtnin
Hem vcr-heerlijkt
aan des Vaders rechterhand.Hierin ligt de onwrik- bare grond der
zalig:heid.ttrie dien grond
legg:enwil in wat
Godsvolk ervaart,
geniet, gelooft,zet
geheel de zaliglreidop
'Iosse schroeven en onderwerpt
het
reclÉvaardigz[in voor
God aan de bestrijdingen des satans en devertwijfelingen
de$ ong:e-loofs. Alleen'Christus staat
boven satansbereik; en in
Hem. ligt
Godsvolk
veilig, en de rechtvaardigingin
Hemstaattast,
'eeuwig en altoos. ,,God
ií
het, Die rechtvaardig maakt.Wie
ishet die
verdoemt?'Christusis-het, Die
gestorvenis; ip, wat
meer is,,Dieook'op$rrekt is,
Die.ookter
rechterhandGo'ds,is; :'
Die
oqkvoor
ons bidt" Maar dit is
geenszins de d a d e Iii.ke'
rechtvaardigmaking, zooalsBrakel
zegti die geschiedt door het geloof,hier in
dentijd, in de ziel van
Godskinderen.
D..eàerechtvaarfiging in
Chrislus van eeuwigheid enin
Arim^tÍthia's. Hof,
moet de onze worden doorhet
geloof.Want wij z[fn
vannature verdoemelÍjk, liggen onder Gods reetrt
veroordeeld, en staanbuiten Christus'offerande, tot
dentfid
toe,dat
God,
onsuit
genade de gerechtigheid van.Christus
schenlÉen
orut.in die toerekening ook dadeliik vrijspreekt.
Helaas, breede scharenvan
hen, diehet voor
de, rechtvaardigingin
Ghristus,
opnemen, zagendit voorbij. Het
werd-dan de
rcdeneering, 976,l
dat
men van eeuwighetd genechtvgardigd was eri.dieasvolgensin
eerr verzoendenstaat
rnqt. God stond;,,pu,doo á'eboren,wa*
Hoe?
Zou
God nog op hen toornen?Dat,ware
ineoneequentiestellen'in
God.. Zoo moegtwel
eéndosrn in hun
oog rygrdendat
volk,,dat onder
schulden londen ggsgen,
Oegrótheia
vanzijn
kwaad voon God erksnde, en srnoefitedir
behoud. Zoo moest mên van de bevinding der heiligen'lyel gpan sl!ryken, als' van op dool geraakte vioomheid; rnaar om, o ontzettende z*ak,met
een, beredensord geloof tpnelotte-bulten Christus
eeuwig omte
komen,Het lÍeeft
God behaagd de rechtvaardigheid in' Christushier in
dentijd Zijn
vol,hte.'doerr.geworden:door het geloof.En
zoo langentd4 wS buiten
Christus leven,gelfik
de Efezeneertii$s lyaren
zonder Christug.(z118)
vepkCerenwij in
een onverzoendenstaat mdt
God, ztin,Wtj'.voorwerpen destoorns, hebben
wii
geen hoopop
de zalieheid,zrjn w{i
zoadsr Godin
dewereld;
enziin wij
er{genamender
rampzaligheid,W[j
moeten door het geloofin
Chpistus ingaan, zalowë
schuld worden verzpend en onze piel gprechtvaardigd, een erJgenaam des eeuwigen levens wordèn.Dat ip Ítu het
deelvan al
Godsvolk
en,ij
tt"Uberi den.trooster
vanvór
rooverzii zulk
een.weldaad door
hót
geloof aannemen.Zi66
is de bate
des- geloofs,de
rechtvaardigmaking des zon- daars voor God.Ilierbfi lepalen wij
onsnu.in
de tweede Tlaats alsw[j
vernetner/laoe di,e batè uerlcre)ganuordt,
l',.. :it zegge-n
kan:
,,Dg handen.desddc
haddenmii omvahsen,.,en "
i,tide angpten der hel hadden
mii getroffen; ik vond'benauíAÍeid, .';;"i
ery
droefwis.!' Toch
mogegroote
benauwdheiilnimmer
als:.t ;,Íi
IL
De
Catechismusantwdordt op
dewpag: ,,[Iog
ztJtgij
recht-vaardig
voor, God?" ,,Alleen door een oprec.ht geloófin
ilezusChristus". Eh dat dit
gelooJ-inChristushiet buiten
het siele- leven omgaat, meirr i3 dan een'consciëntii*pï,toèstemmen,dat'alr leen Christus'
gerechtigheid onze schuldVoor
God bedekkenkan, lèert
datzelfde antwoord,als het
spreèktvan
de rrterkla-ging der consciirrtie; het
.wegvallenonzer verdiensten;
het toetekenenvan
Christus' volkomen genoegdoeningqr
hetvrij-
staan-voor God. Wij_ komen
tot
de geloofsomhelzingvan wat
Chrlstue voor deZ[jnen
verwierd,nimmer
dan door de bevin- delil'keervaring
van onzen verloren staat.Van
naturezfin
wdblind yooi het
oordeel,dat om
de zondeop
onsrust;
Icennenohzê zondên
piet. $et is
hetwerk
dès Heiligen Geestes onsuit
onzen cllendestaat
te .overreden. Die ovsrreding gpat
gomqmot
2€6r$dotê
angstengeEeld,
zoodat deziel ln
waarhgld(
.8?0
kenmerll
gesteldvan de
zaligmakendeovertuiging.
Godï$il-i
. l,,lsoms
Ziin volk Ieiden
aan.zeet'gtilte wcte"n, á"iiÍi hels'ch; ;i
angsten
dikwiils zijn in
de epddeloo?enên
bange coiscignUe.,"
. r',fry4ry
biirde algemeeneovertuinry.!wa19
ovàrtuiging lso,p '
.l:,ziebzelf geen kenmerk
van
genade. Velen,die
gedurenaeeení-
.gentijdonderzwateconeciëntlewroeg:ing,gewerktdoorde,.
algemeene overtuigingen. des Heiligen eeegt€s, 'dagen
"n **t - '
.ten
hebben doorgebracht,is
overkomen hetgeenmet
een waarspreeJrwoord gezegd
wofdt;
,,d.e hoàdis ti'àergekeetAltot'riin :
',ï,,i'eu:en
uitbraaksel;
en de gewasschen zeugtot
áe wentetingin lret slij|". Ter toetsing uwer àn anderei
zielenzult ge
eenbeteren toetssteên moeten aanleggen,
dan zware
overtuigingZij,
die.daarin hunql"ry ,o"le"IrÍn ni*;ib"r il;;;;Ë:
tenen, die velen
van
Gods kihdereri bedmeven, dochmisleiden
'anderen
èn
leggen eenander
fundament,dan
hetgeen gÉlegdis,
Jezus Chí{etus den Gekruiste. Deonderw[ize",ip"e*Ë aio '
: "ook.niet van de zwaarte der doorleefde zlele-aígsten-, doch ven de-
waarachtige overtuiging waarin
de."""4"ï" gld;ó;d
voor
Gods rechterstoel, doorzijn
eigenconsciëntieïo"át .'"t*
klaagd. God
is door
de zpnde onze Rechter gewordenen
Eu'gèeft dit ziin
votkte
verstásn.In
dewu"racltig* ontarirtrini krljgt
de zondaar met Godtc
doen.Hij
ziet zich voor het recht dee'Heeren Heerèn.En
Godkan van ZSn
rcc}rrtniet
afstaen, d<iéheischt
volkomen vqldoeninglot de laatste
penning toe.Dat
doet dien outdekten zonddai.met
allenerns{
zoeken náar een middelhr
ontkomingaan het
oordeel.O, nll' vlucht van -,i.
, kamerin kamer; hii
belooft den Heere beterschapihij
verlaat1"
-p"-d."o-der zonde enlreert zich tot.Gods huifl
en zoektbii
'
Gods kinderen.En
toch brj,Aat allesis
het hem menigmaal eenschril"vll
rondom. Soms,ja, grlÍpt hem de riike
noodisir4l.vsn li,et Evangelie; o,
somskan aii,n ziril innig tttaeen'voor
'God e_n smeeketr om behoudenis; soms
is
de boop tevendig;hij is
toch nqg:in het
hedender
genade, al:moèb.hti Godffitenr.
1nten
dat IIii recht
zoa?iin, indien H[j
hemvoor
eeuwig: ver-doer4de,
de
mogelijkheidvan
behoridis ttog niet afges;eden.
:Maar toch
onderdat
allesblijft
Godsrecgt
voldoening vorde-ren
_enin
rtee van ook.masr één InvadrantlÉnnlngef te
doen,wordt
de schuld tlagelU'ke meerdenNiet
alleendd;wet
vloekt,.
,:r,?,,1E?/t'
'11 'u{
^!
,4.á.*,.,.-,maar
satanverwijt en
de eigen conseiëntie beschuldigt. Ont- komingis er niet.
Alleen de dood staatvoor
oogien; de bloed-wreker jaagt
op de hielen, dag en nacht.En terwfil
alles oqt-zinkt, roept de
zondaarin dien
bangen nood,als hU
Gods oordeelrecht keurt: ,,I$ er
eenig middel. waardoorwS
dezestraf
ontgaan en wederpmtot
geuade komen?"En
hetis
dq&r,waar wij
geheel teneindezijn
aan alleiritvlucht, waar
ons alle steunselin
den mênsch ontnometrwordt,.dat
ons Christus, de Hemelsche Advocaat'wordt" ontdekt, van Wien
Johannes'schrijft: Wij
hebbenèen voorspraak bij den.Vader,
Jgzus Christus, den Rechtvaardige:Uit Hep
vloeit.detroost
en hope onzerziele; in Hem is
gerechtigheiden verlossing; op
IIemwordt
het oog van den verlorene gericht, om behoudente
wor- den van Gods toorn. Ja,geliik
iemand, die voor den aardschen rechter ged'awaardwordf
metziin
advocaat onderharïdelt, en cloordat dezevoor ziin
zaa,k goede verwachtingen koesteÉ, be- moedigdwordt,
zoo onderhandelt Godsvolk door het
geloofmet Christus en grtipt het
rnoédter
behoudenis,tomdat HiJhen inleidt in Zijn
borg:werk.en vau het
algenoegzametot
volkomen voldoening der. zondenZit'n volk overtuigt. HU
isblank
en rooden diaagt
debanier
boventienduizendl O,
óie zoete samenspreking met'Christus! Wat al
troostvolle 'toespra- ' ken vloeienvan Zine
lippenin
de beloften, dieHii Zlín
volk toeëigent.En toch.. .. de reehtvaardiging des'zondaars;
devrlÍspraak van
sghuldeí straf is niet Ziin werk, maar
hetwerk Zijns
Vaders.Niet
de Advocaát, doóh dê Bechter sprêektden
beschuldigdewij. Vele
zielen,voor wien.dit
verborgen bleef, verkeeren dan ook menigmaalin
grootebestrijding;
hetis of
Godstoorn
op hun ziel nogbrandt
enhet recht
Gods hen nog zal verdoemen.Als zij
tlenken aan-dên dood, beeft aJ wat'in
henis. Het blijft
degróte vraag:
,,Zullenzii
God kunilen o4tmoeten?"D9 wede huÍs harten zal
toch,vloeiel ult
derechtvaardigrng,
gelfik
Paulusin
Rom6zl
zoaduideliik leert.
':Door
den loopder tijden
heen schfrnenwel
weinigentot
datvol
geloofsbewustziin gekomente.zijn,
dat,waar
Godhen in Ztin
gespannen vierschaar afsneed,'zi;' om het genoegdoen van Christus een volkomenvrijspraak in
hunhart
ontvingenin
deverzegeling dee
Heiligen
ëeestes,dat
Godniet
meetrop
hen - toornen, nochhun
scheldeà-zal.Dat is het
tochwat
de onder-wfjzcr
ons-leert, dCt
Godde Vadeí om het
gehoegdoeí venChristuc
onq zoo volkomen nrtispreekt,',,alg.haddenwti
nooltr.f,"
87t
zonde gehad noch gedaan,
jt dat
ons eigendom aan.Christus' voldoening: zoo volkomenls,
als hadik zelf al
de g:ehootzaam- heid volbracht,die
Christirsvoor mij
volbrachtheeft". In
die g:ehoouaamheidvan
Christue;die
de onzqwordt
doorhet ge-
,:.loof;
eU beidehet
Wden uol,bracht,dat door de wet
geëischt werd om de wet van haar vloekte
ontwapenen, en de .ilnl,elijlte gehoorzaafuiheid-x€honk,die reeht geeft ten
eeuwigen leven,ligt
daaronr allêenen
geheelde grond onzef
rechtvaardigrna.king,
die onsin
een venoende.betrekklng stelttot
God en -doet,"
uitroepen met aanbidding en
in
het genieten van de wezenlilkevriiheid
van Gods-kinderen: ,,Zoois er
dannu
geen verdoeme-/nis voor
degenea, diein
Christus Jezus,zijn, diêniet naar
het vleesch lvandelenmaar naár
den Geestl" God zweíerl hen, datHij niet
meer op hen toornen noeh sehelden zal.Mijne
Gelief- den, hoe grootis 't
Voorrecht toch van h€n, diein
de vierschaar hunnerconsciëntie gefèchtvaardigd werdenvoor
God en door de veruekering van den Heiligen Geest een eeuwigevrijspraak
vaí
deu Vader opgrbnd van Christus'
gerechtigheid mochten' ontvangen.Die vrijverklaring is voor al'Gods volk,
de meest bekommerdeniet
uitgesloten, dochde in de ziel
verzekerdevriispraak van het eeuwig
oordeel,doet ons in de i'rijheid
staan, alleenvoor
zooverwij
deze weldaadmet
een geloovighaÉ
aannemen.Daarom
blfu'ftzulk
eentroost.voor al
Godskinderen
in àe
volkomenbetaling door Qhrisjusl
dooden
derechtvaardiging in Zijn
opstanding! Hoe de verklager
der broederen ook benauwten
dewet dreigt en
de consciëntie isalii
een voortgedreven. zee, Godzal
eenmaalhun ziel
eeuwigvrijstellen, wijl
Christus!frn
bloedniet
vergdefs stortte.Il[aai
tochbliift het naar
denaard van het
nieuwe levenen,ofil d€
:verheerlijking
Gods entot
den vredeen.rust
onzer zielen, zoo onmisbaar te'komentot
derle welbewuste, door Gods Geest ver.zegelde
vrfispraak in
Christus, w?artogyii al
Gods kinderen zoudenwillen
aansponen met.alldn eÀst.,te staan.
Evenwelniet ií
het_ geloofof
de geloofso€feningtigt
de grond voor het rechtvaardigzijn voor Go{ maar
geheel alleenin
de genoeg- doerui,ng,gerechtighei,t-m
hei,Iigheiduan
Chri,stus, d;i,e Goitr, zottd,er eeraí.ge tn$ner oerdienst*, tntiiuit
loutere gennde sclr,enkt en toerekent.Eoenale,wd ik
nooit zond,e gehail noch geilaan,lo
ale ,Lql,, i,k
zelf
al,ile
gehoorzanmheiil, tlolbracfut,ilie Chriitw
aoor mi,j aol,bracht heeft,
in
zooaer ilc aulh een wetrilnf,,ilnnot ewt getrooadghnrt
dnnneem, De toerekening gaatdur
aanhet
aan-grt -r: .,.l,/{",r'a, .*lr-irt,.'ud.iÀ.i,^***,-*",**,".f.rre,rV"s*r.rfuiL..
.:
nemen des getoofs
vooraf,
hoewe| dpàe'beideniet
tri'schbi{pnzijn. Het
is dus nícï,2ffi, dat Goddvotrk de'volkomen voldoening va.nChristus'aannegrlt en
daarrnee.;,tot den{ader gaat,
oïnvrijspraak
vau.zgndenqn het
eeuwig oordeelte
ontvangen, rnaar dta["God de' dootrChristus
vÊrworvcn gerechtielÉeidden
Zijnen,toepast qn de aalnerning dea, gêloofsvólet
Oie .toereke-ning
gesehiedtln
de wedergeboortq; Godziet ih hèt uur
der, minne Ziin volk itadnwk in Christus
aan;als met Hem
ver-,zoend;
eigent het
m.a.w;Chrístus
volkomeutoe met al Zqn
zoen- en kruisveidiensten,
schmkt hun
den Heiligen,Geeetin
hethart,
Die henove$rengt.uit
densteat der
verdbemenÍsin
den stiaat der verzoening,rnet God; doch,
zooalsvfr
boven'reeds bespraken, de,troost
hieuvan helben Gods kinderqn voorzoovêrzij
zulk eén weldaad'rtlet een geloovighart
dborde.werliini
des Heiligen Geestss aannemen.Het
geloofvalt
dan ook olsgranil van
de 'rechtvpardigmaking Beheel weg, ,waerop 'de Catec[is, mus óenslotÉ wfist in vraag6l
enwaarbiÍ wii"nu
noB onze aandacht enkele oogenblikken bepalen,.alswii
overdenken:in
wetlce betrdlcking d,e rechtaanrdi,gtnhking stanttot't
getoàf .Vr. 6l i
,,Wanrorn zegtgii,
dat gTj alleen d,oor het gelool recht- aaariilig z'Íiit? Op dievraag wijst
tle'catechismus allereerst op de waardigheid -van het gieloof; om dan hetgtloof
geheel en al te laten wegvallen als grond van de rephtvarirdigmaking. ,,Niet datik
vanwege de waardigheidmijns
geloofs Gode aangenaam,zi"
zegt de onderw[izer.Het
geloof heef{ groote waardigheid,' Zonder geloofis het
onmogelijk Godtê
behagen;die in
Mit'niet
gelooft, zegt de Hbe,re Jeuus, zal verdoemd word'en. Daar- entegen, diein
Hem, gelcÈft heeft het éeuwige leven.Maar
hoe groot de waardigheid van het geloof oohzt'n
mog:er hetvalt
als grondin
de rechtvaárdlgmalting des zóndaarsvqsr
God geheelweg. In de rechtvaardigmaking is het
gelooflijdelijk;
hetwerkt
niét, maar ontvangt;het wordt
vcrgelekenbii
een hand, doch is niet een hanct diewerkt'en,íerdlent,
m^dar eene, die ont-varut en
omhelst;het ontvanet Christus én Zijn
genoogdoe-nlng,
gerechtigheiden heiligheid.
Gods' Woord.;zegt ons
dan' ook zoonadrukkeliik, dat
Gods uitverkorenen nieG'gerechtvaa.r- dlgd worden orrl,,nwat
ui,ten
iloor het geloof. De gron4, wa^ar-op
Godde Vader, Die de
geschonden gerechtigheidvan
het lVezen Godr handhaaft en aon lVÍan dan ook de Zoon Zlcl:uiel:'8t0
:ven opgeoffdritl r'l
'heoft;
den zondaar'reghtvaardíft, is nist
hetgeloof, maar alleen de
genoegdoening, gereóhtigheiden
hei-ligheid van'Christus, die 'door
toerelrening:van
Gods ziidealleen,
naa;r,,Eijn
souverein welbelregen,het
eigendofn dec zondarirs worden.Aan die
genoegdoeningvan Christus
voegthet
geloofniets
toe, dochhet
omhelst deze alleen,'zoodatzi
het
eigendornder
zielewbrdtj lVij
hebben;'hieropwel
nauw-keurig acht
te,,.slaan,opdat wii niet,in
Pelagiaansche watn-rpn.verzeilen. Armiíius
legdede glond der
rpehtvaardignra-ki4g
czhêt
werlc ile.s geloofs,maar
Gorqarus antwoordde ten rwhte,,',,hetgeen onoolmaalctis
en met zond,m besmet,ig
ouze rechtuaardigheirtniet, waardoor wij aow Gd,
gereehtt;wr-.ili,gtd,
woritm. Nu is het
zeker,itat het
gel,oof cter gerech*7,errr- di,gdanin il;ít
leaen onoohnanktis en mpt
aond,m bpanet, wauruËt aalgt,dnt het geloof
onàe rechtaqn&i,gheil,niet
ts,.waa,r'med,e
wij
gereeWawiritigd,wsrilerL,, In àe
fephtvaar-digmaking leert dan ook Gods vollq zqo het
veiwaardigg wordít in, dg vlerschaarder
consciëntiedae
,te.doorlqven;..welklaar
veràtaan'dat het geloof wegvaft en gergtríerksa+p wor{f,'
,rtr&rmêêr:
de
vr,ijspraak,des Vaders in Chrictus
hr,ií.wordt
toegeëigpnd.enzil
deze mogen omhelzen.Niet
vanweEe de."waardigheid des geloofs zijn.zry Gode aangpnaam, doch alleen
in Christus. Zijn
genoegdoening, gerechtigheiden heilieft€if is
hun serechtigheid voor God. Die'en die alleen, geheel en .i'ol, korneR, zonder eenige toevoeging.Maa.r
in
welke betrekking staat de rechtvaardigmaking dantot het
geloof ? Hoekomt
ddnhet
geloof nog in, de reeh[vaardig.making te
pas?Allegn,
zooalswii
reeds opmerkten,als
de hand,-dle ontvangt en aanneemt.Vriiverklaard van
eeuwig- heidih
de besluiten Gàds; vriigesprokenin
de opstanding van Chriotus, Dieis
opgewekttot
hun reehti'aa;digr-naki[g; worden . Gods uitverkorenendadelijk
gereehtvaardigd door de toereke- niqg van Chrietus enZiin
weldaden aan hetr 9n o-mhelzenz{i
dtievrig'spraak, zich beroemend
iloor
het geloof'enverkrijgend
den vrede Gods, die alle verstand te boven gáat en harten en zinnenin
Christus bewaart.'Zinbenwij hiervan.nu,uit
Èsalm.86 :.4:
:
Dan
wordt
genavan
waarheidblii ontmoet, \
.
De vrede.met een kusvan tt
rechtbegroet;
'Dan
spruit
d9trouw uit
d'raardeblii
omhoog;Gercchtigheid
ziet
ileor v&n ,s hemelg boog.i 7!.
'ï
*l
uI.
,1
I.
Er is
alzoo den rechtvaardigmakingin
de besluiten Gods van eeuwigheid enin
de opstandíng.van Christue. Die'reqhtvaar- digmaking aó&r het geloof hebben de Gerefotrneerden met handen tand'Verdedigd
tegende
Remonstraiiten.Doch
daarrrede hebbenzii
geenszins ontkend, dat een rechtvaardigmakrne dóór het geloof ons onmisbaar is. Comrie o.a. heeft scherpp&rtij
ge- kozen tegen hen, diedit
loochenden enwij
hebben ons aan de zuivere leer van Gods getuigeniste
houden. Dqarmede staatof valt
de kerke ChriÈti, die gebouwdis
ophet
váste filndament' der apostelen en profeten.\{at ik
u, jong en oud, bidden moge, onderzoekt toch de Schriften en de íagelaten geschriften onzer'
Gereformeerde'theologen,opdat sri in den stroom
destiids niet wordt
mèdegesleurd,verder en verder van de
zuivere waarheidaf; Lsat
het uw vermakingzijn, in
de leer, van de va- deren ons ovefgoleverd, uw treden vast te maken. De openbare wereldling bioscoopt en danst en zoektvermating in
den dienst der zonde, maa{ rnogbtt"t
ons gggeven wordenbÍ
coos I{'oordte blijven en
onze zinnendaarin te
oefenen.Maar geeft
toch uw ziel geenrust bij'de
historische kènnis van de zuivere leer,lVij
moetenbevindelijk
leeren kennen de rechtvaardigmaking'
door het geloof. Laat de Antinomiaan spotten enin zijn
godde- loos leven verharden,zich
beroèrhend in?en
rechtvaar.digma- tcing vóór het geloof;h[j
zal eens staan voor Gods rechterstoel enziin
vonnis oatvangen vanflem,
Die rechtva.ardig oordeeltOok
tegen hen,.die de bevinding der heiligen
verachten en roemenin hun iidel
historiëêlÍertrouwen
op ChrÍstus,zfj
het volgehouden,dat
ons van noode isjn dit
leven dóórhet
geloofgerechtvaardigd
te
worden.En die
rechtvaardlgmaking.dóórhet geloof
ga'atniet buiten ons
zielelevenom. lVie
daarvan vreemdelingbliift, zal
éens'worden weg:geworpenin
den'poel,dle brandt van vuur en sulfer. O, miin
onbekeerde hoorder ! btnde God de noodzailrelijkheidop
uuvhart'bm aan
deze ziÍdevan het graf met lfem
verzoendte
worden,eer gil' voor
den rechterstbel Gods staanzult,
alsuw
leven zal worden afgesne- den en reedsltw
ziele ,zal ontvangenhet
oordeelder
verdoem- den, wachtendden grooten dag
des oordeelsmêt de
weder- komstvan
Chrigtusop
de wolken des hemels,als Hií u
na&rzlel en
lichaBm beidezal
werpenin
dghel. Van
dat'oordeelwordt
Godsvolk
verlost. Ookzij
hebben zichder
verdoemenis waardig gemaakt; ookzij zijn
kinderen des toorns van natqre.Maar het heeft den Heere behaagd hen
uit
denstast
des doodrover'te
zettenin
diender
genade.Er is
een oogpnblikin
hun.
leven aangetroken, dat Gàa hen te sterk werd en naar denrljk-
dom
Z4n*
genadehun
de gereehtigheidvan Christus
toerp-.
trcnde.Yan
eeuwigheid reeds wfrren ziy'in
hun H'oofd begrepgnen in Ziin borgst€lling
gerechtvaardigd, alsookin Zijn
op- .standing'uit
den dood.Maar zij
leefdenvoort in hun
natuur- staat, onverzoend met God,tot
de Heereinging in
het huis vanden
sterkgewapendeoà hem diens vatert te
ontrooven.Z{,
werden dadeWle
in
Christus, gerekend endat
kon alleen, omdaf 'zii in
Hem warenvan
de grondleggingder
wereld.Maar wat
'
de Heeiein
hen wroeht,wil Hlj
hen door de oefening des ge- geloo{s_ doen verstaaa.En wat is dan toch
de bediening venden-ÍIeiligen
Geestvan
noode om onsaf te
snijdenvan
àlles,' , waarin wij
onzengrond
zoekenbtriten
Christus.! Geloof toeh,dat wii
oZs zondnren moet'en g:erechtvaardigd wordenen
dat" lrt
de vierschaar van Godsrecht
niets medetellen zal vanal
db bevindingen onzêr'ziel enwij
daarniet
komen, omhangen met vele beloften, doch als ilnemwanrdi,genin
Adam. Velen besfrre, ken de ,rechtvaardigmekfng zonder dat.zii ooit van hun
gron- denz[jn
afgestobten;velen zelfs van
Godskinderen
houden zieh voor gerechtvaardigd, omdatzij
doorhet
geloof op Chris-tus
moc.hten,zien enin
Hem vinden den eenigen A$vocaatin
hethóf
des hemels;maar
devrijspraak
des Vaders'ontving:enzri niet.
Hoe zoudenzij dan
gerechtvaarcliedziÍn? Beryst de
I,
uitspraa.k van 't.vonnis niet alleenb[i
den reehtert Vooralin
de,.ze donkere dagen,
waarin
de ondersdheiding van de geestslijke weldaden meer en meer zoekraaffi,
is het wel noodig nauwkeu-rig acht'te
g:6ven op hetgeen Gorlíerkt
in.de rechtïaqrdigma-ki4g van ZiÍn
"volk doorhet
geloof; niet
om de kleinenin
de'
genade neer te slaan, maar om hen te meerheilig
verlangend te makennaar de
weldaden,die
Godin Christus Ziin volk.gq-
schonkenheeft en
dooi,het geloof
bewustAeehcf,tis m*rkt..
" Zou uw hart naar die
weldm.dniet
uitgaan, bekommerdvolk
r'&
God, dat zoo menigmaal, als schuldig d.aii,Godd.recht, Berpn 'grondvindt
omte
rustèn? Zoekt toch door, het geloof Christus, te
kennen.Zie
toeh naar devr[jspraak
deg Vailers.Met
de be-tuigingen van
een aardsch advocaatkan
men bedrogen uitko-men, doch Chridtus,
dp ,Hemeladvocaat,misleidt nooit. Hij
doe u zich
in
Hem beroemenj ,,Gij,
Heere, hebt mii.n ziel gereávan den dood; mil'n oogen van